Schriftelijke vraag betreffende het misbruik van claxons en geluidsschermen
- Indiener(s)
- Marc Loewenstein
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1192)
Datum ontvangst: 20/07/2022 | Datum publicatie: 05/10/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 05/10/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
17/08/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Zoals u weet, wordt ons Gewest bijzonder blootgesteld aan geluidshinder door het overwegend stedelijke karakter ervan. Deze situatie gaat ten koste van de levenskwaliteit van de Brusselse bevolking. Hoewel er veel factoren zijn die bijdragen tot geluidshinder, moet de overheid ervoor zorgen dat geluidshinder wordt opgespoord en waar mogelijk verminderd. In de stad wordt het leven van veel inwoners bemoeilijkt door het onrechtmatige gebruik van de claxon door bepaalde automobilisten of motorrijders. Het correcte gebruik van de claxon (en dus het gebruik waarin de verkeersregels voorzien) is echter veel beperkter en restrictiever dan wat in de praktijk gebeurt. Automobilisten zijn zich daar niet altijd van bewust, evenmin als van wat sommige buurtbewoners kunnen meemaken. Er bestaan echter concrete en innovatieve oplossingen. Ik denk hierbij aan antiruisradars, die reeds in sommige Europese steden worden gebruikt. Mijn vragen zijn de volgende:
|
Antwoord | 1) Het ka binet van minister Maron heeft Leefmilieu Brussel inderdaad gevraagd om deze nieuwe technologie te bestuderen en na te gaan in hoeverre ze kan worden toegepast in een stedelijke omgeving met druk verkeer zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. ln dit stadium lijken de potentiële toepassingen van dit type apparaat talrijk: statistische gegevens, opvolging van klachten, uitvoering van specifieke wetgeving met mogelijke sancties die bijvoorbeeld gericht zijn op de luidruchtigste voertuigen. Sinds meer dan een jaar staat de afdeling Geluid van Leefmilieu Brussel in contact met verschillende bedrijven die dit soort toestellen ontwikkelen die zich nog in het prototypestadium bevinden (dat is belangrijk om te vermelden). Het is de bedoeling dat in het najaar van dit jaar twee verschillende apparaten gedurende een maand in het Brusselse Gewest worden geïnstalleerd. Die tests in reële omstandigheden zullen het mogelijk ma ken om de werking van de apparaten, het installatiegemak, de stevigheid, enz. te analyseren en na te gaan in hoeverre de resultaten van die metingen overtuigend zijn. Het doel van de tests is ook om de 'remote sensing'-campagne van eind 2020 uit te breiden om de eerste resultaten aan te vullen en te bevestigen. Het is dus een meetcampagne met een wetenschappelijk (en geen repressief) doel. Leefmilieu Brussel volgt ook de experimenten die worden uitgevoerd in het buitenland, met name in Frankrijk, waar een wetgeving in voorbereiding is. Er moet echter worden opgemerkt dat dit type apparaat niet bijzonder geschikt is voor de claxon, maar eerder voor verkeerslawaai. 2) Geluidstoestellen van niet-prioritaire voertuigen (d.w.z. met uitzondering van sirenes) zijn onderworpen aan het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Het gebruik van die geluidstoestellen (of cl axons) is geregeld in artikel 33 van de wegcode, met name in de leden 2 en 3, namelijk: (33.2.) Geluidssignalen moeten zo kort mogelijk zijn. Zij zijn enkel toegelaten om een noodzakelijke waarschuwing te geven ten einde een ongeval te voorkomen en, buiten de bebouwde kommen, wanneer men een bestuurder die men wil inhalen moet waarschuwen. 1 - (33.3.) Tussen het va lien van de avond en het aanbreken van de dag, behalve bij dreigend gevaar, moeten de geluidssignalen vervangen worden door het kortstondig en afwisselend aansteken van de grootlichten en de dimlichten. 1 ln de praktijk is het dus de politie die het gebruik ervan kan controleren. Leefmilieu Brussel beschikt niet over informatie over eventuele acties in dat verband. Uit preventief oogpunt zouden verschillende acties die deel uitmaken van bepaalde maatregelen van het QUIET.BRUSSELS-plan (die in dit stadium nog niet zijn uitgevoerd) echter ook kunnen bijdragen tot een vermindering van die overlast. Zo voorziet maatregel 4 van het plan in acties betreffende het gedrag van automobilisten. Automobilisten zijn zich namelijk niet altijd bewust van het effect van hun gedrag op de geluidsomgeving. Daarom moeten zij via bewustmakings- en informatiecampagnes worden aangezet tot gedrag dat minder storend is voor anderen. Maatregel 32 is gericht op het bewustmaken en i informeren van de burgers, met name door het 1 implementeren van media-instrumenten om "de geluidshinder zichtbaar te maken" (indicatoren die de geluidsniveaus aangeven in de straten, parken, enz.) door de nadruk te leggen op het informeren en bewustmaken van de burgers, om ervoor te zorgen dat zij zich daadwerkelijk bewust worden van hun geluidsomgeving. Maatregel 3, tot slot, betreft het monitoren van de blootstelling van de bevolking aan verkeersgeluid. De geplande geluidsradartests ma ken deel uit van die maatregel. Naast die verschillende maatregelen zou ook aan het rijbewijs kunnen worden gewerkt. Al die acties moeten in ieder geval worden uitgevoerd in samenwerking met de (gewestelijke en federale) administraties die belast zijn met mobiliteit. Ten slotte, ter informatie, wat meer bepaald de speciale geluidstoestellen (sirenes) betreft, heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 14 juli 2022 in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan een ontwerp van besluit betreffende geluidshinder door sirenes dat tot doel heeft een aangepast referentiekader vast te stellen om de geluidsimpact ervan op de gezondheid en het welzijn van de inwoners te verminderen. Leefmilieu Brussel beschikt niet over informatie voor gebieden die meer zijn blootgesteld a an het lawaai van claxons. De politiezones werden ondervraagd over verkeerslawaai, maar dat betrof gebieden die meer specifiek te maken hadden met het lawaai van motorfietsen en straatraces. 3) Wat met name speciale geluidstoestellen (sirenes) betreft, zijn de problematische locaties die in de buurt van grote politiebureaus, ziekenhuizen, brandweerkazernes, gevangenissen en langs grote verkeersaders. |