Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende "De gevolgen van de exterme hitte en de droogte van de grondwaterspiegel en de watervoorziening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1198)

 
Datum ontvangst: 26/08/2022 Datum publicatie: 08/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De laatste jaren wordt België steeds vaker getroffen door extreem hoge temperaturen (tot meer dan 40 graden Celsius op 19 juli 2022!) en droogteperiodes.

Volgens het eerste klimaatrapport van juli 2022 van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) was juli 2022 een extreem droge maand in ons land, zie: https://www.meteo.be/fr/infos/actualite/premier-bilan-climatologique-de-juillet-2022.

Augustus 2022 was ook erg warm en droog.

Als gevolg van deze extreem hoge temperaturen en droogte, zou ik graag voor onze regio willen weten:

  1. Is sinds 15 mei 2022 de waarschuwingsfase van het piekplan voor hoge hitte en ozon overschreden? Zo ja, hoe vaak en wanneer?

  2. Heeft u overleg gepleegd over de droogte en maatregelen opgelegd om het waterverbruik te beperken?

  3. Wat zijn de gevolgen van deze hitte en droogte voor het peil en de evolutie van de grondwaterlagen en voor de watervoorziening van de Brusselaars? Welke cijfers heeft de minister over dit onderwerp?

  4. Wat zijn op milieuvlak de gevolgen van het warme weer zoals vastgesteld door Leefmilieu Brussel?

  5. Hoe staat het met de waterwingebieden die bijdragen tot de watervoorziening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Wat zijn de hoeveelheden water (in miljoenen kubieke meter) die in 2020 en 2021 door de genoemde stroomgebieden aan ons gewest zullen worden geleverd? Hoe zit het het eerste semester van 2022?

  6. Zoals u weet, is 98% van het drinkwater dat in het Brussels Gewest wordt verbruikt, afkomstig uit de Waalse stuwmeren. Welke nieuwe maatregelen hebben het Brussels Gewest, Leefmilieu Brussel en VIVAQUA genomen om de watervoorziening van ons Gewest in de komende maanden en jaren veilig te stellen?

 
 
Antwoord    1)
De waarschuwingsfase van het ozon- en hitteplan werd op de volgende momenten geactiveerd:
• 15/06 tot 18/06;
• 14/07 tot 20/07;
• 06/08 tot 17/08;
• 22/08 tot 26/08.

Sinds de inwerkingtreding van de huidige activeringscriteria in 2017 is dit het eerste jaar dat de waarschuwingsfase gedurende het seizoen vier keer werd geactiveerd.

De alarmfase werd dit jaar echter niet geactiveerd.
2)
Op 1 juni werd een algemene vergadering gehouden waarop verschillende betrokken partijen van de cel ‘droogte’ aanwezig waren (VIVAQUA, HYDRIA, safe.brussels (vroeger Brussel Preventie en Veiligheid), de Haven van Brussel en Leefmilieu Brussel). Het doel was om een stand van zaken op te maken van de situatie toen de droogte geleidelijk begon op te treden (weinig neerslag sinds begin april). Er werd vastgesteld dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich in een comfortabele situatie bevond voor de zomer, aangezien het grondwater aanzienlijk werd aangevuld tijdens de winter en zelfs tijdens de zomer van 2021, wat uitzonderlijk is. Vervolgens heeft de droogte zich in even uitzonderlijke proporties over het hele land verspreid, waardoor de gewestelijke overheden vanaf 18 augustus wekelijks bijeen zijn gekomen na de vergaderingen van het Waalse crisiscentrum en de Vlaamse droogtecommissie. Safe.brussels heeft die vergaderingen geïnitieerd. VIVAQUA stelde er de stand van zaken voor op het gebied van de drinkwatervoorziening in de hoofdstad en meer in het algemeen over de situatie in Wallonië (waar 97% van het in Brussel verbruikte water vandaan komt).

Na afloop van die vergaderingen werd nooit aangegeven om verplichte beperkende maatregelen te nemen. De situatie bleef onder controle en de bewustmakende boodschappen om spaarzaam met water om te gaan waren voldoende.
3)
De Brusselse grondwaterlichamen behouden de waarden van 2021, die historisch laag waren voor de ondiepe waterlagen (met name het Brusseliaanzand onder het Zoniënwoud), maar historisch hoog voor de dieperliggende waterlagen. De productie van de winningsgalerijen van VIVAQUA in het Zoniënwoud bevestigt dat punt.

De situatie op middellange termijn moet worden opgevolgd en zal sterk afhangen van de goede of slechte aanvulling van de ondiepe waterlagen tijdens de volgende winter. Er zal een stand van zaken worden opgemaakt aan het einde van de winter door de gewestelijke cel voor droogte.

Om de drinkwatervoorziening van de Brusselaars te garanderen, beschikt de wateroperator VIVAQUA over een zeer gediversifieerd productie-apparaat dat bestaat uit 26 waterwinningszones, waarvan het grootste deel zich in Wallonië bevindt. VIVAQUA onttrekt zowel oppervlaktewater (station om het water van de Maas drinkbaar te maken in Tailfer) als grondwater.
Aan het einde van de winter van 2022 waren alle grondwaterlagen waaruit VIVAQUA water onttrekt (goed verspreid in Wallonië en zeer gediversifieerd) zeer goed aangevuld.
Gemiddeld 40% van het jaarlijks door VIVAQUA geproduceerde volume is afkomstig van het Tailfer-station en dus van de Maas. De droogte had grote gevolgen voor deze bron. De Maas had aan het eind van de zomer immers een bijzonder lage waterstand, vooral tussen 31 augustus en 6 september toen fase 2 van de lage waterstand werd bereikt, waardoor VIVAQUA de onttrekkingen uit de Maas moest beperken tot 90.000 m³ per dag. Die historisch zeldzame gebeurtenis deed zich voor in 2020 en dus in 2022, wat aantoont dat deze extreme weersomstandigheden sneller terugkomen.
Die gebeurtenis heeft de watervoorziening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest echter niet in gevaar gebracht dankzij de uitstekende productie van de grondwaterwinningen, de activering van een van de drie waterwinningsreserves en het lagere verbruik van de Brusselaars in vergelijking met de gemiddelden die doorgaans in de zomer en begin september worden waargenomen (en dat ondanks de hoge temperaturen).
4)
De tekenen van de droogte op de vegetatie zijn merkbaar (verdroogde gazons, bladeren die afvallen, bomen die afsterven). Het is echter nog te vroeg om de door deze droogte veroorzaakte schade aan de bomen te beoordelen. Wat het grondwater betreft (zie hierboven), zal het resultaat van deze lange hittegolf zonder regen volgend voorjaar, of nog later, zichtbaar worden. Het echte probleem komt namelijk voort uit de cumulatieve effecten van de droogteperiodes van de afgelopen vijf jaar, die tot uiting zullen komen in de verzwakking van de beplantingen en vooral van de bomen, waarbij nog eens komt dat die tijdens deze zomer geen tijd hebben gehad om voldoende reserves op te bouwen voor de winter. Ten slotte is er in dit stadium geen precies verslag, maar over het algemeen wordt er een vroege veroudering van bomen vastgesteld, vooral in de centraal gelegen parken en groene ruimten (en minder aan de rand en in het Zoniënwoud).
5)
Dankzij de neerslag sinds de winter van 2019-2020 (inclusief de zomer van 2021) is het watertekort dat werd veroorzaakt door de zeer droge jaren (inclusief de winter) van 2017 tot 2019 volledig weggewerkt. Aan het einde van de winter in maart 2022 was de grondwaterwinningssituatie dus ideaal.

VIVAQUA leverde in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2020 68,4 Mm³/jaar, in 2021 65,9 Mm³/jaar en de trend voor 2022 is vergelijkbaar met die van 2021. (Cijfers van VIVAQUA)
6)
Het toekomstige Waterbeheerplan voor de periode 2022-2027 (dat in tweede lezing op 22 september werd aangenomen en dat vanaf 1 november gedurende zes maanden het voorwerp zal uitmaken van een openbaar onderzoek) bevat een hele reeks maatregelen om de voorziening van ons Gewest te waarborgen (en meer algemeen om de weerstand van het grondgebied ten opzichte van de uitdagingen in verband met de klimaatverandering te vergroten). Wat de drinkwatervoorziening in het bijzonder betreft, kan het Gewest een beroep doen op een algemene evaluatie op korte termijn, het Water Quantity Plan, die wordt gevoerd door de operator VIVAQUA (voortaan aangevuld door een evaluatie op lange termijn).

Op basis van de vaststellingen van het WQP doet het Waterbeheerplan het volgende:
- Het versterkt de opvolging van het verbruik en van de weersvoorspellingen in het geval van aanhoudende droogte om er zo goed mogelijk op in te spelen en om te reageren op pieken in het verbruik (M 5.15).
- Het brengt de operator ertoe lekken in zijn distributienet te bestrijden (M 7.1).
- Het zet VIVAQUA aan om het onderzoek naar de beschikbaarheid en mogelijke exploitatie van diepere grondwaterlagen, steengroevewater of andere exploiteerbare gebieden voort te zetten (M 5.27) of de mogelijkheden te analyseren voor meer wateropslag in perioden wanneer het grondwater wordt aangevuld (M 5.28).
- Het moedigt een rationeler watergebruik aan (in het algemeen: M 7.2, 7.2, 7.3, 7.4, 7.5).
- Het beoogt een alternatief voor de drinkwatervoorziening voor toepassingen waarvoor geen water van die kwaliteit nodig is (M 7.6 (water uit de verlaging van de waterspiegel), M 7.7 (re-use) en regenwater (M 7.3, 7.5).

VIVAQUA werkt reeds aan manieren om haar productie-apparaat te versterken.