Schriftelijke vraag betreffende de crèches en het nijpend tekort aan kinderverzorgend personeel
- Indiener(s)
- Françoise Schepmans
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 891)
| Datum ontvangst: 07/09/2022 | Datum publicatie: 08/11/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 18/10/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 13/09/2022 | Ontvankelijk |
| Vraag | In januari jongstleden kondigde de minister-president aan dat de Franstalige Brusselse Regering en de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het nieuwe protocolakkoord voor de creatie van kinderopvangplaatsen voor de periode 2021-2026 hadden goedgekeurd. In het Brussels Gewest zouden 2.100 plaatsen in de kinderopvang worden gecreëerd. In een persbericht heeft minister Bénédicte Linard van de Federatie Wallonië-Brussel ons in maart laten weten dat er in ons Gewest onmiddellijk 876 plaatsen zouden worden geopend, aangezien het ging om plaatsen in reeds bestaande infrastructuren. 1.224 plaatsen zouden daarna worden opengesteld via een oproep tot het indienen van projecten. De pers bericht echter opnieuw over het probleem van het gebrek aan plaatsen in de Brusselse crèches. Aan het begin van het nieuwe schooljaar is de pijn dubbel, aangezien de crèches ook nog eens te kampen hebben met een ongekend tekort aan kinderopvangmedewerkers. Mijnheer de minister, mijnheer de minister-president, het is met bezorgdheid dat ik mij vandaag tot u richt: het lijkt erop dat de regering "ter plaatse" trappelt ! Aan de ene kant zegt u dat u het aantal plaatsen zo goed mogelijk wilt uitbreiden, en aan de andere kant worden sommige plaatsen geschrapt wegens personeelsgebrek. Dit is een cruciale kwestie die de volledige aandacht van de regering vereist. De ‘ONE’ adviseren ouders hun kinderen te registreren nog voor ze geboren zijn! Door een gebrek aan kinderopvangplaatsen melden ouders dat zij deeltijds moeten gaan werken. Het zijn vooral de moeders die deze arbeidstijdverkorting op zich nemen. Ik zal het niet eens hebben over de lijdensweg van eenoudergezinnen. Hier zijn mijn vragen:
|
| Antwoord | Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag: Kunt u ons de planning meegeven die voorzien is voor de 1.124 overige langverwachte plaatsen? In december 2021 is voor de periode 2021-2026 met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschap een protocolakkoord gesloten over de nieuwe kinderopvangplaatsen. Dit protocol is de formele bekrachtiging van de verbintenissen die de drie deelstaten zijn aangegaan over het scheppen, de vergunning en de subsidiëring van kinderopvangplaatsen. Hierdoor worden tegen 2026 in totaal 2100 nieuwe kinderopvangplaatsen gesubsidieerd op het Brussels grondgebied. Het protocol voorziet in een tweetrapsstrategie: - In de eerste trap worden 876 plaatsen in het leven geroepen binnen prioritaire projecten die infrastructuurfinanciering hebben verkregen bij de Cocof, het EFRO of in het kader van de wijkcontracten; - Voor de tweede trap worden aan de hand van een gezamenlijke oproep projecten geselecteerd voor 1.224 nieuwe opvangplaatsen, bij voorrang in gemeenten en wijken met een dekking van minder dan 33%. De gezamenlijke projectoproep met het ONE past dus in de tweede trap. De oproep werd op 24 mei 2022 uitgeschreven en de uiterste datum waarop dossiers mogen worden ingediend, is vastgesteld op 31 oktober 2022. Zijn de 876 plaatsen die in maart zijn aangekondigd ook geopend? Kunt u ons opgesplitst per gemeente een bijlage bezorgen met de kinderdagverblijven waar deze plaatsen zijn geopend? De 876 plaatsen die staan opgesomd in bijlage 2 van de beheersovereenkomst van het ONE 2021-2025 zijn inderdaad gewaarborgd en komen beschikbaar naarmate de werven vorderen. De bijlage vermeldt de inrichtende macht, de naam van het kinderdagverblijf, het adres (en dus de gemeente) en de uitsplitsing van de plaatsen. De opgelijste projecten liggen in de volgende gemeenten: Jette, Elsene, Schaarbeek, Sint-Gillis, Anderlecht, Vorst, Sint-Jans-Molenbeek, Brussel, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Agatha-Berchem en Etterbeek. Beschikt u over cijfers met betrekking tot het aantal kinderdagverblijven in het BHG dat zou zijn gesloten bij gebrek aan personeel? Welke analyse verbindt u hieraan? Hoe groot is het tekort? De dienst Scholen van perspective.brussels werkt nauw samen met de collega’s van het BISA dat jaarlijks de gegevens verzamelt over het opvangaanbod dat bestaat bij de bevoegde instellingen (ONE en Kind & Gezin). Het BISA kan dus het bestaande aanbod vaststellen in functie van de opening en de sluiting van kinderdagverblijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hierbij wordt opgemerkt dat deze cijfers het aantal plaatsen vermeldt dat is geopend en gesloten, niet het aantal verblijven. Bovendien moeten de cijfers voor de sluitingen steeds gezien worden in het licht van de gegevens over het aantal geopende verblijven. De evolutie van de dekkingsgraad is in deze context sprekender; in de periode 2010-2020 nam de globale dekkingsgraad toe van 31% tot 43%, zonder afname van het ene jaar tot het andere. Welke initiatieven heeft uw Regering genomen om het tekort aan kinderverzorgsters en kinderverzorgers op te vangen? In de gezamenlijke algemene beleidsverklaring voor 2019-2024 schuiven de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de kinderopvang naar voren als prioriteit en zetten zij in op een grotendeels openbaar collectief aanbod. Deze doelstelling komt ook tot uiting in het Protocolakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschap over de creatie van kinderopvangplaatsen voor de periode 2021-2026 dat in december 2021 gesloten werd. Daarom kunnen de geselecteerde projecten aanspraak maken op een subsidie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aansluit bij de regeling voor gesubsidieerde contractuelen (GECO). In haar meerjarentraject voorzag de Brusselse Regering immers een verhoging van 2.000.000,00 euro voor de financiering van de GECO-banen van kinderverzorgsters en kinderverzorgers die werden vastgelegd naar aanleiding van het “1001 eerste dagenplan” en de GECO-banen voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ik hoop dat dit uw vraag beantwoordt. |