Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de cijfers inzake de installatie van fotovoltaïsche panelen in Brussel

Indiener(s)
Martin Casier
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1208)

 
Datum ontvangst: 08/09/2022 Datum publicatie: 08/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

In de huidige context van stijgende energieprijzen is het bezit van voltaïsche panelen, ondanks de installatiekosten, rendabeler dan ooit en een bron van besparingen.

De installatie van fotovoltaïsche panelen neemt duidelijk toe in België, behalve in het Brussels Gewest. Brussel telt inderdaad nog maar weinig privégebouwen die bedekt zijn met fotovoltaïsche panelen. Eind 2020 vertegenwoordigen de netto dakoppervlakken van het Brussels Gewest die bedekt zijn met fotovoltaïsche panelen amper 6,2% van de potentiële oppervlakte die bedekt zou kunnen worden.

Hoewel Brussel het enige gewest is dat groene certificaten toekent om investeringen in fotovoltaïsche panelen te vergoeden, lijkt het lage percentage inwoners dat een eigen woning bezit nog steeds een rem te zijn op investeringen in dergelijke technologie.

Daarom wil ik u de volgende vragen stellen:

  1. Met slechts 6,2% van de potentiële oppervlakte bedekt met fotovoltaïsche panelen eind 2020, heeft Brussel het laagste percentage van het land. Welke maatregelen zijn er genomen om aarzelende eigenaars aan te moedigen, ondanks de groene certificaten en de garantie van een rendement op investering in 7 jaar?

  2. Heeft u bijgewerkte cijfers voor 2021 en een trend voor 2022?

  3. Heeft Leefmilieu Brussel sinds het begin van de energiecrisis een versnelling gemerkt in het aantal aanvragen voor fotovoltaïsche panelen?

  4. Is de enveloppe voor groene certificaten in 2021 volledig opgebruikt?

  5. Zal ze worden uitgebreid om een verwachte toename van fotovoltaïsche installaties op te vangen? Zo ja, met hoeveel? En wat met 2023 en 2024?

 
 
Antwoord    1.
Allereerst moet worden benadrukt dat het moeilijk is om een stadsgewest als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vergelijken met het Vlaamse en het Waalse gewest wat de fotovoltaïsche dekking van het grondgebied betreft, aangezien de installatie in stedelijke en dichtbevolkte gebieden veel complexer is. In verband daarmee heeft Brugel een Europese en interregionale vergelijking van fotovoltaïsche installaties in steden gepubliceerd in zijn studie 38 betreffende het fotovoltaïsche park in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2019 (blz. 20 en 21) . Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met bijna 800 kWp geïnstalleerd per km², laat Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi achter zich en ligt ver voor op steden als München, Lyon, Berlijn of Rome.

Vermeldenswaard is ook dat sinds december 2021 een specifieke steunregeling voor in gebouwen geïntegreerde fotovoltaïsche installaties (BIPV) bestaat in het Brusselse gewest. Dankzij recente innovaties nemen fotovoltaïsche panelen verschillende vormen aan en kunnen ze worden geïntegreerd in alle daken, maar ook in gevels, op afdaken of zelfs in borstweringen. Door de BIPV financieel te ondersteunen, wil het Brussels Gewest innovatie in de sector bevorderen om het potentieel van zonne-energie te benutten en tegelijk de stedenbouwkundige en architecturale integratie ervan te verzekeren.

Naast het systeem van groenestroomcertificaten bestaan ​​er verschillende andere steunmaatregelen. 

Ten eerste schept de wijziging van de ordonnantie van 18 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, die in april 2022 in werking is getreden, nieuwe mogelijkheden voor het valoriseren van zelf opgewekte elektriciteit door middel van drie complementaire mechanismen. Allereerst bestaat er voortaan een kader voor de wederverkoop ‘achter de meter’, dat wil zeggen voor het fysieke zelfverbruik van een productie: deze optie komt overeen met alle situaties waarin de bewoner van een gebouw niet de eigenaar is van de fotovoltaïsche panelen op het gebouw. Vervolgens worden de activiteiten van ‘peer-to-peerhandel’ en ‘delen van elektriciteit’ erkend: ze maken het mogelijk om ​​productie van elektriciteit tussen verschillende netgebruikers te valoriseren, dat wil zeggen collectief zelfverbruik van dezelfde productie. Tot slot is een nieuwe actor gecreëerd, de energiegemeenschap, die verschillende activiteiten zal kunnen uitvoeren, waaronder het eerdergenoemde delen van elektriciteit. Dankzij deze belangrijke en ambitieuze evolutie bestaat er nu een veelvoud aan opties om elektriciteit uit lokale fotovoltaïsche productie te valoriseren en toegankelijk te maken: dat moet het productiepotentieel helpen ontsluiten door een aantal belemmeringen weg te nemen.


Hier zijn enkele voorbeelden van wat nu mogelijk is:
- de bewoners van een collectief woongebouw kunnen - voor het verbruik in de wooneenheden - dezelfde productie delen;
- een prosumer kan zijn zelfproductie delen met een buur;
- een niet-bewonende eigenaar kan de productie van een installatie die hij op een huurpand zou plaatsen, valoriseren;
- burgers die geen eigenaar van een dak zijn, kunnen mee-investeren in een productie-eenheid en de daarmee opgewekte elektriciteit delen.


Tweede vorm van steun: om ervoor te zorgen dat er concrete projecten worden gerealiseerd, is er ook een Facilitator ‘Energiedelen en energiegemeenschappen’ opgericht om projectleiders te begeleiden.

Derde element: het EcoReno-krediet maakt het mogelijk om tegen een gereduceerd tarief (0 tot 2%) te lenen, met name om fotovoltaïsche zonnepanelen te plaatsen.

Ten vierde: het Gewest heeft een bijzonder populair en nuttig instrument ontwikkeld voor bewoners om het zonnepotentieel van hun dak te beoordelen. Dit wordt de ‘zonnekaart’ genoemd. Deze tool is beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel.


Tot slot zijn er nog twee begeleidingsdiensten die informatie verstrekken over het investeren in een fotovoltaïsche installatie: Homegrade voor particulieren en de Facilitator ‘Duurzame Gebouwen’ voor ondernemingen.
2.
Brugel publiceert regelmatig cijfers over het aantal installaties en het geïnstalleerde vermogen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit zijn de meest recente cijfers:
Eind 2021: 10.830 installaties voor 199 MWp;
Begin juli 2022: 13.319 installaties voor 220 MWp.

Ik nodig u uit om de website van Brugel te raadplegen. De regulator publiceert regelmatig cijfers over dit onderwerp.


3.
Brugel constateert een stijging van het aantal ingediende certificeringsdossiers in 2022 ten opzichte van het voorgaande jaar. Eind augustus was het aantal installaties vrijwel gelijk aan het aantal installaties voor heel 2021 (+/ 1.500).
4.
Het mechanisme van de groenestroomcertificaten werkt niet volgens hetzelfde principe als de
Renolution-premies, namelijk met een gesloten enveloppe. Elke gecertificeerde installatie die energie uit een hernieuwbare bron produceert, krijgt gedurende tien jaar groenestroomcertificaten. De energieleveranciers moeten jaarlijks een bepaald quotum aankopen. De gewestbegroting draagt niet bij aan het mechanisme.
5.
Zie vraag 4.


https://www.brugel.brussels/publication/document/etudes/2021/fr/ETUDE-38-PARC-PV-2019.pdf
https://www.brugel.brussels/publication/document/studies/2021/nl/STUDIE-38-FOTOVOLTAISCHE-PARK.pdf
https://www.brugel.brussels/documents/statistics
https://www.brugel.brussels/nl_BE/documents/statistics/rechercher