Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kinderdagverblijfpremie voor bedrijven

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 610)

 
Datum ontvangst: 09/09/2022 Datum publicatie: 16/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 09/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Het Gewest kent een premie toe aan bedrijven die hun personeel willen helpen met de opvang van hun kinderen (tot 3 jaar oud). Deze premie wordt betaald voor de kosten van het reserveren en bezetten van een plaats in een crèche.

Sinds 2019 bedraagt de premie € 4.000 per gereserveerde en bezette plaats per kalenderjaar.1 Het aantal gesubsidieerde plaatsen wordt bepaald door de omvang van het bedrijf (3 plaatsen voor micro-ondernemingen, 6 plaatsen voor kleine ondernemingen en 10 plaatsen voor middelgrote ondernemingen).

Mijn vragen zijn als volgt:

  1. Hoeveel bedrijven hebben tot nu toe van de premie gebruikgemaakt?

  2. Kunt u deze cijfers uitsplitsen naar bedrijfsgrootte (micro vs klein vs middelgroot)?

  3. Kunt u deze cijfers uitsplitsen over de voorgaande jaren 2020 -2021 -2022? Welke analyse maakt u hiervan? Beschouwt u de premie sinds de invoering ervan als een succes?

  4. Wat zijn in het algemeen de redenen waarom aanvragen worden geweigerd? Beschikt u over cijfers? Zo ja, kunt u ons die bezorgen?

  5. Hoe communiceert u met de bedrijven over de mogelijkheid om deze premie te verkrijgen?

  6. Wat is het jaarlijkse budget dat het Gewest voor deze premie uittrekt? Op welke basisreferentie beroept u zich?

  7. Hoeveel controles en inspecties hebben na de toekenning van de premie plaatsgevonden? Hebt u cijfers over de bedrijven die hun verplichtingen niet zijn nagekomen? Welke analyse maakt u hiervan?

 

 
 
Antwoord    Sinds de inwerkingtreding van de maatregel op 15 mei 2019 hebben 84 ondernemingen er gebruik van gemaakt (het gaat om 129 dossiers en een totaalbedrag van 556.000,00 euro).

De uitsplitsing naar grootte is als volgt:
- 74 micro-ondernemingen (110 dossiers)
- 5 kleine ondernemingen (7 dossiers)
- 6 middelgrote ondernemingen (12 dossiers)

De uitsplitsing naar jaar is als volgt:
- 2019 (7,5 maanden): 2 ondernemingen (2 dossiers)
- 2020: 35 ondernemingen (37 dossiers)
- 2021: 54 ondernemingen (60 dossiers)
- 2022 (9 maanden): 30 ondernemingen (30 dossiers)

138 dossiers werden geweigerd.

Het hoge weigeringspercentage wijst op een verkeerd begrip van de regeling bij de ondernemingen: het Gewest komt namelijk niet tussen in de kinderopvangkosten als zodanig, maar in een jaarlijkse reserveringsfactuur van 4.000 euro ter aanvulling van de kinderopvangkosten. Opgemerkt moet worden dat de gemeenschapsregels deze facturering niet toestaan voor kinderdagverblijven van het ONE.

Brussel Economie en Werkgelegenheid communiceert over de kinderdagverblijfpremie via haar website en via MijnBEW.

De kinderdagverblijfpremie wordt ook vermeld op de website van 1819.

Het gemiddelde jaarlijks toegekende budget bedraagt 213.333,00 euro. Deze premie valt onder een algemenere basisallocatie die onder meer ook de premies voor consultancy en opleiding omvat.

Wat de controles betreft, wil ik er eerst op wijzen dat de ex-antecontrole van de steunaanvragen onder de bevoegdheid van de directie Steun aan Ondernemingen van Brussel Economie en Werkgelegenheid valt, en dat de directie Economische Inspectie belast is met de ex-postcontrole van de dossiers waarin steun werd toegekend.

Ik wijs er ook op dat ondernemingen die dergelijke steun ontvangen, verplicht zijn een vestigingseenheid en een economische activiteit op het Brusselse grondgebied te behouden gedurende drie jaar vanaf de datum waarop de steun wordt toegekend.

De directie Economische Inspectie controleert de naleving van die voorwaarde op twee manieren:
- enerzijds door de gegevens betreffende de toegekende steun te kruisen met de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen, om ondernemingen op te sporen die hun activiteiten binnen die termijn van drie jaar hebben stopgezet. Deze controle gebeurt op regelmatige basis;
- anderzijds door een systematische controle van de steundossiers, wat grondiger onderzoek en zelfs bezoeken ter plaatse vereist.

De directie Economische Inspectie heeft al twee aanvragen tot terugbetaling voorbereid, voor een bedrag van 8.000 euro, wegens het beëindigen van de activiteiten van de twee betrokken ondernemingen die natuurlijke personen zijn (één steundossier uit 2020 en één uit 2021).