Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de partners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het gebied van ontwikkelingssamenwerking

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 705)

 
Datum ontvangst: 09/09/2022 Datum publicatie: 18/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 06/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Afhankelijk van de middelen waarover het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt, richt het gewest zijn inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking op een beperkt aantal landen - en meer specifiek regio’s – in de wereld, namelijk: Marokko (regio Rabat-Salé-nitra), de Democratische Republiek Congo (stadsprovincie Kinshasa), India (gemeente Chennai) en Suriname (district Paramaribo).

De ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking bepaalt de criteria op basis waarvan het gewest kiest voor samenwerking met een prioritair land en de plaatselijke overheid.

Bijgevolg zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Welke samenwerkings-/partnerschapsprogramma's worden momenteel door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestudeerd? 

  • Wat zijn de belangrijkste redenen waarom u voor deze prioritaire landen kiest?

  • Van welke netwerken is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op heden lid?

 
 
Antwoord    Momenteel voert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) besprekingen met de bestuurders van het gouvernement Ramallah & Al-Bireh, in het Palestijns gebied van de Westelijke Jordaanoever, met het oog op de ondertekening van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake ontwikkelingssamenwerking tussen het BHG en het Palestijns Gebied (PG).

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, §§ 2 en 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking (verder: OO) is het PG op grond van de volgende criteria eerst geanalyseerd door het bestuur dat bevoegd is om het beleid dienaangaande uit te voeren:
a) de armoede- en ongelijkheidsgraad in het PG, die wordt gemeten op basis van de Human Development Index-indicator (HDI) en de Human Development Index-indicator aangepast aan de ongelijkheid (IHDI), met bijzondere aandacht voor de uiteenlopende sociaaleconomische, sociopolitieke en financiële verschillen tussen de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever;
b) de inspanningen van het PG ten faveure van behoorlijk bestuur, mensenrechten en gendergelijkheid;
c) het comparatieve voordeel van de Brusselse ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot vergelijkbare stedelijke problematieken;
d) de mogelijkheid om een duurzaam partnerschap op te bouwen met het oog op een capaciteitsopbouw bij de lokale Palestijnse overheid.

Terwijl het bestuur deze analysenota opstelde, werd het Belgische middenveld eind 2021 bevraagd. De koepelverenigingen en federaties inzake Belgische ontwikkelingssamenwerking, met name Acodev, Ngo-federatie, CNCD-11.11.11. en 11.11.11 alsook Brulocalis hebben eraan deelgenomen en konden er hun mening, raad en opmerkingen geven.

Tot slot heeft er in juni van dit jaar een aftastende verkenningstocht plaatsgevonden, en werd mevrouw de gouverneur van Ramallah & Al-Bireh in dit verband ontmoet. Stonden ook op het programma: een aantal ontmoetingen met het Palestijnse middenveld, vertegenwoordigers van de bedrijfswereld, jonge ondernemers en een bezoek aan de permanente vertegenwoordiging van Enabel voor het Palestijns Gebied.

Momenteel lopen de besprekingen nog met het gouvernement Ramallah & Al-Bireh, om de concrete contouren en de inhoud te bepalen van een toekomstige samenwerkingsovereenkomst. Bij het opstellen van de overeenkomst zal binnen de krijtlijnen van de analysenota rekening worden gehouden met de insteek van het Belgische middenveld (art. 12, § 1 van de OO).

De analysenota over de samenwerking met het PG en de partnerschapsovereenkomst met het gouvernement Ramallah & Al-Bireh zullen aan de BHR worden voorgelegd, zodra het overleg met het gouvernement wordt afgerond met een ontwerptekst. De regering zal de tekst van de overeenkomst moeten goedkeuren en haar fiat moeten geven ter ondertekening.



Overeenkomstig de OO worden de partnersteden en -regio's van het BHG gekozen op basis van een aantal criteria.

Er is dus een analysenota opgesteld op het ogenblik van de hernieuwing van de partnerschapsovereenkomst met de regio Rabat-Salé-Kénitra eind 2019 (de hernieuwing van de overeenkomst was noodzakelijk geworden door de territoriale hervorming van het Koninkrijk Marokko). Eind 2019 vond ook de consultatieronde plaats met het middenveld en Brulocalis. Op grond van de analysenota heeft de regering begin 2020 het tekstvoorstel goedgekeurd voor de partnerschapsovereenkomst met de regio Rabat-Salé-Kénitra.


Hetzelfde geldt voor de samenwerkingsovereenkomst met de Greater Chennai Corporation in India. In het najaar van 2017 werd het middenveld bevraagd en werd de analysenota opgesteld. Begin 2018 werd er ter plaatse een bezoek gebracht. De krijtlijnen van de overeenkomst werden vervolgens getrokken, waarna de BHR in maart 2018 de nota m.b.t. de overeenkomst heeft goedgekeurd.


Via een gelijklopend proces volgde daarop de samenwerkingsovereenkomst van 2018 met het District Paramaribo in Suriname: raadplegen van het middenveld en opstellen van een analysenota in het begin van het jaar, vervolgens het voorbereiden en beklinken van de samenwerkingsovereenkomst, die uiteindelijk door de BHR werd goedgekeurd in juli 2018.

De oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst met de Stadsprovincie Kinshasa werd daarentegen ondertekend in juli 2016, dus voordat de OO in werking trad. Daarbij werd de procedure die de ordonnantie later invoerde formeel dus niet gevolgd. Toch wordt het middenveld minstens eenmaal per jaar bevraagd door het bestuur dat bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. Zodoende kan het middenveld zijn stem laten horen over alle actieprogramma's. Het BHG heeft overigens een grote gemeenschap met een Congolese achtergrond (zie
https://bisa.brussels/themas/bevolking/nationaliteiten, BISA, 2022), die economisch en sociaal actief is. Gelet op de historische en culturele banden met Kinshasa is deze samenwerkingsovereenkomst nog meer dan andere beladen met betekenis.


Momenteel is het BHG op het specifieke vlak van ontwikkelingssamenwerking enkel lid van Platforma (
https://platforma-dev.eu/), "the pan-European coalition of towns and regions – and their national, EU and global associations – active in city-to-city and region-to-region development cooperation." Platforma ijvert voor een actieve bijdrage van Europese plaatselijke besturen aan het EU-beleid inzake ontwikkelingssamenwerking.

Het BHG is er lid van sinds eind 2019.