Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gevolgen van de hitte en droogte voor de bijen- en andere bestuiverspopulaties en de honingoogsten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1222)

 
Datum ontvangst: 14/09/2022 Datum publicatie: 16/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 08/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De laatste jaren wordt België steeds vaker getroffen door extreem hoge temperaturen (tot meer dan 40 graden Celsius op 19 juli 2022!) en droogteperiodes.

Volgens het eerste klimatologisch overzicht van juli 2022 van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) was juli 2022 een uiterst droge maand in ons land, zie: https://www.meteo.be/nl/info/nieuwsoverzicht/eerste-klimatologisch-overzicht-van-juli-2022 .

Augustus 2022 was een uiterst warme en droge maand, zie: https://www.meteo.be/nl/info/nieuwsoverzicht/eerste-klimatologische-overzichten-van-augustus-en-van-de-zomer-2022.

Naar aanleiding van deze nieuwe seizoensrecords zou ik graag het volgende willen weten voor ons stadsgewest:

  1. Wat zijn de gevolgen van deze hitte en droogte voor de bijen- en andere bestuiverspopulaties en voor de productie/oogst van honing? Welke cijfers hebt u hieromtrent?

  2. Beschikt u over actuele gegevens over de gezondheidstoestand van de bijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Nemen de bijenpopulaties toe of af?

  3. Is een nauwkeurig kadaster van de bijenkolonies en die van andere bestuivers op het gewestelijke grondgebied eindelijk beschikbaar en up-to-date?

  4. Is de atlas van de wilde bijen, die twee jaar geleden werd aangekondigd, afgerond? Zijn de gegevens over wilde bijen eindelijk beschikbaar? Hoe zit het met het analyserapport en alle "soortenfiches"?

  5. Zijn er uitzonderlijke financiële steunmaatregelen genomen voor imkers in ons Gewest of worden deze onderzocht?

 

 
 
Antwoord    1.
De gevolgen van hitte voor insecten variëren, maar extreme gebeurtenissen kunnen bijzonder ontwrichtend werken voor inheemse soorten die niet in zulke klimatologische omstandigheden zijn geëvolueerd en er dus niet aan zijn aangepast.

Bij extreme hitte verbruikt de honingbij meer energie, omdat ze met haar vleugels slaat om de bijenkorf te ventileren (om te proberen een temperatuur tussen 35 en 37 graden Celsius te handhaven). De bij heeft ook meer water nodig (verdamping doet de binnenlucht afkoelen en het voorkomt dat de larven uitdrogen; de vochtigheid moet ongeveer 50 tot 70 % bedragen), wat – zeker in tijden van droogte –voor meer vluchten voor water zorgt (in aantal en afstand) en dat gaat ten koste van vluchten voor voedsel (dat ook schaarser is op dat moment). We weten ook dat hitteperiodes het metabolisme verstoren en er zelfs toe kunnen leiden dat bijen sterven door ‘zelfmoord’ (zoals de pers het noemt) door hun achterlijf af te stoten, zoals na een steek of een schok. Dat verschijnsel lijkt zich voor te doen bij temperaturen boven 42 graden Celsius, afhankelijk van de blootstellingstijd, en kan voor meer dan de helft van een kolonie de dood tot gevolg hebben (voor wilde soorten is hierover geen informatie beschikbaar).

Over de gevolgen voor solitaire insecten wordt over het algemeen minder in de media bericht (en er is minder onderzoek naar), maar vergelijkbare tendensen worden verwacht. Naar schatting is een van de belangrijkste effecten van hoge temperaturen dat de voortplanting verstoord raakt (er wordt minder gepaard, de koninginnen leggen minder eitjes, het sperma van de darren is minder levensvatbaar, enz.) en dat de voedselaanvoer verstoord raakt of dat er voedselgebrek is als gevolg van de impact op de flora.

Voor de specifieke opvolging van de honingproductie wordt er momenteel een weegschaal gebruikt voor de monitoring, die door de vzw CARI (Centre apicole de recherche et d’information) is gecentraliseerd. De gegevens van de opvolging zijn beschikbaar op de volgende Franstalige website:
https://www.cari.be/balances/. Daaruit blijkt dat 2022 een goed jaar was, vooral in het voorjaar. De zomer was minder gunstig, vooral door de aanhoudende droogte. Deze kwantitatieve gegevens geven echter geen informatie over de kwaliteit van de honing.

2.
De gezondheid van de honingbijen is een bevoegdheid van de federale overheid (FAVV) en/of van het Waals Gewest, waaraan de bijstand aan de bijenteelt is gedelegeerd via een samenwerkingsakkoord van de permanente werkgroep van het Intergewestelijk Ministerieel Overleg (PW-IMO).

Volgens de jaarlijkse schattingen van de Société Royale Apicole de Bruxelles et Environs (SRABE) zou het aantal producerende kolonies echter opnieuw stijgen. Verder bedroeg de wintersterfte 25 % tussen 2020 en 2021 (van 480 producerende kolonies in het najaar van 2020 naar 360 levende kolonies aan het einde van de winter, oplopend tot 657 kolonies in het najaar van 2021, d.w.z. een stijging van 37 %). De honingbij wordt dus niet bedreigd op het Brusselse grondgebied.


Wat de gezondheid van wilde bijen (hommels en solitaire bijen) betreft, wordt in de atlas die tegen het einde van het jaar zal worden gepubliceerd, geschat dat van de 248 soorten wilde bijen die voor het gewest zijn gedocumenteerd in de periode 1841-2020:
- 17 % (42) uitgestorven is op gewestelijk niveau;
- 33 % van de hedendaagse soorten voor de periode 2010-2020 bedreigd wordt (12 % wordt bedreigd en 21 % is kwetsbaar);
- 50 % niet bedreigd wordt.

3.
De gewestelijke strategie voor bestuivers, die dit jaar nog door de regering moet worden aangenomen, voorziet in de lancering van de acties die nodig zijn voor die inventarissen en kadasters.
4.
De gegevensbank en het verslag zijn in de zomer van 2022 voltooid en worden momenteel nagelezen en gevalideerd. De belangrijkste documenten zullen dit jaar worden gepubliceerd, in het kader van de aanname van de strategie voor bestuivers.
5.
De bevoegdheid voor bijstand aan de bijenteeltsector is gedelegeerd aan het Waals Gewest (zie hierboven).