Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderzoek van Perspective.brussels over de zwembaden in het BHG

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1056)

 
Datum ontvangst: 13/10/2022 Datum publicatie: 01/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 15/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Ik heb er herhaaldelijk op gewezen dat het voor scholen in het Brussels Gewest moeilijk is om zwemlessen te organiseren, gezien de verzadiging van de zwembaden, en had het over de toegenomen vraag als gevolg van de bevolkingsgroei enerzijds en het gebrek aan infrastructuur anderzijds... Om nog maar te zwijgen van de sluitingen van de zwembaden voor renovatie!

Een nieuw onderzoek van perspective.brussels begon in mei 2021 en had tot doel zoveel mogelijk informatie te verzamelen over het aantal gebruikers en de verzadigingsgraad van de zwembaden. In mei legde het studiebureau de laatste hand aan het eindverslag.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Kunt u ons een update geven over het verloop voortgang van het onderzoek?
  • Hebt u de resultaten van dit onderzoek?

  • Wordt in de studie een analyse gamaakt over het gebrek aan zwemlessen op scholen in het Gewest?

 
 
Antwoord    Perspective.brussels voert deze studie uit, waarvan de eindresultaten in september aan de Cel Sport werden toegezonden. Na verschillende herlezingen, wordt het eindverslag momenteel door mijn kabinet gevalideerd.


Hieronder worden voor elk van de vijf delen van de studie de eerste resultaten gegeven die konden worden bepaald, voordat de definitieve resultaten worden gepubliceerd.

Ten eerste toont de inventarisatie een onevenwichtige ruimtelijke spreiding van het aanbod ten nadele van het westen van het Gewest. Vooral de gebieden Vorst, Anderlecht, laag Molenbeek en de noordelijke wijk kennen een bijzondere schaarste.

Het aanbod van privézwembaden versterkt bovendien deze dualisering omdat het sterker is in het oosten van het Gewest. Zoals uitgelegd in het antwoord op uw vorige vraag, hebben we in het Brussels Gewest bijna twee keer minder aanbod per inwoner dan in Vlaanderen. Internationale vergelijkingen met vergelijkbare Europese steden (Berlijn, Parijs, Bordeaux, enz.) laten ook in Brussel een tekort zien.


Ten tweede, wat betreft het gebruik van openbare infrastructuur, bleek het verzamelen van informatie over zwembadbezoeken complex.

Sommige gemeentelijke zwembaden hebben geen bezoekersaantallen om te verstrekken. Om deze leemte op te vullen en het verzamelen van informatie in de toekomst te bevorderen, is het de bedoeling om voor elk zwembad een standaardsjabloon voor een activiteitenverslag op te stellen. Deze zou jaarlijks worden ingevuld en bezorgd aan Brussel Plaatselijke Besturen en de Cel Sport. Dit zou een voorwaarde moeten zijn waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een nieuwe subsidie bestemd voor de renovatie of aanleg van gemeentelijke sportinfrastructuur. Het verzamelen van gegevens is immers uiterst belangrijk als we nieuw beleid voor overheidssteun willen uitstippelen dat doeltreffend is en aangepast aan de behoeften en problemen die we tegenkomen.

Het
derde thema van de studie betreft de integratie van openluchtzwemzones in deze potentiële beheersvormen.
De studie hield rekening met bestaande projecten op dit vlak, waaronder het project in Neerpede, het project bij de Slachthuizen van Anderlecht en het project van de Stad Brussel. Ook in de andere delen van de studie kwam dit aspect transversaal aan de orde. Ook op dit punt zijn vergelijkbare Europese grootsteden beter uitgerust dan Brussel.

Het
vierde hoofdstuk betreft de analyse van de beheersvormen.
Het onderzoek spitste zich toe op de analyse van verschillende beheersvormen: rechtstreeks door de gemeente, intergemeentelijk, regionaal, bovengemeentelijk. Dit maakte het mogelijk om de voor- en nadelen van elk van deze vormen te identificeren om in de toekomst eventueel de ene of de andere beheersvorm aan te moedigen, met name in het kader van de oprichting van een bovengemeentelijke structuur.

Als
vijfde punt werd de mogelijke oprichting van een bovengemeentelijke "zwembad"-structuur in het Brussels Gewest geanalyseerd.

Er werd vastgesteld dat de beheerders van zwembaden (voornamelijk gemeentelijke) vragende partij zijn voor gewestelijke steun die verschillende elementen kan omvatten (personeelsbeheer, aanwerving van redders, gezamenlijke markten in verband met het onderhoud van een zwembad, schoonmaak of zelfs renovatie van de infrastructuur, enz.).

De vragen met betrekking tot deze nieuwe structuur zijn nog talrijk en in behandeling. Eind september werd op mijn kabinet een bijeenkomst georganiseerd van gemeenten en beheerders van gemeentelijke zwembaden om de mogelijke oprichting van een dergelijke structuur en de daarvoor te nemen stappen te bespreken.

Wat ten slotte de analyse van het gebrek aan zwemlessen in de scholen van het Gewest betreft, blijkt uit de studie dat bijna alle gemeentelijke zwembaden elk jaar de inschrijving van meerdere scholen moeten weigeren omdat hun zwembaden verzadigd zijn. De beheerders hebben geen precieze cijfers verstrekt.