Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het verbod op seksistische reclame in de openbare ruimte

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 738)

 
Datum ontvangst: 18/10/2022 Datum publicatie: 01/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 30/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/10/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op 16 maart 2021 stelde ik een vraag aan mevrouw Nawal Ben Hamou, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met huisvesting en gelijke kansen, over "het verbod op seksistische reclame in de openbare ruimte", die mij uitlegde dat dit onder uw bevoegdheid valt. Zij legde mij uit dat u werkte aan een herziening van de GSV om te bestuderen of het mogelijk is om voorwaarden op te leggen voor de inhoud van reclameboodschappen. Bij die herziening zou er normaliter een algemene voorwaarde voor alle reclame komen, namelijk dat de boodschap niet mag ingaan tegen de wet, de openbare orde of de goede zeden.

Ze vertelde mij ook dat volgens u de GSV misschien niet de meest geschikte weg is om deze zaak wettelijk te regelen. U moest de samenhang tussen de verschillende wetgevingen en de verdeling van de bevoegdheden tussen het federale niveau, de gemeenschappen en de gewesten analyseren.

Na deze volledige juridische analyse moest u de andere machtsniveaus interpelleren, zodat zij ook maatregelen zouden nemen om dit doel te bereiken.

Volgens mijn politieke partij is het nu noodzakelijk om wetgeving op te stellen op dit gebied.

Bijgevolg zijn mijn vragen als volgt:

  • Hoever staat u met uw herziening van de GSV? Kunt u mij de informatie geven die u hebt over de opname van een bovengenoemde algemene voorwaarde?

  • Hoever staat u in uw analyse van de verschillende wetgevingen en bevoegdheden van de machtsniveaus? Kunt u mij de informatie verstrekken die u hebt?

  • Bent u begonnen met het schrijven van een tekst die seksistische en discriminerende reclame in de openbare ruimte specifiek bestraft? Zo ja, hoever staat u daarmee?

  • Wat zijn de eventuele lopende projecten voor het opstellen van wetgeving op dit gebied?

 

 
 
Antwoord    De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening werd op 10/11/22 door de regering goedgekeurd. Die omkadert de plaatsing van reclamevoorzieningen.

Ze voorziet een drastische rationalisering en vermindering van de reclame in de openbare open ruimte en legt vast dat enkel de volgende reclame kan worden toegestaan:
- reclame aan een bus- of tramhok, op de borstwering van een metro- of premetrotoegang in het kader van een door de gemeente of het Gewest globaal opgevat beleid;
- gelegenheidsreclame.

De reclame wordt in sommige zones ook verboden:
- in de speciale beschermingszones en de natuur- en bosreservaten in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, evenals in een perimeter van 60 m rond die zones en reservaten en op de openbare wegen die deze perimeter begrenzen;
- in de publiek toegankelijke parken en de zones van groene ruimtes, evenals op de openbare wegen die eraan grenzen;
- in een landschap of aan een monument dat beschermd is of ingeschreven is op de bewaarlijst in de zin van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;
- in de vrijwaringszone zoals bedoeld door artikel 228 van dat Wetboek en, bij ontstentenis van een vrijwaringszone, in een omtrek van 50 m rond het goed dat beschermd is of ingeschreven is op de bewaarlijst;
- op minder dan 20 m van een verkeerslicht;
- op minder dan 5 m van een voetgangersoversteekplaats;
- op minder dan 20 m van publiek toegankelijke ingangen van een
- school of crèche;
In de private open ruimte is reclame eenvoudigweg verboden.
Op gebouwen wordt enkel reclame op werfzeilen toegestaan.
De GSV bepaalt bovendien dat de reclame moet voldoen aan een hele reeks voorwaarden, waaronder met name het feit dat ze de gebruiksvriendelijkheid van de openbare open ruimte niet mag schaden.
Een opmerking begeleidt de algemene bepalingen (artikel 22) die de reclame omkaderen. Hoewel ze buiten het stadskader valt (daarom is het geen regel van de GSV), herinnert deze opmerking aan het volgende: “De inhoud van de reclame respecteert de menselijke waardigheid en mag tot geen enkele vorm van discriminatie aanzetten of aanmoedigen, met name gebaseerd op etnische of nationale achtergrond, religie, geslacht, leeftijd, handicap of seksuele geaardheid. De aanvrager zal rekening houden met de relevante bepalingen van het Strafwetboek, evenals met de eventuele politiereglementen.”

De uitgevoerde werkzaamheden in het kader van artikel 87 van het BWRO leggen de bepalingen vast die de gemeentelijke en gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen bevatten;

De door de regering in eerste lezing goedgekeurde GSV voorziet dus aanzienlijke stedenbouwkundige beperkingen.

Dat is een eerste belangrijke stap. Ze maken een drastische vermindering mogelijk van zowel de plaatsen van als het aantal fysieke reclamevoorzieningen waaraan we worden blootgesteld.
U zult ook opmerken dat de reclame in de openbare ruimte, behalve de gelegenheidsreclame, op grond van het voorstel deel moet uitmaken van een door de gemeente of het Gewest globaal opgevat beleid.
De overheden hebben dus de controle over dit globale beleid.

Maar het is duidelijk dat het slechts een eerste stap is. De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening zal aan het advies van alle instanties en van iedereen worden voorgelegd tijdens een openbaar onderzoek dat van 12/12/22 tot 20/01/23 zal doorgaan.

Het zal ook als ondersteuning kunnen dienen om besprekingen te openen over de andere teksten die de reclame-inhoud wettelijk vastleggen. Het gaat om veel teksten en zoals ik al heb aangegeven, vallen die niet onder mijn bevoegdheden.

Dat is de volgende stap. Op basis hiervan zal ik me nu wenden tot de gemeentelijke, gewestelijke en federale overheden om deze kwestie aan te pakken.