Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeentelijke klimaatplannen

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1258)

 
Datum ontvangst: 24/10/2022 Datum publicatie: 20/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 01/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/10/2022 Ontvankelijk
01/12/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Om de klimaatdoelstellingen zoals vooropgesteld in het Energie- en Klimaatplan te bereiken, wordt ook veel verwacht van de lokale overheden die, gelet op hun nabijheid bij de burgers, een interessant actieniveau bieden. Volgens het Energie- en Klimaatplan zijn de gemeenten evenwel niet goed uitgerust om aan deze verwachtingen te voldoen: de invoering van een energieboekhouding op hun grondgebied en de uitvoering van een actieplan om het energieverbruik te verminderen, met name in de bouwsector, vereisen immers specifieke middelen en vaardigheden.

Op een vraag hieromtrent hebt u in februari 2022 geantwoord dat er door het Gewest via een projectoproep technische en financiële ondersteuning wordt aangeboden bij de uitwerking van de gemeentelijke klimaatplannen. U stelde dat 16 gemeenten een klimaatplan hebben opgesteld, en drie gemeenten het laten afweten, nl. Molenbeek, Sint-Joost en Ganshoren. In de beleidsverklaring werd aangegeven dat 18 van de 19 gemeenten in 2022 hebben ingetekend op de projectoproep.

De gewestelijke steun bestaat vooral in het beschikbaar maken van gegevens over het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen op het gemeentelijke grondgebied. Bovendien kunnen gemeenten sinds dit jaar ook een beroep doen op een lucht-klimaat-energieconsulent.

Ik had u hieromtrent graag de volgende vragen gesteld.

  1. Kan u bevestigen dat op heden 16 gemeenten een klimaatplan hebben opgemaakt? Hoe wilt u de recalcitrante gemeenten overtuigen om alsnog een klimaatplan op te maken?

  2. In welke mate zijn deze gemeentelijke klimaatplannen adequaat om daadwerkelijk de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen? Hebt u reeds het resultaat van de gemeentelijke klimaatplannen kunnen becijferen? Hoeveel vermindering van broeikasgasemissies nemen deze klimaatplannen voor hun rekening?

  3. Welk budget werd er in 2021 en 2022 aangewend om de gemeenten te ondersteunen? Welke gemeenten hebben beroep gedaan op de gewestelijke middelen? Kan u de verdeling per gemeente bezorgen?

  4. In welke mate volgt het Gewest de gemeentelijke klimaatplannen mee op? Is er sprake van regelmatig overleg tussen uw administratie en de betrokken gemeenten?

  5. Welke andere partners worden bij deze klimaatplannen betrokken? Welke rol speelt bv. Sibelga in deze?

 

 

 
 
Antwoord    1.
Sinds de lancering van de eerste ‘Klimaatactie’-projectoproep in 2020 hebben achttien gemeenten financiële steun en technische begeleiding van het Gewest gevraagd en gekregen voor het uitwerken en/of versterken van een klimaatactieplan (KAP) voor hun grondgebied. De validering van de eerste KAP's door de gemeentelijke overheden, voorafgaand aan de effectieve implementatie ervan, wordt begin 2023 verwacht. De negentiende gemeente, Sint-Joost-ten-Node, heeft een eigen ‘Klimaatplan’ opgesteld, los van de steun die het Gewest via de projectoproepen biedt.
2.
Globaal genomen hebben de gemeenten zich een algemeen doel gesteld om de emissies op hun grondgebied te verminderen, en hebben zij strategische en operationele doelstellingen gevalideerd, alsook een lijst van acties om dat doel te bereiken. De validering van de eerste KAP's door de gemeentelijke overheden, voorafgaand aan de effectieve implementatie ervan, wordt begin 2023 verwacht. Vanaf dat moment kan worden gedacht aan een monitoring van de impact van de maatregelen die in de plannen zijn opgenomen.
De door Leefmilieu Brussel aangeboden begeleiding moet onder meer ervoor zorgen dat de door de gemeenten overwogen maatregelen in overeenstemming zijn met de maatregelen in de gewestelijke plannen, met name het NEKP/LKEP voor het thema energie/klimaat.
3.

Per gemeente is een subsidie van maximaal 150.000 euro toegekend voor het opstellen en valideren van een KAP over een periode van twee jaar.
Na die periode kunnen de gemeenten een subsidie aanvragen om hun KAP te consolideren en uit te voeren, voor een maximumbedrag van 130.000 euro over een periode van 2 jaar.
In totaal zijn de volgende subsidies toegekend:
In 2020: € 991.380
In 2021: € 970.580
In 2022: € 1.210.000
De per gemeente toegekende subsidies zijn opgenomen in bijlage 1.
4.

Het project wordt opgevolgd via tweemaandelijkse vergaderingen met de klimaatcoördinatoren van de gemeenten, Brulocalis, het kabinet en Leefmilieu Brussel. Deze bijeenkomsten maken het mogelijk om continu de voortgang van de projecten te beoordelen en bieden tevens een forum voor het uitwisselen van goede praktijken tussen de gemeenten en het identificeren van mogelijke verbeteringen van de (ontwerp-)plannen.
Deze begeleiding is sinds januari 2022 versterkt met de Facilitator ‘Lucht Klimaat Energie’, die op vier actielijnen werkt: expertise op het gebied van data en metingen, technische ondersteuning, netwerking en communicatie.
In 2022 heeft Leefmilieu Brussel de KAP-coördinatoren ook een specifieke opleiding aangeboden over de thema’s lucht, klimaat en energie en over de opstelling van indicatoren. Die opleiding zal in 2023 opnieuw worden aangeboden, met name voor nieuw aangeworven KAP-coördinatoren.
Om de samenhang tussen de KAP’s en de plannen en strategieën op gewestelijk niveau te verzekeren, heeft Leefmilieu Brussel in september 2022 een ‘Goede plannen’-dag georganiseerd met als doel deze gewestplannen op een dynamische en gezellige manier aan de gemeenten voor te stellen.

5.

In het kader van de aangeboden begeleiding raadt het Gewest de gemeenten sterk aan de verschillende partners die op hun grondgebied actief zijn, zoals het OCMW, burger- en lokale verenigingen, ondernemingen, winkels, enz. erbij te betrekken.
Momenteel is Sibelga niet rechtstreeks bij het project betrokken. Het departement Planning Lucht-Klimaat-Energie van Leefmilieu Brussel, dat jaarlijks de gewestelijke energiebalans (BEN) opstelt, met name op basis van gegevens die door Sibelga worden aangeleverd, stuurt de gemeenten die dit wensen, ter informatie een uitsplitsing van het energieverbruik per gemeente uit de BEN.

Op het vlak van energie kan Sibelga ook een rechtstreekse partner van de gemeenten zijn, via het Renoclick-programma.