Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de binnenluchtkwaliteit.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1260)

 
Datum ontvangst: 19/07/2022 Datum publicatie: 04/01/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 20/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   
De Brusselaars verdienen gezonde lucht. Hoewel de kwestie van de kwaliteit van de buitenlucht van essentieel belang is - we moeten doeltreffend optreden tegen longziekten en vroegtijdige sterfgevallen ten gevolge van de emissies van luchtverontreinigende stoffen -, dient in dit verband te worden benadrukt dat de kwaliteit van de binnenlucht ook van primordiaal belang is in de reflectie over de levenskwaliteit van onze medeburgers. We brengen trouwens  de meeste tijd binnen door.

Vandaag gebruikt het Gewest twee instrumenten om dat probleem aan te pakken: de Regionale Cel voor Interventie bij Binnenluchtvervuiling (RCIB - Groene Ambulance) en bewustmaking. De Groene Ambulance treedt op in scholen en bij particulieren op verzoek van een arts. Bewustmaking gebeurt vooral via de website van Leefmilieu Brussel.

Onder impuls van de vorige minister van Leefmilieu heeft Leefmilieu Brussel aan het einde van de vorige zittingsperiode zijn werkzaamheden toegespitst op de bewustmaking van de kwaliteit van de binnenlucht. Zo werd een Gids van goede praktijken voor de scholen met een checklist - de Gids Schone Lucht op School - opgesteld en in maart 2019 verspreid. Ook de website van Leefmilieu Brussel werd aangevuld en verbeterd. Ten slotte organiseert Leefmilieu Brussel regelmatig opleidingen voor de professionals van de huisvesting en de sociomedische professionals.

Er zij in dat verband nog op gewezen dat de federale ministerraad op vrijdag 8 juli 2022 een voorontwerp van algemene en transversale wet heeft aangenomen dat de grondslag legt voor een beleid ter verbetering van de kwaliteit van de binnenlucht in de voor het publiek toegankelijke gesloten ruimten. In het voorontwerp van wet worden referentieniveaus gedefinieerd.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Wat de RCIB betreft:

Op het ogenblik dat ik deze vraag redigeer, is het activiteitenverslag - zoals u eerder in een antwoord aan een collega hebt vermeld - dat de twintig jaar werking van de RCIB moet analyseren, nog steeds niet beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel, hoewel u het voor de eerste helft van het jaar hebt aangekondigd.

Wanneer zal het verslag beschikbaar zijn? Wat is de reden voor de vertraging van de publicatie?

  • Wat  de bewustmaking betreft:

Welke follow-up geeft Leefmilieu Brussel aan de Gids Schone Lucht op School? Worden er contacten gelegd met de scholen om ervoor te zorgen dat de gids elk jaar correct gebruikt wordt? Wat is de feedback uit het veld? Worden er op basis van die feedback reeds verbeteringen van de gids overwogen?

Hoe staat het met de opleidingen voor de professionals van de huisvesting en de sociomedische professionals? Worden die opleidingen systematisch georganiseerd?

Zo ja, hoe vaak worden ze georganiseerd en wie is de doelgroep?

Zo neen, waarom worden die nuttige opleidingen nog niet systematisch georganiseerd? Wat zijn de obstakels?

  • Wat, ten slotte, het voorontwerp van wet van de federale regering betreft:

Heeft u kennis genomen van de tekst? Is de tekst eerst voorgesteld in de overlegorganen van de besturen?

In hoeverre kan het Gewest instemmen met een dergelijke aanpak?

 
 
Antwoord    1.
Het evaluatieverslag over de 20 jaar van het bestaan van de RCIB wordt momenteel afgerond door het Laboratorium van Leefmilieu Brussel, en heeft inderdaad enige vertraging opgelopen door de verstoringen tijdens de twee jaar van de COVID-19-gezondheidscrisis en de werklast die de behandeling van de huisonderzoeken met zich meebracht, maar ook door de verhuizing van het Laboratorium Luchtkwaliteit naar de Masarttuin, die de laatste maanden veel energie van de teams heeft gevergd.
Dat verslag zou begin 2023 klaar moeten zijn.
2.
Bewustmaking van luchtverontreiniging is een belangrijk thema waaraan Leefmilieu Brussel actief werkt en waarvoor het zijn inspanningen heeft opgevoerd.

In dat verband werd een campagne gevoerd om CO
2-meters uit te delen aan honderden scholen in Brussel om het belang van de gidsen ‘Schone lucht op school’ opnieuw te benadrukken en ze opnieuw te verspreiden.

Er is ook een specifiek opleidingsproject voor leerkrachten (genaamd ‘Babel’AIR’) opgezet, dat tot doel heeft leerkrachten te helpen de luchtkwaliteit uit te leggen aan leerlingen uit de lagere en middelbare school. Ze krijgen een presentatie van de instrumenten die beschikbaar zijn om hen bij het onderwerp te helpen, waaronder de gids ‘Schone lucht op school’.
In het kader van het ‘Docteur Coquelicot’-project worden ook opleidingen voor het eerstelijnspersoneel georganiseerd, gefinancierd door de GGC.
3.
Wat de bevoegdheden betreft, zijn de in dit federale voorontwerp voorgestelde maatregelen niet bedoeld om de lucht als onderdeel van het natuurlijke leefmilieu te beschermen tegen verontreiniging en aantasting van het leefmilieu, maar om de menselijke gezondheid te beschermen. In die zin vallen ze onder de residuaire federale bevoegdheid inzake gezondheid.
Leefmilieu Brussel werd dus niet geraadpleegd bij het opstellen van het voorontwerp, maar de GGC wel. En die was naar behoren vertegenwoordigd in de voorbereidende werkgroepen. Het wetsontwerp is vervolgens op 20 september 2022 en op 4 oktober 2022 besproken in de Commissie Gezondheid van de Kamer. Alle debatten zijn uiteraard beschikbaar op de website van de Kamer.
Die wet is geïnitieerd tijdens een vergadering van het overlegcomité op 20 augustus 2021 over het beheer van covid en beoogt de ontwikkeling van een brede, transversale langetermijnstrategie voor de binnenluchtkwaliteit. De algemene doelstellingen zijn:
1° het duidelijk definiëren van richtinggevende referentieniveaus, inclusief de mogelijkheid tot luchtzuivering;
2° de uitbaters van publiek toegankelijke gesloten plaatsen ertoe aanzetten om actief na te denken over de bestaande toestand en op welke manier ze een betere binnenluchtkwaliteit kunnen behalen via een risicoanalyse en actieplan;
3° de basis leggen voor een certificatie en labeling om op een onafhankelijke en objectieve manier vast te stellen wat het aandeel aan ventilatie en luchtzuivering is dat op een bepaalde plaats behaald kan worden en om een deel van de ingezamelde gegevens via een label op een begrijpelijke manier te communiceren aan de burgers;
4° het oprichten van een platform inzake binnenluchtkwaliteit om de kennis van binnenluchtkwaliteit te verbeteren, de werkzaamheden ter verbetering en voorkoming van risicosituaties te ondersteunen, en zowel op nationaal als op internationaal niveau beleidsadviezen te geven.
Zodra de wet is aangenomen, zullen de besprekingen tussen de bevoegde instanties en administraties worden voortgezet om de nodige protocollen te ontwikkelen.