Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de voortgang met betrekking tot het statiegeld op flessen en blikjes.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1261)

 
Datum ontvangst: 08/09/2022 Datum publicatie: 01/12/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 22/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   
In België zou het statiegeld op flessen en blikjes tegen 2025 een feit kunnen zijn volgens de Vlaamse minister van Leefmilieu, aldus de pers. Geweldig! Vlaanderen is voorstander en het Brussels Gewest en Wallonië hebben opdracht gegeven voor een gezamenlijke haalbaarheidsstudie. Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een snelle en succesvolle afsluiting van het dossier. Te meer daar er veel argumenten voor zijn: het recurrente probleem van zwerfvuil, geen sortering in de openbare ruimten, geen duidelijk percentage van de  daadwerkelijke inzameling enz.

Ter herinnering: de regering had beslist om de invoering van het statiegeld op te nemen in haar algemene beleidsverklaring: "De regering zal het initiatief nemen om een systeem van statiegeld in te voeren voor blikjes en plastic flessen", net zoals ze de Europese richtlijn betreffende de invoering van statiegeld (richtlijn. 2018/85) heeft omgezet in haar afvalordonnantie.

In deze context wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Welke contacten werden met de Vlaamse minister van Leefmilieu gelegd over de invoering van  gemeenschappelijk statiegeld voor de drie Gewesten? Hoe vaak zijn de drie bevoegde ministers sinds het begin van de zittingsperiode bijeengekomen om het dossier te bespreken?

  • Hoe verloopt het gezamenlijk onderzoek van het Brussels en het Waals Gewest over het statiegeld? Wat zijn de eerste conclusies?

  • U heeft er terecht op gewezen dat gemeenschappelijk statiegeld voor de drie gewesten de voorkeur verdient. Waarom is Vlaanderen dan niet betrokken bij het gezamenlijk onderzoek met het Waals Gewest?

 
 
Antwoord    Het statiegeldsysteem voor blikjes en plastic flessen wordt regelmatig besproken, met name tijdens de vergaderingen van de Interregionale Verpakkingscommissie, die maandelijks plaatsvinden en waarin uiteraard de drie gewesten vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zijn verschillende actoren – namelijk Leefmilieu Brussel, OVAM (Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij), de Interregionale Verpakkingscommissie, de afdeling Bodem en Afval voor Wallonië, de FOD Volksgezondheid en de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (FOD Financiën) – afgelopen voorjaar bijeengekomen om dit onderwerp specifieker te bespreken.

Eind oktober 2022 zal op initiatief van het Waalse Gewest en in samenwerking met de twee andere gewesten een studie over het statiegeld worden gelanceerd. De Waalse administratie bereidt momenteel de gunning van de opdracht voor. De dienstverlener moet om de drie maanden een verslag opstellen. Ik verwacht de eerste resultaten dus begin volgend jaar. Eind 2023 zouden we de conclusies van de studie moeten krijgen.

Ik heb ook kennisgenomen van de evolutie van het standpunt van het Vlaamse Gewest over statiegeld en ik ben er blij mee. Het Vlaamse Gewest is wel degelijk betrokken bij de studie over het statiegeld. Zodra de opdracht is gegund, zal minister Céline Tellier een opvolgingscomité oprichten waaraan verschillende belanghebbenden zullen deelnemen, onder wie vertegenwoordigers van de gewestelijke en federale kabinetten en de bij deze materie betrokken overheidsdiensten.
De gewesten zullen dit dossier dus onderling blijven bespreken, en terecht, aangezien het nu al voor iedereen duidelijk is dat een dergelijk systeem juridisch en operationeel niet mogelijk is zonder de deelname van de andere gewesten en de federale staat. Ik kan u bevestigen dat de opdracht van de dienstverlener erin bestaat de haalbaarheidsvoorwaarden voor de invoering ervan op Belgisch niveau vast te stellen, op basis van verschillende bestaande studies, en de vragen van de gewesten te beantwoorden.

Ik blijf dan ook openstaan ​​voor de mogelijke invoering van een statiegeldsysteem in ons land in de toekomst. In dit stadium heeft de Brusselse regering nog geen standpunt voor of tegen ingenomen. Ter herinnering: op 31 maart 2021 hebben verschillende actoren in het Brussels Parlement deelgenomen aan hoorzittingen over het statiegeld, namelijk vertegenwoordigers van een Brusselse petitie, FostPlus, Leefmilieu Brussel, Test Aankoop en Beci.
Bovendien wordt in de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering gesteld dat de regering “een systeem van statiegeld voor blikjes en plastic flessen [zal] invoeren”.

Het idee is, zoals we hier vaak hebben vermeld, ervoor te zorgen dat dit systeem werkelijk doeltreffend is vanuit milieuoogpunt en economisch en operationeel levensvatbaar is. Dit dossier moet in al zijn logistieke dimensies worden bestudeerd: van de aanpassing van het product bij de productie tot de organisatie van onze keukens, met inbegrip van de installatie van ‘inzamelmachines’.

Het is mijn bedoeling om tot concrete acties en oplossingen te komen die kunnen leiden tot een afvalvermindering aan de bron dankzij alternatieven voor verpakkingen, maar ook tot meer afvalsortering door de huishoudens en de niet-huishoudens, en tot minder zwerfvuil in onze openbare ruimtes. De inspanningen moeten worden voortgezet.

Statiegeld is een bijzonder interessante oplossing en ik ben blij dat de drie gewesten hun krachten bundelen om die verder te ontwikkelen.