Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vervrouwelijking van het openbaar ambt

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 531)

 
Datum ontvangst: 04/11/2022 Datum publicatie: 17/01/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 15/12/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/11/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op 1 juli 2022 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Parlement aanbevelingen aangenomen om het Brussels gewestelijk openbaar ambt te vervrouwelijken met het oog op gendergelijkheid en een betere integratie van vrouwen in sectoren waar ze beperkt, slecht gezien, onzichtbaar gemaakt en niet aangemoedigd worden. Openbare instellingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid en moeten strategieën toepassen ter bestrijding van genderstereotypen die bepalend zijn voor de manier waarop vrouwen en mannen beroepen uitoefenen en integreren. Vele initiatieven en strategieën zijn reeds uitgevoerd en succesvol gebleken, en wij moeten op deze weg voortgaan, deze versterken en uitbreiden naar andere werkterreinen.

Mijn vragen zijn daarom als volgt:

  • Welke wijzigingen en initiatieven zijn er sinds de aanneming van deze tekst aangenomen?

  • Wat doet de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op dit gebied?

  • De verzoeken om in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 en in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de verplichting op te nemen om ervoor te zorgen dat bij elke bevordering naar de volgende rang het minderheidsgeslacht op deze rang ten minste evenredig vertegenwoordigd is als op het vorige niveau, en dat de verplichting om bij de vernieuwing van de ambtenaren-generaal met een mandaat de gendergelijkheid in acht te nemen (met een maximaal verschil van 40/60 procent) is nagekomen?

  • Zijn deze aanbevelingen doorgegeven aan de verschillende gewestelijke overheden?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:


·
Welke wijzigingen zijn er aangebracht en welke initiatieven zijn er genomen sinds de goedkeuring van deze tekst?

· Wat onderneemt de Brussels Hoofdstedelijke Regering op dit gebied?

· Zijn de verzoeken ingewilligd om in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 en in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de verplichting op te nemen om ervoor te zorgen dat bij elke bevordering tot de volgende rang een vertegenwoordiging van het minderheidsgeslacht wordt verzekerd die minstens gelijk is aan die van de vorige rang, alsook de verplichting om genderpariteit te respecteren (waarbij de 40/60-verhouding niet wordt overschreden) bij het vernieuwen van de mandaten van de ambtenaren-generaal?

· Zijn deze aanbevelingen overgemaakt aan de verschillende gewestelijke administraties?

Ik heb vernomen dat er een resolutie is aangenomen die gericht is op de vervrouwelijking van het Brussels gewestelijk openbaar ambt.

Deze resolutie is op 1 juli 2022 door het parlement aangenomen. Sindsdien zijn de volgende initiatieven genomen:

- Het ter informatie verzenden van de resolutie aan de gewestelijke overheidsinstellingen, via talent.brussels.
- Het in acht nemen van deze aanbevelingen bij de werkzaamheden van het gewestelijke diversiteitscomité. Dit comité bestaat uit de gewestelijke diversiteitsmanagers, vakbondsvertegenwoordigers, vertegenwoordigers van elke minister en staatssecretaris, van de diversiteitsdienst van Actiris, Unia en het IGVM. In dit verband wordt er momenteel gewerkt aan het bijwerken van de prioritaire diversiteitsdoelstellingen van de regering. Het gaat daarbij onder meer om het actualiseren van de huidige doelstelling om de toegang van vrouwen tot het midden- en hoger management te bevorderen. Het is namelijk belangrijk om genderstereotypen te bestrijden en te streven naar gendergelijkheid, zowel horizontaal als verticaal, door te strijden tegen fenomenen als glazen plafond, glazen wand, lekkende pijplijn en kleverige vloer. Hoewel meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de werksfeer maar pas kan worden bereikt door meer gelijkheid in de privésfeer, blijft het een feit dat de gewestelijke overheidsinstellingen positieve ondersteuning moeten bieden aan de maatschappelijke ontwikkelingen die pleiten voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op alle gebieden van het leven, in alle sectoren en beroepen.
Naast een evenwichtige gendervertegenwoordiging moet bijzondere aandacht uitgaan naar inclusie. In onze gewestelijke instellingen is het belangrijk dat de organisatiecultuur inclusief is, bevorderlijk voor de volledige deelname van vrouwen en mannen aan de activiteiten van de instelling, voor hun welzijn op het werk en voor het evenwicht tussen werk en gezin. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan situaties van onevenwichtigheid en aan de levensfasen: arbeidsregeling, telewerk, ouderschap, alleenstaand ouderschap, ouderschapsverlof, vaderschapsverlof, enz.
- De verzoeken om in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 en in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de verplichting op te nemen om ervoor te zorgen dat bij elke bevordering tot de volgende rang een vertegenwoordiging van het minderheidsgeslacht wordt verzekerd die minstens gelijk is aan die van de vorige rang, alsook de verplichting om genderpariteit te respecteren (waarbij de 40/60-verhouding niet wordt overschreden) bij het vernieuwen van de mandaten van de ambtenaren-generaal, moeten worden onderzocht alvorens het statuut eventueel wordt aangepast.