Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de EPB-certificaten in de sociale woningen

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1046)

 
Datum ontvangst: 24/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 01/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/12/2022 Ontvankelijk
01/02/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Sinds midden oktober 2022 beschikt het Brussels Gewest over een nieuwe berekeningsmethode voor de indexering van de huurprijzen. Concreet wordt het indexeringssysteem gekoppeld aan het energieprestatiecertificaat van gebouwen (EPB).

Mijn vragen zijn als volgt:

  • Kunt u alle sociale woningen in ons Gewest indelen op grond van het aantal woningen met een EPB A, B, C, D, E, F of geen EPB?

    • Kunt u deze indelen naar type woning (sociaal, middelgroot, enz.)?

    • Kunt u ze ook indelen per gemeente?

  • Hoeveel overheidswoningen worden bijvoorbeeld in het nieuwe systeem uitgesloten van huurindexering? Welk percentage van de totale overheidshuisvesting vertegenwoordigt dit?

  • Welke maatregelen neemt u voor de regularisatie van de woningen waarvan de huurprijs niet mag geïndexeerd worden?

 

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat de BGHM betreft:
In bijlage vindt u een tabel waarin het aantal woningen met een EPB A,B,C,D,E,F of G per OVM en per gemeente wordt weergegeven.
Zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel werd er beslist om de beperking van de indexering die geldt op de private huurmarkt niet toe te passen op de sociale huisvestingssector.
De huurprijsberekening in de sociale huisvestingssector verschilt namelijk van die op de private huurmarkt: het bedrag van de huurprijs in de sociale huisvestingssector stijgt of daalt in functie van verschillende factoren:
· het gezinsinkomen
· het aantal kinderen ten laste
· het feit dat er zich binnen het gezin een gezinslid met een erkende handicap bevindt
· de waarde van de woning.
In het geval de huurprijs wordt verhoogd, wordt het bedrag bovendien geplafonneerd op 20% van het gezinsinkomen als dit lager is dan het referentie-inkomen of 22% van het gezinsinkomen als dit hoger is dan het referentie-inkomen maar lager dan het toelatingsinkomen. Omgekeerd wordt de huurprijs verlaagd wanneer het inkomen op basis waarvan de reële huurprijs wordt berekend met ten minste 20% daalt.
Wat het Woningfonds betreft:

Van de 1530 woningen in het huurwoningenbestand van het Fonds hebben 1176 woningen (76,9%) een EPB-certificaat ontvangen.

In bijlage vindt u een tabel met de situatie van het huurwoningenbestand van het Woningfonds op 20/12/2022.
Ter informatie: dit zijn met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen overeenkomstig artikel 138 van de Huisvestingscode.
Met betrekking tot uw vraag over de huurprijsindexering, kan ik u melden dat de ordonnantie van 13/10/2022 houdende wijziging van de Brusselse Huisvestingscode met het oog op de wijziging van de huurprijsindexering niet van toepassing is voor huurovereenkomsten van het Woningfonds waarvan de huurprijzen met name al worden berekend op basis van de energieprestatie van de woning.

Hoewel de ordonnantie van 13/10/2022 niet van toepassing is op het Woningfonds, heeft het Fonds sinds begin 2022 echter wel een jaarlijks energierenovatieplan voor 50 woningen ingevoerd, waarbij voorrang wordt gegeven aan woningen met een lage energieprestatie en kleine wooneenheden. Dit plan omvat ook de vervanging van HVAC-installaties in grote gebouwencomplexen die begin jaren 2000 zijn gebouwd/gerenoveerd. Het Fonds heeft zich tot doel gesteld om tegen eind 2026 een energieverbruik van 158 kWh/m² te benaderen, wat overeenkomt met een D+-certificaat voor zijn volledige huurwoningenbestand.