Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het verzamelen van mobiliteitsgegevens

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1420)

 
Datum ontvangst: 29/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 20/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Meten is weten. Het verzamelen van gegevens is essentieel voor de goede uitvoering van de verschillende beleidsacties op het gebied van mobiliteit. Ik had onlangs de gelegenheid om u vragen te stellen over de kwaliteit van de verzamelde gegevens, of het nu gaat om ongevallen, waarbij er een verschil is tussen politiegegevens en ziekenhuisgegevens, of gegevens over het tellen van fietsers. Ik kom hier bij u terug om alle vervoermiddelen te bespreken

  1. Welke methodes worden gebriukt voor het verzamelen van gegevens voor het mobiliteitsbeleid?

  2. Hoe zit het met de kwaliteitscontrole van de verzamelde gegevens? Wie verzamelt? Wie verwerkt?

  3. In de richtsnoeren bij de begroting 2023 van het Gewest vermeldt u uw voornemen om alle beschikbare informatie van de vzw’s voor mobiliteit grondiger te volgen en de gesubsidieerde vzw’s beter volgen. Kunt u me vertellen wat u hiermee bedoelt?

  4. Bent u van plan innovatieve methodes voor het verzamelen van gegevens te ontwikkelen die reeds in het buitenland worden gebruikt? Zo ja, welke?

 

 

 

 
 
Antwoord    In het kader van het mobiliteitsbeleid gebruikt Brussel Mobiliteit gegevens uit verschillende bronnen. In eerste instantie gegevens die het zelf of via zijn verwerkers verzamelt. Vervolgens gegevens die van andere overheden komen. Tot slot gegevens die van privéorganisaties komen.

De verzamelingsmethoden zijn de volgende:
- administratieve registers;
- directe waarnemingen en metingen (manuele tellingen, telsystemen op de grond, camerabeelden);
- enquêtes en peilingen;
- niet-administratieve (private) registers en gegevensbanken;
- big data (GPS-gegevens, mobiele gegevens, enz.).

De verwerkingen vinden plaats in elke fase van de levenscyclus van de gegevens en worden uitgevoerd door de producenten van de gegevens (en/of hun verwerkers) of door de organisaties die de gegevens bewaren en voor hun eigen doeleinden verwerken.


Wanneer Brussel Mobiliteit zelf gegevens verzamelt, vindt de kwaliteitscontrole ervan intern plaats. Wanneer de gegevens via zijn verwerkers worden verzameld, zijn laatstgenoemden verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole ervan. Wanneer Brussel Mobiliteit gegevens van andere overheden of privéorganisaties verwerkt, vindt er intern ook een kwaliteitscontrole plaats en voert het zelfs intern correcties uit indien nodig. Vastgestelde kwaliteitsgebreken worden waar mogelijk gecorrigeerd; er worden voorzorgsmaatregelen voor het gebruik en de interpretatie van de gegevens vastgesteld, met name om informatie te verstrekken over eventuele kwaliteitsgebreken.

Brussel Mobiliteit is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens die voortvloeien uit zijn eigen verwerkingen, ongeacht de bron van die gegevens en de producent ervan.

De verwerking en kwaliteitscontrole kunnen hinder ondervinden door het feit dat het personeel moet worden opgeleid in de (nieuwe) technieken, technologieën en instrumenten voor gegevensverwerking. Brussel Mobiliteit zet zich in voor voortdurende verbetering, waarbij elke gegevensbron specifieke aandacht krijgt.

Brussel Mobiliteit en het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) werken regelmatig samen in het kader van gegevensverwerking en de verbetering van hun kwaliteit.


Brussel Mobiliteit organiseert regelmatig opvolgingsvergaderingen voor de door gesubsidieerde vzw gevoerde opdrachten; in dat opzicht worden bepaalde gegevens verzameld (bijv. het aantal deelnemers aan een actie), maar dat is niet het voornaamste doel van deze opvolging.
Om het aantal fietsers te tellen, gebruiken steden als Londen, Barcelona of Boedapest, naast telsystemen op de grond (die we al gebruiken, zoals elektromagnetische lussen die een signaal sturen wanneer een voldoende grote metalen massa eroverheen rijdt), camera's waarvan de beelden automatisch via kunstmatige intelligentie worden verwerkt om fietsers te "herkennen" en te tellen (zonder de personen te identificeren).

Deze technologie kan worden uitgebreid en heeft het voordeel dat ze automatisch vrachtwagens, trams, bussen, auto's, bestelwagens, fietsers en voetgangers kan tellen en onderscheiden op bepaalde goed gedefinieerde assen, en zou minder duur en sneller zijn dan manuele tellingen naar het voorbeeld van de steden die deze technologie al hebben gebruikt.

Deze technologie zou interessant kunnen zijn voor Brussel Mobiliteit met het oog op de opvolging van de mobiliteit. Maar zoals bij elke innovatieve vorm van technologie is ze niet onfeilbaar en kunnen er fouten insluipen. Om de doeltreffendheid, de kwaliteit van de geproduceerde gegevens en de kosten die inherent zijn aan het gebruik van deze technologie volledig te beoordelen, zijn er tests nodig die worden toegepast op specifieke situaties in Brussel. Bovendien zullen juridische kwesties betreffende het gebruik van een videostream op de openbare weg in het kader van de opdrachten van Brussel Mobiliteit met inachtneming van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de GDPR moeten worden opgelost alvorens dergelijke technologie kan worden gebruikt.

Er dient te worden opgemerkt dat Brussel Mobiliteit al gebruikmaakt van camera's in combinatie met verschillende soorten software voor videobeeldanalyse.
- Alle tunnels zijn uitgerust met AID-camera's (automatische incidentendetectie, incidenten zoals een stilstaand voertuig, file, rook, een spookrijder, een voetganger in de tunnel, enz.). Sommige van deze camera’s zijn uitgerust met een module om voertuigen te tellen. Deze camera's kunnen het aantal passerende voertuigen perfect tellen (met een foutenmarge van minder dan 5%), maar niet om voertuigtypes te herkennen en te classificeren.
- Tal van andere camerasystemen/software worden/wordt gebruikt/getest op verschillende plaatsen op het wegennet, bijvoorbeeld ter hoogte van kruispunten. Met name software die gebruikmaakt van kunstmatige intelligentie, die door te oefenen (deep learning) aangeleerd kan worden voertuigen beter te identificeren. Het betreft een domein dat constant in ontwikkeling is; we evalueren de al bestaande systemen in samenwerking met het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG).

Brussel Mobiliteit test, in samenwerking met het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), al andere innovatieve technologieën met kunstmatige intelligentie. Voorbeelden daarvan zijn het gebruik van kunstmatige intelligentie om foutieve gegevens op te sporen en te corrigeren of om defecte apparatuur en anomalieën in tunnels op te sporen en te melden.

Brussel Mobiliteit maakt ook gebruik van tijdelijke tellingen voor een korte periode, bijvoorbeeld een week. Deze tellingen gebeuren door studiebureaus/dienstverleners via overheidsopdrachten.
Het gebruiken van tijdelijke tellingen is nodig in de volgende gevallen:
- onmogelijkheid om overal permanente tellingen in te voeren;
- om het netwerk van meetpunten te vervolledigen (om de evolutie van het verkeer tussen verschillende jaren te meten);
- in specifieke zones in het kader van inrichtingsprojecten of mobiliteitsstudies (evaluatie project, beheer bouwplaats, enz.).

Voor tijdelijke tellingen worden voornamelijk pneumatische rubberen buizen gebruikt die verbonden zijn met een teller en mobiele camera's met telsoftware.

Er zijn ook burgergegevens (van het type Telraam), die door Brussel Mobiliteit worden gebruikt om zijn kennis te vervolledigen. De detectoren zijn gemakkelijk te installeren, maar verre van perfect. Hun technische beperkingen en gebrek aan kwaliteitscontrole beperken de betrouwbaarheid van hun gegevens.

De MIVB verzamelt ook verschillende gegevens over de exploitatie van haar net: reistijden, geplande en afgelegde kilometers, aantal reizigers, regelmaat, enz. Daarnaast voert de MIVB samen met gespecialiseerde onderzoeksbureaus enquêtes uit om representatieve gegevens te verkrijgen over reisgewoonten, mobiliteitsgedrag, enz. De gegevens (zowel zakelijk als marktonderzoek) worden anoniem verwerkt. Ze helpen de MIVB haar netwerk te organiseren en haar strategische beslissingen te oriënteren om zo goed mogelijk te beantwoorden aan de behoeften van de reizigers. Dit is echter geen volledige lijst. Het is onmogelijk om in het kader van een parlementaire vraag alle gegevens te vermelden die door de verschillende afdelingen van de MIVB werden verzameld.
Deze gegevens worden verzameld en verwerkt door netwerkdeskundigen, met behulp van statistische instrumenten of via representatieve enquêtes.
Wat parking.brussels betreft, zijn de gegevens in de databank van het Parkeerobservatorium tot dusver handmatig op het terrein verzameld.
In het geval van de overzichten die het hele gewestelijke grondgebied bestrijken en/of gerichte overzichten die aan een studiebureau zijn toevertrouwd, voerden de onderzoekers, uitgerust met een invoertablet met ingebedde gegevens in GIS-formaat, de vereiste informatie in, die vervolgens later op kantoor door het studiebureau werd gecontroleerd en bewerkt en door het Agentschap werd gevalideerd. Deze missies werden opgevolgd door een stuurgroep, waarbij bijzondere aandacht werd besteed aan de kwaliteit en de samenhang van de gegevens (aanvullende controles op het terrein, systematische herneming van de overzichten boven een bepaalde foutenmarge, controle en identificatie van inconsistente resultaten, vergelijking met beelden enzovoort);
De informatie die ter kennis van het Agentschap is gebracht over de ontwikkeling van het parkeeraanbod op straat is onderworpen aan plaatselijke controle-overzichten. Voor de gemeenten die door het Agentschap worden beheerd, stelt de dienst Studies en Planning van parking.brussels een lijst op van locaties waarvan de kenmerken of de eventuele schrapping/aanleg moeten worden gecontroleerd. Deze lijst wordt vervolgens doorgegeven aan de stewards van de afdeling On-street, die de resultaten van hun waarnemingen doorgeven via hun PDA. De nodige wijzigingen worden dan in de database aangebracht.
Informatie over gemeenten die niet door het Agentschap worden beheerd, wordt geverifieerd door een studiebureau volgens de onder a. beschreven methodologie.
Het Agentschap onderzoekt het gebruik van mobile mapping om de weergave van parkeeraanbod op straat te polygoniseren. Deanalyse van de toegevoegde waarde van dit proces moet verder worden ontwikkeld.