Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het recht van voorkoop

Indiener(s)
Bruno Bauwens
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 958)

 
Datum ontvangst: 01/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/12/2022 Ontvankelijk
18/01/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

U vermeldt in de beleidsnota dat een grondbeheersing over heel het grondgebied met het oog op de totstandbrenging van openbare huisvesting een sterke en ambitieuze wens is die blijkt uit de GBV en het door de regering aangenomen Noodplan voor huisvesting (actie 14). Wij willen graag weten hoe het staat met de vorderingen in 2022 en de prognoses voor 2023.

Mijn vragen zijn dus als volgt:

  • Hoeveel voorkopen zijn er geweest in 2022? Voor welk bedrag? Voor welke aankopen?

  • Hoeveel voorkopen schat u voor 2023? Welke projecten staan er op stapel?

 
 
Antwoord    Het aantal dossiers betreffende de uitoefening van het voorkooprecht kan alleen medegedeeld worden voor de dossiers die vanaf begin maart 2022 geopend zijn. Het jaar 2021 eindigt immers eind februari 2022 voor de voorkoop (aangezien rekening moet worden gehouden met de bedenktijd van 2 maanden voor de reacties).

Tot dusver zijn 5 onroerende goederen het voorwerp geweest van een voorkooprecht. In bijlage vindt u de tabel met de gevallen waarin het voorkooprecht uitgeoefend werd tot 23 december 2022.

Zoals ik reeds in mijn antwoorden aan het Parlement heb vermeld, bestaat er strikt genomen geen specifiek budget voor het voorkooprecht, aangezien dit door de voorkooprechthebbende overheden uitgeoefend wordt via hun eigen jaarlijkse budgetten.

Op de vraag hoeveel maal het voorkooprecht in 2023 uitgeoefend zal worden, kan geen antwoord worden gegeven, omdat dit afhangt van de vastgoedmogelijkheden en het soort onroerend goed dat aan het voorkooprecht onderworpen zal worden, maar ook van de budgettaire middelen van de voorkooprechthebbende overheden.