Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het kappen en snoeien van bomen in het BG

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1297)

 
Datum ontvangst: 05/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Ik heb uw voorganger in 2019 gevraagd naar het kappen en snoeien van bomen in het Brussels Gewest, een onderwerp dat ik vandaag met u wil bespreken.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  1. Kunt u ons precies vertellen hoeveel bomen er sinds 2018 per jaar zijn gekapt of gesnoeid in het Brussels Gewest?

  2. Om welke redenen en waar werden ze gekapt?

  3. Hebt u een kaart van het kappen of snoeien?

  4. Zo ja, kunt u ons die bezorgen?

  5. Zo niet, waarom niet?

  6. Wat was het compensatiebeleid?

  7. In hoeverre is het compensatiebeleid veranderd sinds het begin van de zittingsperiode?

 

 

 
 
Antwoord    1.
De belangrijkste boombeheerders in het Brussels Gewest zijn Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en de 19 gemeenten van het Gewest. Veel bomen zijn ook particulier bezit.

Momenteel worden de kapgegevens niet gecentraliseerd. Die gegevens zijn deels afhankelijk van de gewestelijke administratie voor erfgoed (Urban.brussels) en ook van de 19 gemeentebesturen voor de vergunningen die de gemeenten afleveren.

Leefmilieu Brussel beheert meer dan 100 gewestparken met meer dan 60.000 bomen en beschikt sinds 2020 over een nieuw systeem om haar kapactiviteiten op te volgen. In haar parken werden bijna 1.000 bomen gekapt in 2020, 1.100 bomen in 2021 en 900 bomen in 2022.

Het aantal gekapte bomen schommelt van jaar tot jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden in de maanden en jaren die aan de kap voorafgaan (bv. de droogtejaren 2018 tot en met 2020 en 2022) en de overname van het beheer van openbare parken met een kapachterstand.

Leefmilieu Brussel regenereert haar parkbomen door middel van aanplantingen en natuurlijke zaailingen, daarbij ervoor zorgend dat de groene ruimten worden voorbereid op de klimaatverandering, door veerkrachtige soorten te gebruiken en de geplante soorten te diversifiëren.

Het beheer van het Brusselse Zoniënwoud is gebaseerd op de uitvoering van het beheerplan. Dat beheer wordt jaarlijks gecontroleerd en is sinds 2003 als duurzaam gecertificeerd door de Forest Stewardship Council (FSC).

Leefmilieu Brussel kapt elk jaar hout en brengt zo een FSC-gecertificeerde hernieuwbare grondstof op de markt. De te koop aangeboden volumes zijn lager dan de productiviteit van het bos (8 m³/ha/jaar), wat bijdraagt ​​aan de instandhouding ervan op lange termijn.

Het Brusselse Zoniënwoud telt ongeveer 325.000 bomen. Leefmilieu Brussel heeft 7.598 bomen verkocht in 2018, 7.269 bomen in 2019, 3.658 bomen in 2020, 2.985 bomen in 2021 en 1.555 bomen in 2022.

2.
Het is niet mogelijk om deze vraag precies te beantwoorden.

Het kappen kan in het algemeen worden ingedeeld naar de volgende redenen:

- kap om veiligheidsredenen (gezondheidsredenen): afstervende bomen (door concurrentie, ouderdom, ziekte), onstabiele bomen (door de wind), beschadigde bomen (bv. botsingen met auto's) die een gevaar vormen voor gebruikers, infrastructuur of gezonde bomen. De mate van urgentie varieert naar gelang van de schade (burgemeesters kunnen specifieke besluiten uitvaardigen om dringende redenen);
- stedenbouwkundige of burgerlijke overtredingen (bv. bomen die te dicht bij de mandelige grenzen staan);
- kap in het kader van stedenbouwkundige projecten (nieuwbouw, uitbreiding, wegherstel, enz.);
- kap die als ‘comfortkap’ kan worden omschreven (te veel schaduw volgens de aanvragers, vuil, allergene pollen, kerstbomen die te groot zijn geworden, enz.);
- kap in massieven, om de opstanden te verjongen, de soorten of de omgevingen te diversifiëren door open plekken te creëren (uitdunning).

Deze dossiers worden per geval onderzocht.

3.
De kap wordt niet centraal in kaart gebracht.

Wat Leefmilieu Brussel betreft, worden de te kappen bomen in de parken in kaart gebracht in de aanvraagdossiers voor de stedenbouwkundige vergunningen, terwijl de partijen hout die te koop worden aangeboden in het Zoniënwoud op de kaart in de houtverkoopcatalogi staan.

4.
De afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen gaan meestal gepaard met herbeplantingsvoorwaarden (soms een identiek aantal, soms twee exemplaren voor elke gekapte boom). Dat is afhankelijk van de leeftijd en grootte van de bomen, hun soort, hun standplaats, de beschikbare ruimte (boven- of ondergronds) voor herbeplanting, de aan- of afwezigheid van voldoende, levensvatbare en kwalitatief goede natuurlijke regeneratie in de buurt, de vooruitzichten voor het behoud van nieuwe exemplaren, bredere landschaps- en ecologische doelstellingen, enz.
In het kader van het LIFE-project ‘UrbanGreeningPlans’ heeft Leefmilieu Brussel in 2022 een verkennende en prospectieve studie opgezet over de ‘juridisch-technische’ hefbomen om bomen beter te beschermen. Het idee is na te denken over procedurele of methodologische wijzigingen die het mogelijk maken om de boomlaag te consolideren. De studie heeft deskundigen van Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit, Urban en de gemeenten samengebracht. De resultaten, die strikt indicatief zijn, zullen in 2023 worden gepubliceerd.