Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de achteruitbouwstroken

Indiener(s)
Marc-Jean Ghyssels
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 782)

 
Datum ontvangst: 13/12/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De achteruitbouwstrook wordt gedefinieerd als "het gebied tussen de rooilijn (d.i. de grens van de openbare weg) en de bouwlijn (de gevel). Op de achteruitbouwstrook bevinden zich tuintjes en paden naar inkomdeuren, eventuele garagepoorten en parkings." (GSV).

De verordening voorziet ook in verschillende regels betreffende de inrichting van de achteruitbouwstroken, die aan de volgende voorwaarden moeten voldoen:

  • ingericht zijn als tuintje met beplanting in volle grond

  • er mogen geen bouwwerken op staan

  • bedekt zijn met doorlaatbare materialen, behalve voor de paden naar het gebouw

  • elementen die horen bij de ingang van een gebouw zijn toegelaten: brievenbussen, omheiningen, muurtjes, trappen ...

Sommige achteruitbouwstroken zijn niettemin bedekt met een synthetische "kunstgras"-bekleding.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  • Welke maatregelen nemen de gewestelijke stedenbouwkundige diensten om deze praktijk te bestrijden?

  • Hebt u de gemeentelijke stedenbouwkundige diensten instructies of aanbevelingen gegeven? Zo ja, wat was het resultaat?

  • Bestaat er een register van de verschillende achteruitbouwstroken in het gewest of enige vorm van controle?

  • Wordt bijzondere aandacht besteed aan de toestand van de achteruitbouwstrook in de stedenbouwkundige inlichtingen die bij de overdracht van vastgoed worden opgesteld?

 

 

 
 
Antwoord    - We hebben geen kennis van deze praktijk, die in elk geval in strijd is met de bepalingen van de GSV, zowel naar de geest als naar de vorm.


- Er werden in die zin geen instructies gegeven aan de gemeentes. Dat lijkt niet noodzakelijk aangezien de gemeentes en het Gewest de GSV op dezelfde manier interpreteren over de inrichting van achteruitbouwstroken. A priori zal geen enkele gemeente een gunstige analyse maken van de plaatsing van kunstgras op een achteruitbouwstrook in plaats van een beplante inrichting.

- Er bestaat geen gewestelijk register van achteruitbouwstroken. De gemeentes voeren de lokale controles uit en op verbaliseren regelmatig de overtreders op basis van meldingen of klachten.

- De stedenbouwkundige inlichtingen betreffen het goed in zijn totaliteit. Als een overtreding wordt begaan en vastgesteld (PV) inzake de inrichting van een achteruitbouwstrook zal die vermeld zijn in de stedenbouwkundige inlichtingen tijdens de overdracht van een eigendom.