Schriftelijke vraag betreffende de algemene dotatie aan de gemeenten
- Indiener(s)
- Luc Vancauwenberge
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1095)
Datum ontvangst: 16/12/2022 | Datum publicatie: 02/02/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 26/01/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
22/12/2022 | Ontvankelijk | |||
26/01/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | De algemene dotatie wordt jaarlijks met 2% geïndexeerd, terwijl de inflatie ongeveer 10% bedraagt. Dit betekent dus een reëel verlies voor de gemeenten. De Brusselse gewestregering voorziet ook in 15 miljoen euro extra om de gemeenten te helpen de energiecrisis het hoofd te bieden.
|
Antwoord | De ordonnantie tot vaststelling van de regels voor de verdeling van de algemene dotatie aan de gemeenten voorziet een jaarlijkse groei van minstens 2%. Een indexatiecoëfficiënt van 2% wordt dus ook toegepast wanneer de inflatie lager ligt dan deze coëfficiënt zoals het geval was in 5 van de 10 voorbije jaren. Gezien de hoge inflatie in 2022, heeft de regering, reeds in 2022, een bijkomend bedrag van 14 miljoen vrijgemaakt. Een extra enveloppe van 15 miljoen is eveneens voorzien voor 2023. Deze twee bijkomende tussenkomsten worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van de algemene dotatie. De bedragen per gemeente staan in de bijgevoegde tabel. Rekening houdend met een inflatie van 9,59% in 2022, kan het reëel tekort voor de gemeenten in 2022 geraamd worden op 10,6 miljoen euro. Voor 2023, met een inflatie die op 5,3% geraamd wordt, wordt het tekort geschat op 16,3 miljoen euro voor alle Brusselse gemeenten. U vindt het detail van deze ramingen eveneens in bijgevoegde tabel. |