Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken van het zogenaamde Clean.Brussels plan en de besluiten van de minister naar aanleiding van de Pano-uitzending over het falend netheidsbeleid in het hoofdstedelijk gebied.
- Indiener(s)
- Dominiek Lootens-Stael
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1327)
| Datum ontvangst: 12/12/2022 | Datum publicatie: 17/01/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 11/01/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 23/12/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In een uitzending van 12 oktober wordt door het actualiteitenmagazine van de VRT Pano een ontluisterend beeld geschetst van de problematiek van het gebrek aan netheid in het hoofdstedelijk gebied.
De mensen die aan het woord gelaten worden voelen zich duidelijk in de steek gelaten. Zowel medewerkers van netheidsdiensten als buurtbewoners voelen zich in de steek gelaten. Lokale politici tonen zich onmachtig. Uzelf haalt naar aanleiding van de uitzending uw plan Clean.Brussels aan dat u overlegd hebt met de lokale overheden, zou aanpassen en aan de regering voorleggen. Het zou volgens uw plan bedoeling zijn de strategie vanaf november 2022 te laten van start gaan.
|
| Antwoord | 1. De Brusselse regering heeft op 9 juni 2022 akte genomen van het ‘clean.brussels’-plan. In de zomer werd de strategie voorgesteld aan de negentien gemeenten van het Brussels Gewest en werd hun gevraagd om een advies uit te brengen. De regering heeft, rekening houdend met het advies van de gemeenten, op 10 november 2022 de strategie voor stedelijke netheid aangenomen. Het openbare lanceringsevenement heeft plaatsgevonden op 5 december 2022 en was een groot succes. 2. Een van de centrale punten die door de gemeenten en Brulocalis zijn vastgesteld, is de oprichting van de Samenwerkingsraad Gemeenten-Gewest inzake Stedelijke Netheid, die een kader schept voor dialoog en structurele samenwerking tussen actoren. De belangrijkste punten die uit het advies naar voren komen, zijn dat de gemeenten en Brulocalis het belang van de raad benadrukken als een uniek orgaan voor overleg tussen de gemeenten en het Gewest. De raad moet het mogelijk maken om belangrijke hervormingen op gang te brengen door alle actoren op het gebied van stedelijke netheid te betrekken. Op een meer operationeel niveau moet de raad een betere circulatie en uitwisseling van informatie tussen de verschillende betrokken partijen mogelijk maken. Hoewel iedereen het eens is over het belang van de raad, hebben de gemeenten verschillende aandachtspunten geformuleerd. Allereerst de efficiëntie van de structuur: de raad moet op het terrein tot concrete resultaten kunnen leiden. In dat verband worden verschillende aanpakken genoemd: de aanwezigheid van deskundigen uit het werkveld en technische werkgroepen ter ondersteuning van de voorstellen en de toepassing, een strenge opvolging van de aangegane verbintenissen en een intern reglement om de werking van het orgaan te formaliseren. Een ander aandachtspunt is dat het partnerschap tussen de gemeenten en het Gewest een sleutelprincipe voor de werking van de raad wordt, met inachtneming van de prerogatieven van elk van hen en met name de autonomie van de gemeenten. Een laatste aandachtspunt, dat in het advies van de gemeenten en Brulocalis uitgebreid aan bod komt, is dat de Samenwerkingsraad niet mag verhullen dat de problemen op het terrein ook moeten kunnen worden opgelost door een vruchtbare en dagelijkse samenwerking tussen de verschillende diensten die bij de stedelijke netheid betrokken zijn. In dat verband wordt verzocht om de positie te verduidelijken tussen de toekomstige Samenwerkingsraad en de stuurcomités die momenteel worden georganiseerd tussen de gemeenten en het Agentschap Net Brussel. De antwoorden op de door de gemeenten en Brulocalis naar voren gebrachte aandachtspunten luiden als volgt: Het belang van het volledig betrekken van de deskundigen uit het werkveld en de technische werkgroepen om de door de raad genomen beslissingen te ondersteunen en de uitvoering ervan te begeleiden, is duidelijk aanwezig in de strategie. De in het strategische plan voorgestelde bestuursstructuur integreert namelijk zowel het strategische niveau met de Samenwerkingsraad als zodanig, als het tactische/operationele niveau, met een forum en thematische vergaderingen. De strategie is versterkt door de rol van die thematische vergaderingen ter ondersteuning van de raad te preciseren. Ook is de tekst van het strategische plan aangevuld om het belang van de efficiëntie van de structuur te benadrukken, met de vermelding dat er een intern reglement zal worden opgesteld. Tot slot is toegevoegd dat de samenwerking op het niveau van elke gemeente opnieuw moet worden bekeken. Die samenwerking op lokaal niveau moet ook worden afgestemd op de samenwerking op gewestelijk niveau via de Samenwerkingsraad. Veel onderwerpen die op gewestelijk niveau worden behandeld, zullen immers ook op lokaal niveau een uitwerking hebben. De andere centrale boodschap van de ‘clean.brussels’-strategie is dat een doeltreffende coördinatie tussen alle bij de netheid betrokken actoren essentieel is, maar dat het Gewest alleen schoner kan worden gehouden als alle actoren – overheden, burgers en ondernemingen – samenwerken om vervuiling te voorkomen. 3. De Pano-uitzending heeft geen invloed gehad op de inhoud van de strategie. Het overgrote deel van de problematieken die in de uitzending werden aangekaart, waren namelijk al geïdentificeerd tijdens het co-constructieproces van de strategie. Uitgaande van het principe “de schoonste stad is niet de stad die het meest wordt schoongemaakt, maar de stad die het minst wordt vuilgemaakt”, worden bij de oplossingen van de ‘clean-brussels’-strategie dimensies van bewustmaking, preventie, infrastructuur en bestraffing gecombineerd. Die vullen het onmisbare werk van de schoonmaakploegen van Net Brussel en de gemeenten aan. |