Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de invoering van een bestuur van het infrastructuurbeheer van de MIVB via een instrument van asset management

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1479)

 
Datum ontvangst: 23/12/2022 Datum publicatie: 14/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 07/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/01/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   

De beleidsbrief 2023 vermeldt, in het kader van de invoering en organisatie van een systeem van asset management voor de activa van het openbaar vervoer, de invoering van een bestuur van het infrastructuurbeheer tussen de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor investeringen, exploitatie en onderhoud, met name op het vlak van het beheer van informatie over de assets en de staat ervan. Het is een voortzetting van het proces dat reeds in 2022 in gang is gezet.

  • Kunt u meer in detail uitleggen warover het gaat en hoe de MIVB dit nieuwe instrument zal kunnen gebruiken om de coördinatie van de verschillende bovengenoemde entiteiten te verbeteren?

  • Wat zijn de volgende stappen bij de invoering van dit bestuur en wanneer zal het proces worden afgerond?

  • Welke middelen zijn sinds het begin van het proces en in het kader van de begroting 2023 uitgetrokken voor de ontwikkeling van dit instrument?

  • Hoe zult u de resultaten uit deze reorganisatie evalueren?

 

 

 

 
 
Antwoord    Een systeem voor asset management in het kader van het beheer van de infrastructuur van het openbaar vervoer bestaat uit een geheel van processen en methodes voor het plannen, verwerven, gebruiken, onderhouden en vervangen van de vaste en immateriële activa die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het openbaar vervoer. Deze activa kunnen elementen omvatten zoals sporen, stations, voertuigen, signalisatie-apparatuur, communicatiesystemen en gebouwen. Dit beheersysteem voor activa is bedoeld om de efficiëntie van de activa te optimaliseren, de veiligheid en betrouwbaarheid van de openbaarvervoerdiensten te garanderen, en de kosten en risico's verbonden aan hun gebruik tot een minimum te beperken. Het systeem behelst ook planningsprocessen voor het beheren van toekomstige projecten en de behoefte aan activa op lange termijn.
In de Belgische context is het beheer van activa gedurende hun hele levenscyclus een relatief nieuwe praktijk in organisaties waar de projectdiensten en onderhoudsdiensten gescheiden zijn. Het Brusselse openbaar vervoer werkt eveneens volgens dit model en de verantwoordelijkheden voor de verschillende levenscycli van de activa van de metrostations en -tunnels zijn verdeeld over enerzijds het Brusselse bestuur bevoegd voor openbaar vervoer en anderzijds de technische diensten van de MIVB.
Het beheerssysteem voor activa beantwoordt zowel aan de ambitie van het Gewest om zijn besturen efficiënter te maken als aan de engagementen van de beheersovereenkomst inzake het beheer van de levenscyclus van de infrastructuur.
Het gaat dus minder om een tool dan om een proces waarin de MIVB en het Brusselse gewestelijke bestuur samenwerken.
In de praktijk zijn dit de voornaamste actiepunten:
- Verduidelijken van de verdeling van verantwoordelijkheden;
- Coördinatie en overleg m.b.t. de verschillende fases van de levenscyclus tussen de betrokken partijen;
- Verbetering van de kennis van de activa en hun staat;
- Aanduiden van de asset managers naargelang de activa;
Het betreft een levend proces zonder vooraf bepaald einde. Belangrijk is dat de organisaties geleidelijk aan maturiteit winnen.
Momenteel zijn er enkel menselijke middelen aan de ontwikkeling van dit systeem toegekend, hetzij op het gewestelijke budget via de reorganisatie van de bestaande diensten, hetzij op het budget van de MIVB.
Uiteindelijk is het de bedoeling van het proces de besluitvorming te ondersteunen inzake het rationaliseren en optimaliseren van de toewijzing van de middelen per activa naargelang hun kriticiteit en naargelang hun fase. Het zal mogelijk zijn de stand van de verschillende actiepunten te beoordelen en er zullen ramingen kunnen plaatsvinden per activa over de winsten die het proces oplevert voor de totale kostprijs van de levenscyclus, zonder evenwel uit het oog te verliezen dat men moet vergelijken tussen vergelijkbare activa, onder meer in het licht van de technologische evoluties.