Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende black-out en afschakeling

Indiener(s)
Sevket Temiz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1336)

 
Datum ontvangst: 16/01/2023 Datum publicatie: 20/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 22/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/01/2023 Ontvankelijk
 
Vraag   

Zoals ieder jaar tijdens de winterperiode in België komt het controversiële onderwerp van de stroomuitval weer ter sprake.

Vandaag de dag wordt de elektriciteitsvoorziening des te meer een onvermijdelijk onderwerp in het nieuws.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen black-out en afschakeling.

  • Black-out is een instorting van het gehele elektriciteitsnet, die het gevolg kan zijn van een toenemend tekort of een onvoorzien technisch probleem.

  • Afschakeling is een maatregel van de federale regering in geval van een elektriciteitstekort. Het gaat erom de elektriciteitsvoorziening te onderbreken tijdens de uren met de grootste vraag, d.w.z. tussen 16 en 20 uur.

Ondanks wat er op federaal niveau gebeurt, heb ik de volgende vragen:

  • Wat is het risico op een black-out voor de winter van 2022-2023?

  • Wat is de besparing die tot vandaag werd bekomen door het doven van de openbare verlichting van 00 tot 05 uur?

    • In Wh?

    • In statistieken vergeleken met het verbruik in de winter 2021-2022?

  • Wat is het tijdschema voor deze maatregel, die een gevoel van onveiligheid geeft aan mensen die tot ‘s nachts werken?

 

 
 
Antwoord    1.
Zoals vermeld in mijn antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 1050, wordt de energiebevoorrading op nationaal niveau beheerd en betreft het een federale bevoegdheid. De vraag zou dus aan mijn federale collega moeten worden gericht.

Overigens moet worden opgemerkt dat ons land deel uitmaakt van een Europese energiemarkt. In dat verband is het nuttig eraan te herinneren dat de Raad van de Europese Unie als reactie op de noodsituatie twee belangrijke verordeningen voor gas en elektriciteit heeft aangenomen:
- In de eerste (verordening 2022/1369 van de Raad van 5 augustus 2022) wordt voorzien in gecoördineerde maatregelen om de vraag naar gas te verminderen. In die verordening wordt met name voorzien in een indicatieve vermindering van het aardgasverbruik met 15% in de periode augustus 2022 tot maart 2023 ten opzichte van het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren.
- In de tweede (verordening 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022) wordt ook een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen beoogd en wordt met name voorzien in een indicatieve vermindering van het elektriciteitsverbruik met 10% en een bindende vermindering van het elektriciteitsverbruik met 5% tijdens piekuren.

In die context hebben alle Belgische entiteiten maatregelen genomen om die doelstellingen rond de vermindering van het aardgas- en elektriciteitsverbruik te helpen verwezenlijken.

Dat geldt ook voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, die met de hulp van Brupartners vanaf september 2022 de sociale partners heeft gemobiliseerd om een besluit op te stellen waarin wordt voorzien in tijdelijke maatregelen – van januari tot december 2023 – voor ondernemingen en handelszaken. Die maatregelen zijn bedoeld om de spanningen rond de beschikbaarheid van energie, waaronder elektriciteit, te voorkomen of te verminderen ter ondersteuning van de federale en Europese overheden. Gehoopt wordt dat ze zullen helpen om een black-out te voorkomen.

Naast de genoemde verordeningen heeft de Brusselse regering op 1 september 2022 beslist om aanvullende maatregelen te nemen als antwoord op deze energiecrisis. Er is een omzendbrief naar alle in Brussel gevestigde openbare instellingen gestuurd met het verzoek om bij te dragen aan de energiebesparingen door een reeks instructies in acht te nemen om het verbruik te beperken (temperatuurinstructies, beperking van de binnen- en buitenverlichting van gebouwen, optimalisering van verplaatsingen, enz.), en dus de energierekeningen.

In die geest van voorbeeldfunctie van de overheid heeft de Brusselse regering ook een engagement van de Brusselse operatoren van de openbare verlichting gevraagd, namelijk Sibelga voor de verlichting van de gemeentewegen, Brussel Mobiliteit voor de verlichting van de gewestwegen en Leefmilieu Brussel voor de verlichting van de parken waarvoor de milieuadministratie verantwoordelijk is, waarbij evenwel de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte wordt gewaarborgd.
In dat kader heeft Sibelga de burgemeesters ontmoet om samen beslissingen te nemen over de openbare verlichting. Wat de gemeentelijke openbare verlichting in strikte zin betreft, hebben de burgemeesters op 29 oktober 2022 tijdens de Conferentie van Burgemeesters beslist om terug te komen op de maatregel die zij eind september 2022 zelf hadden vastgesteld om de openbare verlichting 's ochtends (30 minuten voor zonsopgang) te doven. Om veiligheidsredenen hebben zij beslist om terug te keren naar het traditionele toepassingsschema: aan bij zonsondergang en uit bij zonsopgang. Dit onderwerp is ook aan bod gekomen tijdens de plenaire commissievergadering van 21 oktober. De energiebesparende maatregel die overblijft voor de openbare verlichting in strikte zin (met uitzondering van de eindejaarsverlichting) is het meer dimmen van de op afstand bediende armaturen. Voor die armaturen wordt, zonder wijziging van het tijdsschema, het volgende toegepast:
- een vermindering van 20 % tijdens de perioden waarin vroeger de lichtintensiteit 100 % bedroeg en;
- een vermindering van 10 % tijdens de perioden waarin vroeger de lichtintensiteit werd gedimd tot 70 % en 50 %.

Deze versterkte dimmaatregel zal een geschatte besparing van 480 MWh opleveren over de periode van 1 oktober tot 31 maart (winter).

2.
Wat de maatregelen van de omzendbrief betreft, wordt de raming gegeven in het vorige antwoord.


Wat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van tijdelijke maatregelen om het energieverbruik te verminderen betreft, dat op 15 december 2022 werd aangenomen en op 9 januari 2023 in werking is getreden, zijn dit de geplande maatregelen:
- het doven van lichtgevende uithangborden, de binnenverlichting van winkels en kantoren en de verlichting van alle reclameborden van 23.00 tot 6.00 uur;
- het verbod op het gebruik van verwarmings- of klimaatregelingssystemen die elektriciteit of gas verbruiken buiten een gebouw;
- het verbod op open deuren voor elk gebouw of deel van een gebouw dat wordt verwarmd of gekoeld door middel van een of meer verwarmings- of klimaatregelingssystemen en dat uitgeeft op buitenruimten.

De maatregelen zijn van toepassing tot en met 31 december 2023. Het is dus nog te vroeg om de impact ervan te meten.

Toch lijkt het erop dat alle Belgische inspanningen hun vruchten afwerpen met een daling van het elektriciteitsverbruik van 7% in december en 8% in november 2022.
3.
Zie de bovenstaande antwoorden.