Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de terugbetaling van een deel van de registratierechten die bij de aankoop van onroerend goed zijn betaald in geval van snelle doorverkoop

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 559)

 
Datum ontvangst: 31/01/2023 Datum publicatie: 27/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 27/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Wanneer een gezin een onroerend goed koopt dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet het registratierechten betalen ten belope van 12,5% van de verkoopprijs (exclusief de toepassing van het abattement voor de aankoop van de eigen woning). Als het gezin echter beslist het onroerend goed binnen twee jaar door te verkopen, kan het om terugbetaling verzoeken van 36% van de registratierechten die het bij de aankoop heeft betaald. Opdat de terugbetaling van 36% kan plaatsvinden, moet de wederverkoop van het onroerend goed worden vastgelegd in een verkoopakte binnen twee jaar na de datum van de aankoopakte. De notaris moet ervoor zorgen dat de vordering tot teruggave in de verkoopakte wordt opgenomen.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hoeveel gezinnen die een woning in het Brusselse Gewest minder dan twee jaar na aankoop hebben doorverkocht, hebben volgens de informatie van de FOD Financiën in 2022 een aanvraag tot terugbetaling van 36% van de betaalde registratierechten ingediend? Hoeveel van deze gezinnen konden uiteindelijk een deel van de bij de aankoop betaalde registratierechten terugkrijgen? Hoeveel verzoeken om teruggave van 36% van de registratierechten wegens snelle doorverkoop werden in 2022 door de belastingdienst afgewezen?

  2. Kunt u ons zeggen hoeveel registratierechten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2022 heeft moeten terugbetalen aan belastingplichtigen die een onroerend goed minder dan twee jaar na aankoop hebben doorverkocht?

 
 
Antwoord   

In antwoord op deze vraag kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger, op basis van de gegevens meegedeeld door de FOD Financiën, het volgende meedelen.

 

De FOD Financiën meldt vooreerst dat ze voor 2022 een andere methodiek hebben toegepast waardoor de cijfers kunnen afwijken van de resultaten van voorgaande jaren.

 

Zo werden de verzoeken tot teruggave onderverdeeld in nieuwe categorieën:

 

1.      toegewezen verzoeken: dit zijn verzoeken die werden aanvaard en die aanleiding hebben gegeven of zullen geven tot terugbetaling;

2.      verzoeken in behandeling: verzoeken die zich in verschillende stadia van het verwerkingsproces bevinden; voor deze verzoeken is nog niet bekend of ze zullen leiden tot een terugbetaling of niet;

3.      afgewezen verzoeken: verzoeken tot teruggave die niet werden aanvaard omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden.

 

Het vermelde jaartal is dat van de akte van wederverkoop. Omdat het kan voorkomen dat verzoeken het volgende jaar nog in behandeling zijn, werden de cijfers ook voor de laatste vijf jaar geactualiseerd.

 

 

De situatie op 24/02/2023 is de volgende.

 

Aantal toegestane verzoeken per jaar, totaal terugbetaald bedrag en gemiddeld terugbetaald bedrag :

 

Jaar

Aantal

Terugbetaald

Gemiddeld

2018

683

4.716.794,05

 6.905,99

2019

747

6.152.686,99

 8.236,53

2020

631

5.000.813,39

 7.925,22

2021

677

5.996.611,08

 8.857,62

2022

434

4.210.800,68

 9.702,31

 

Aantal verzoeken per categorie, per jaar :

 

Jaar

Aanvaard

In behandeling

Verworpen

2018

683

2

 15

2019

747

 

 18

2020

631

6

 11

2021

677

33

 16

2022

434

81

 5