Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 561)

 
Datum ontvangst: 31/01/2023 Datum publicatie: 20/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 27/02/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    De begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gevoed door inkomsten uit de belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

  1. Kunt u ons zeggen hoeveel de belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het belastingjaar 2022 in totaal heeft opgebracht?

  2. Hoeveel gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen werden geïdentificeerd en onderworpen aan deze gewestbelasting in 2022? Kunt u ons vertellen hoeveel belastingplichtigen in het belastingjaar 2022 de belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen moesten betalen?

  3. Hoeveel nieuwe belastingplichtigen van de belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen werden in het belastingjaar 2022 ingeschreven? Kunt u ons ook meedelen hoeveel belastingplichtigen in 2022 van het kohier zijn gehaald?

  4. Kunt u ons nu al zeggen hoeveel gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen Leefmilieu Brussel op 1 januari 2023 telt op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Is het aantal dergelijke inrichtingen in het Brussel Gewest de laatste jaren gedaald?

  5. Hoeveel personeelsleden (uitgedrukt in voltijdsequivalenten) zijn momenteel belast met het beheer van de gewestbelasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen?

 

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen.

Brussel Fiscaliteit is in 2022 overgestapt naar een moderner informaticasysteem voor het beheer van de belasting op de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen. Door deze IT-migratie dient nog een deel van aanslagjaar 2022 te worden ingekohierd in 2023.

Tot op heden (16 februari 2023) bedragen de vastgestelde rechten voor aanslagjaar 2022 1.908.830,60 EUR.

Voor wat betreft het aantal gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen, wordt eraan herinnerd dat het in feite de milieuvergunningen zijn die onderhevig zijn aan de belasting (elke activiteit waarvoor een milieuvergunning klasse 1 of 2 vereist is die werd toegekend door Leefmilieu Brussel of één van de 19 Brusselse gemeenten, is onderworpen aan de belasting).

Tot op heden ging het, voor 2022, aldus om 2.553 belaste dossiers. Een dossier heeft betrekking op één milieuvergunning, dewelke betrekking kan hebben op meerdere inrichtingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van dezelfde activiteit. Eenzelfde belastingplichtige kan bovendien meerdere dossiers hebben als hij beschikt over meerdere milieuvergunningen.

Voorts kan er op heden nog geen volledig antwoord worden gegeven op de vraag naar het aantal nieuwe dossiers en het aantal geschrapte dossiers voor aanslagjaar 2022, daar de inkohiering voor dit aanslagjaar zoals reeds aangehaald nog lopende is.


Het aantal belastbare dossiers voor 2023 kan evenmin worden meegedeeld, daar het aangifte- en inkohieringsproces zich nog zal voltrekken in de loop van het jaar.


Ten slotte kan ik meedelen dat er momenteel 2,5 voltijdsequivalenten ingezet worden voor het beheer van de belasting op de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen.