Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vervanging van houten ramen en deuren door pvc in kleine gebouwen met erfgoedwaarde

Indiener(s)
Isabelle Pauthier
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 809)

 
Datum ontvangst: 06/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/02/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In een tweet van 17 januari wordt met een foto de vervanging van de houten deur van een herenhuis uit 1895 door een witte PVC-deur aan de kaak gesteld. Dit is geen op zichzelf staand voorbeeld. Deze handelingen zijn schadelijk voor de kwaliteit van ons erfgoed en daarmee voor de kwaliteit van onze stad.

Het probleem van de instandhouding van ons klein erfgoed is complex. In 2012 werden over dit thema lange debatten en talrijke hoorzittingen georganiseerd. De debatten leidden echter niet tot concrete voorstellen voor een oplossing.

Ter afsluiting van deze lange debatten (meer dan 90 bladzijden verslag) verklaarde het toenmalige parlementslid de heer Maron: "de vervanging van ramen blijft een punt van zorg. Ramen met erfgoedwaarde worden vaak vervangen door PVC-ramen die noch het profiel, noch de vorm, noch de kleur, noch het materiaal, noch de kwaliteit, ... van het oorspronkelijke model hebben. Ook al kan men de goede bedoeling begrijpen van degenen die energie willen besparen en het comfort van hun woning willen verbeteren, op regionale schaal levert dit een probleem op. Uit de debatten kwam duidelijk naar voren dat milieu- en erfgoedkwesties met elkaar verweven zijn. De meeste hoorzittingen toonden aan dat het vervangen van een oud raam door bijvoorbeeld een nieuw PVC-raam weinig of geen energie oplevert. De energiekosten van de productie van het raam, de grijze energie, ... zijn zo hoog dat de compensatie in energiebesparing lang duurt, die vaak de levensduur van het raam overschrijdt. Uit economisch oogpunt is uit uitgebreide studies ook gebleken dat de vervanging van oude kozijnen geen goede investering is. In het algemeen is uit de hoorzittingen gebleken dat het in aanmerking nemen van erfgoed, milieu en zelfs economische aspecten (vanuit het standpunt van de particulieren, niet van degenen die de ramen produceren en plaatsen) een andere praktijk vereist dan die welke vandaag in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt toegepast, vooral omdat in andere landen (met name het Verenigd Koninkrijk) die renovatie voorstaan, dynamische economische sectoren zijn ontstaan.

Volgens artikel 206 van het COBAT, lid 11, maakt "het uitzonderlijke buitenschrijnwerk aan de straatgevel van het gebouw" deel uit van het "klein erfgoed". Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verleent echter financiële steun voor de restauratie van klein niet-geclassificeerd erfgoed dat zichtbaar is vanuit de openbare ruimte, om het te behouden en te valoriseren. Op de site van Homegrade wordt aangegeven dat "de subsidie 50% van de kosten van de restauratiewerkzaamheden bedraagt met een maximum van 10.000 euro per gebouw voor een periode van 5 jaar". Dit tarief kan met 25% worden verhoogd als het inkomen minder dan 40.000 euro per jaar bedraagt (+ 2.500 euro per persoon ten laste) of als het gebouw zich in een wijkvernieuwingsgebied bevindt. In deze twee gevallen mag de subsidie niet meer dan 15.000 euro per gebouw bedragen.

Bovendien bepaalt artikel 98 van het COBAT: "Niemand mag zonder voorafgaande bouwvergunning wijzigingen aanbrengen aan een bestaand gebouw, met uitzondering van instandhoudings- en onderhoudswerkzaamheden; onder wijziging wordt verstaan de interne of externe wijziging van een gebouw, constructie of installatie, met name door toevoeging of verwijdering van een ruimte, een dak, de wijziging van het uitzicht van de constructie of het gebruik van andere materialen, zelfs indien deze werkzaamheden het volume van de bestaande constructie niet veranderen.

Mijn vragen zijn daarom de volgende:

  • Welke bewustmakingsacties lopen er momenteel om het respect voor dit erfgoed te bevorderen?
  • Is het plaatsen van PVC-schrijnwerk verboden in bepaalde gemeentelijke bestemmingsplannen? Zo ja, in welke gemeenten?
  • Hoeveel inbreukprocedures hebben betrekking op deze kwestie?
 
 
Antwoord    Er werden voordien al bewustmakingsacties over klein erfgoed gevoerd via de verspreiding van folders over onder meer schrijnwerk, ijzerwerk, sgraffiti, enz.


De zonale gemeentelijke verordeningen sluiten PVC niet uitdrukkelijk uit. Niettemin besteden deze verordeningen veel aandacht aan het behoud van materialen en van de oorspronkelijke gedeeltes, alsook aan de indeling van het schrijnwerk, waardoor de vervanging van houten schrijnwerk door PVC dikwijls
de facto is uitgesloten.


Zoals meermaals meegedeeld, maken noch Nova, noch de door de Cel Administratieve Sancties samengestelde overzichtstabel het mogelijk om na te vragen hoeveel van de vaststellingen betrekking hebben op een wijziging van het bouwkundige aspect ofwel door de vervanging van een deur of raam of het schilderen ervan zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning, ofwel door de niet-naleving van een afgeleverde vergunning.

De gewestelijke controlecel heeft niet de mogelijkheden om alle PV’s van gemeentelijke inbreuken op te volgen, desondanks tracht men alle bij de afdeling ingediende meldingen te beheren en spontane controles uit te voeren. Het is duidelijk dat Urban in deze omstandigheden niet anders kan dan prioriteiten te stellen.

Een kleine peiling over de laatste 33 processen-verbaal toont aan dat:

- 1 PV betrekking heeft op de wijziging van het bouwkundige aanzicht zonder andere stedenbouwkundige inbreuken op te merken. Die werd tijdens de peiling onmiddellijk geklasseerd zonder gevolg.
- 5 PV’s betrekking hebben op een wijziging van het bouwkundige aanzicht die werd vastgesteld in de context van grotere stedenbouwkundige inbreuken zoals de verhoging van het aantal woningen, lopende structurele werken en de gebruikswijziging van het goed;
- 2 door het Gewest opgestelde PV’s betrekking hebben op een wijziging van het bouwkundige aanzicht: een van een beschermd goed, het andere van een ambassade.

Als men daaruit afleidt dat 25% van de vaststellingen het mogelijk zouden maken om “ongecontroleerde ramen” te bestrijden die de “smoel” van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lelijk maken, is het een opluchting om te kunnen stellen dat de meeste vaststellingen gebeuren in verwaarloosde panden en binnenterreinen van huizenblokken.

Deze 33 pv's hebben betrekking op een totaal van 24 onwettige woningen. Uit de foto’s blijkt dat deze woningen over het algemeen die naam niet waardig zijn en overduidelijk ongezond zijn.

Daaruit kan Urban afleiden dat de 300 woningen die in 2022 onbewoonbaar werden verklaard door de Huisvestingsinspectie waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg zijn.