Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de weigering van een sociale woning zonder sanctie

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1119)

 
Datum ontvangst: 12/02/2023 Datum publicatie: 13/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/02/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Artikel 39 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen bepaalt dat een  kandidaat-huurder zonder te worden geschrapt een sociale woning die hem wordt aangeboden kan weigeren wanneer de gevraagde huurprijs (met inbegrip van de huurtoeslag voor passiefwoningen, lage en zeer lage energiewoningen) en de huurlasten de financiële draagkracht van het gezin overstijgen of wanneer de woning een van de volgende gebreken vertoont: een stabiliteitsprobleem, het ontbreken van een drinkwateraansluiting in de woning, een elektriciteits- of gasinstallatie die duidelijk gevaarlijk is, afvalwaterleidingen die niet zijn aangesloten op de openbare riolering of een ander aangepast systeem dat in goede staat van werking verkeert, een wc die niet is uitgerust met een stortbak, niet voor exclusief gebruik van de bewoners bestemd is of buiten de woning gelegen is, het ontbreken van een badkamer of een douche, het ontbreken van centrale verwarming of een vast verwarmingssysteem, een oppervlakte die niet aan de minimale vereisten voor het aantal bewoners voldoet volgens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen of een kamer voor twee kinderen die kleiner dan 6_m² is.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Hoeveel kandidaat-huurders hebben volgens de door de BGHM verstrekte statistieken in 2022 een aangeboden sociale woning geweigerd op grond van een van de in artikel 39 van het besluit van 26 september 1996 genoemde redenen? Hebben de openbare vastgoedmaatschappijen de geldigheid van de door de kandidaat-huurders opgegeven weigeringsgronden systematisch bevestigd?

2- Wat waren volgens de door de openbare vastgoedmaatschappijen verstrekte gegevens de redenen die in 2022 het vaakst door kandidaat-huurders werden aangevoerd om een sociale woning te weigeren?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat betreft het aantal kandidaat-huurders die op een sociale woning wachten en die een voorgestelde woning hebben geweigerd, waarbij ze zich beroepen op een van de in artikel 39 van het besluit van 26/09/1996 genoemde redenen: u moet weten dat een dergelijke situatie zich bij geen enkele OVM heeft voorgedaan in 2022.
De meest vermelde redenen voor het weigeren van een woning zijn meestal medische of sociale redenen. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de aanvragers hun OVM niet snel op de hoogte brengen van wijzigingen (gezinssamenstelling, gezondheidstoestand, enz.) die belangrijk zijn voor hun aanvraagdossier.