Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beperking tot 36% van de teruggave van registratierechten bij doorverkoop van een goed binnen de twee jaar

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 582)

 
Datum ontvangst: 27/02/2023 Datum publicatie: 23/03/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 23/03/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/03/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    De aankoop van een woning is altijd een cruciale stap in iemands leven. En aan de andere kant is er altijd een aanzienlijk budget mee gemoeid. Met name door systematisch na te gaan of er met of zonder aanbetaling wordt geïnvesteerd, de kosten van notariskosten, de kosten van onroerendgoedbelasting of andere lasten, zoals uit te voeren werkzaamheden, enz.

Het komt voor dat wanneer het onroerend goed onlangs is aangekocht, maar men het om de een of andere reden wil doorverkopen. Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, heeft de koper van het onroerend goed het recht om een deel van de registratierechten die hij bij de oorspronkelijke aankoop heeft betaald, terug te vorderen.

In onze naburige gewesten, Vlaanderen en Wallonië, bedraagt de terugbetaling bij verkoop binnen twee jaar na aankoop echter 60% van de registratierechten. Bovendien staat het Vlaamse Gewest toe dat deze terugbetaling gecombineerd wordt met uitstel. Daarnaast staat het Vlaamse Gewest ook toe dat het volledige bedrag van de registratierechten wordt teruggevorderd indien de koper een snelle doorverkoop heeft gecombineerd met het uitstel van de resterende rechten of omgekeerd. In ons gewest kan echter slechts 36% van de registratierechten worden teruggevorderd als de woning binnen twee jaar wordt verkocht.

In dit verband zou ik graag een antwoord krijgen op de volgende vragen:

1) Welke initiatieven zijn er door uw bureau genomen om deze materie opnieuw vorm te geven?

2 - Hoeveel mensen hebben kunnen profiteren van een restitutie van 36% van de registratierechten bij doorverkoop van een woning binnen twee jaar? Gelieve, indien mogelijk, uw antwoord uit te splitsen per gemeente.

3) Hoeveel personen hebben niet kunnen profiteren van een terugbetaling van 36% van de registratierechten in geval van doorverkoop van een woning binnen twee jaar? Wat zijn de redenen voor deze weigeringen? Gelieve uw antwoord indien mogelijk uit te splitsen naar gemeente.

4 - Wat is de verwerkingstijd per dossier? Zijn er vertragingen opgetreden? Zo ja, kunt u uitleggen wat de redenen zijn voor de vertraging bij de verwerking van aanvragen voor terugbetaling van inschrijfgeld?

 
 
Antwoord   

 

In antwoord op deze vraag kan ik de geachte Volksvertegenwoordigster het volgende meedelen.

 

Vooreerst voor wat betreft de gevraagde cijfergegevens verwijs ik naar mijn recent antwoord op de schriftelijke vraag 559 van de heer Emmanuel De Bock, dat de situatie weergeeft voor de periode 2018-2022. Verder beschikt de FOD Financiën die de dienst van deze gewestelijke belasting voor onze rekening verzekert niet onmiddellijk over de opsplitsing per gemeente.

 

Oorspronkelijk bedroeg de teruggave van wederverkoop ook in het BHG 60% (wat erop neerkomt dat men in fine 2/5 of 5% betaalt in plaats van het algemeen tarief van 12,5%).

 

Bij de eerste hervorming van de Brusselse registratierechten eind 2002, waarvan het belangrijkste element de invoering van het abattement was, werd echter ook het voordeeltarief voor beroepspersonen (zoals vastgoedmakelaars) verhoogd van 5 naar 8%. De ratio legis was dat de belastingverlaging via het abattement tot een verhoging van de transacties zou leiden en er dus een financiële inspanning van de sector mocht worden gevraagd.

 

Indien de teruggave bij wederverkoop op 60% zou zijn gebleven, zou deze tariefverhoging voor beroepspersonen weinig of geen impact hebben gehad; er zou dan immers een verschuiving hebben plaatsgevonden naar de teruggaveregeling bij wederverkoop; en dus werd deze laatste regeling ook aangepast en beperkt tot 36%, hetgeen in de praktijk eveneens neerkomt op een te betalen tarief van 8%.

 

Het huidige regeerakkoord voorziet niet in een verlaging van het voordeeltarief voor beroepspersonen noch in een verhoging van het teruggavepercentage.

 

Voor wat de betreft operationele kant van de zaak, meldt de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vooreerst dat het niet mogelijk is een lijst met redenen tot weigering uit de databank te halen; er kunnen dan ook geen cijfers worden gegeven van het aantal aanvragen per categorie.

 

Een aanvraag wordt geweigerd omdat ze niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden tot teruggave, al kan het ook zijn dat het gaat om een dubbel van een bestaande aanvraag dan wel omdat de aanvraag onterecht is ingegeven in het systeem als aanvraag tot teruggave.

 

Verder is de redelijke verwerkingstermijn van een teruggavedossier 8 maanden volgens een interne werkinstructie. Deze doorlooptijd eindigt op het moment dat het dossier geweigerd dan wel geordonnanceerd wordt. De analyse van de AAPD levert volgende cijfers op :

 

 

 

Jaar wederverkoop

 

Année de revente

Mediaan doorlooptijd (in dagen)

Délai de traitement médian (en jours)

Percentage dossiers buiten 8 maanden

Pourcentage de dossiers hors délai 8 mois

Aantal teruggavedossiers

Nombre de dossiers de restitution

2018

142

19%

700

2019

151

24%

765

2020

109

12%

643

2021

87

12%

713

2022

75

4%

499

 

 

Tot slot, op basis van de beschikbare data kan de AAP geen cijfers geven in verband met de reden van vertraging.