Schriftelijke vraag betreffende de huurtoeslag voor een bovenmatige woning
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1136)
| Datum ontvangst: 13/03/2023 | Datum publicatie: 21/04/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 20/04/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 16/03/2023 | Ontvankelijk | p.m. | ||
| 20/04/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
| Vraag | Volgens artikel 2 van de Brusselse Huisvestingscode wordt een woning alste ruim beschouwd wanneer deze ten minste twee kamers meer heeft dan wat de wet voorschrijft, rekening houdend met de samenstelling van het huishouden van de huurder.
Artikel 25 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, bepaalt de maatregelen die moeten worden genomen wanneer een huurder een bovenmatige woning bewoont. Dit artikel bepaalt dat de werkelijke huurprijs moet worden verhoogd met een toeslag per kamer vanaf de tweede overtollige kamer. Deze toeslag is gelijk aan 4% van het jaarlijks gezinsinkomen en kan een grensbedrag van 603,93 euro per jaar niet overschrijden (grens vastgesteld op 1 januari 2016). De toeslag bedraagt één twaalfde per maand, samen met de werkelijke maandelijkse huurprijs. Er geldt echter een vrijstelling van de betaling van de huurtoeslag voor huishoudens waarin een persoon met een handicap, een persoon ouder dan 60 jaar of personen die een overplaatsing hebben aangevraagd wonen. Kamers van minder dan 6m² worden evenmin in aanmerking genomen voor de toepassing van dit systeem. Daarom stel ik u de volgende vragen:
|
| Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Het overzicht in de bijlage geeft het volgende weer: 1. Het aantal gezinnen dat een bovenmatige woning bewoont; 2. Het aantal gezinnen dat een huurtoeslag betaalt; 3. Het gemiddelde bedrag van de huurtoeslag; 4. Het aantal gezinnen dat is vrijgesteld van een huurtoeslag; 5. De vrijstellingsredenen. Dit zijn de gegevens van 31.12.2021 uit de huurprijsenquête. Het zijn de laatst beschikbare gegevens. De gegevens van de OVM De Moderne Woning zijn overigens onvolledig. Enkel de gegevens over het aantal gezinnen dat een bovenmatige woning bewoont zijn beschikbaar. Zoals u in de tabel kunt zien, woonden er op 31.12.2021 1.837 gezinnen in een bovenmatige woning. Van die gezinnen betaalden er 149 een huurtoeslag. We kunnen dus vaststellen dat de situatie ten opzichte van 2019 positief is geëvolueerd: het aantal gezinnen dat een bovenmatige woning bewoont en het aandeel gezinnen dat een huurtoeslag moet betalen zijn afgenomen (respectievelijk 5% en 17%). Op 31.12.2021 bedroeg de huurtoeslag gemiddeld 50,08 euro. Wat betreft de vrijstellingen van huurtoeslag waren er in 2021 1.600 gezinnen vrijgesteld van de huurtoeslag, zoals de tabel weergeeft. Een gezin kan om vier redenen vrijgesteld worden van de huurtoeslag. Deze redenen kunnen ook cumuleerbaar zijn: Een gezin kan dus onder meer dan één van de volgende categorieën vallen: - Het gezin telt een persoon van 60 jaar of ouder. Hierbij gaat het om 1.457 gezinnen; - Het gezin telt een persoon met een handicap. Hierbij gaat het om 432 gezinnen; - De woning bevat een kamer met een oppervlakte van minder dan zes vierkante meter. - De huurder heeft bij de OVM een aanvraag ingediend voor een mutatie naar een woning die is aangepast aan de gezinssamenstelling. Hierbij gaat het om 381 gezinnen. |