Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen bedelen met kinderen

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1026)

 
Datum ontvangst: 23/01/2023 Datum publicatie: 21/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 17/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/03/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Bedelarij met kinderen is  in het Brussels Gewest een probleem. Sommige gemeenten zijn duidelijk meer getroffen dan andere, zoals bijvoorbeeld de Stad Brussel.

Daarom had de MR-fractie van de Stad Brussel een globale strategie voorgesteld om bedelarij te regelen. Het doel was het maatschappelijk werk van de vrijwilligerssector en de politie te vergemakkelijken. Het college van PS-Ecolo-DéFI verwierp onze algemene tekst, maar haalde het hoofdstuk over bedelen met kinderen eruit.

Na onderling overleg met de administratie van de Plaatselijke Besturen is bedelarij met kinderen nu verboden op het grondgebied van de stad Brussel. Dit is niet voldoende, maar toch een stap in de goede richting.

Hoewel we regelmatig getuige zijn van dit soort situaties, zijn er te weinig studies of onderzoeken over dit onderwerp, aldus de Algemeen Afgevaardigde voor de Rechten van het Kind. Deze zei hierover tijdens een hoorzitting in het parlement van de Federatie Wallonië – Brussel in januari 2023 dat we het ons in elk geval niet langer kunnen veroorloven de situatie te laten zoals ze is. Tegelijkertijd moet er zeer belangrijk werk worden verricht om vast te stellen of deze kinderen het slachtoffer zijn van mensenhandel. Een paar jaar geleden heeft de politie in Brussel wel onderzocht of de volwassenen die de kinderen vergezelden hun ouders waren, en toen ze vaststelden dat dit over het algemeen het geval was, concludeerden ze dat de kinderen geen slachtoffers van mensenhandel waren. Ik ben hier toch niet zo zeker van! Daarom heb ik het Brussels Gewest en de stad Brussel, een van de steden die het meest met dit probleem te maken hebben, herhaaldelijk gevraagd een serieus onderzoek in te stellen om deze kinderen en hun ouders te identificeren.

Mijnheer de minister-president, in deze assemblee lijkt iedereen het erover eens dat de kinderen van de straat moeten worden gehaald. Dus hier zijn mijn vragen:

  1. In het kader van uw bevoegdheden, hoe heeft u gereageerd op de verzoeken van de Algemene Afgevaardigde voor de Rechten van het Kind, met betrekking tot bedelarij?

  1. Welke studies, onderzoeken of andere analyses werden uitgevoerd en/of zijn aan de gang op het niveau van Brussel Preventie en Veiligheid (BPV)?

    1. Welke resultaten kunt u ons voorleggen?
    2. Als er geen werk is verricht, hoe rechtvaardigt u dat?
  1. Tijdens een parlementaire vraag zei u mij bij monde van uw collega Bernard Clerfayt dat BPV eindelijk de Brusselse politiezones steunt bij de uitvoering van specifieke maatregelen van het globale veiligheids- en preventieplan, met name in de strijd tegen mensenhandel en -smokkel. De strijd tegen de georganiseerde bedelarij maakt deel uit van het dagelijkse werk van de politiezones, die er onder meer voor zorgen dat ze reageren op elk crimineel fenomeen tegen mensen.

    1. Wat zijn de concrete maatregelen tegen mensenhandel die BPV ondersteunt?
    2. Welke van deze maatregelen zijn expliciet gericht op minderjarigen?
 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

Wat het door de algemene afgevaardigde voor de rechten van het kind genoemde gebrek aan studies betreft, moet u weten dat op het niveau van safe.brussels het thema mensenhandel en mensensmokkel wordt behandeld in het jaarverslag van het Observatorium van safe.brussels.

Dit thema omvat met name gedwongen bedelarij. Uit het jaarverslag 2021 dat op de website safe.brussels is gepubliceerd, blijkt dat op basis van de criminaliteitsstatistieken van de politie dat in 2021 geen enkel incident van gedwongen bedelarij is geregistreerd, terwijl de weinige feiten ter zake in 2020 bijna uitsluitend betrekking hadden op het BHG. Ook wat de gerechtelijke opvolging betreft, werd in 2021 bij het Brusselse parket geen enkele zaak in verband met gedwongen bedelarij geregistreerd en werd één zaak om technische redenen geseponeerd.

Naast dit jaarverslag voert het Observatorium jaarlijks een Gewestelijke veiligheidsenquête uit. Deze enquête analyseert het veiligheidsgevoel en het slachtofferschap van de Brusselse bevolking en spitst zich op jaarbasis toe op twee doelgroepen: de bewoners, pendelaars en toeristen enerzijds en de ondernemingen van het Gewest anderzijds. Hierin worden systematisch vragen gesteld over bedelarij om de perceptie van het geïnterviewde publiek over dit probleem te begrijpen. De volledige resultaten van de Veiligheidsenquête 2020 staan op de website van safe.brussels.


Voor de derde editie van de enquête gericht tot inwoners, pendelaars en toeristen, die momenteel wordt uitgevoerd, is deze vraag herzien door het publiek veeleer te vragen naar de frequentie waarmee zij persoonlijk met bedelarij in aanraking komen. De resultaten van deze enquête worden in de loop van 2023 onderzocht.

In het luik over de ondernemingen (moet nog verschijnen) ten slotte, werd het probleem van de bedelarij op deze manier behandeld. Daaruit blijkt dat 1 op de 4 bedrijven zegt vaak of zelfs voortdurend met bedelarij te worden geconfronteerd.

Daarnaast biedt safe.brussels, zoals u ook weet, ondersteuning aan de bevoegde actoren op dit gebied, of het nu gaat om financiële steun of om steun in het kader van haar opdracht voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid. Momenteel worden verschillende actoren (gemeenten, politiezones, vzw's) die actief zijn op het vlak van mensenhandel en -smokkel op deze manier gesubsidieerd, hoewel deze steun niet strikt gericht is op het fenomeen van bedelarij door kinderen of georganiseerde bedelarij.

Zo worden de zes Brusselse politiezones gefinancierd voor hun werking en projecten in het kader van thema 4 Mensenhandel en mensensmokkel en a fortiori in het kader van maatregel 4.1 met betrekking tot de versterking van de strijd tegen de georganiseerde bedelarij in het GVPP 2021-2024. Deze steun maakt het mogelijk de regelmatige werking van de politiezones te financieren omdat zij bij hun dagelijkse werkzaamheden geconfronteerd worden met het fenomeen bedelarij. Daarnaast, en meer specifiek, wens ik te benadrukken dat de politiezones meer concrete acties uitvoeren die kaderen in de strijd tegen andere fenomenen binnen thema 4, die hoewel ze niet specifiek op bedelarij gericht zijn, hiermee in verband kunnen worden gebracht, zoals zwartwerk en het probleem van de huisjesmelkers.

In het kader van de lokale preventie- en buurtplannen (LPBP), die eveneens door het Gewest worden gefinancierd, konden de gemeenten ook maatregelen uitwerken om bedelarij tegen te gaan, ook al hebben deze niet specifiek betrekking op georganiseerde bedelarij. Daarbij is het belangrijk dat de groeiende problematiek van de dakloosheid wordt bestreden en verholpen (terbeschikkingstelling van lokalen, straathoekwerk...).

In het kader van hun LPBP stellen de meeste gemeenten (15/19) een stijging van het aantal daklozen vast en het verband daarvan met andere verschijnselen (ongezonde leefomgeving, drugsmisbruik, bedelarij, verstoring van de openbare orde) en hebben zij specifieke acties in dit verband uitgewerkt.
Wat de vzw's betreft, worden sommige in het kader van een jaarlijkse projectoproep gesubsidieerd om projecten en acties te ontwikkelen die binnen het thema mensenhandel en mensensmokkel vallen, met inbegrip van bewustmakingsactiviteiten en begeleiding voor slachtoffers van mensenhandel (bijvoorbeeld PAG-ASA).