Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1027)

 
Datum ontvangst: 06/02/2023 Datum publicatie: 21/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 17/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/03/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Er wordt steeds meer gesproken over slachtoffers van intrafaliliaal geweld en hun ondersteuning, en dat is goede zaak.

In een rapport van het Comité P (Vast Comité van Toezicht op de Politie of 'Politie van de Politie') over de zorgverlening aan slachtoffers van intrafamiliaal geweld wordt de administratieve complexiteit van deze zorgverlening genoemd. Er wordt gesteld dat slachtoffers te maken krijgen met een grote hoeveelheid verschillende informatie van alle kanten.

Naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport zijn samenwerkingsakkoorden inzake slachtofferhulp opgesteld. Eén daarvan verbindt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en de GGC.

Mijnheer de minister-president,

  1. Kunt u ons meer vertellen over wat dit samenwerkingsakkoord inhoudt?

    • Hoe zal het mogelijk zijn om te beantwoorden aan de complexiteit van de opvang van slachtoffers en aan de aanbevelingen van het rapport van het Comité P voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

  1. Wat is het tijdschema voor de uitvoering van de in het akkoord opgenomen procedures?

  1. Welke aanbevelingen uit het verslag van het Comité P hebt u toegepast?

  1. Welke andere verbeterpunten stelt u vast ter verbetering van de hulpverlening aan de slachtoffers?

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

Op voorstel van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken hechtte de Federale Ministerraad op 3 februari 2023 zijn goedkeuring aan een ontwerp van samenwerkingsakkoord en een voorontwerp van wet tot instemming met het samenwerkingsakkoord goed ter coördinatie van slachtofferzorg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit akkoord heeft betrekking op alle slachtoffers en niet enkel op de slachtoffers van intrafamiliaal geweld (IFG).

Hier zijn 2 hoofddoelstellingen aan verbonden. De eerste betreft de invoering van een model voor samenwerking, oriëntering en doorverwijzing tussen de verschillende diensten voor slachtofferhulp. De tweede beoogt de officiële erkenning van de bestaande overlegstructuren in het Brussels Gewest, op basis van bestaande praktijken en structuren. Wij staan volledig achter deze gecoördineerde en kwalitatieve visie op de begeleiding, die tegemoet kan komen aan de aanbevelingen van het verslag van het Comité P over de interne en externe doorverwijzing van slachtoffers door politiemensen in het kader van de opvang van en bijstand aan slachtoffers.

Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst en het voorontwerp van wet tot instemming moeten nog aan het Overlegcomité en de Raad van State worden voorgelegd. Het tijdschema voor de uitvoering ervan is dus nog niet bekend.

Zoals u weet, is slachtofferhulp één van de transversale opdrachten van het GVPP 2021-204. Het Gewest heeft al heel wat initiatieven genomen, zeker op het vlak van IFG. Het gaat onder meer om de ontwikkeling van het project "Meldpunt apotheken", de steun aan het "DPO-project" en de ondersteuning van het Brusselse ZSG (waarvoor ik u verwijs naar het antwoord aan de heer Koksal).


In het kader van het project "Meldpunt apotheken" is een brochure ontwikkeld en verspreid. Daarin worden apothekers niet uitgenodigd om zelf IFG te melden - zij noch de politie hebben daarom gevraagd - maar om de slachtoffers naar de adequate gespecialiseerde diensten te verwijzen.

Om slachtoffers toegang te geven tot de juiste kanalen en contactmiddelen, ontwikkelt het Gewest een strategie voor het opzetten van voorzieningen om de actoren op het terrein te sensibiliseren en hen in staat te stellen om IFG op te sporen en slachtoffers op te vangen en door te verwijzen.


Dit geldt ook voor het DPO-project (Détection, Prise en charge, Orientation). Het project, dat gestuurd wordt door de Fédération Laïque de Centres de Planning Familial (FLCPF) en financieel wordt gesteund door safe.brussels en equal.brussels, heeft tot doel de praktijk van het opsporen van echtelijk en seksueel geweld en het opvangen en doorverwijzen van slachtoffers te verbeteren door gezamenlijk een praktisch, toegankelijk en gemeenschappelijk hulpmiddel te ontwikkelen voor beroepskrachten in de sociale sector, de gezondheidszorg (dus ook apothekers), de politie en justitie. Het project heeft geleid tot de ontwikkeling van de DPO-tool, die bestaat uit een informatie- en bewustmakingsfolder voor eerstelijnswerkers in Brussel.

Wat de EVA-eenheden (Emergency Victim Assistance) betreft, werd een gecoördineerde gewestelijke aanpak van deze eenheden opgestart met financiële steun van 150.000 euro via een projectoproep van Brussel Plaatselijke Besturen (via de Cel Gelijke Kansen, onder toezicht van Staatssecretaris Ben Hamou) aan de politiezones. Vijf van de zes politiezones in Brussel zullen tegen 2023 dus beschikken over een eenheid gespecialiseerd in de opvang van slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld.

In het kader van diezelfde gecoördineerde gewestelijke aanpak staat dit jaar ook een hele reeks opleidingen voor de politie gepland. Deze zijn niet bedoeld om in de plaats te komen van de bestaande opleiding over dit onderwerp maar om het bestaande opleidingsaanbod te versterken, zodat de aandacht op slachtoffers van geweld kan worden gericht.

In dit verband zal het personeel ook worden gewezen op de opleiding "Werking ZSG" die door de GIP bij Brusafe wordt ingericht.
De gewestelijke doelstelling is om op lange termijn bij te dragen aan de versterking van het bestaande Brusselse ZSG en de instroom en samenwerking met alle politiezones in het Gewest te verbeteren.

Kortom, zoals u ziet, zijn deze initiatieven een rechtstreeks gevolg van de aanbevelingen in het verslag van Comité P.

Vóór ik besluit wens ik er nog op te wijzen dat de prijs David Yansenne 2022 is toegekend aan twee projecten voor bijstand aan slachtoffers van IFG.

De prijs werd in de wacht gesleept door de VZW Casa Legal voor haar project CASA ASSISTANCE. Dit is de eerste VZW van vrouwelijke advocaten in België. Zij biedt een multidisciplinaire dienstverlening aan slachtoffers, die beter is aangepast aan de behoeften en de realiteit van het terrein.

De tweede prijs is toegekend aan de EVA-cel die in juli 2020 door de politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene is opgericht voor de aanpak van zedenfeiten en intrafamiliaal geweld. Zij beoogt de oprichting en ontwikkeling van een dienstenaanbod voor de opvang van slachtoffers die het slachtoffer kunnen worden van dubbele slachtofferrol, in hoofdzaak slachtoffers van IFG. Deze eenheid bestaat uit speciaal opgeleide politiemensen en biedt slachtoffers een opvang in optimale omstandigheden van vertrouwelijkheid, luisterbereidheid en respect en staat garant voor een maximale beschikbaarheid tijdens de opvang (alle informatie over de laureaten is te vinden op de website safe.brussels).