Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de geboekte vooruitgang inzake rioolrenovatie en -hersteltechnieken om te vermijden dat regenwater in de riolen terechtkomt

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1425)

 
Datum ontvangst: 03/04/2023 Datum publicatie: 06/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 30/05/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/04/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Volgens Coördinatie Zenne leidt de toenemende verharding van onze steden in combinatie met de klimaatverandering tot grote uitdagingen: verhoogd risico op overstromingen, frequente lozing van afvalwater in onze waterwegen via riooloverstorten, verlaging van het grondwaterpeil, hitte-eilanden en een grote druk op de biodiversiteit in de stad. Een deel van de oplossing voor deze problemen ligt in alternatief regenwaterbeheer. Tegenwoordig wordt algemeen erkend dat op verschillende manieren moet worden voorkomen dat schoon regenwater in het riool terechtkomt. Regenwater vasthouden, in de grond laten zakken, opvangen en gebruiken kan bijdragen aan een veerkrachtigere en prettigere stad: thuis, in de wijk, in de gemeente, op gewestelijk niveau, kortom op alle niveaus zijn er mogelijkheden. Hoewel die alternatieven momenteel goed gedocumenteerd zijn, verloopt de invoering ervan langzaam gezien de urgentie waarmee we te maken hebben.

Gelet op het bovenstaande wil ik u de volgende vragen stellen over de renovatie van de riolering.

Al mijn vragen betreffen de periode vanaf 28 mei 2021 en per gemeente:

  1. Welke maatregelen/acties/werken zijn er uitgevoerd om de riolen en het rioolnet te renoveren? Wat zijn de bereikte resultaten? Wie voert deze maatregelen/acties/werken uit?

  2. Welke vooruitgang is er geboekt op het gebied van dubbele riolering, waarbij regenwater en afvalwater worden gescheiden? Welke technieken worden toegepast om te voorkomen dat regenwater in het riool terechtkomt? Wat zijn de hoeveelheden regenwater die worden hergebruikt en welke resultaten werden er daarmee bereikt?

  3. Welke nieuwe inspanningen en technologieën zijn toegepast om de waterdichtheid van de leidingen te maximaliseren en waterlekken op te sporen?

  4. Wat is het aantal interventies sinds mijn vorige parlementaire vraag over dit onderwerp (http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=151641&base=1&taal=nl )?

  5. Wat zijn de zwarte punten die met voorrang moeten worden gecontroleerd en/of gerenoveerd?

  6. Hoe zit het ten slotte met het nieuwe werkschema en het nieuwe inspectieschema?

 
 
Antwoord    1.
Op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg het vernieuwingspercentage van het rioleringsnet 0,9% in 2021 (of 0,85% indien geen rekening gehouden wordt met de renovatie van de spuien van de Zenne) en 0,78% in 2022.
In 2021 heeft VIVAQUA in totaal 17,172 km (of 16,175 km zonder de Zenne) riolering en 3432 aansluitingen gerenoveerd.

In 2022 heeft VIVAQUA in totaal 15,784 km (of 14,798 km zonder de Zenne) riolering en 2489 aansluitingen gerenoveerd.

Zoals reeds uitgelegd werd in het antwoord op uw schriftelijke vraag 777, vinden deze werkzaamheden regelmatig plaats op het grondgebied van verschillende gemeenten. Daarom is het geven van een overzicht per gemeente erg moeilijk en zou het zeer onnauwkeurig zijn.

VIVAQUA is verantwoordelijk voor die renovatiewerkzaamheden van de riolering, die voornamelijk door onderaannemers uitgevoerd worden.

(Zie ook het antwoord op deelvraag 3)
2.
De in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegepaste strategie voor het regenwaterbeheer heeft geen betrekking op de invoering van een gescheiden net (dubbel net), maar op het geïntegreerde regenwaterbeheer (GRWB), dat van groter belang is voor het bevorderen van de biodiversiteit, het aanvullen van de grondwaterlaag en het bestrijden van hitte-eilanden, en dat tegen een lagere kostprijs. Dankzij het GRWB kan het water ‘op het perceel’ herinfiltreren, d.w.z. zo dicht mogelijk bij de plaats waar het valt.

Sinds het begin van de legislatuur zijn er veel verschillende GRWB-projecten uitgevoerd – of in uitvoering – door verschillende actoren (Leefmilieu Brussel, de gemeenten, bepaalde verenigingen zoals bijvoorbeeld de Staten Generaal van het Water in Brussel, enz.). Door de diversiteit van de projecten en de verschillende niveaus van betrokken actoren is het niet mogelijk om de hoeveelheid geherwaardeerd regenwater precies te kwantificeren.
3.
Bij de verschillende renovaties van het rioleringsnet en de aansluitingen van VIVAQUA wordt het aspect waterdichtheid elke keer geïntegreerd. Afhankelijk van de structurele toestand van het te renoveren net en de omvang ervan, worden de volgende technieken toegepast: het plaatsen van schalen, bekleden, sprayen, of zelfs het volledig vervangen van het riool.

In dat kader is het belangrijk te benadrukken dat VIVAQUA de voorkeur geeft aan methoden die de overlast voor de omwonenden zoveel mogelijk beperken (met name de zogenaamde ‘sleufloze’ technieken). Een van de meest gebruikte technieken is het bestaande riool te bekleden met schalen van polyester en glasvezels. Die schalen worden op maat gemaakt volgens het te renoveren riool. Om het aantal renovatiewerkzaamheden met deze technologie te kunnen verhogen en om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers, heeft VIVAQUA een eigen schalenfabriek gebouwd in Anderlecht, die sinds begin 2021 volledig operationeel is.
Wat de lekdetectie betreft, heeft VIVAQUA op het waterdistributienet een actieplan uitgevoerd in het kader van het strategische plan VIVAnext, dat in 2019 goedgekeurd is.
Het eerste gedeelte van dat plan heeft betrekking op de opdeling in sectoren. Deze stap bestaat in de verhoging van het aantal distributiezones (
District Metered Areas of DMA’s) dat door meters en afsluiters afgebakend wordt. In die kleinere zones kan het debiet van het water dat in en uit de zone stroomt gemakkelijker gemeten worden. Lekken zijn dan sneller op te sporen. In VIVAnext staat dat het aantal DMA’s tegen eind 2024 zou moeten stijgen van 47 tot 65. Die doelstelling is nu al bereikt.
Het tweede gedeelte heeft betrekking op intelligente software. VIVAQUA gebruikt software waarmee continu het waterverbruik in real time en het verwachte waterverbruik vergeleken kunnen worden (prognoses op basis van algoritmen). Wanneer er een verschil vastgesteld wordt, stuurt het programma onmiddellijk een waarschuwing. In combinatie met de opdeling in sectoren kunnen met die software lekken sneller opgespoord worden.
Het laatste gedeelte van het actieplan heeft betrekking op de detectie via satelliet. Een apparaat in een satelliet doet er ongeveer 12 dagen over om het hele aardoppervlak af te speuren. Het scant de bodem tot twee meter diep en meet de ‘elektrische weerstand’ ervan, die verschilt wanneer die doordrenkt is met regenwater of met drinkwater. Zodra een potentieel lek vastgesteld is, neemt de mens het over. Die techniek verhoogt op drastische wijze het rendement van de teams op het terrein, omdat het hun onderzoek stuurt. Bij een eerste experiment met die werkwijze in 2021 konden medewerkers van VIVAQUA 119 lekken opsporen door 127 km leidingen te inspecteren. Zonder de hulp van satellietbeelden moeten ze gemiddeld 4 km leidingen controleren om 1 lek op te sporen. Met satellietbeelden moeten ze gemiddeld iets meer dan 1 km leidingen controleren om 1 lek op te sporen.
Het actieplan blijkt succesvol, want in 2021 heeft VIVAQUA de niet-gefactureerde watervolumes teruggebracht tot 9,5% (tegenover 13% in 2019).
4.
In het jaar 2021 werden in totaal 215 geplande saneringsprojecten uitgevoerd. Voor het jaar 2022 zijn dat er 127.

In 2021 heeft VIVAQUA in totaal 17,172 km (of 16,175 km zonder de renovatie van de spuien van de Zenne mee te tellen) riolering en 3432 aansluitingen gerenoveerd.
In 2022 heeft VIVAQUA in totaal 15,784 km (of 14,798 km zonder de renovatie van de spuien van de Zenne mee te tellen) riolering en 2489 aansluitingen gerenoveerd.
5.
Wat de te controleren ‘zwarte punten’ betreft, voert VIVAQUA sinds 2008 een inventaris uit van het rioleringsnet van de 19 Brusselse gemeenten (waarvan ze begin de jaren 2000 geleidelijk het beheer overgenomen heeft). Dankzij die inspecties is elk rioolgedeelte ingedeeld op basis van de mate van veroudering ervan en de mogelijke inzakkingsrisico's. Het doel is om de interventies op de meest verouderde rioolgedeelten prioriteit te geven. Dat resulteert in een indeling volgens een schaal van 0 tot 5.


Een van de ambities van VIVAnext was om een volledig zicht te krijgen op de toestand van de rioleringsnetten. Op het moment van de lancering van VIVAnext in 2019 bedroeg het kennispercentage van de toestand van het rioleringsnet 44%.
Het is de bedoeling om tegen 2025 een volledige inventaris te hebben van het rioleringsnet, met name dankzij het gebruik van nieuwe inspectietechnieken (bv. Hydrozoom).

In 2022 is al 94,76% geïnspecteerd.
Op basis van de inspectieresultaten concludeert VIVAQUA dat het netwerk voor meer dan 25% verouderd is.
6.
Wat de inspecties betreft, wil VIVAQUA dit jaar 97% van het netwerk bereiken.



Het tijdschema van de werkzaamheden is sterk afhankelijk van het tijdschema van de gemeentelijke of gewestelijke projecten, de vergunningen voor wegwerkzaamheden en de prioritering na de door VIVAQUA verrichte inspecties.

U bent er bovendien ongetwijfeld van op de hoogte dat de hollende inflatie en de stijgende energie- en materiaalkosten in 2022 ervoor gezorgd hebben dat de lasten van VIVAQUA aanzienlijk verhoogd zijn. Zo stegen bijvoorbeeld de gemiddelde kosten voor de infrastructuurwerkzaamheden met 19%. De atypische en onstabiele economische situatie bracht VIVAQUA ertoe om, na overleg met mijn kabinet, Leefmilieu Brussel en BRUGEL, in het investeringsplan voor te stellen om haar engagement te beperken tot het jaar 2023 om te vermijden dat de renovatiepercentages van haar netten meermaals herzien zouden worden. Voor het jaar 2023 werd een maximumpercentage (gebaseerd op de inflatiehypothesen op dit moment) van 0,64% voorgesteld voor de vernieuwing op het vlak van de sanering. De regering heeft daar op 30 maart akte van genomen.