Présidence : M. Rachid Madrane, président.
Voorzitterschap: de heer Rachid Madrane, voorzitter.
Commission des finances et des affaires générales : réunion du 21 mars 2022
Question orale de Mme Alexia Bertrand
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "la consultation du gouvernement quant à l'avenir du pacte de stabilité et de croissance".
Mondelinge vraag van mevrouw Alexia Bertrand
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de raadpleging van de regering over de toekomst van het Stabiliteits- en Groeipact".
Mme Alexia Bertrand (MR).- En février 2020, la Commission européenne a entamé un processus de réflexion concernant l'avenir du pacte de stabilité et de croissance. Interrompu en raison de la crise sanitaire, il a repris à la fin de l'année dernière. Concrètement, la Commission s'est adressée aux différents gouvernements au sein de l'Union européenne afin d’obtenir leur avis dans le contexte du réexamen du cadre de gouvernance économique de l’Union.
En effet, la conjoncture économique a considérablement changé depuis que les règles ont été instaurées pour remédier aux failles révélées par la crise économique et financière. On peut penser à l'orientation budgétaire au niveau national, à la composition des finances publiques - qui n'est pas devenue plus propice à la croissance, puisque les États membres préfèrent généralement augmenter les dépenses courantes plutôt que préserver l'investissement -, ou encore au niveau de la dette publique, qui demeure très élevé dans certains États membres.
Par ailleurs, en 2016, l’ex-président de notre parlement, Charles Picqué, a organisé un colloque relatif aux investissements publics, qui avait permis d’alimenter la réflexion de notre parlement en lien avec la réalité budgétaire de notre ville-région.
Quel avis a été rendu par le gouvernement bruxellois concernant le réexamen du cadre de gouvernance économique de l’Union ?
Avez-vous tenu des réunions avec vos homologues sur le sujet ? Si oui, quelles sont vos conclusions ?
Quelle est la position du gouvernement quant au pacte de stabilité actuel, compte tenu de la conjoncture économique ?
Mevrouw Alexia Bertrand (MR).- In februari 2020 startte de Europese Commissie een denkproces over het Pact voor stabiliteit en groei . Dat proces werd onderbroken als gevolg van de gezondheidscrisis en eind vorig jaar hervat.
De Europese Commissie heeft de verschillende regeringen benaderd om hun standpunt te vernemen naar aanleiding van de herziening van het economische beleid van de Europese Unie. De economische omstandigheden zijn immers aanzienlijk veranderd sinds de invoering van de regelgeving waarmee een oplossing werd aangereikt voor de pijnpunten die door de economische en financiële crisis aan het licht waren gekomen.
Wat is het standpunt van de Brusselse regering over het pact en zijn herziening?
M. Sven Gatz, ministre.- Comme vous le soulignez à juste titre, en octobre 2021, la Commission européenne a lancé un nouveau cycle de consultations sur la révision de la gouvernance économique dans l'Union européenne. Elle n'a cependant pas encore publié de propositions concrètes.
Dans ses orientations budgétaires du 2 mars 2022, la Commission européenne a mis en avant un certain nombre de principes liés à la réforme du cadre budgétaire de l'Union européenne :
- le succès du cadre budgétaire de l'Union européenne repose sur la garantie de la viabilité de la dette publique et la promotion d'une croissance durable grâce aux investissements et aux réformes ;
- une plus grande attention pour le moyen terme dans la surveillance budgétaire de l'Union européenne semble être une approche valable ;
- il convient d'examiner si un instrument inspiré de la facilité pour la reprise et la résilience pourrait être utilisé dans le cadre d'une flexibilité supplémentaire pour les investissements ;
- une simplification des règles, une plus grande appropriation nationale et une meilleure application sont des objectifs importants.
Bien entendu, nous saluons l'évolution vers une focalisation accrue sur les investissements qui augmentent notre potentiel de croissance et facilitent la transition climatique, ainsi que le principe selon lequel la viabilité des finances publiques à moyen et long termes ne doit pas être négligée.
De heer Sven Gatz, minister.- De Europese Commissie startte in oktober 2021 een nieuwe consultatieronde op over de herziening van het economisch beleid in de Europese Unie.
In haar budgettaire richtsnoeren van 2 maart 2022 heeft ze een aantal principes naar voren geschoven in verband met de hervorming van het begrotingskader, onder meer het waarborgen van de houdbaarheid van de overheidsschuld en het bevorderen van duurzame groei; meer aandacht voor de middellange termijn in het begrotingstoezicht; het uitwerken van een tool uitwerken die geïnspireerd is op de Recovery and Resilience Facility ; een vereenvoudiging van de regels, meer nationale verantwoordelijkheid en een betere handhaving.
We juichen een verhoogde aandacht voor investeringen toe die de groei en de klimaattransitie bevorderen, evenals het principe dat de houdbaarheid van de openbare financiën op middellange en lange termijn niet uit het oog verloren mag worden.
(verder in het Nederlands)
Op dit ogenblik heeft de federale regering nog geen formeel standpunt ingenomen over de hervorming van de regels van het stabiliteitsplan. Er vinden ook nog geen formele Europese debatten plaats. Het concrete Belgische standpunt wordt naar goede gewoonte vooraf met de deelstaten besproken.
In het licht van de recente geopolitieke ontwikkelingen is er onzekerheid over het al dan niet deactiveren van de algemene ontsnappingsclausule in 2023, waardoor het debat over de herziening van de regels van het Pact voor stabiliteit en groei mogelijk verdere vertraging oploopt.
Wegens de heersende onzekerheid start de Europese Commissie dit voorjaar geen procedures met betrekking tot buitensporige tekorten.
(poursuivant en néerlandais)
La position belge sur la réforme des règles du pacte de stabilité et de croissance sera arrêtée à l'issue d'une concertation avec les entités fédérées.
L'actualité géopolitique fait planer une incertitude sur une éventuelle désactivation de la clause dérogatoire générale en 2023.
La Commission européenne n'engagera pas de procédure pour déficit excessif au printemps.
(poursuivant en français)
Lors de la conférence interministérielle des finances et du budget de la semaine passée, les ministres compétents pour cette matière au niveau fédéral nous ont annoncé que la Commission européenne exprimerait son positionnement au mois de mai.
(verder in het Frans)
Tijdens de interministeriële conferentie Financiën en Begroting van vorige week lieten de federale ministers weten dat de Europese Commissie haar standpunt begin mei zou bekendmaken.
(verder in het Nederlands)
Tot dan bevinden we ons dus nog in een grijze zone. We hebben uiteraard al overleg gepleegd met de federale overheid en de andere deelstaten over de manier waarop we, binnen onze respectievelijke bevoegdheden, het Pact voor stabiliteit en groei het beste verder ondersteunen.
(poursuivant en néerlandais)
Nous avons consulté les autorités fédérales et les entités fédérées pour déterminer la meilleure manière de soutenir le pacte de stabilité et de croissance.
Mme Alexia Bertrand (MR).- Nous suivrons le dossier avec attention et espérons que vous nous ferez part, au mois de mai, du résultat de ce processus.
- L'incident est clos.
Mevrouw Alexia Bertrand (MR).- We hopen dat u ons in mei op de hoogte zult stellen van het resultaat.
- Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Jan Busselen
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang,
en aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar ambt, de Promotie van meertaligheid en van het imago van Brussel,
betreffende "de toekomst van a.pass".
Question orale jointe de M. Jan Busselen,
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional,
et à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "l'avenir de l'a.pass".
De heer Jan Busselen (PVDA).- Eind januari kondigde Vlaams minister van Onderwijs Weyts aan dat het kunsteninstituut a.pass geen subsidies meer krijgt en dat de beheersovereenkomst wordt stopgezet. Nochtans kreeg het instituut een positieve beoordeling, zoals mevrouw Vandermeulen en mevrouw Sanders van de evaluatiecommissie bevestigden. Zij hadden naar eigen zeggen een inhoudelijk advies opgesteld dat a.pass met een goed tot zeer goed rapport de toekomst moest binnenloodsen. Een stopzetting van de subsidiëring kwam in die evaluatie nooit ter sprake.
A.pass is een plek voor artistiek onderzoek en reflectie, een unieke ruimte waar de studie en de ontwikkeling van het kunstenveld in al zijn diversiteit kan plaatsvinden.
Brussel is een kunststad en een kunstenaarsstad. De internationale reputatie van a.pass en zijn alumni bevorderen de aantrekkingskracht die Brussel uitoefent op veel kunstenaars.
In het Vlaams Parlement zei minister Weyts dat a.pass aan onderzoek doet en dat dat niet tot het pakket van onderwijsbevoegdheden behoort. Het lijkt haast wereldvreemd om onderwijs en onderzoek van elkaar te scheiden. Leer- en onderzoeksprocessen zijn immers intrinsiek met elkaar verbonden. Daarom heeft elke universiteit een afdeling onderzoek en ontwikkeling.
Het blijft gissen naar de reden waarom de Vlaamse regering a.pass liever ziet verdwijnen, maar dat de verdwijning van dat instituut neerkomt op een verarming van het kunstenveld in Brussel, staat buiten kijf. U bent een liefhebber van Brussel als kunststad. Het nieuws over a.pass zal dan ook bij u een gevoel van onbehagen hebben teweeggebracht.
Hebt u overleg gevraagd met de Vlaamse minister van Onderwijs over de mogelijke verdwijning van a.pass?
Hebt u overleg gepland met de verantwoordelijken van a.pass?
De creativiteit van de Brusselse regering op het vlak van kunst en cultuur was groot. Ik denk daarbij aan het Musée du Chat. Kan het Brussels Gewest a.pass misschien structureel ondersteunen vanaf 2024? Zo ja, op basis van welke bevoegdheden?
M. Jan Busselen (PVDA).- Fin janvier, le ministre flamand de l'enseignement Weyts a annoncé que les subsides de l'institut artistique a.pass seraient supprimés et son contrat de gestion résilié, alors que celui-ci avait fait l'objet d'une évaluation positive.
A.pass est un lieu de recherche et de réflexion artistique, un espace unique où l'étude et le développement des arts dans toute leur diversité peuvent avoir lieu. Sa réputation internationale renforce l'attrait de Bruxelles pour de nombreux artistes.
D'après le ministre Weyts, a.pass fait de la recherche, ce qui ne relève pas de l'enseignement. Les processus d'apprentissage et de recherche sont pourtant intrinsèquement liés.
Avez-vous demandé une concertation avec le ministre flamand de l'enseignement au sujet de la disparition éventuelle de l'institut a.pass ? Avez-vous prévu de rencontrer les responsables de ce dernier ?
La Région bruxelloise pourrait-elle éventuellement soutenir structurellement l'institut à partir de 2024 ? Si oui, au titre de quelles compétences ?
De heer Sven Gatz, minister.- Net als u heb ik via de media vernomen dat de Vlaamse regering haar subsidies aan a.pass stopzet en wat de bevoegde minister daartoe beweegt. Er is geen voorafgaand overleg geweest.
Zoals u zelf aangeeft, heeft het Brussels Gewest geen gemeenschapsbevoegdheden en kan het geen middelen vrijmaken voor instellingen zoals a.pass. Het gaat immers om aparte financiering voor speciale trajecten in het hoger onderwijs (P.A.R.T.S., HISK, …), die wij als gewest onmogelijk kunnen sponsoren.
Vanuit de promotie van het nationale of het internationale imago kunnen we alleen evenementen financieren of specifieke investeringen doen. Structurele ondersteuning is onmogelijk. Zelfs wanneer imagosubsidies administratief-budgettair mogelijk zijn, kunnen ze in zo'n geval de structurele ondersteuning uit Vlaanderen niet compenseren. Het Brussels Gewest heeft overigens niet de middelen om elke toelage voor instellingen op het Brusselse grondgebied over te nemen die de Vlaamse Gemeenschap om wat voor reden dan ook stopzet.
Ik ben uiteraard steeds bereid om met iedereen overleg te plegen, en heb dat ook informeel gedaan met a.pass, maar meen dat ik binnen mijn bevoegdheden weinig ruimte heb om tot een structurele oplossing bij te dragen. We zullen nagaan wat mogelijk is. Het enige positieve aan dit verhaal is dat we nog tijd hebben om een oplossing te zoeken.
M. Sven Gatz, ministre.- Nous n'avons pas été consultés quant à l'arrêt des subventions à l'institut a.pass.
La Région bruxelloise n'exerce pas de compétences communautaires et ne peut donc pas financer une telle institution.
Nous ne pouvons pas offrir de soutien structurel au titre de la promotion de l'image. Par ailleurs, la Région bruxelloise n'a pas les moyens de compenser toute subvention que la Communauté flamande supprimerait pour les institutions situées sur le territoire bruxellois.
Je reste ouvert à la concertation mais, dans le cadre de mes compétences, je ne dispose pas d'une marge de manœuvre suffisante. Toutefois, nous disposons de suffisamment de temps pour chercher une solution.
De heer Jan Busselen (PVDA).- Het is goed dat u al contact hebt opgenomen met de directie van a.pass. Het gaat eigenlijk maar om een klein bedrag, want ik geloof dat die instelling ongeveer 500.000 euro per jaar ontvangt. Ik begrijp echter ook dat u niet zomaar een instantie structureel kunt financieren nadat de Vlaamse regering die heeft laten vallen. We hebben nog tijd tot 2024 om oplossingen te vinden. Ik ben benieuwd naar het vervolg.
- Het incident is gesloten.
M. Jan Busselen (PVDA).- Je comprends que vous ne puissiez pas offrir de soutien structurel à une institution que le gouvernement flamand a laissé tomber. Une solution doit être trouvée d'ici 2024.
- L'incident est clos.
Question orale de M. Emmanuel De Bock
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "l'impact de l'inflation sur les finances publiques régionales".
Mondelinge vraag van de heer Emmanuel De Bock
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de gevolgen van de inflatie voor de gewestelijke overheidsfinanciën".
M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Selon les prévisions économiques publiées par les grandes institutions financières internationales, telles que le Fonds monétaire international, la Banque centrale européenne et la Réserve fédérale américaine, l’année 2022 devrait être marquée par une hausse sensible de l’inflation dans de nombreux pays, en raison de la flambée des prix de l’énergie - gaz et électricité -, des carburants, des matériaux de construction et de la plupart des produits alimentaires.
D’après les dernières estimations, le taux d’inflation pour l’année 2022 devrait s’élever à 5,8 % en Belgique, un niveau inégalé depuis le début des années 1980. Ainsi que l’ont souligné de nombreux économistes, l’inflation affectera incontestablement les budgets des ménages et des entreprises au cours des prochains mois. De surcroît, la poussée inflationniste pourrait aussi avoir des répercussions sur les finances publiques, et ce à tous les niveaux de pouvoir.
Nous avons appris, par un article publié dans le journal L’Écho du 28 janvier dernier, que la Banque nationale de Belgique (BNB) avait récemment réalisé une étude ayant précisément pour but d’évaluer les conséquences potentielles de l’inflation actuelle sur les finances publiques de notre pays. Même si la BNB admet que ses estimations ne reposent pas sur des hypothèses très détaillées, les conclusions de l’analyse sont limpides : l’inflation aiguë actuellement enregistrée en Belgique devrait entraîner une détérioration du solde des finances publiques, dans la mesure où les dépenses devraient croître davantage que les recettes.
D’après la BNB, seulement deux tiers de l’inflation devraient se répercuter sur les recettes liées aux impôts directs. La poussée inflationniste devrait générer une augmentation significative des recettes provenant de l’impôt des personnes physiques et des cotisations sociales, du fait de l’indexation automatique des salaires. En revanche, la hausse des coûts devrait comprimer les bénéfices des entreprises, provoquant ainsi une baisse des recettes issues de l’impôt des sociétés.
Toujours selon la BNB, le taux de croissance des recettes provenant des impôts indirects devrait être deux fois moins élevé que le taux d’inflation. Certes, la hausse des prix devrait se traduire mécaniquement par une augmentation proportionnelle des recettes générées par la taxe sur la valeur ajoutée, mais l’inflation ne devrait pas, par contre, exercer d'influence significative sur les recettes provenant des autres impôts indirects fédéraux, tels que les accises, ou des impôts indirects régionaux, comme les droits d’enregistrement.
De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Volgens de economische prognoses van internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds zal de inflatie in 2022 fors toenemen wegens de scherp gestegen prijzen voor energie, brandstof, bouwmaterialen en voedsel.
In 2022 zou de inflatie in België 5,8% bedragen, wat de komende maanden de budgetten van de gezinnen en ondernemingen zal aantasten en ook gevolgen kan hebben voor de overheidsfinanciën.
In een artikel in de krant L'Écho van 28 januari lezen we dat de conclusies van een studie van de Nationale Bank van België (NBB) glashelder zijn: de inflatie zou leiden tot een verslechtering van het openbare financiën, aangezien de uitgaven meer zouden stijgen dan de inkomsten.
Volgens de NBB zou de inflatie leiden tot aanzienlijk meer inkomsten uit de personenbelasting en de sociale bijdragen wegens de automatische indexering van de lonen. De hogere kosten zouden evenwel de winsten van de bedrijven beïnvloeden en de inkomsten uit de vennootschapsbelastingen dus doen dalen. Ook zouden de indirecte belastingen maar half zoveel stijgen als de inflatie.
Pour sa part, le taux de croissance des dépenses publiques pourrait s’avérer presque aussi élevé que le taux d’inflation. En effet, les pouvoirs publics devront non seulement faire face à l’indexation automatique des rémunérations des fonctionnaires, des pensions, des revenus de remplacement et des allocations sociales, mais ils verront également s’accroître d’autres types de dépenses en raison de l’augmentation sensible du coût des marchés de travaux et des prix de nombreux biens et services. Si l’étude de la BNB concerne d’abord et avant tout le budget de l’autorité fédérale, elle pourrait aussi être riche d’enseignements pour les finances publiques des entités fédérées.
L’étude de la BNB a-t-elle permis d’évaluer l’impact de l’inflation sur le solde budgétaire brut et sur le solde de financement selon les normes du système européen des comptes nationaux et régionaux de la Région de Bruxelles-Capitale pour l’exercice 2022 ? Dans ce cas, pouvez-vous nous présenter les conclusions de cette analyse ? À défaut, votre administration a-t-elle, de son côté, pu réaliser une estimation de l’effet de l’inflation sur le budget de la Région de Bruxelles-Capitale pour l’année 2022 ?
Quel devrait être l’impact de l’inflation actuelle sur les recettes régionales, qu’il s’agisse des dotations institutionnelles octroyées par l’autorité fédérale, des impôts régionaux tels que les droits d’enregistrement, droits de succession, précompte immobilier, taxes de circulation, etc. ou des autres types de rentrées financières ?
Comment l’inflation devrait-elle se répercuter sur les dépenses publiques régionales, qu’il s’agisse des rémunérations des agents de la fonction publique régionale, des dotations allouées aux organismes pararégionaux, des subventions accordées au monde associatif ou encore des dépenses d’investissement ?
L’inflation devrait-elle entraîner une détérioration du solde budgétaire de la Région pour l’exercice 2022 ? En d’autres termes, l’inflation actuelle devrait-elle coûter davantage aux finances publiques régionales qu’elle ne devrait leur rapporter ?
De overheidsuitgaven zouden procentueel bijna evenveel stijgen als de inflatie. Die uitgaven zullen niet alleen toenemen door de automatische indexering van de wedden van de ambtenaren, pensioenen enzovoort, maar ook door de sterke stijging van de kostprijs van overheidsopdrachten en tal van goederen en diensten.
Zijn de gevolgen van de inflatie voor de financiën van het gewest geraamd? Welke gevolgen heeft de inflatie voor de inkomsten en uitgaven van het gewest? Zal de inflatie de gewestelijke overheidsfinanciën meer kosten dan opbrengen?
M. Sven Gatz, ministre.- Les divers services du gouvernement travaillent actuellement à l’estimation de l’impact de l’inflation sur les finances bruxelloises. Beaucoup d’éléments sont encore à l’étude, mais nous pouvons déjà communiquer au sujet de certains éléments cités dans votre question.
Au niveau des dépenses, les indexations des salaires effectives en 2022, en février à la suite du dépassement de l’indice pivot en décembre 2021, en avril à la suite du dépassement de l’indice pivot en février, ou encore prévue par les dernières projections du Bureau fédéral du Plan - dépassement de l’indice pivot en juillet, effectif en septembre -, représenteront une hausse d’un peu plus de 90 millions d'euros pour l’ensemble de l’entité régionale.
Fort heureusement, le gouvernement avait déjà intégré les dernières projections de fin 2021 dans les crédits du budget initial 2022 et avait constitué une provision de 21 millions d'euros pour couvrir une seconde indexation. En fin de compte, cela se traduirait par un impact de 40 millions d'euros par rapport au budget initial 2022.
Pour les transferts aux Communautés et commissions communautaires, l’augmentation est actuellement estimée à 6 millions d'euros pour 2022.
Au niveau des recettes, la plupart des transferts en 2022 en vertu de la loi spéciale de financement sont indexés à l’inflation de l’année courante. Cela se traduirait actuellement, sur la base des dernières projections du Bureau fédéral du Plan, par une augmentation des recettes de l’ordre de 60 millions d'euros par rapport au budget initial 2022, sur la base de l’impact de l’inflation et de la croissance.
De heer Sven Gatz, minister.- De diverse diensten van de regering ramen momenteel de gevolgen van de inflatie voor de Brusselse financiën. Er wordt nog heel wat onderzocht, maar toch weten we al een en ander.
De loonindexering in 2022 zal de gewestelijke uitgaven doen toenemen met ruim 90 miljoen euro.
Gelukkig had de regering in de initiële begroting 2022 al rekening gehouden met de prognoses van eind 2021 en bovendien een provisie van 21 miljoen euro aangelegd. Daardoor bedragen de uitgaven uiteindelijk 40 miljoen euro meer in vergelijking met de initiële begroting 2022.
Voor de transfers naar de gemeenschappen en gemeenschapscommissies wordt de stijging geraamd op 6 miljoen euro voor 2022.
De inkomsten zouden met 60 miljoen euro toenemen in vergelijking met de initiële begroting 2022.
Pour ce qui est de l’impôt des personnes physiques, ce n’est en effet qu’en 2023 que l’indexation des barèmes fiscaux engendrera une augmentation nominale de nos recettes, sur la base de l’inflation de 2022.
Une première évaluation va dans le sens où les impôts régionaux sur le patrimoine - enregistrement, succession, donation - ne suivraient pas directement l’évolution de cette inflation poussée par l’énergie. Nous resterons donc prudents en gardant pour l’instant nos estimations du budget initial 2022. Il est à noter que pour ces trois aspects, une réunion a eu lieu le vendredi 18 mars entre le SPF Finances et les administrations et cabinets des entités fédérées. Mes services sont en train de vérifier et d’intégrer les données communiquées à leurs projections. Ces quelques éléments ne permettent pas encore de dégager un impact global sur le solde de financement 2022. De nombreuses estimations doivent encore être réalisées sur les effets de la hausse des prix sur les dépenses de fonctionnement ou les investissements régionaux.
Le contrôle budgétaire, entamé début mars, permettra de mieux quantifier ces derniers éléments. Nous reviendrons donc vers vous avec les chiffres définitifs dans quelques semaines.
Pas in 2023 zullen de inkomsten uit de personenbelasting stijgen op basis van de inflatie van 2022.
De registratie-, successie- en schenkingsrechten zouden de evolutie van de inflatie niet direct volgen. We blijven dus voorzichtig en behouden onze ramingen van de initiële begroting 2022. Met deze enkele gegevens kunnen we de globale impact op de financiën echter nog niet nagaan.
De begrotingscontrole, die begin maart is aangevat, zal meer duidelijkheid bieden. We komen hierop dus binnen enkele weken terug met de definitieve cijfers.
M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Il serait intéressant que vous nous communiquiez, dans les semaines à venir, des précisions quant aux hausses respectives de 60 et 90 millions d'euros pour les recettes et dépenses, afin de voir où ces indexations sont les plus fortes.
Je note que les recettes augmentent, proportionnellement, à concurrence de seulement deux tiers des dépenses, mais je note également que vous avez été prudent, puisque vous aviez anticipé cette évolution : les répercussions sur les dépenses se limiteront à 40 millions d'euros, et vous n'avez, par ailleurs, pas anticipé les recettes à 100 %, sauf erreur de ma part. L'incidence de la hausse des dépenses sera donc probablement assez marginale.
Cela dit, je relève que trois dépassements de l'indice pivot ont eu lieu. Cette inflation sera marquée, mais ce mécanisme permet, à tout le moins, de sauvegarder principalement le pouvoir d'achat des ménages. Il importe d'en tenir compte dans le cadre de nos politiques.
Enfin, que ce soit en matière de droits de succession ou d'enregistrement, l'indexation des tranches permet également de conserver des recettes sans profiter de l'inflation pour les augmenter. Peut-être pourriez-vous intégrer cette réflexion dans vos futurs travaux.
- L'incident est clos.
De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- De inkomsten stijgen verhoudingsgewijs dus slechts voor twee derde van de uitgaven, maar u hebt hierop geanticipeerd, waardoor de gevolgen van de hogere uitgaven wellicht vrij marginaal blijven.
De spilindex is drie keer overschreden, maar daardoor behouden de gezinnen hun koopkracht.
De indexering van de schijven inzake successie- of registratierechten maakt het ook mogelijk om inkomsten te behouden.
- Het incident is gesloten.
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs