Présidence : M. Guy Vanhengel, président.
Voorzitterschap: de heer Guy Vanhengel, voorzitter.
Commissie voor Binnenlandse Zaken: vergadering van 6 december 2022
Mondelinge vraag van mevrouw Bianca Debaets
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
en aan mevrouw Nawal Ben Hamou, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Gelijke Kansen,
betreffende de nieuwe "Security by Design"-gids in het kader van straatintimidatie.
Question orale de Mme Bianca Debaets
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
et à Mme Nawal Ben Hamou, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée du Logement et de l'Égalité des chances,
concernant le nouveau guide « Security by Design » dans le cadre du harcèlement de rue.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Ik stel u deze vraag naar aanleiding van uw antwoord op een schriftelijke vraag over seksuele intimidatie in de openbare ruimte, waarin u aangaf dat safe.brussels aan een gids werkt met de titel Security by Design. In de nieuwe versie van de gids wordt een hoofdstuk gewijd aan gender in de openbare ruimte, met bijzondere aandacht voor seksuele intimidatie. Safe.brussels bereidt de gids momenteel voor in overleg met equal.brussels.
De gids is heel belangrijk omdat voorkomen ook in dit geval beter is dan genezen. Bij het ontwerp van de openbare ruimte moet er voldoende aandacht naar vrouwen gaan.
Is de tweede versie van Security by Design intussen beschikbaar? Wat worden de belangrijkste aanbevelingen in de gids? Welke aanbevelingen moeten straatintimidatie helpen voorkomen?
Welke rol heeft equal.brussels gespeeld? Hebt u overleg gepleegd met perspective.brussels, urban.brussels, de Brusselse politiezones en gemeenten die een preventieve rol spelen.
Mme Bianca Debaets (cd&v).- Cette question faite suite à votre réponse à une question écrite sur le harcèlement sexuel dans l'espace public, dans laquelle vous indiquiez que safe.brussels préparait un guide intitulé « Security by Design », en concertation avec equal.brussels.
La deuxième version du guide est-elle disponible ? Quelles en seront les principales recommandations ? Quelles sont celles qui devraient permettre de prévenir le harcèlement de rue ?
Quel rôle a joué equal.brussels ? Avez-vous consulté perspective.brussels, urban.brussels, les zones de police et les communes ?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De tweede editie van Security by Design wordt gecoördineerd door safe.brussels. In het Globaal Veiligheids- en Preventieplan werd de opdracht opgenomen om rekening te houden met de veiligheid bij de inrichting van de openbare ruimte. Dat zou gebeuren op basis van een multidisciplinaire aanpak, namelijk Security by Design. Safe.brussels wil dat innovatieve concept promoten om de beleving van de openbare ruimte aangenamer te maken door die ruimte vanaf de ontwerpfase veiliger, veerkrachtiger, inclusiever en gastvrijer te maken. Het is ook de bedoeling om bij te dragen tot de versterking van de sociale samenhang, het veiligheidsgevoel en de veerkracht van de Brusselaars.
In het licht van die transversale opdracht werkt safe.brussels momenteel aan een gids die zich toespitst op veiligheid en het veiligheidsgevoel in de openbare ruimte, met bijzondere aandacht voor seksuele intimidatie en seksueel geweld. Het is de bedoeling dat architecten, stadsplanners en andere instanties die zich bezighouden met de vormgeving van de openbare ruimte, die gids als een praktisch instrument gebruiken en bij de inrichting van de openbare ruimte rekening houden met gender en het onveiligheidsgevoel van burgers, en dat ze bijzondere aandacht besteden aan kwetsbare groepen.
De definitieve tekst wordt eind december verwacht. De opmaak van die gids kadert in de uitvoering van het Brussels Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen 2020-2024. Het betreft meer bepaald actie 26. Equal.brussels coördineert de uitvoering van dat plan. Het voorziet in de opstelling van een gids met goede praktijken om de objectieve en subjectieve veiligheid van de openbare ruimte te verbeteren. De uitwerking van die gids wordt gecoördineerd door de intraregionale werkgroep Security by Design, waarvan naast safe.brussels ook perspective.brussels, urban.brussels en Brussel Mobiliteit deel uitmaken. Daarnaast werd er een begeleidingscomité opgericht om de beschikbare expertise binnen het Brussels Gewest maximaal te bundelen. Naast equal.brussels bestaat dat begeleidingscomité uit vertegenwoordigers van de Brusselse politiezones, van de gemeenten, van verschillende gewestelijke en federale instanties, en uit vertegenwoordigers van verenigingen en van de academische wereld.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le plan global de sécurité et de prévention comporte une mission transversale qui consiste à intégrer des aspects sécuritaires dans l’aménagement de l’espace public, et ce, en se basant sur l'approche multidisciplinaire « Security by design ».
Dans ce cadre, safe.brussels est en train de rédiger un guide à l'intention des architectes, urbanistes et autres acteurs chargés de la conception de l'espace public, portant sur la sécurité et le sentiment de sécurité dans l’espace public et accordant une attention particulière aux phénomènes de harcèlement sexuel et de violences sexuelles dans l’espace public.
L’élaboration de ce guide s’inscrit dans la mise en œuvre du plan bruxellois de lutte contre les violences faites aux femmes 2020-2024, et plus précisément de l’action 26. Sa rédaction, qui devrait être finalisée pour la fin du mois de décembre, est coordonnée par le groupe de travail intrarégional « Security by Design », composé de safe.brussels, perspective.brussels, urban.brussels et Bruxelles Mobilité. Le plan sera mis en œuvre par equal.brussels. Un comité d’accompagnement a également été mis en place, composé d'equal.brussels, de représentants des zones de police et des communes, de différentes entités régionales et fédérales, ainsi que de représentants du secteur associatif et du monde académique.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Dat is goed nieuws, want in het verleden was het ontwerp van de openbare ruimte nog te vaak een mannenzaak, waardoor vrouwen zich onveilig voelen in parkeergarages, die vaak slecht verlicht zijn. Het is nuttig en positief dat de expertise met partners en gemeenten wordt gedeeld.
- Het incident is gesloten.
Mme Bianca Debaets (cd&v).- C'est une bonne nouvelle car la conception de l'espace public était trop souvent une affaire d'hommes. Le partage de l'expertise avec les partenaires et les communes est utile et positif.
- L'incident est clos.
Vraag om uitleg van mevrouw Bianca Debaets
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de toename van het aantal schietincidenten in Brussel en het toewijzingssysteem inzake wapenvergunningen.
Demande d'explications de Mme Bianca Debaets
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant l'augmentation du nombre de fusillades à Bruxelles et le système de délivrance des permis de port d'arme.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het Brussels Gewest werd de afgelopen maanden en weken meermaals opgeschrikt door meerdere schietincidenten die op het grondgebied van verschillende gemeenten plaatsvonden. Voor de afgelopen zeven maanden gaat het om volgende incidenten:
- op 13 december 2021 was er een schietincident in de Wasserijstraat, in de Marollen;
- op maandag 18 april, in de Beekkantwijk in Sint-Jans-Molenbeek, vond een schietpartij plaats waarbij een 20-jarige persoon is overleden, een man die nog een heel leven voor zich had;
- op donderdag 2 juni op de middag moest de politiezone West opnieuw uitrukken voor een schietpartij in Sint-Jans-Molenbeek;
- op zaterdagavond 11 juni raakte in het centrum van Brussel, in de buurt van het De Brouckèreplein, een 34-jarige man ernstig gewond bij een schietincident, waarbij hij geraakt werd door zes kogels;
- de meest recente schietpartij vond plaats op woensdagavond 15 juni in Koekelberg. Daarbij raakten twee personen gewond.
Dat zijn slechts enkele voorbeelden van schietincidenten en ik laat de steekpartijen dan nog achterwege. Voor zover we weten zijn ze niet met elkaar gelinkt of met het drugsmilieu, dat is aan de politie en het gerecht om uit te zoeken, maar het toont wel aan dat het aantal schietincidenten schrikwekkend toeneemt. Hopelijk dringt die zeer zorgwekkende situatie ook door tot de beleidsinstanties, want de burger vraagt zich af of hij nog wel op een veilige manier kan wonen en werken in Brussel. Niemand wil het meemaken dat een spelend kind geraakt wordt door een verdwaalde kogel.
Welke aspecten van het Globaal Preventie- en Veiligheidsplan 2021- 2025 zijn verbonden met de problematiek van de schietincidenten? Hoe wordt die problematiek concreet verwerkt in het bredere kader?
Welke rol speelt het Brussels Gewest bij het afleveren van wapenvergunningen aan particulieren?
Hoeveel wapenvergunningen werden er in 2021 afgeleverd aan particulieren? Kunt u die cijfers opsplitsen per gemeente? Is er sprake van een dalende of een stijgende trend?
Hoeveel Brusselaars mogen vandaag een wapen bezitten? Kunt u die cijfers opsplitsen volgens geslacht, gemeente en leeftijd?
Kunt u nader toelichten wie de criteria daarvoor bepaalt? Door wie en op welke manier worden die gecontroleerd?
Welke concrete maatregelen worden er genomen om wapenhandel of illegaal vuurwapenbezit tegen te gaan? Komt er een campagne om burgers te motiveren hun oude wapens in te leveren?
Mme Bianca Debaets (cd&v).- Ces derniers mois, plusieurs communes de la Région bruxelloise ont été secouées par des fusillades. Leur augmentation est très préoccupante.
Quels aspects du plan global de sécurité et de prévention 2021- 2025 ont trait aux fusillades ? Quel traitement est réservé à cette question ?
Quel est le rôle de la Région bruxelloise dans la délivrance des autorisations de détention d'arme aux particuliers ? Combien ont été délivrées en 2021 ? Quelle est leur ventilation par commune ? Quelle en est l'évolution quantitative ?
Combien de Bruxellois sont autorisés à posséder une arme aujourd'hui ? Pouvez-vous ventiler ces chiffres par sexe, commune et âge ?
Qui détermine les critères en la matière ? Par qui et comment sont-ils contrôlés ?
Quelles mesures sont prises pour lutter contre le trafic ou la détention illégale d'armes à feu ? Y aura-t-il une campagne pour inciter les citoyens à remettre leurs vieilles armes ?
M. David Weytsman (MR).- Je ne reviendrai pas sur ces événements particulièrement violents. Il appartient évidemment aux zones de police locales et aux bourgmestres, parfois aidés par la police fédérale, d'intervenir. Ils sont les premiers acteurs dans la lutte contre ces phénomènes de plus en plus inquiétants pour la Région de Bruxelles-Capitale. Cependant, Monsieur le Ministre-Président, comme nous l'avons déjà évoqué à plusieurs reprises, vous disposez aussi, depuis la sixième réforme de l'État, de toute une série de compétences que nous souhaiterions voir renforcées et davantage mobilisées.
Il s'agit en premier lieu de la compétence d'observation, d'étude, d'enregistrement et d'analyse de phénomènes que je qualifie d'ultraviolents ou qui sont de plus en plus violents. Pour bien circonscrire le problème, ne pas l'exagérer ni le minimiser, pour faire en sorte que nous ayons tous ensemble, avec les dix-neuf communes, la réponse la plus adéquate, il faut que nous puissions mieux connaître ces phénomènes et mieux les identifier.
Nous devons aussi savoir si ces phénomènes touchent toutes les villes européennes, s'il s'agit des mêmes phénomènes que l'ultraviolence que l'on connaît à Anvers ou, au contraire, s'il existe des particularités bruxelloises. Cela relève de vos compétences en matière d'analyse et de prévention et nous devons donc redoubler nos efforts.
En deuxième lieu, vous disposez de compétences impliquant l'organisme d'intérêt public safe.brussels, ainsi qu'en matière de coordination de l'élaboration d'axes politiques qui traitent ces phénomènes de violence et touchent plusieurs communes. Dans quelle mesure utilisez-vous vos compétences de « supercoordinateur » - et j'emploie ce terme dans un sens positif ? Ces possibilités qui vous sont offertes depuis la sixième réforme de l'État s'inscrivent très clairement dans le cadre de la prévention. Quand ces phénomènes touchent différentes communes, elles vous permettent cependant de participer de manière plus active à la lutte contre l'ultraviolence dont question.
De heer David Weytsman (MR).- Het is aan de lokale politiezones en de burgemeesters, soms bijgestaan door de federale politie, om in te grijpen bij gewelddadige gebeurtenissen, maar ook u beschikt sinds de zesde staatshervorming over een reeks bevoegdheden die u nog meer zou kunnen inzetten.
Zo kunt u gewelddadige feiten observeren, bestuderen, registreren en analyseren. Een goede kennis van het probleem is belangrijk om op de meest geschikte manier te kunnen reageren. Het is ook belangrijk om te weten of het ultrageweld alle Belgische of Europese steden treft, dan wel of het een specifiek Brussels probleem is.
Bovendien bent u bevoegd voor safe.brussels en voor de coördinatie van de maatregelen als het ultrageweld verschillende gemeenten treft. U zou die bevoegdheden van "supercoördinator" nog beter kunnen uitspelen.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- La question comporte deux volets. Le premier concerne les armes. J'ai le souvenir qu'au moment des auditions, la h aute fonctionnaire de l'arrondissement de Bruxelles avait mentionné sa compétence en matière d'armes. Nous avions alors pu l'interroger et elle nous avait fourni de nombreux éléments de réponse. Il est prévu qu'elle revienne chaque année et elle pourra donc à nouveau nous faire un rapport. Pouvez-vous confirmer que cette matière relève effectivement de ses compétences ?
Le second volet concerne la coordination. Comment s'organise-t-elle avec le gouvernement fédéral ? À la mi-septembre, le Premier ministre a organisé une grande rencontre avec une série de ministres et les acteurs de la sécurité que sont les bourgmestres. Il a omis à mon sens de vous inviter en tant que ministre-président. Vous auriez pu, dès lors, bénéficier d'une série d'explications sur les moyens déployés.
En septembre, des investissements importants concernant la douane, le parquet et la police étaient proposés à Anvers. Qu'en est-il des investissements prévus à Bruxelles pour la police ?
La police fédérale, à travers la direction centrale de la lutte contre la criminalité grave et organisée, dispose d'outils particuliers. Ce service fédéral pourrait collaborer avec notre Observatoire bruxellois pour la prévention et la sécurité . Comment s'articule la coordination entre ces services fédéraux qui disposent d'instruments pointus ? À l'heure actuelle, la Région bruxelloise n'a pas accès à toutes les informations et il lui est donc difficile d'avoir une vue globale. Une concertation avec le gouvernement fédéral s'est conclue par la promesse de changements législatifs. Pouvez-vous nous dresser un état des lieux de la question ?
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Tijdens de hoorzittingen zei de hoge ambtenaar dat ze bevoegd is op het vlak van wapens en dat ze elk jaar verslag zal uitbrengen. Klopt het dat dat aspect onder haar bevoegdheid valt?
Hoe is de coördinatie met de federale overheid geregeld? Midden september organiseerde de premier een bijeenkomst met meerdere ministers en burgemeesters. Hij verzuimde evenwel om u uit te nodigen. Dat is jammer, want u had meer uitleg kunnen krijgen over de middelen. In september werden grote investeringen voor de douane, het parket en de politie in Antwerpen voorgesteld. Welke investeringen zijn in Brussel gepland voor de politie?
De federale politie beschikt via de Centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit over speciale instrumenten. Die federale dienst zou kunnen samenwerken met het Brussels Observatorium voor Preventie en voor Veiligheid. Op dit ogenblik heeft het gewest geen toegang tot alle informatie. Overleg met de federale regering resulteerde in de belofte dat ze de wet zou wijzigen. Wat is de huidige stand van zaken?
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik dank mevrouw Debaets dat ze het onderwerp opnieuw op de agenda heeft geplaatst. Zelf waarschuw ik al sinds 2019 voor het toenemende bendegeweld in Brussel.
Het opflakkerende geweld komt meermaals per jaar in de media. Vaak maakt het meerdere dodelijke slachtoffers tegelijkertijd, zoals vorig jaar in Sint-Jans-Molenbeek. Dat is helaas een permanente realiteit in Brussel.
Sinds 1 januari zijn er meer dan twintig zware incidenten geweest, soms met dodelijke afloop. Vorige week vonden meerdere steekpartijen plaats, waaronder een aantal die aan het drugsmilieu worden gelinkt. Vorig jaar waren er 181 geregistreerde steekpartijen, een stijging met maar liefst 28% tegenover 2020 en het hoogste aantal van de voorbije tien jaar. Dat moet natuurlijk alarmbellen doen rinkelen.
Naar aanleiding van het drugsgeweld in Brussel en Antwerpen is de federale regering van plan om in Antwerpen en Oost-Vlaanderen het Stroomplan XXL uit te voeren. Brussel wordt daarentegen een onderdeel van een nationaal plan tegen georganiseerde criminaliteit. De directeur van de gerechtelijke politie van het arrondissement Brussel wordt verantwoordelijk voor de toepassing van het plan. Hij heeft van de federale regering de opdracht gekregen om een stuurcomité op te richten waarin de directeur van de bestuurlijke politie, de politiezones en het parket zitting krijgen.
Brussel had natuurlijk al een eigen, niet onverdienstelijk Kanaalplan, dat onderliggende geldstromen waarmee terreur wordt gefinancierd, aan het licht bracht. Er waren vaak banden met het drugsmilieu.
Toplui van de federale politie en zelfs burgemeesters bevestigden dat het Kanaalplan zijn vruchten heeft afgeworpen. Burgemeester Moureaux van Sint-Jans-Molenbeek vond het plan in eerste instantie stigmatiserend, maar is nu vragende partij om het voort te zetten. Het Kanaalplan wordt momenteel met alle betrokken partijen geëvalueerd. Is de Brusselse regering of de Gewestelijke Veiligheidsraad betrokken bij de evaluatie? Kunt u er wat meer over vertellen?
Ondertussen is ook het Gewestelijk Veiligheidsplan van kracht. Er is sprake van een administratieve aanpak van de georganiseerde misdaad door lokale besturen en van een globaal drugsplan in samenwerking met de federale gerechtelijke politie. Wat heeft het Gewestelijk Veiligheidsplan tot nu toe opgeleverd?
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Depuis 2019, je mets en garde contre la violence croissante des gangs à Bruxelles. Depuis le 1er janvier, il y a eu plus de vingt incidents graves, dont certains mortels. Les agressions à l'arme blanche, notamment liées au milieu de la drogue, sont aussi en augmentation. C'est alarmant.
En réponse à la violence liée à la drogue, le gouvernement fédéral prévoit de mettre en œuvre le « Stroomplan XXL » à Anvers et en Flandre orientale. Bruxelles, en revanche, sera intégré dans un plan national contre le crime organisé qui y sera mis en œuvre par le directeur de la police judiciaire de l'arrondissement de Bruxelles.
Bruxelles avait déjà son plan Canal, qui a dévoilé les financements sous-jacents du terrorisme et ses liens fréquents avec le milieu de la drogue. Ce plan, dont les qualités ont été soulignées par des hauts responsables de la police fédérale et des bourgmestres, est en cours d'évaluation. Le gouvernement bruxellois ou le Conseil régional de sécurité sont-ils impliqués dans cette évaluation ?
Il y a également le plan de sécurité régional, qui a trait au crime organisé et à la lutte contre la drogue. Qu'a donné ce plan jusqu'à présent ?
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- J'ai également eu le malheur de me trouver sous la menace d'une arme. Une nuit, en rentrant chez moi vers 1 heure du matin, j'ai voulu intervenir dans une bagarre et un individu m'a dit : « Rentre chez toi ou je te mets une balle dans la tête. » Lorsque je me suis approché de lui, il a effectivement sorti son arme !
Or, je ne pense pas que cet individu évoluait dans le milieu de la drogue. Nous devons être très prudents et ne pas nous concentrer sur un seul phénomène social : un nombre considérable de personnes pensent être autorisées à circuler avec une arme.
L'individu en question a été identifié lorsque j'ai porté plainte et il s'est avéré qu'il n'était pas lié au milieu de la drogue et qu'il n'avait pas d'antécédents. Il pensait tout simplement pouvoir sortir avec une arme. Il est donc évident qu'un problème existe.
J'ai été menacé de la sorte une deuxième fois, lors d'une discussion concernant une place de stationnement. J'ai bien sûr décidé de m'en aller sans me battre, car lorsqu'on se retrouve confronté à une telle situation, il est plus sage de rentrer chez soi. Une telle expérience ne laisse personne sans crainte.
Il faut prendre le problème du port d'arme à bras-le-corps sans se concentrer uniquement sur le milieu de la drogue.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Ik ben al twee keer met een wapen bedreigd. De eerste keer was toen ik 's nachts tussenbeide wilde komen in een gevecht. Toen de persoon werd geïdentificeerd, bleek dat hij geen strafblad of banden met het drugsmilieu had. Hij dacht gewoon dat hij buiten een wapen mocht dragen.
De tweede keer was tijdens een discussie over een parkeerplaats. Ik ben toen natuurlijk onmiddellijk vertrokken, maar een dergelijke ervaring gaat niet in iemands koude kleren zitten.
Het probleem van de wapendracht moet streng worden aangepakt. Uit de bovenstaande voorbeelden blijkt bovendien dat we de maatregelen niet alleen mogen toespitsen op het drugsmilieu.
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mme Debaets semble dire que les coups de feu tirés relèvent de problèmes judiciaires liés aux milieux criminels, mais aussi qu'il s'agit d'armes déclarées, autorisées par safe.brussels. Ce sont pourtant deux phénomènes différents : ce ne sont généralement pas les chasseurs et tireurs sportifs répertoriés qui tirent en rue, mais bien des malfaiteurs avec des armes non déclarées, au numéro de série effacé.
Je ne comprends pas très bien en quoi M. Vervoort aurait une compétence de « supercoordinateur » sur cette question. Il s'agit d'un problème judiciaire qui concerne essentiellement les ministres fédéraux de la Justice et de l'Intérieur. Et quels partis ont occupé ces postes les quinze dernières années ? Sur cette période, l'Intérieur a été dévolu pendant quatre ans au cd&v et quatre ans à la N-VA. En matière de Justice, la situation est catastrophique à Bruxelles. Le procureur du Roi, parti depuis plus d'un an et demi, n'a pas encore été remplacé. Il y a pénurie de magistrats, non seulement dans le domaine judiciaire, mais aussi en droit de la famille, avec le problème de mineurs ni soutenus, ni pris en charge, qui deviennent des délinquants. Tout cela est dû à dix ans de politique du cd&v sur les quinze dernières années. Et ces partis viennent nous donner des leçons ?
M. Weytsman a essayé de démontrer que les bourgmestres pouvaient intervenir. Nous verrons cela le jour où il occupera le poste à la Ville de Bruxelles. En fait, le bourgmestre a très peu de compétences en ces matières. Il pourrait prendre des arrêtés de police pour organiser des couvre-feux dans certaines zones, mais cela ne peut se faire que pour des périodes très limitées, et cette mesure est sévèrement sanctionnée par le Conseil d'État.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mevrouw Debaets lijkt te zeggen dat de schietincidenten te maken hadden met problemen in criminele kringen, maar ook dat het gaat om aangegeven wapens. Dat gaat evenwel niet samen. Het zijn geen geregistreerde jagers en sportschutters die op straat schieten, maar criminelen met niet-aangegeven wapens met gewiste serienummers.
Ik begrijp niet waarom de heer Vervoort in deze kwestie een bevoegdheid van supercoördinator zou hebben. Dit is een gerechtelijke kwestie die hoofdzakelijk de federale ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken aangaat. Op het gebied van justitie is de situatie in Brussel rampzalig. De procureur des Konings is na anderhalf jaar nog steeds niet vervangen en er is een tekort aan magistraten. Dat is het resultaat van tien jaar cd&v-beleid. En nu wil die partij ons de les lezen?
De heer Weytsman zegt de burgemeesters kunnen ingrijpen, maar hun bevoegdheden op dat vlak zijn uiterst beperkt. Ze kunnen enkel politiebesluiten nemen om in bepaalde zones een tijdelijk uitgangsverbod in te stellen.
Par ailleurs, ce genre de demande d'explications revient à peu près tous les trois mois, dans le but de ternir l'image de Bruxelles, alors qu'elle est classée comme la cinquième ville la plus sûre au monde en matière de sécurité personnelle dans l'index indépendant publié par l'hebdomadaire The Economist. Cela signifie que la rencontre malencontreuse qu'a faite M. Ahidar constitue, heureusement, une exception.
Les règlements de compte au sein des organisations criminelles sont un fait dans toutes les villes du pays, y compris dans une ville que je cite souvent en exemple pour faire bondir mes collègues de la N-VA et où les explosions sont fréquentes.
S'il y a un problème dans l'architecture institutionnelle de notre pays, il faut d'abord que les autorités fédérales responsables s'attellent à le résoudre. S'il y a un problème de santé mentale, il faut investir dans la santé mentale. De même, s'il y a un problème de désinvestissement dans la lutte contre le crime organisé, il faut le régler. Je rappelle qu'il manque 500 policiers à Bruxelles, que la police judiciaire fédérale de Bruxelles est complètement exsangue et transfère des dossiers vers les six zones de police communales. Il est temps d'investir sérieusement dans la fonction publique et je tiens à le rappeler au cd&v, à la N-VA et au MR.
Dit soort vragen om uitleg wordt om de drie maanden ingediend met als doel het imago van Brussel aan te tasten, terwijl we de vijfde meest veilige stad ter wereld zijn volgens de onafhankelijke index van het weekblad The Economist. De bedreigingen die de heer Ahidar heeft meegemaakt, zijn gelukkig een uitzondering. Bovendien vinden afrekeningen binnen criminele organisaties in elke stad van het land plaats.
Er is een tekort van 500 politieagenten in Brussel. De federale gerechtelijke politie Brussel is compleet overbelast en draagt zaken over aan de zes lokale politiezones. Het is tijd om serieus te investeren in het openbaar ambt. Ik wil cd&v, de N-VA en de MR daaraan herinneren.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het is niet zo eenvoudig om uit de politiestatistieken af te leiden bij hoeveel criminele feiten een vuurwapen werd gebruikt. Dergelijke feiten kunnen namelijk op verschillende manieren worden omschreven. Om het aantal vuurwapenfeiten te achterhalen, is grondig opzoekingswerk in de politiestatistieken vereist.
Het federale project i-Police, dat onder meer tot doel heeft om gegevensbanken samen te voegen, moet daar de komende jaren verbetering in brengen. De federale minister van Binnenlandse Zaken liet op 18 mei in de Kamer weten dat het platform begin 2026 operationeel zou moeten zijn voor de politiezones en de federale eenheden.
Momenteel zijn er alleen voor 2020 volledige cijfers beschikbaar. De cijfers voor 2021 die tot nu toe bepaald zijn, hebben enkel betrekking op de eerste helft van dat jaar. Het is dus nog niet mogelijk om een trend te bepalen voor 2021, laat staan voor de eerste maanden van 2022.
Uit de cijfers voor 2020 die het observatorium heeft gekregen, blijkt dat het aantal gevallen van moord en doodslag of pogingen daartoe, waarbij we ook de schietincidenten kunnen rekenen in het Brussels Gewest, sinds 2011 met 150 tot 200 gevallen per jaar vrij stabiel is gebleven. In 2019 lag dat cijfer iets lager (146), waarna het in 2020 opnieuw steeg naar 169, een getal dat niet uitkomt boven het gemiddelde sinds 2011.
De gegevens voor 2021 zijn, zoals ik daarnet al zei, nog niet volledig, maar de politiestatistieken maken melding van 82 gevallen van moord en doodslag of pogingen daartoe in de eerste helft van 2021. Ook daaruit blijkt dus geen bijzondere toename van dat soort feiten.
In 2020 registreerde de politie in het Brussels Gewest 345 gevallen van illegaal wapenbezit en 53 gevallen van illegale wapendracht of illegaal wapenvervoer. Uit de gegevens over die inbreuken valt echter niet af te leiden of de wapens in kwestie gebruikt werden bij een schietpartij, een afrekening of iets anders.
In 2020 werden in het gewest ook 14 gevallen van illegale wapenhandel geregistreerd. Doordat dat verschijnsel van nature aan het zicht onttrokken is, ligt het aantal vaststellingen en aangiftes doorgaans vrij laag. In 2020 deelde de politie 26 inbreuken in onder de noemer wapenzwendel. Bij 22 daarvan waren vuurwapens betrokken, tegenover 44 in 2019.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les faits criminels impliquant l'usage d'armes à feu peuvent être inscrits de différentes manières dans les statistiques policières. Il n'est dès lors pas facile de les dénombrer. Le projet fédéral i-Police, qui vise notamment à fusionner les bases de données d'ici à 2026, devrait améliorer la situation.
En conséquence, les seuls chiffres complets disponibles concernent l’année 2020.
D'après ceux-ci, les meurtres, assassinats et tentatives d'homicides, qui peuvent inclure les fusillades, sont relativement stables en Région bruxelloise depuis 2011. Les chiffres du premier semestre 2021 n'indiquent pas d'augmentation non plus.
Par ailleurs, en 2020, la police a enregistré 345 faits de détention illégale et 53 de port ou de transport illégal d'armes à feu en Région bruxelloise. Ces chiffres ne disent rien de l'éventuelle utilisation de ces armes.
Il existe aussi du commerce illégal d’armes à Bruxelles (14 faits en 2020). En outre, en 2020, la police a catégorisé 26 infractions comme relevant du trafic d’armes, dont 22 concernant des armes à feu. Enfin, en 2020, le Parquet correctionnel de Bruxelles a traité 48 affaires d’import, d'export et de transit d’armes, soit près du quart des affaires de ce type traitées en Belgique. Il est à noter que leur occurrence dans le pays a largement triplé depuis 2015.
Uit de cijfers van het parket blijkt voorts dat het Brussels Gewest van belang is voor de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens. In 2020 behandelde het correctionele parket van Brussel 48 dossiers daarover. Dat komt neer op 23% van zulke zaken in heel België en dat cijfer is sinds 2015 enorm toegenomen (+336%). Het steeg zelfs verder met 9% tussen 2019 en 2020, terwijl de geregistreerde criminaliteit in die periode daalde ten gevolge van de gezondheidscrisis, met uitzondering uiteraard van het aantal inbreuken op de coronamaatregelen.
In 2020 werden er 679 gewapende diefstallen opgetekend, goed voor een daling met 16% ten opzichte van 2019 en zelfs met 35% in vergelijking met 2015. Dat toont duidelijk aan dat de criminaliteit sinds enkele jaren aan het verschuiven is.
We hebben in deze commissie al uitvoerig gedebatteerd over de rol van het gewest bij schietincidenten. Ik verwijs daarbij naar het verslag van de commissievergadering van 18 juni 2022.
Uw overige vragen gaan over vergunningen voor wapenbezit. Dat valt echter onder de federale bevoegdheid Justitie. In Brussel is de hoge ambtenaar van Brussel-Hoofdstad belast met de bevoegdheden van de provinciegouverneur, die in de Wapenwet van 8 juni 2006 worden omschreven. Bijgevolg moet iedereen die in het Brussels Gewest gedomicilieerd is en een wapenvergunning wil, een aanvraag indienen bij de hoge ambtenaar. Om in aanmerking te komen voor een wapenvergunning moet de aanvrager voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 11 van de Wapenwet. Zo moet de aanvrager meerderjarig zijn en mag hij niet veroordeeld zijn tot bepaalde straffen of het voorwerp hebben uitgemaakt van een interneringsmaatregel. Hij moet daarnaast een medisch attest voorleggen waarin bevestigd wordt dat hij in staat is om een wapen te manipuleren zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen enzovoort.
Vanaf de ontvangst van een aanvraag van een particulier heeft de hoge ambtenaar vier maanden de tijd om een beslissing te nemen. Ze moet daarvoor een niet-bindend advies aanvragen bij de bevoegde politiezone. Dat advies heeft voornamelijk betrekking op de algemene moraliteit van de aanvrager en op zijn gerechtelijke antecedenten.
De hoge ambtenaar kan vervolgens de vergunning verlenen of weigeren. Die wordt uitgereikt voor onbepaalde duur, maar om de vijf jaar controleert de hoge ambtenaar de vergunninghouder.
Voorts kan de hoge ambtenaar een wapenvergunning te allen tijde beperken, schorsen of intrekken als uit informatie van de politie of het parket blijkt dat de vergunninghouder de openbare orde dreigt te verstoren of als de wettige reden waarop de aanvraag gebaseerd is, niet meer bestaat.
Daarnaast moet de vergunninghouder in zijn woning bepaalde veiligheidsmaatregelen in acht nemen, afhankelijk van het aantal wapens dat hij bezit.
Par ailleurs, le nombre de vols à main armée a tendance à diminuer depuis 2015. Cela montre que la criminalité change.
Cette commission a déjà débattu du rôle de la Région dans le cadre des fusillades. Je vous renvoie au rapport de sa réunion du 18 juin 2022.
Les autorisations de détention d’armes sont une compétence fédérale. Cette matière est régie par la loi du 8 juin 2006. Son article 11 précise les conditions à remplir pour obtenir cette autorisation, dont le fait de ne pas avoir été condamné à certaines peines.
En vertu de cette loi, tout résident bruxellois doit introduire sa demande d'autorisation auprès de la haute fonctionnaire de l'arrondissement de Bruxelles, qui dispose de quatre mois pour se prononcer. À cette fin, elle doit demander un avis non contraignant sur le demandeur à la zone de police compétente. Si, à l'issue de cette procédure, elle délivre une autorisation, celle-ci sera valable pour une durée indéterminée, mais un contrôle est prévu tous les cinq ans. Par ailleurs, la haute fonctionnaire peut toujours limiter, suspendre ou retirer une autorisation de détention, notamment s'il s'avère que son bénéficiaire risque de perturber l'ordre public.
Enfin, le détenteur d'une arme est tenu de prendre des mesures précises de sécurité à son domicile.
Vandaag zijn er op het grondgebied van Brussel slechts een tiental particulieren met een wapendrachtvergunning. Het gaat om de leden van de beveiligingsdiensten van de Europese instellingen, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie enzovoort.
Ik herinner eraan dat particulieren tijdens de amnestieperiode van 1 maart tot 31 december 2018 wapens die ze illegaal in hun bezit hadden, konden aangeven. Na afloop van die periode werden er in heel België 12.000 wapens vernietigd, waarvan 5.000 in Brussel. Ik zal u de tabel met cijfers nog bezorgen.
À Bruxelles, seule une dizaine de permis de port d'arme ont actuellement été délivrés à des particuliers.
Enfin, lors de l'amnistie de 2018 permettant de déclarer les armes détenues illégalement, 12.000 armes ont pu être détruites en Belgique, dont 5.000 à Bruxelles.
Je vous transmettrai les chiffres.
(poursuivant en français)
Concernant les bases de données, nous avançons, mais nous n'avons toujours pas accès à une série de détails. Certains aspects de la loi fédérale, nous dit-on, doivent être modifiés pour permettre cet accès, et nous attendons cette modification depuis quelques mois déjà.
Nous avons aussi joué le rôle de coordinateur lors de l'affaire Sky ECC, comme nous le faisons actuellement dans le quartier Nord, où nous réunissons les intervenants. Nous avons veillé à ce qu'une série de zones mettent à la disposition de la police judiciaire fédérale (PJF) un certain nombre d'enquêteurs pour déchiffrer les informations contenues dans les éléments saisis, notamment via différentes applications comme WhatsApp. Ce travail prend un temps fou au vu des milliers de données à examiner. La PJF de Bruxelles n'a plus les effectifs nécessaires pour ce faire.
Monsieur Ghyssels, effectivement, la PJF confie des missions d'enquête aux zones de police, mais quand les enquêteurs zonaux s'occupent de ces missions, ils doivent négliger leurs missions de base. La PJF connaît un réel problème d'effectifs, singulièrement à Bruxelles. Tous les intervenants sur le territoire bruxellois font au mieux et travaillent avec une grande conscience professionnelle.
(verder in het Frans)
Er is vooruitgang met betrekking tot de databanken, maar we hebben nog steeds geen toegang tot een aantal details. De federale wetgeving moet daartoe eerst worden gewijzigd.
We zijn als coördinator opgetreden in de zaak Sky ECC en doen dat momenteel ook in de Noordwijk. De politiezones hebben rechercheurs ter beschikking gesteld van de federale gerechtelijke politie Brussel om de informatie in de in beslag genomen voorwerpen te ontcijferen.
De federale gerechtelijke politie heeft een echt personeelsgebrek, vooral in Brussel. Alle betrokkenen in Brussel doen hun uiterste best en werken zeer professioneel.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het zou interessant zijn om de cijfers te vergelijken met die in andere, binnenlandse en buitenlandse steden met een vergelijkbaar aantal inwoners als Brussel, want pas dan blijkt hoe het met de situatie in Brussel echt gesteld is op internationaal vlak. Met statistieken moet je altijd oppassen. Je kunt daar alles mee bewijzen. De ene keer scoort Brussel goed op het vlak van veiligheid, de andere keer wat minder. We moeten dus objectieve cijfers met elkaar vergelijken.
Wat mij het meest in het oog springt, zijn de cijfers over de import en de handel van wapens. Daaruit blijkt dat Brussel een draaischijf is voor de import van wapens, wat een alarmerende vaststelling is.
Mme Bianca Debaets (cd&v).- Pour mieux se rendre compte de la situation, il serait intéressant de comparer les chiffres avec d'autres villes de taille comparable, en Belgique comme à l'étranger.
Les chiffres du trafic d'armes sont alarmants et démontrent que Bruxelles est une plaque tournante de l'import d'arme.
(poursuivant en français)
Je vais poursuivre en français pour être certaine que M. Ghyssels me comprenne. J'ai l'impression que certains éléments se perdent parfois dans la traduction.
(Sourires)
Je plaisante, évidemment, l'interprète fait un excellent travail et personne n'oserait douter de ses compétences. Ce n'était qu'un clin d’œil à mon collègue.
(Applaudissements)
Notre collègue Fouad Ahidar a déjà été menacé deux fois avec une arme à feu, en l'espace d'un ou deux ans. Ce n'est pas le fruit du hasard et encore moins un fait divers. M. Ghyssels, en prétendant que M. Vervoort n'est pas compétent, je pense que vous limitez votre rôle dans cette commission. Êtes-vous toujours député ou bien vous faites-vous le porte-parole de M. Vervoort ?
Mais continuez donc à prétendre qu'il n'y a aucun souci à Bruxelles ! Allez parler aux commerçants ! Le gérant du Delhaize le long du canal a été cambriolé dix-sept fois ! Donc M. Ghyssels, si vous avez du temps libre, nous pouvons lui rendre visite ensemble. Vous aurez ainsi l'occasion de discuter avec lui.
(Colloques)
(verder in het Frans)
Ik ga even verder in het Frans om zeker te zijn dat de heer Ghyssels mij verstaat.
(Vrolijkheid)
Dat was natuurlijk een grapje; de tolk doet het uitstekend.
(Applaus)
Mijnheer Ghyssels, u beweert dat de heer Vervoort niet bevoegd is. Sinds wanneer treedt u als zijn woordvoerder op?
De heer Ahidar is al twee keer met een vuurwapen bedreigd. De uitbater van de Delhaize langs het kanaal is al zeventien keer overvallen. Maar u blijft beweren dat er geen probleem in Brussel is.
(Samenspraak)
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De geregistreerde feiten en cijfers verdienen volgens mij de nodige aandacht, maar het is algemeen geweten dat er ook een 'dark number' bestaat, waar we geen zicht op hebben. De realiteit op het terrein wordt niet altijd weerspiegeld in de cijfers.
De cijfers van het parket over invoer, uitvoer en doorvoer van wapens zijn inderdaad alarmerend, waarbij het parket zelf aangeeft dat Brussel een draaischijf is in die handel. Daar moet adequaat op worden gereageerd en u vraagt dus terecht meer federale politie en recherche. Die vraag om extra steun is niet onlogisch en wordt ook door andere steden, zoals Antwerpen, gesteld.
Om eventueel meer zicht te krijgen op het 'dark number' is het misschien geen slecht idee om de spoeddiensten van de ziekenhuizen te bevragen over hun ervaringen, door de jaren heen, met het aantal steekincidenten, vuurwapengeweld en vermoedelijk geweld in het algemeen. Die incidenten worden namelijk niet altijd aan de politie gemeld en volgens mij zou de informatie die daaruit naar voren komt, bijzonder interessant kunnen zijn. De getuigenissen van iedereen hier in de commissie over confrontaties met geweld in Brussel spreken namelijk voor zich en doen vrezen dat het 'dark number' helaas schrikwekkend hoog kan zijn.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Les faits enregistrés méritent toute notre attention, mais n'oublions pas que les chiffres ne reflètent pas tout ce qui se passe sur le terrain.
Les chiffres du parquet relatifs à l'import, à l'export et au transit d'armes à Bruxelles sont en effet alarmants. Il faut y réagir adéquatement et vous demandez à juste titre davantage de soutien de la police fédérale et judiciaire.
Interroger services d'urgence des hôpitaux à propos de leur expérience de la violence au fil des années pourrait nous éclairer sur la face cachée du problème. Les incidents n'étant pas toujours rapportés à la police, je crains qu'elle soit alarmante.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Je vois des priorités : d'abord la collaboration avec le niveau fédéral afin d'obtenir une série d’éléments d'information et d'avoir ainsi une meilleure vision de la problématique ; ensuite, l'image négative que d'aucuns donnent de Bruxelles, et qui participe d'une mise en récit (storytelling) en vue des élections de 2024. C'est un gros problème.
Au lendemain des incidents à Bruxelles, j'ai vu à la télévision des images inacceptables : une voiture retournée et des trottinettes brûlées. Nous avons tous condamné ces faits. Mais, immédiatement après, l'on découvrait un poste de police liégeois être pris d'assaut pendant des heures par des personnes qui jetaient des pierres. Et les policiers de se barricader ! C'était extrêmement grave.
Si le même incident se produisait à Bruxelles, il serait érigé en scandale international. Aujourd'hui, nous participons à donner l'impression que Bruxelles n'est pas une ville sûre, alors que les statistiques disent le contraire. Certes, des citoyens sont victimes de violences, mais je salue le discours de M. De Wolf qui, de manière très responsable, a récemment rappelé l'impossibilité du « zéro incident ». Tous les déploiements de policiers du monde n'y changeraient rien.
Il est de notre responsabilité de réduire au maximum l'occurrence de ces incidents, mais il est irresponsable de véhiculer une mauvaise image de Bruxelles, et de parier ainsi sur une augmentation du sentiment d'insécurité sans lien direct avec l'insécurité objective.
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik zie een aantal prioriteiten. Een eerste is de samenwerking met de federale overheid om een reeks gegevens te ontvangen en zo een beter zicht op het probleem te krijgen.
Een ander probleem is het negatieve beeld dat sommigen van Brussel ophangen. Ze laten uitschijnen dat Brussel geen veilige stad is, terwijl de statistieken het tegendeel bewijzen. Bovendien kan zelfs de grootste politiemacht ter wereld niet alle geweld uitbannen, zoals de heer De Wolf terecht opmerkte. Het is onze verantwoordelijkheid om het aantal incidenten zoveel mogelijk te beperken. Het is daarentegen onverantwoord om een slecht imago van Brussel uit te dragen en zo het onveiligheidsgevoel te verhogen om electorale redenen.
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Mon intention n'est pas d'incriminer le ministre-président, je suis convaincu par son travail. Nous pouvons faire des réunions à huis clos, mais ici, nous posions des questions dans le cadre d'une commission, auxquelles le ministre-président a répondu. Nous avons d'ailleurs reçu un complément d'information par M. Ghyssels qui nous a expliqué où le bât blessait.
Certaines situations sont compliquées à Bruxelles. Comme le dit la citation, « Quand je m'examine, je m'inquiète. Quand je me compare, je me rassure. » Nous pourrions continuer à nous comparer sans cesse, mais nous n'en finirons jamais. Notre collègue nous a fourni des chiffres clairs : Bruxelles est la cinquième ville la plus sûre au monde en matière de sécurité personnelle et demain peut-être deuxième ou - pourquoi pas ? - première. Nous devons nous améliorer. Les solutions que nous tentons de trouver sont visiblement du ressort du gouvernement fédéral.
Par ailleurs, en cas d'agression, j'ose intervenir. Je le fais avec plus d'aisance que d'autres. Je pèse 130 kg et je pratique un peu le judo, je peux m'approcher de l'agresseur et lui dire de se calmer. Cependant, cela comporte plus de risques, car il pourrait avoir une arme.
Pour satisfaire la curiosité de certains, l'homme qui m'avait menacé de son arme partage l'idéologie d'extrême droite et est connu des services de police. Ce genre d'agressions se reproduira, mais nous souhaitons faire en sorte qu'il n'y ait pas d'armes qui circulent chez des individus problématiques.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Brussel is de vijfde veiligste stad ter wereld op het gebied van persoonlijke veiligheid. Het kan natuurlijk altijd nog beter, maar de oplossingen vallen duidelijk onder de bevoegdheid van de federale regering.
Ik durf misschien makkelijker in te grijpen bij agressie omdat ik 130 kg weeg en aan judo doe. Dat kan echter riskant zijn als de andere persoon een wapen heeft. De man die mij met zijn wapen bedreigde, deelt de ideologie van extreemrechts en is bekend bij de politie. Dat soort agressies zal zich zeker nog opnieuw voordoen. We moeten dus voorkomen dat dat soort mensen een wapen in hun bezit krijgen.
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- J'accepte volontiers l'invitation de Mme Debaets. De mon côté, je l'invite à Forest, chez des commerçants qui ont été confrontés au même problème, que j'ai bien connus lorsque j'étais bourgmestre. Je l'invite également à rencontrer des policiers pour comprendre le travail mis en place sur le terrain.
La conclusion est toujours la même, celle d'un manque de policiers de proximité, parce que le niveau fédéral ne remplit pas ses obligations et que le transfert de dossiers de la police judiciaire fédérale vers les zones de police est exactement le contraire de ce qu'il conviendrait de faire. La présence des agents de proximité et de l'agent de quartier est essentielle, comme l'a relevé M. Ikazban, car ceux-ci règlent des choses sur le terrain.
À Forest, j'ai vécu une prise d'otages et le passage de Salah Abdeslam, je peux donc en parler sans problème avec Mme Debaets lors de la visite du Delhaize situé le long du canal.
En tant que député, j'essaie de rester dans la sphère de mes compétences, et je ne mêle pas les compétences régionales et fédérales. Le ministre-président est interpellé sur toute une série de questions qui relèvent du parquet, que nous n'avons pas à interroger. Je rappellerai souvent ce partage des compétences et insisterai pour que ce genre de question n'arrive même pas en commission.
- L'incident est clos.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Er is een tekort aan lokale politieagenten omdat de federale overheid haar verplichtingen niet nakomt. De overdracht van dossiers van de federale gerechtelijke politie naar de politiezones is precies het tegenovergestelde van wat er zou moeten gebeuren. De aanwezigheid van gemeenschapswachten en wijkagenten is essentieel om bepaalde zaken op het terrein te regelen.
Als parlementslid probeer ik binnen mijn bevoegdheden te blijven en de gewestelijke en federale bevoegdheden niet door elkaar te halen. De minister-president wordt geïnterpelleerd over een reeks kwesties die onder de bevoegdheid van het parket vallen. Dat soort vragen zou niet eens in de commissie aan de orde mogen komen.
- Het incident is gesloten.
Vraag om uitleg van de heer Fouad Ahidar
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de mogelijke hervatting van Collecto door Taxis Verts.
Demande d'explications de M. Fouad Ahidar
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant la reprise éventuelle du service Collecto par Taxis Verts.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Collecto is een collectieve taxidienst die zeven dagen op zeven tussen 23 en 6 uur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rijdt. In tegenstelling tot gewone taxi's, worden de klanten opgehaald aan MIVB-haltes. Het tarief bedraagt vijf euro voor een passagier met een MIVB-jaarabonnement en zes euro voor wie dat niet heeft. De dienst wordt uitgebaat door Taxis Verts en heeft de steun van de Brusselse regering en de MIVB. De taxisector doet er dus zijn voordeel mee.
De coronacrisis is echter niet zonder gevolgen gebleven. Sinds het einde van de coronamaatregelen en de heropening van restaurants, bars en nachtclubs is Collecto nog niet opnieuw gestart. One.brussels-Vooruit betreurt dat, want tijdens de zomerperiode waren er heel veel evenementen en activiteiten in het Brussels Gewest. Hoe komt het dat Collecto toen niet in staat was de dienst te hervatten? De huidige gezondheidsmaatregelen en de social distancing vormen immers niet langer een belemmering.
Het is gewoon onbegrijpelijk dat de Brusselaar deze dienst wordt ontzegd. Het concept is goed doordacht en voldoet aan een reële vraag naar nachtelijk vervoer, de prijs is aantrekkelijk en het brengt de chauffeurs van Taxi Verts meer klanten.
In een persartikel van 7 oktober 2021 werd een ontmoeting tussen de exploitant en het kabinet van de minister-president aangekondigd. Ze zouden samen bekijken wanneer de dienst opnieuw van start kan gaan.
Waarom is Collecto nog steeds niet opnieuw gestart, ondanks het aflopen van de coronabeperkingen en de heropening van de horeca in het Brussels Gewest? In een door BX1 gepubliceerd persartikel staat dat Taxis Verts terughoudend is. Waarom is dat? Welke argumenten voert het aan om de dienst niet opnieuw te starten?
Welke maatregelen neemt u om Collecto nieuw leven in te blazen? Heeft Taxis Verts genoeg taxichauffeurs om de dienst te leveren? Hoeveel ritten werden er voor de coronacrisis geboekt? Wanneer wordt Collecto opnieuw beschikbaar?
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Suspendu pendant la crise du Covid-19, le service de taxis de nuit collectifs Collecto n'a toujours pas repris ses activités. C'est incompréhensible, d'autant qu'il permet à la société des Taxis Verts qui en a la charge d'augmenter sa clientèle.
Un article de presse du 7 octobre 2021 annonçait une rencontre entre l'exploitant et le ministre-président pour fixer une date de retour en service.
Pourquoi le service Collecto n'a-t-il toujours pas été relancé ? Un article publié par BX1 fait état de réticences du côté des Taxis Verts. Quelles sont-elles ?
Quelles mesures prenez-vous pour relancer ce service ? La société Taxis Verts dispose-t-elle d'un nombre suffisant de chauffeurs pour assurer le service ? Combien de courses ont été réservées avant la crise du Covid-19 ?
M. Jamal Ikazban (PS).- Collecto est une belle idée qui fonctionne bien et montre qu'avec le soutien de la Région, les taxis sont capables de rendre de beaux services à la population et aux usagers. Il s'agit en effet d'un service nocturne qui fonctionne de 23 heures à 6 heures du matin et transporte collectivement des personnes n'importe où à Bruxelles, en toute sécurité, pour cinq ou six euros. Par ailleurs, ce service subventionné est moins cher que le taxi classique pour les usagers.
Nous en avons longuement parlé la semaine dernière, à l'occasion des discussions budgétaires. J'ai entendu à cette occasion que le ministre-président souhaitait relancer au plus vite le service Collecto, interrompu pendant la crise du Covid-19.
Le service Collecto est accessible depuis environ 200 emplacements bien précis répartis à travers Bruxelles. Même s'il s'agit souvent d'arrêts de la STIB, il faudrait qu'ils soient mieux connus et rendus plus visibles. Je sais que le ministre-président n'est pas compétent en la matière, mais un effort pourrait être fait à ce niveau.
À l'occasion de son redémarrage, il faudrait aussi réaliser une bonne campagne d'information, la plus large possible, sur ce service. En effet, beaucoup de Bruxellois ne le connaissent pas.
De heer Jamal Ikazban (PS).- Collecto is een collectieve taxidienst die tussen 23.00 en 6.00 uur mensen in alle veiligheid in Brussel vervoert voor vijf of zes euro. Dat geweldige initiatief werd door het gewest gesteund, maar moest door de coronacrisis worden stopgezet.
Tijdens de begrotingsbesprekingen gaf u aan dat u de dienst zo snel mogelijk weer op gang wilt brengen.
Je kan een Collecto nemen op ongeveer 200 locaties in heel Brussel. Dat zijn vaak MIVB-haltes, maar er is een inspanning nodig om de opstappunten meer bekendheid en zichtbaarheid te geven.
Wanneer de dienst opnieuw wordt opgestart, moet er ook een goede informatiecampagne worden gevoerd. Veel Brusselaars kennen het initiatief immers nog niet.
D'un point de vue pratique, sans aborder l'appel d'offres et le soumissionnaire à désigner, il est important qu'un maximum de véhicules soient impliqués dans le système de Collecto si l'on veut obtenir un service réellement efficace. Précédemment, la proportion était de plus ou moins 200 véhicules sur 1.300, ce qui est insuffisant.
Par ailleurs, nous devrions envisager d'élargir les plages horaires du service Collecto dès que ce sera possible financièrement. Pour l'instant, les Bruxellois ont en effet recours à ces véhicules de 23 à 6 heures. Les plages horaires pourraient être beaucoup plus grandes.
Het is voorts belangrijk dat zo veel mogelijk taxi's aan het systeem deelnemen om een efficiënte dienstverlening te garanderen. In het verleden waren dat ongeveer 200 van de 1.300 taxi's, wat te weinig is.
Bovendien moeten we overwegen het tijdvenster van de Collectodienst uit te breiden zodra dat financieel mogelijk is.
M. David Weytsman (MR).- Dans le cadre des discussions budgétaires sur la mobilité, j'avais insisté sur l'importance de relancer le plus rapidement possible ce service fort attendu par les Bruxellois et les Bruxelloises. Je vise notamment les étudiants et les jeunes qui y avaient massivement recours pour rentrer chez eux à des heures où les transports de la STIB roulent peu ou ne roulent pas du tout.
Quand cette reprise pourra-t-elle être annoncée ?
Pourriez-vous nous communiquer l'appel d'offres initial ? En août, la presse rapportait que la société Taxis Verts n'était pas intéressée par la poursuite de cette activité. Quels critères de l'appel d'offres auraient-ils pu lui donner satisfaction ?
Le prix est-il maintenu à 5 euros ? Ce service devrait continuer d'être accessible à un prix démocratique, vu la clientèle visée.
Les horaires ne devraient-ils pas être étendus, comme le MR le demande depuis un moment ? En 2020, vous annonciez qu'une étude au sujet de l'extension des horaires serait menée.
Comment la communication sur ce service s'organisera-t-elle pour en augmenter la visibilité ?
Si ce service est, certes, un service public, pourquoi accorder un monopole ? En effet, dans le cadre de la réforme de l'ordonnance taxis, je vous avais demandé pourquoi ne pas offrir la possibilité à tous les taxis de transporter plusieurs personnes allant dans la même direction. Cette solution permettrait d'augmenter les recettes du secteur et de répondre aux demandes de transports diurnes et nocturnes. En outre, une partie des financements publics pourrait être convertie en d'autres mesures de soutien au secteur. Pourquoi ne pas permettre au secteur d'exercer cette activité ?
De heer David Weytsman (MR).- Tijdens de begrotingsbesprekingen heb ik erop aangedrongen Collecto zo snel mogelijk weer op te starten. Kunt u al een datum aankondigen?
Kunt u ons de oorspronkelijke aanbesteding bezorgen? In augustus meldde de pers dat het bedrijf Taxis Verts niet geïnteresseerd was om de activiteit voort te zetten. Welke criteria in de aanbesteding zorgden voor een probleem?
Wordt de prijs gehandhaafd op vijf euro? Worden de uren van de dienst uitgebreid? Komt er een grote communicatiecampagne om de dienst meer bekendheid te geven?
Collecto is een openbare dienst, maar dat betekent niet per se dat er een monopolie moet worden toegekend. Waarom biedt u niet alle taxi's de mogelijkheid om meerdere personen te vervoeren die in dezelfde richting gaan? Dat komt niet alleen tegemoet aan de vraag, maar zou ook de inkomsten van de sector verhogen, waardoor een deel van de overheidsfinanciering kan worden gebruikt voor andere maatregelen ter ondersteuning van de sector.
Mme Leila Lahssaini (PTB).- Lors des discussions budgétaires, nous avions déjà souligné à quel point le service Collecto était important pour faciliter les déplacements le soir et le week-end, en toute sécurité et à moindre coût, pour les jeunes et les femmes en particulier. Ce service complète adéquatement les solutions de transports en commun qui se raréfient à partir d'une certaine heure.
Cependant, je m'inquiète de la légalisation d'Uber, qui offre des services similaires à Collecto et est susceptible de lui faire de la concurrence. C'est peut-être pour cette raison, d'ailleurs, que les Taxis Verts semblent peu motivés à reprendre le service.
Au moment des discussions budgétaires, vous aviez dit que le service Collecto serait relancé en 2023, mais vous n'aviez pas donné davantage d'informations sur le calendrier et les modalités de mise en œuvre. Pouvez-vous nous communiquer la date de reprise du service ? Le service Collecto a-t-il fait l'objet d'une évaluation ? Des améliorations sont-elles possibles, notamment de l'application et des modalités de réservation ?
En août, nous avons appris dans la presse qu'il faudrait peut-être procéder à un nouvel appel d'offres. Cet appel d'offres a-t-il été lancé ? Selon quelles conditions financières ce service pourra-t-il être offert aux Bruxellois ?
Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Collecto is een belangrijke dienst voor mensen die 's avonds en in het weekend veilig en goedkoop willen reizen en vormt een goede aanvulling op het openbaar vervoer.
Ik maak me echter zorgen over de legalisering van Uber, dat soortgelijke diensten aanbiedt en waarschijnlijk met Collecto zal concurreren. Dat is misschien de reden waarom Taxis Verts niet gemotiveerd lijkt om de dienst voort te zetten.
Tijdens de begrotingsbesprekingen zei u dat Collecto in 2023 opnieuw zou worden opgestart, maar u gaf geen verdere details. Kunt u ons een precieze datum geven? Is de dienst geëvalueerd? Zijn er verbeteringen mogelijk? Is er een nieuwe aanbesteding uitgeschreven? Hoeveel zullen de Brusselaars voor de dienst moeten betalen?
M. Hicham Talhi (Ecolo).- J’étais malheureusement absent lors du débat budgétaire, mais mon groupe soutient bien entendu la remise en place de ce service avec des horaires élargis.
Je rejoins l’intervention de M. Weytsman, mais je m’intéresse particulièrement à la sécurité et aux contrôles. Vous savez qu’il y a deux ans, un violeur en série avait sévi en se faisant passer pour un chauffeur Collecto. Lorsque nous remettrons ce service en place, il conviendra dès lors de veiller à la sécurité des usagers, et en particulier des usagères. Les services de contrôle devront être en mesure d'opérer la nuit, aux heures d’utilisation de Collecto.
Dans notre appel d’offres, nous devrions également réfléchir à la féminisation de ces services : la nuit, il serait souhaitable d'avoir davantage de conductrices Collecto sur les routes bruxelloises.
De heer Hicham Talhi (Ecolo).- De Ecolofractie pleit eveneens voor de heropstart van Collecto en een uitbreiding van de diensturen.
Twee jaar geleden deed een serieverkrachter zich voor als Collectochauffeur. Wanneer we de dienst opnieuw invoeren, moeten we ook voldoende aandacht hebben voor de veiligheid van de gebruikers. We moeten er dus niet alleen voor zorgen dat de controlediensten 's nachts kunnen werken, maar ook dat er meer vrouwelijke chauffeurs zijn.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De concessie voor Collecto wordt aangepast, omdat op 21 oktober 2022 nieuwe regelgeving van kracht werd. De voorwaarden van de concessie moesten worden herzien om te voldoen aan de ordonnantie van 9 juni 2022 en de bijbehorende besluiten. Zo bedraagt de prijs per rit voor de gebruiker voortaan 6 euro. Dat bedrag moet worden opgenomen in het nieuwe aanhangsel, waarover Taxis Verts en Brussel Mobiliteit aan het onderhandelen zijn. Pas wanneer daarover een akkoord is, kan het aan de initiële concessie worden toegevoegd.
Taxis Verts wenste Collecto over te nemen, maar gelet op de reorganisatie van de groep, de economische situatie en de opschorting van de dienst gedurende twee jaar zijn niet langer alle voorwaarden vervuld om de volledige dienstverlening over te nemen. Taxis Verts kampt, net als de sector van het goederenvervoer, met een tekort aan chauffeurs. Die crisis treft niet alleen Brussel maar heel België en veel andere landen. Alles wordt in het werk gesteld om de dienst zo snel mogelijk op te starten.
In 2019 werden 269.254 personen met collectieve taxis vervoerd. Het maandelijkse aantal gebruikers schommelde tussen 17.000 en 27.000. Tussen 1 januari en 31 december werden in totaal 103.489 ritten uitgevoerd.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La concession du service Collecto est actuellement soumise à une modification compte tenu du nouveau cadre réglementaire entré en vigueur le 21 octobre dernier. La contribution par usager va notamment passer à 6 euros. Des négociations sont en cours entre la société des Taxis Verts et Bruxelles Mobilité.
Par ailleurs, tout comme le transport de marchandises ou la STIB, les Taxis Verts sont touchés par la pénurie de chauffeurs, mais tout sera mis en œuvre afin de relancer le service dans les meilleurs délais.
En 2019, 269.254 personnes ont eu recours à Collecto, pour un total de 103.489 courses effectuées.
(poursuivant en français)
La concession attribuée à Taxis Verts a été suspendue pendant la crise sanitaire. Elle n'a été exécutée que pendant un mois ou deux. Elle a été réactualisée et restera d'application pendant les cinq années prochaines.
Le cadre réglementaire ayant changé, il n'y aura pas d'exclusivité pour les chauffeurs Taxis Verts. Les chauffeurs de taxi étant désormais libres de s'affilier aux plateformes de leur choix, Taxis Verts sera obligé d'accepter que d'autres chauffeurs de taxi proposent le service Collecto.
Le système est désormais ouvert. Tous les taxis roulant à Bruxelles sont donc potentiellement concernés, les limites que nous avons connues précédemment n'existant plus.
(verder in het Frans)
De concessie van Taxis Verts werd tijdens de gezondheidscrisis opgeschort. Ze is inmiddels bijgewerkt en blijft de komende vijf jaar van kracht. Ondertussen is het wettelijke kader echter gewijzigd en is het systeem opengesteld voor alle taxichauffeurs. Taxis Verts heeft dus geen exclusiviteit meer.
M. David Weytsman (MR).- Cela signifie donc que l'ensemble des acteurs pourront, individuellement, utiliser Collecto s'ils le souhaitent ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En effet. La concession prévoit simplement la mise en œuvre de la plateforme. Elle applique le système Collecto.
M. David Weytsman (MR).- Il s'agit donc d'une mauvaise interprétation de ma part, ainsi que de la part de certaines plateformes. Collecto incarne déjà une forme de libéralisation.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En effet, plus aucune plateforme ne peut exiger l'exclusivité.
M. David Weytsman (MR).- Où se situe le financement ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Nous avons déjà prévu un montant complémentaire dans le budget discuté.
M. David Weytsman (MR).- Ma question concerne le fonctionnement du financement, si une entreprise ou un chauffeur souhaite s'engager dans Collecto.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- L'entreprise sait alors que le véhicule a été utilisé, puisque l'on est passé par sa plateforme.
De heer David Weytsman (MR).- Alle spelers kunnen dus Collectodiensten aanbieden?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Inderdaad. De concessie heeft enkel betrekking op het Collectoplatform.
De heer David Weytsman (MR).- Collecto is dus geliberaliseerd.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Inderdaad. Geen enkel platform kan nog exclusiviteit eisen.
De heer David Weytsman (MR).- Hoe zit het met de financiering?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- We hebben een bijkomend bedrag in de begroting opgenomen.
De heer David Weytsman (MR).- Mijn vraag betreft eerder de financiering van een bedrijf of chauffeur die zich bij Collecto wil aansluiten.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het bedrijf zal weten wanneer een voertuig een Collectodienst verricht, omdat het via het platform werkt.
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Je suis très satisfait des réponses reçues aujourd'hui. La question est maintenant de savoir quand aura lieu la reprise.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Dès que possible. Normalement, dans les prochaines semaines.
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Ce sera une bonne nouvelle pour tous les utilisateurs.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Ik ben heel tevreden met uw antwoord. De hamvraag is nu wanneer de dienst opnieuw zal opstarten.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Normaal gezien binnen enkele weken.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Dat is goed nieuws.
M. Hicham Talhi (Ecolo).- L'information la plus importante est que le service est élargi aux taxis de rue. Cet élargissement est une bonne chose, mais il pose un problème de sécurité : les véhicules concernés ne disposant pas de signe distinctif, certains faux taxis se sont fait passer pour des taxis Collecto. C'est différent pour les taxis de station, qui disposent d'un spoutnik et d'une identité visuelle propre. Si, demain, on permet à tout un chacun de proposer le service Collecto, n'importe quel véhicule pourra se faire passer pour un taxi, ce qui pose un problème de sécurité. Le service Collecto va-t-il disposer d'une identité visuelle propre ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Nous allons demander à Taxis Verts de mettre en place un mécanisme de traçabilité des véhicules. Ceux-ci seront en quelque sorte homologués. Il sera interdit d'utiliser un véhicule qui n'est pas repris dans l'application. La mise en place de ce mécanisme demande toutefois un peu de temps.
M. Hicham Talhi (Ecolo).- Le service ne pourra donc être utilisé qu'en passant par une plateforme. Mais que se passe-t-il si, en pleine nuit, quelqu'un n'a plus de batterie sur son téléphone et attend un taxi Collecto à l'arrêt de bus ? Le contrôle n'est effectif que si l'on a accès à l'application. Or, j'imagine qu'il n'est pas rare qu'à 3h du matin, après une sortie bien arrosée, des personnes se retrouvent avec une batterie vide. Nous touchons ici à un élément de sécurité important, dont l'absence peut avoir de graves conséquences. En 2020, plusieurs cas de viol ont été rapportés, conséquence des défaillances d'un dispositif très similaire.
Il faut donc s'intéresser de plus près au service Collecto et éventuellement réfléchir à une identité visuelle spécifique pour les véhicules qui effectuent ce service de nuit.
De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Het is een goede zaak dat de dienst wordt uitgebreid naar straattaxi's. Er is evenwel een veiligheidsprobleem, want in tegenstelling tot standplaatstaxi's hebben straattaxi's geen onderscheidend teken, waardoor elk voertuig zich als Collectotaxi kan voordoen. Krijgt de Collectodienst een eigen visuele identiteit?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- We zullen Taxis Verts vragen een mechanisme op te zetten om de voertuigen te traceren, maar dat zal enige tijd vragen.
De heer Hicham Talhi (Ecolo).- De dienst kan alleen worden gebruikt via de app. Wat gebeurt er echter als de batterij van iemands telefoon leeg is en hij aan een bushalte op een Collecto staat te wachten? Hoe kan hij controleren of het voertuig een Collectotaxi is? In 2020 werden meerdere verkrachtingen gemeld. Het is dus belangrijk om na te denken over een specifieke visuele identiteit voor de voertuigen die een Collectodienst aanbieden.
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Monsieur Mouhssin, vous dénoncez du dénigrement de Bruxelles, mais vous venez d'en faire vous-même à l'instant avec votre collègue. C'est vraiment pour faire peur aux femmes !
M. David Weytsman (MR).- La situation est pire encore, puisqu'on assiste désormais à de la vraie violence en ce domaine. Et il ne s'agit pas que d'un seul cas.
(Colloques)
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Mijnheer Mouhssin, u hebt het Brusselbashen gehekeld, maar uw collega doet daar zelf aan mee door vrouwen angst aan te jagen.
De heer David Weytsman (MR).- Het gaat wel degelijk om meerdere gevallen.
(Samenspraak)
Mme Leila Lahssaini (PTB).- Par rapport à la sécurité des femmes, on ne doit pas balayer ces cas d'un revers de main. Madame Debaets, vous qui vous insurgez dès qu'il y a un fait d'insécurité, je suis étonnée de vous entendre dire qu'il ne s'est produit qu'un seul viol.
(Remarques de Mme Debaets)
Il convient d'être attentif au problème. Un suivi grâce à l'application devrait permettre un meilleur traçage. Je m'étonne qu'on ne dispose pas de date précise pour la mise en œuvre de cette application. On verra si celle-ci est efficace, car parfois on devait attendre plus d'une demi-heure après avoir réservé un Collecto. J'espère donc que ce service sera amélioré. Cependant, on n'a jamais pu prendre un Collecto en s'arrêtant simplement à un arrêt de bus, il fallait toujours réserver, donc cela ne change pas grand-chose.
Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- We mogen die gevallen niet zomaar terzijde schuiven. Mevrouw Debaets, het verbaast me dat u zegt dat er maar één verkrachting is geweest.
(Opmerkingen van mevrouw Debaets)
Het probleem moet worden aangepakt. De app moet een betere tracering mogelijk maken. Het verbaast me dat u nog niet kunt zeggen wanneer de app beschikbaar zal zijn. We zullen zien hoe effectief die is, want vroeger moesten we soms meer dan een half uur op een Collecto wachten.
M. David Weytsman (MR).- Il reste la question de la communication et de l'extension des horaires.
Par ailleurs, je ne suis pas certain d'avoir compris le mécanisme de financement. Le taxi, quel qu'il soit, devra être connecté à la plateforme. Cela correspond-t-il à une subsidiation à la course ? Si ce n'est pas le cas, pourquoi ne pas permettre à tous les acteurs de pouvoir procéder de la sorte de jour comme de nuit ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Une subsidiation est prévue dans la concession attribuée avant la pandémie. Le budget pour 2023 permet une éventuelle extension d'horaire. Ces éléments sont toutefois en cours de discussion.
M. David Weytsman (MR).- En cas de subsidiation à la course, je comprends que vous définissiez cela comme une mission de service public, mais pourquoi ne pas le permettre à des acteurs qui peuvent le faire en dehors de Collecto ?
(Remarques de M. Talhi)
J'essaie de comprendre pourquoi vous y êtes opposé. Non seulement c'est une demande du secteur, mais cela permettrait de surcroît de laisser le secteur privé financer certains aspects.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je m'inscris dans le cadre légal actuel.
De heer David Weytsman (MR).- Er is nog de kwestie van de communicatie en de uitbreiding van de uren.
Bovendien weet ik niet zeker of ik het financieringsmechanisme heb begrepen. De taxi's moeten op het platform aangesloten zijn. Krijgen ze een subsidie per rit?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat is een element dat nog ter discussie staat, net als de uitbreiding van de uren.
De heer David Weytsman (MR).- Ik begrijp dat u Collecto als een openbare dienstverlening ziet, maar waarom zouden andere spelers geen dergelijke dienst mogen aanbieden buiten Collecto om?
(Opmerkingen van de heer Talhi)
Ik probeer te begrijpen waarom u daartegen bent. Het is niet alleen een verzoek van de sector, maar op die manier zou u de privésector ook bepaalde aspecten kunnen laten financieren.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik werk binnen het huidige wettelijke kader.
M. Jamal Ikazban (PS).- Beaucoup de questions me semblent prématurées puisque le ministre-président est en train d'effectuer toutes les démarches pour relancer le service Collecto. Je lui fais confiance.
Néanmoins, je tiens à revenir sur la sécurité de notre ordonnance. Pour ma part, je ne suis pas convaincu que Collecto s'adresse à tout le monde. En effet, je rappelle que nous distinguons désormais les taxis de rue et les taxis de station. Les taxis de rue peuvent uniquement recevoir des commandes à partir d'applications numériques et ne peuvent pas faire de maraude. Or, dans le cas de Collecto, on peut non seulement le commander, mais aussi le prendre à un arrêt de la STIB.
Il ne faudrait donc pas que Collecto devienne le cheval de Troie de ceux qui voudraient à nouveau contourner les règles que nous avons eu beaucoup de mal à faire voter au Parlement.
- L'incident est clos.
De heer Jamal Ikazban (PS).- Ik ben er niet van overtuigd dat Collecto zich tot alle spelers richt. In de ordonnantie wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen straattaxi's en standplaatstaxi's. Straattaxi's mogen alleen ritten aannemen via digitale toepassingen en mogen niemand gewoon op straat oppikken. Een Collecto kan evenwel ook aan een MIVB-halte worden genomen. Collecto mag dus geen Trojaans paard worden voor wie de regels wil omzeilen.
- Het incident is gesloten.
Vraag om uitleg van mevrouw Bianca Debaets
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de toenemende drugsproblematiek in de openbare ruimte in Brussel.
Demande d'explications de Mme Bianca Debaets
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le problème croissant de la drogue dans l'espace public bruxellois.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Twee weken geleden trok de MIVB aan de alarmbel, omdat het drugsgebruik en de drugshandel in de metrostations onrustbarend toeneemt. Ook de media berichten met de regelmaat van de klok over het toenemende drugsgebruik en de toenemende drugshandel in de openbare ruimte.
Toen ik vanochtend naar het parlement fietste, zag ik aan Kanal iemand verscholen achter een houten beschutting heroïne spuiten. Zulke taferelen zijn hartverscheurend. Het is bovendien niet aangenaam voor de omwonenden en komt het veiligheidsgevoel niet ten goede.
Organisaties en terreinwerkers beweren dat het gebruik van harddrugs toeneemt en dat de lijn tussen soft- en harddrugs aan het vervagen is. Dat blijkt onder meer uit de cijfers van de vzw Transit, die vorig jaar 14.000 propere crackpijpjes uitdeelde, terwijl dat er in 2015 nog maar 600 waren.
Een tweede interessante bevraging vond plaats via Erasmix, het elektronisch magazine van de Erasmushogeschool. Van de ondervraagde jongeren bleek 60% minstens een vriend of familielid te kennen die cocaïne of ketamine gebruikt. Nog sterker is het antwoord op de vraag of jongeren gemakkelijker aan harddrugs kunnen komen dan vroeger. Dat bleek het geval voor 52% van de respondenten, die zeggen dat ze in minder dan een dag tijd aan cocaïne kunnen geraken. Dat zijn cijfers om bij stil te staan.
Mme Bianca Debaets (cd&v).- Dernièrement, la STIB a tiré la sonnette d'alarme, en raison d'une hausse inquiétante des faits de drogue sur son réseau. La nette augmentation de la consommation de drogues en rue fait d'ailleurs régulièrement les gros titres des journaux.
Les organisations de terrain attirent aussi l'attention sur l'explosion de la consommation de drogues dures. L'ASBL Transit a ainsi distribué en 2021 14.000 pipes à crack pour seulement 600 en 2015. Et d'après un sondage réalisé par l'Erasmushogeschool, 52 % des jeunes interrogés affirment pouvoir se procurer plus facilement qu'auparavant des drogues dures.
Hoe monitort safe.brussels de omvang van de drugsverkoop en -consumptie in de openbare ruimte? Klopt de bewering van Transit en andere organisaties dat het drugsgebruik hand over hand toeneemt?
Hoe pakken de politiezones het fenomeen gezamenlijk aan? Doet het probleem zich vooral in de stad Brussel voor of worden andere wijken met soortgelijke drugsoverlast geconfronteerd? Ik herinner me een reportage waarin Bruzz er een hele week aandacht aan besteedde. Daaruit bleek onder meer dat het openbare gebruik van crack sterk is toegenomen in Anderlecht.
Hebt u in overleg met de politiezones initiatieven genomen of bent u van plan om maatregelen te nemen om dat zorgwekkende fenomeen, een belangrijke bron van geweld, in te dammen? Ik zal het gras voor de voeten van de heer Ghyssels wegmaaien door te zeggen dat ook andere steden, zoals Antwerpen en Luik, met drugsoverlast kampen. Wij doen echter aan politiek in Brussel en daarom moeten we ons toeleggen op wat hier misloopt.
Hoe gaat u in op de hulpkreet van de MIVB, die de overheid het signaal geeft dat ze het niet meer alleen aankan?
Comment safe.brussels contrôle-t-il l'ampleur de la vente et de la consommation de drogues dans l'espace public ?
Comment les zones de police s'attaquent-elles ensemble à ce phénomène ? Le problème est-il circonscrit à la Ville de Bruxelles ou d'autres quartiers sont-ils confrontés à des nuisances similaires ?
Avez-vous pris ou envisagez-vous, en concertation avec les zones de police, des mesures pour endiguer ce phénomène inquiétant, source majeure de violence ?
Comment allez-vous répondre à l'appel à l'aide de la STIB ?
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Op 23 november 2022 riep de MIVB op tot dringende politieke actie met betrekking tot de drugsoverlast in de metro's. De situatie is vooral schrijnend in de stations Ribaucourt, IJzer, Kruidtuin, Madou en Troon. Het probleem bestaat al jaren, maar de voorbije maanden is de overlast nog toegenomen. Er is meer agressie en meer openlijk gebruik. Dat voelt erg onveilig en gevaarlijk aan, niet enkel voor de voorbijgangers, maar ook voor de drugsgebruikers zelf.
De politie wordt bijna dagelijks opgeroepen, maar weet ook niet meer hoe ze dit probleem moet aanpakken, aangezien drugsgebruikers nergens heen kunnen gestuurd worden. Er is te weinig opvang voor hen. Er is een tekort aan adequate hulpverlening en justitie werkt traag. Er is dus geen structurele oplossing.
Hopelijk zal de gebruikersruimte ter hoogte van Thurn & Taxis soelaas brengen, maar die komt er nog niet meteen. Om paal en perk te kunnen stellen aan zware incidenten en schietpartijen, zoals eind juni aan een school in Molenbeek, is onze fractie van oordeel dat safe.brussels een cel voor georganiseerde misdaad moet oprichten. Die kan helpen om drugsbendes in kaart te brengen en om de omloop van wapens op gecoördineerde wijze aan te pakken.
Voor de aanpak van drugsoverlast op kleinere schaal in de wijken en de metrostations is er echter ook een plan nodig. De roep om hulp van de MIVB zet die vraag alleen maar kracht bij.
Minister Elke Van den Brandt reageerde op de oproep van de MIVB dat er spoedig een taskforce in het leven geroepen zou worden om drugsoverlast in de metrostations aan te pakken. Is die van start gegaan? Wat zijn de eerste conclusies?
Wat zijn de plannen op korte termijn om drugsoverlast te bestrijden, vooral in de omgeving van de Lakensestraat, de Helihavenlaan en Ribaucourt, die al langer bekendstaan als pijnpunten? Aan welke oplossingen denkt u? Bestaan er goede praktijken in eigen land of het buitenland die we ook kunnen overwegen?
Drugsverslaafden en dak- en thuislozen vormen niet alleen een zware belasting voor de hulpverlening, maar ook voor justitie en de politiediensten. Voert u overleg met de burgemeesters, de lokale, regionale en federale instanties en met de minister van Justitie?
Kunt u een stand van zaken geven over de risicobeperkende gebruikersruimte aan Thurn & Taxis ?
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- La STIB a appelé à une action politique urgente face aux nuisances causées par les usagers de drogues, notamment dans les stations Ribaucourt, Yser, Botanique, Madou et Trône. La situation s’est aggravée ces derniers mois - agressions, consommation en public - mais la police est impuissante, par manque de structures d’accueil et d’aide pour ces personnes.
Mon groupe estime qu’une cellule devrait être créée au sein de safe.brussels pour surveiller les bandes de trafiquants et lutter de manière coordonnée contre la circulation d’armes. Des fusillades ont en effet eu lieu.
Un plan est également nécessaire pour faire face aux nuisances moins graves dans les quartiers et les stations de métro. Qu’en est-il du groupe de travail annoncé par la ministre Van den Brandt en réaction à l’appel de la STIB ? Quelles en sont les premières conclusions ?
Quels sont les plans à court terme pour la rue de Laeken, l’avenue de l’Héliport et Ribaucourt ?
Les toxicomanes et les sans-abri font peser une charge importante sur le secteur de l’aide, mais aussi sur les services répressifs. Vous concertez-vous avec les autorités locales, régionales et fédérales ?
Où en est la salle de consommation projetée à Tour & Taxis ?
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het is niet de eerste keer dat we het over dit thema hebben. Ik wil me toespitsen op de spuitruimte Gate. Die is in mei geopend in de buurt van het Zuidstation en ondertussen is het probleem allesbehalve weg. Wie Brussel kent, ziet dat het nog nooit zo aanwezig is geweest in de openbare ruimte. Dat heeft deels te maken met het feit dat de overheid het drugsgebruik normaliseert en vergemakkelijkt. Dat is een volledig fout signaal. De Brusselse overheden doen het tegenovergestelde van het voeren van een drugpreventie-, ontradings- en repressiebeleid. Ze verhogen de tolerantie en gaan in de richting van de legalisering van drugs. Sommigen hopen zelfs dat ze dat kunnen realiseren. Dat ze daarmee de foute weg opgaan, zien we helaas op het terrein.
Rond de spuitruimte werd een gedoogzone van 500 m ingericht. Het parket zal het gebruik en het bezit van verdovende middelen in die zone niet vervolgen. De politie moet tijdens de kantooruren drugsgebruikers zelfs begeleiden naar die spuitruimte, zodat ze daar hun drugs kunnen consumeren. Dat is de wereld op zijn kop. Sommige parlementsleden hebben al toegegeven dat dat in strijd is met de federale drugswetgeving, maar toch kan dat in het Brussels Gewest.
Mensen zoals wij die die aanpak niet steunen, worden onverdraagzaam genoemd, maar de realiteit is natuurlijk anders. Wij willen het probleem op een andere manier aanpakken, niet via een gedoogbeleid dat in Brussel stilaan de norm wordt. Wij willen daartegen ingaan en hebben beroep aangetekend tegen de ordonnantie die de spuitruimte mogelijk maakt en de federale drugswet omzeilt. Hebt u zicht op de stand van zaken van die beroepsprocedure? Daarmee zou het hele drugsbeleid in Brussel op de helling kunnen komen te staan.
Wij zijn ook tegen het gewestelijke drugscentrum, want hier geldt hetzelfde principe als bij de spuitruimte Gate. Het drugscentrum aan Thurn & Taxis is eveneens een volledig fout signaal. De kostprijs lijkt met minstens 2 miljoen euro te zijn gestegen. Kunt u dat verduidelijken? Is de vergunningsaanvraag voor het drugscentrum al ingediend? Zijn alle adviezen al beschikbaar?
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- La « salle de shoot » Gate, inaugurée en mai dans le quartier Midi, n’a en rien remédié au problème de la drogue. Au lieu d’opter pour la prévention, la dissuasion et la répression, les autorités bruxelloises mènent une politique de tolérance, tandis que d’aucuns croient même pouvoir légaliser les drogues.
Il a été instauré, autour de cette salle, une zone de tolérance de 500 m où le parquet ne poursuit ni la détention ni l’utilisation de stupéfiants. La police doit même orienter les consommateurs vers la salle pendant les heures de bureau : c’est le monde à l’envers !
Nous avons introduit un recours contre l’ordonnance qui autorise cette salle de consommation au motif qu’elle contourne la législation fédérale. Qu’en est-il de cette procédure ? Elle pourrait faire échec à l’ensemble de la politique bruxelloise en matière de drogues.
Mon groupe est également opposé au centre pour usagers de drogues projeté à Tour & Taxis. Pourquoi son coût a-t-il augmenté d’au moins 2 millions d’euros ? La demande de permis a-t-elle déjà été introduite ?
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Tous les trimestres, nous reprenons le même débat, et nous obtenons toujours les mêmes réponses.
Quand je ferai visiter la commune de Forest à Mme Debaets, j'essaierai de lui présenter l'un de mes anciens commissaires, prénommé Philippe. Il était responsable des services de proximité et avait pour passion la poursuite des trafiquants de drogue. J'étais d'avis que tout le temps et tous les hommes qu'il mobilisait à cet effet étaient inutiles. Un matin, il m'a annoncé la saisie d'une Porsche et de 50.000 euros en liquide, dont le propriétaire n'avait pas pu justifier la provenance. Il m'a demandé la fermeture de l'établissement de la personne en question, ce que j'ai fait par arrêté du bourgmestre pour une durée de quinze jours. Un recours a bien entendu été introduit contre cet arrêté et l'établissement a pu rouvrir. Après une mise à disposition de deux mois, le propriétaire a récupéré son argent et sa voiture en raison de problèmes de procédure. Entre-temps, il avait aussi été remplacé par quelqu'un d'autre.
Cet exemple prouve que nous sommes inefficaces dans la lutte contre les trafiquants de drogue, même dans les villes répressives. Nous devons changer de méthode. À l'époque de la prohibition aux États-Unis, Eliot Ness menait des opérations extraordinaires, mais l'alcool continuait de couler à flot, jusqu'à ce qu'Al Capone et ses lieutenants soient arrêtés pour fraude fiscale.
Nous sommes dans l'hypocrisie : bien que la consommation de cannabis soit interdite, un citoyen qui se fait arrêter en rue avec du cannabis pour sa consommation personnelle n'encourt aucune poursuite. Je ne suis même pas sûr que le cannabis soit saisi. Un encadrement sérieux - qui déplaira peut-être à M. Vanden Borre - comparable à celui existant pour les personnes alcoolodépendantes, me semble approprié. Je pense par exemple à un système de libéralisation et de contrôle à l'aide de bandelettes fiscales.
L'objectif est de casser au moins le marché noir, qui fonctionne précisément à cause de l'interdiction. Par cette voie, nous pourrons peut-être combattre efficacement les réseaux criminels. Pour que la politique répressive défendue par M. Vanden Borre ait une chance de succès, il aurait fallu que le ministre Jambon ait effectué un meilleur recrutement et ait œuvré davantage au renforcement de la police judiciaire.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Dit debat wordt regelmatig opnieuw gevoerd en telkens krijgen we dezelfde antwoorden.
Ik weet door mijn ervaring als burgemeester dat de huidige aanpak van het drugprobleem niet werkt. Zodra een drugdealer wordt aangepakt en niet langer actief is, neemt iemand anders zijn handel over. Burgemeesters kunnen tijdelijk drugspanden sluiten, maar vaak mogen die later weer de deuren openen. We moeten het over een andere boeg gooien.
De huidige toestand is hypocriet. Het gebruik van cannabis is strafbaar, maar een burger die wat cannabis voor persoonlijk gebruik op zak heeft, loopt geen enkel risico op vervolging. Er is een betere omkadering nodig, bijvoorbeeld via een versoepeling en controle. Op die manier kan de zwarte markt een halt worden toegeroepen, want die dankt net haar bestaan aan het verbod op cannabis. Misschien is het mogelijk om zo de criminele netwerken doeltreffend te bestrijden.
Mijnheer Vanden Borre, om het repressieve beleid waar u voor pleit een kans op succes te geven, had voormalig minister van Binnenlandse Zaken Jambon destijds de gerechtelijke politie moeten versterken.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Cibler certains députés en leur disant qu'ils sont porte-paroles d'un ministre ou autre est choquant. Jusqu'à présent, nous faisions preuve de courtoisie, que l'on continue ! On peut être en désaccord politiquement, mais rester courtois entre collègues, en tant que parlementaires.
D'autre part, la politique que nous devons mener en matière de lutte contre les drogues fait l'objet d'un désaccord flagrant. Certains défendent une posture de pure répression, à l'inverse nous prônons la répression en parallèle d'une approche sociosanitaire. Dans le cadre des discussions sur le budget, vous nous avez ainsi parlé du futur centre intégré pour les usagers de drogues en grande précarité.
C'est un projet important sur lequel vous reviendrez peut-être, mais nous pouvons aussi nous inspirer de villes frappées par la drogue, comme Anvers, qui a instauré le système du zorghotel. Je ne sais pas si vous connaissez le système : cet hôtel accueille une vingtaine de résidents, dispense des soins et héberge des personnes sans domicile. Les résidents peuvent y consommer des drogues, y compris des drogues dures, à partir du moment où ils les consomment dans leur chambre.
Quand on voit ce qu'il se passe avec les sans-abri dans le métro Botanique, par exemple, on constate qu'il est difficile de savoir comment accompagner ces personnes. C'est le modèle du Housing First qui permettra d'apporter des vraies solutions aux problèmes dont souffrent les personnes dépendantes.
Aujourd'hui, les personnes qui vivent dans le métro sont en grande difficulté et en grande précarité. Des moyens étant donnés à la STIB pour prendre des mesures de sécurité, cet accompagnement fait-il partie des missions inscrites dans le contrat que nous avons avec cette entreprise pour trouver des solutions au problème ?
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Van mening verschillen mag, maar laten we beleefd blijven tegenover elkaar.
Het is duidelijk dat de meningsverschillen over de aanpak van de drugsproblematiek groot zijn. Sommigen zijn voorstander van harde repressie. Ecolo pleit echter voor een combinatie van bestraffing met begeleiding op sociaal vlak en qua gezondheid.
Het toekomstige geïntegreerd centrum voor kwetsbare druggebruikers is een belangrijk project, vergelijkbaar met het Antwerpse zorghotel. Daar kunnen dakloze gebruikers terecht. Ze mogen er drugs gebruiken, op voorwaarde dat ze dat alleen in een kamer doen.
In Brussel kan Housing First een oplossing bieden voor dakloze verslaafden. Velen van hen leven nu in metrostations. De MIVB krijgt middelen voor veiligheidsmaatregelen. Maakt begeleiding daar deel van uit? Gebruikt de maatschappij de middelen efficiënt?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le gouvernement bruxellois s'est engagé à soutenir l'élaboration et la mise en œuvre d’une réponse appropriée aux différents phénomènes d’assuétudes sur le territoire de notre Région. Ce soutien est balisé par la déclaration de politique générale , ainsi que par le plan global de sécurité et de prévention (PGSP).
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De regering verbindt zich er in haar algemene beleidsverklaring en via het Globaal Veiligheids- en Preventieplan toe om een oplossing te zoeken voor de verslavingsproblematiek in het gewest.
(verder in het Nederlands)
Safe.brussels steunt de gemeenten in de strijd tegen drugsgerelateerde overlast via plaatselijke preventie- en buurtplannen. Die plannen vormen een belangrijk onderdeel van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP). In die context zetten gemeenten projecten of acties ter preventie en bestrijding van verslavingen op.
Rond dat thema voorziet het plan in de preventie van problematisch gebruik aan de hand van bewustmaking, opsporing, doorverwijzing en individuele en/of collectieve begeleiding van mensen die het risico lopen een drugsproblematiek te ontwikkelen of die al drugsproblemen hadden.
Safe.brussels steunt de politiezones om maatregelen uit het GVPP uit te voeren, onder meer in verband met drugs en verslavingen. Bovendien vormt de bestrijding van het verschijnsel een onderdeel van het dagelijkse werk van de drugssectie van de politiezones en van de federale gerechtelijke politie. Er is dus geen systematische gewestelijke financiering.
De subsidies zetten aan tot een multidisciplinaire benadering van het fenomeen op basis van de zonale plannen. Er wordt vormgegeven aan de samenwerking met het parket en vergaderingen met de federale gerechtelijke politie in de context van het Globaal Plan Verdovende Middelen (bewustmaking, inkaartbrenging, enzovoort).
Safe.brussels biedt ten slotte ook ondersteuning aan organisaties zoals vzw Transit, die zich inzet voor preventie, opvang en de sociale re-integratie van drugsgebruikers. Transit doet dat al meer dan 25 jaar ten dienste van het gewest en de gemeenten. De vzw steunt ook safe.brussels en zijn partners in de preventie- en veiligheidsketen, waaronder de MIVB en Leefmilieu Brussel. Die steun bestaat uit opleiding, bewustmaking, terbeschikkingstelling van knowhow en projectontwikkeling.
De deelname van het Brussels Gewest aan Gate, een risicobeperkende gebruiksruimte, en aan het gewestelijke geïntegreerde centrum, sluit aan bij die aanpak en maakt deel uit van de oplossingen.
Volgens vzw Transit neemt het aantal gebruikers van psychostimulantia, hoofdzakelijk cocaïne en crack, toe onder mensen die in het crisiscentrum worden opgevangen. De voorbije zeven jaar is het percentage gebruikers van stimulerende middelen gestegen van 56 naar 74.
In 2021 was bovendien bijna 80% van de gebruikers van stimulerende middelen die het crisiscentrum bezochten, crackverslaafd. Die laatsten vertegenwoordigen 60% van het totale aantal bezoekers, terwijl dat in 2015 slechts 30% was.
(poursuivant en néerlandais)
Safe.brussels soutient ainsi les communes par le biais des plans locaux de prévention et de proximité. Ces derniers sont axés sur la sensibilisation, la détection et l’accompagnement individuel ou collectif d’individus à risque de présenter ou ayant présenté une problématique d’assuétudes aux drogues.
Safe.brussels soutient également les zones de police en vue de réaliser des mesures spécifiques du PGSP, notamment en matière d'assuétudes.
Par ailleurs, la lutte contre ce phénomène fait partie du travail régulier de la section stupéfiants des zones de police et de la police judiciaire fédérale de Bruxelles. Elle ne fait donc pas systématiquement l'objet d’un financement régional.
Safe.brussels soutient aussi le tissu associatif, entre autres l’ASBL Transit, active sur le terrain en matière de prévention, d’accueil et de resocialisation des usagers de drogues. Cette association soutient à son tour safe.brussels et les partenaires de la chaîne de prévention et de sécurité (dont la STIB et Bruxelles Environnement) en matière de formation, de sensibilisation, de mise à disposition d’expertise et de développement de projets.
Enfin, la Région participe au projet de la salle de consommation à moindre risque Gate et au projet de centre intégré régional.
Selon l’ASBL Transit, le nombre de consommateurs de psychostimulants (cocaïne et crack principalement) augmente, en effet, parmi le public accueilli dans son centre de crise.
Die toenames zijn niet specifiek voor de vzw Transit. Ze zijn ook merkbaar bij andere laagdrempelige structuren zoals DUNE en het Medisch-Sociaal Opvangcentrum van Brussel. Op zes jaar tijd hebben de laagdrempelige posten van Transit 24 keer meer crackpijpen uitgedeeld. Dat brengt het aantal in 2021 op 14.259. Die cijfers tonen aan dat de verenigingen in staat zijn om aan de zorgvraag te voldoen. Het is de bedoeling om de sociale band met die mensen te herstellen en te werken aan een stapsgewijze herintegratie.
De prijs van verdovende middelen lijkt niet te zijn gestegen en stagneert volgens het verslag van 2021 van de vzw Eurotox. Gelet op de inflatie en de algemene prijsstijgingen kan worden gesteld dat cocaïne door de stagnatie van de prijs een relatief toegankelijk product is geworden.
Ces augmentations se rencontrent également dans les autres structures à bas seuil bruxelloises. Elles démontrent la capacité du tissu associatif à répondre à la demande de prise en charge.
Les prix des produits stupéfiants ne semblent pas avoir augmenté selon le rapport 2021 de l'ASBL Eurotox. Dès lors, au regard de l'inflation généralisée, la stagnation du prix de la cocaïne en fait un produit relativement accessible.
(poursuivant en français)
S'agissant de la mise en place de groupes de travail, l'État fédéral a présenté, le 15 septembre dernier, aux différentes autorités de ce pays - bourgmestres des grandes villes, monde judiciaire... - un plan national de lutte contre la criminalité organisée liée à la drogue. Comme j’ai déjà eu l’occasion de le rappeler devant cette commission, la lutte contre la criminalité organisée, en ce compris la lutte contre les trafics de drogues à grande échelle, relève de la compétence de la police fédérale. Je vous renvoie à cet égard à la directive de 2002 organisant la répartition des tâches, la collaboration, la coordination et l'intégration entre la police locale et la police fédérale en ce qui concerne les missions de police judiciaire.
Cela étant, pour mener à bien cette mission, la police judiciaire fédérale (PJF) Bruxelles doit être structurellement renforcée, car, pour le moment, ce sont les zones de police bruxelloises qui lui viennent en renfort.
Le 24 octobre dernier, la ministre de l’Intérieur a déclaré à la Chambre des représentants que la priorité était accordée au renforcement de l’attractivité de la PJF Bruxelles. Il faut espérer que cette annonce soit suivie d’effet.
S'agissant de la police des chemins de fer, qui n'a pas encore été évoquée, sa situation est catastrophique. Or, les stations de métro et les gares relèvent de sa compétence exclusive. Or, lors de la dernière opération de recrutement, aucun agent n'avait été prévu pour rejoindre ses rangs. C'est très problématique, car cela signifie qu'en cas d'incident, les zones de police doivent intervenir en dehors de leur champ de compétences.
Par ailleurs, la Région bruxelloise finance directement la PJF Bruxelles à concurrence d’environ 2 millions d'euros annuels depuis plusieurs années. Ces moyens sont, entre autres, dévolus à la gestion des drones et au cybercentre régional. Nous ne restons donc pas inactifs.
Au niveau local, des actions sont régulièrement menées pour lutter contre les problèmes de drogues et d’insécurité en général. Cependant, sur un plan purement sécuritaire, nous sommes confrontés à un phénomène, si pas planétaire, du moins largement international. Nous l'avons bien constaté lors de l'opération Sky. Les enjeux financiers sont tels qu'il est très difficile de lutter à armes égales. Les informations que j'ai reçues à cet égard sont assez inquiétantes.
Quant aux problèmes spécifiques rencontrés dans les stations de métro de la STIB, une commission de la Santé s'est penchée sur le sujet le 18 octobre dernier en Cocom. Mme Elke Van den Brandt et M. Alain Maron ont répondu assez largement aux questions relatives à la politique de gestion de la toxicomanie. Je vous invite donc à consulter le compte rendu de la séance. Ont été évoqués à cette occasion la prévention et la prise en charge des assuétudes.
Comme c'est le cas dans d'autres domaines, ainsi que je l'ai mentionné la semaine dernière, lors des dernières discussions budgétaires en commission des Affaires intérieures, nous avons certainement une ligne de fracture dans l'approche de la toxicomanie - pour ou contre la prohibition. Certes, on peut aussi être agnostique dans ce débat, mais, en général, cette posture est assez compliquée à tenir. Les désaccords quant aux pistes envisageables et aux solutions sont toujours légitimes. Je respecte d'ailleurs toujours les opinions différentes et, contrairement à certains, je ne prétends pas détenir la vérité. Sur cette question, il est pertinent de se référer au modèle mis en place au Portugal, qui mériterait que l'on s'y attarde.
(verder in het Frans)
De federale regering stelde op 15 september 2022 een nationaal plan ter bestrijding van de georganiseerde drugsmisdaad voor. De aanpak daarvan valt immers onder de bevoegdheid van de federale politie.
Dat neemt niet weg dat de federale gerechtelijke politie van Brussel (FGP Brussel) versterking nodig heeft om die opdracht goed te kunnen uitvoeren. Momenteel krijgt ze immers ondersteuning van de Brusselse politiezones. In oktober 2022 verklaarde minister van Binnenlandse Zaken Verlinden dat ze de FGP Brussel aantrekkelijker wil maken. Hopelijk komt er snel schot in de zaak.
Bij de spoorwegpolitie is de situatie rampzalig, terwijl die alle trein- en metrostations onder haar bevoegdheid heeft. Bij de recentste aanwervingen werd er bovendien niemand voor de spoorwegpolitie gerekruteerd. Dat is problematisch, want nu moeten de politiezones optreden bij incidenten in stations, terwijl dat niet onder hun bevoegdheid valt.
Bovendien krijgt de FGP Brussel jaarlijks 2 miljoen euro van het gewest. Het gebruikt die middelen voor drones en het gewestelijke cybercentrum.
De gemeenten voeren regelmatig actie tegen drugsproblemen en onveiligheid in het algemeen. Het betreft echter een internationaal probleem, waarmee zoveel geld gemoeid is dat het moeilijk wordt om met gelijke wapens te strijden.
De meningen over hoe we met druggebruik moeten omgaan, lopen sterk uiteen. Ik sta voor meerdere standpunten open en wil zeker niet beweren dat ik de waarheid in pacht heb. Het lijkt mij echter een goed idee om naar het Portugese model te kijken.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het is goed om dit debat zo sereen mogelijk te voeren. Ik ben het met u eens dat dit een ontzettend moeilijke problematiek is waarvoor geen mirakeloplossing bestaat.
Het drugsgebruik neemt toe in veel steden. Uit de cijfers blijkt bovendien dat het gebruik van harddrugs toeneemt. Crack was een drug die we vooral kenden van de jaren tachtig in Amerika, maar ondertussen is die ook bij ons op bijna elke straathoek te vinden.
Ik weet ook niet wat de oplossing is. Het zou daarom nuttig kunnen zijn om te kijken hoe Portugal het probleem aanpakt. We zouden hoorzittingen met academici en mensen uit de medische sector kunnen organiseren om de voor- en nadelen van beide modellen te vergelijken.
Uw partijgenoot en burgemeester van Brussel-Stad stelde een paar maanden geleden voor om cannabis te legaliseren in coffeeshops. Zolang de import en handel in criminele handen blijft, is dat evenwel geen oplossing.
Het lijkt mij dus interessant om hoorzittingen in de commissie te organiseren met experts uit binnen- en buitenland, mensen die met kennis van zaken en zonder politieke ideologie het probleem in alle nuchterheid bekijken. Het is immers duidelijk dat het huidige beleid faalt.
Ik ben het niet eens met uw aanpak en in het bijzonder met het drugscentrum. De voorstanders daarvan schuiven steeds twee argumenten naar voren.
Het eerste is dat gebruikers medische, psychische en sociale begeleiding nodig hebben. Daar ben ik het mee eens, alleen moet het einddoel zijn dat ze clean worden. Dat is evenwel niet het uitgangspunt of de finaliteit van het centrum.
Het tweede argument is dat u de overlast in de buurt wilt beperken. Ook dat is een doelstelling die ik steun, maar ook die zult u niet bereiken met het centrum. Druggebruikers zullen hun crack niet meer op straat roken of hun heroïne niet meer op straat spuiten, maar nadat ze de drugs in het centrum hebben gebruikt, dwalen ze opnieuw rond in de wijken. U lost daar dus niets mee op.
Mme Bianca Debaets (cd&v).- La consommation de drogues, en particulier de drogues dures, est en hausse dans toutes les villes. De nos jours, nous trouvons du crack quasiment à tous les coins de rue.
Il serait bon d'étudier la solution mise en œuvre par le Portugal et d'organiser des auditions du monde académique et médical, belge et étranger, afin de peser le pour et le contre de chaque modèle.
Le bourgmestre de la Ville de Bruxelles a suggéré, il y a quelques mois, de légaliser l'usage du cannabis dans les coffee shops, mais ce n'est pas une solution, s'il continue d'être importé et vendu par des criminels.
Je ne suis pas partisane du centre pour usagers de drogues. Tout d'abord, le but final devrait, selon moi, être leur désintoxication. Ensuite, ce centre n'empêchera pas les usagers d'errer dans le quartier, une fois leur dose consommée.
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- U zegt dat safe.brussels al zeer veel inzet op ondersteuning van de gemeenten en de politiezones via plaatselijke buurt- en preventieplannen. Dat is positief nieuws.
Ik ben ook blij om te horen dat u verwijst naar de uitstekende organisatie Transit. Die levert fantastisch werk. Ik heb dat met eigen ogen kunnen vaststellen. Het aantal nachtelijke opvangplaatsen van die organisatie ontgaat me nu even, maar ik vond dat toch heel weinig rekening houdend met de omvang van de problematiek. Ik meen mij te herinneren dat er sprake was van twintig of dertig bedden. In vergelijking met de honderden mensen die op straat en in de metrostations openlijk drugs gebruiken, is dat bedroevend weinig.
Transit levert eveneens uitstekend werk op het gebied van outreaching, maar om echt te kunnen wegen op de drugsproblematiek is er onvoldoende personeel. De overlast is in heel veel buurten problematisch, maar het is een belangrijk signaal dat veel mensen een helpende hand naar drugsverslaafden willen uitsteken. Volgens mij is de legalisering van drugs in Portugal een heel goed voorbeeld van hoe we de problematiek uit de taboesfeer kunnen halen en aan echte oplossingen kunnen werken.
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Je me réjouis d'entendre que safe.brussels soutient les communes et les zones de police par le biais de plans locaux de prévention et de proximité.
Par ailleurs, l'ASBL Transit fournit effectivement un excellent travail hors les murs, malgré le peu de personnel. Le nombre de places de nuit reste cependant bien trop faible, comparé aux besoins.
Enfin, l'expérience portugaise de dépénalisation de la consommation de drogues permet, selon moi, de mettre fin à un tabou et de chercher de vraies solutions.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik vind het zeer verontrustend dat meer en meer parlementsleden publiekelijk zeggen dat ze het willen opgeven en pleiten voor legalisering. Dat is gezien de situatie in Brussel helemaal de verkeerde aanpak.
Wat de spuitruimte betreft suggereert de heer Mouhssin om te bestuderen wat er in Antwerpen gebeurt. Daarmee geeft hij impliciet toe dat de spuitruimte in Brussel niet werkt, net omdat het model fundamenteel fout zit. Er is geen echt zorgmodel, de mensen zetten hun spuit en doen daarna op straat weer gewoon hun ding.
De vzw Transit is 25 jaar bezig. Het gaat om een zeer politiek gestuurde, volledig met overheidsgeld gefinancierde organisatie. Ik vind op z'n minst een doorlichting op haar plaats. Als het drugsbeleid zo fundamenteel fout loopt, zoals de cijfers zwart op wit aantonen, met drugsgebruik dat jaar na jaar groeit, dan moeten we die vzw doorlichten om kritisch te bekijken op welke manier en met welke middelen precies gewerkt wordt.
Voor mij moet de kwestie een gewestelijke prioriteit worden in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan . U schuift nu veel zaken door naar de zonale veiligheidsplan nen , maar dat geeft opnieuw een versnipperd beleid. Uiterlijk in het volgende Globaal Veiligheids- en Preventieplan moet het drugsbeleid in al zijn aspecten een centrale plaats innemen. Drugs vormen een van de grootste veiligheidsproblemen in Brussel, in al zijn aspecten: drugshandel, drugsbendes, drugsoverlast. Dat moeten we serieus aanpakken.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je m'inquiète de voir autant de députés jeter ouvertement l'éponge et plaider pour la légalisation.
Le fait que M. Mouhssin suggère de voir ce qui se fait à Anvers traduit implicitement l'échec de l'approche bruxelloise, faute d'un véritable modèle thérapeutique. Voilà 25 ans que l'ASBL Transit opère à Bruxelles. Si la consommation de drogues ne cesse d'augmenter, comme le prouvent très clairement les chiffres, il me paraît pour le moins utile de passer à la loupe le travail de cette association, financée par les deniers publics.
Cette problématique doit devenir, sous toutes ses facettes, du trafic aux nuisances, en passant par les réseaux, une priorité du plan global de sécurité et de prévention.
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Mijnheer Vanden Borre, ik ben verontwaardigd over de manier waarop u Transit aanpakt. Dat is een fantastische organisatie die met veel te weinig middelen heel veel doet. Het is erg laag-bij-de-gronds om er een beeld van te scheppen alsof het een schimmige organisatie is. Ik nodig u uit om de organisatie te bezoeken. Ik denk dat u uw mening meteen zult bijsturen.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Als een organisatie voor 100% door de overheid wordt gefinancierd, is het vanzelfsprekend dat ze regelmatig verantwoording aflegt of niet?
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Die organisatie doet dat toch. Ze publiceert cijfers en jaarverslagen.
De voorzitter.- Beide sprekers hebben hun mening gegeven. Ik zou er tussendoor ook nog een willen geven. Die drugs worden niet in Brussel gefabriceerd. Ze komen ergens anders vandaan.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het Sky-dossier heeft aangetoond dat er bijzonder veel drugs worden geproduceerd in Brussel.
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Je suis outrée de la façon dont vous parlez de l'ASBL Transit, qui fait un travail remarquable avec le peu de moyens dont elle dispose.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Il me paraît logique de demander des comptes à une organisation financée intégralement par les finances publiques.
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Vous les trouverez dans ses rapports annuels.
M. le président.- Je tiens à dire que ces drogues proviennent d'en dehors de notre Région.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le dossier Sky a montré qu'une bonne quantité est produite à Bruxelles.
Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- U hebt zeer veel cijfers gegeven. Kunt u die bezorgen aan het secretariaat van de commissie? Dan moet ik u daarvoor niet steeds onderbreken.
(Instemming van minister-president Vervoort)
Mme Bianca Debaets (cd&v).- Pourriez-vous transmettre les chiffres que vous avez cités au secrétariat de la commission ?
(Assentiment de M. Vervoort, ministre-président)
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- M. Vanden Borre préconise un système hyper répressif, sans expliquer comment le mettre en place avec les moyens dont nous disposons. J'aimerais qu'il apporte un exemple de ville où un tel système a porté ses fruits. Où la répression a-t-elle déjà mis fin à la consommation de drogues ?
Depuis la nuit des temps, l'homme cherche des produits euphorisants. Aujourd'hui, s'il n'en trouve pas sur le marché noir, il se tourne vers les produits en vente libre, comme les cartouches pour bonbonnes de crème fraîche ou encore l'eau de Javel.
Si nous reconnaissons que les personnes dépendantes de la drogue nécessitent une prise en charge sérieuse, au même titre que les personnes atteintes d'alcoolisme, peut-être arriverons-nous à limiter l'usage de ces substances.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mijnheer Vanden Borre, u pleit voor strenge repressie, maar legt niet uit hoe die met de beschikbare middelen kan worden ingevoerd. Kent u een stad waar een dergelijke aanpak werkt?
Sinds mensenheugenis gaan mensen op zoek naar roesmiddelen. Vandaag gebruiken ze vrij verkrijgbare producten als ze op de zwarte markt niet aan hun trekken komen. Als we erin slagen om verslaafden echte hulp te bieden, kunnen we dat misschien een halt toeroepen.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Vous avez pointé un élément important, à savoir la présence insuffisante de la police ferroviaire dans les métros et prémétros, alors qu'elle est censée y assurer la sécurité. Ceux qui sont attentifs à ce point devront demander ensemble une présence renforcée de sa part.
Nous pourrions débattre pendant des heures de la question de l'offre et de la demande en matière de drogue. Quoi qu'il en soit, nous essayons de mener une politique conforme aux orientations que nous nous sommes données.
Je poserai une question écrite à propos de la STIB et des fonds dédiés aux sommets européens.
Au mois de mars dernier, un long débat a été organisé par la Cocof, au cours duquel plusieurs procureurs et policiers ont été auditionnés sur la question de la drogue. Le rapport peut d'ailleurs être consulté sur le site web de la Cocof. Ce débat n'a malheureusement pas abouti à des recommandations communes à l'ensemble des partis. Ecolo dresse le constat d'un désaccord politique. Si les auditions que vous proposez débouchent sur l'absence de recommandations communes, mon groupe n'en souhaite pas.
- L'incident est clos.
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Het is belangrijk dat de spoorwegpolitie versterking krijgt.
Ik zal een schriftelijke vraag stellen over de MIVB en de middelen die worden uitgetrokken voor de Europese toppen.
Het debat over de drugsproblematiek dat de Cocof in maart 2022 organiseerde, leverde jammer genoeg geen unanieme aanbevelingen op. De politiek is dan ook verdeeld over deze kwestie. Als de hoorzittingen die u voorstelt evenmin unanieme aanbevelingen opleveren, vindt Ecolo ze nutteloos.
- Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden Borre
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de problemen in de Brusselse prostitutiewijken.
Question orale de M. Mathias Vanden Borre
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant les problèmes dans les quartiers de prostitution bruxellois.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De problemen in de Noordwijk zijn niet nieuw. In de laatste weken van augustus vond een reeks incidenten in de Alhambrawijk plaats. Buurtbewoners ondervinden opnieuw meer overlast. Ik bedoel ruzies tussen pooiers en sekswerkers, vechtpartijen waarbij mensen met verkeersborden, terrastafels enzovoort op elkaar slaan, publiekelijk druggebruik enzovoort.
De problemen in de prostitutiewijken zijn bij wijze van spreken al even oud als het beroep zelf. Het gebrek aan een geharmoniseerde en gewestelijke aanpak heeft ertoe geleid dat bepaalde buurten onleefbaar zijn geworden. Prostituees en buurtbewoners moeten daardoor in onveilige omstandigheden werken en leven.
Nochtans bleek uit de hoorzittingen die werden georganiseerd in deze commissie, dat veel sprekers – waaronder academici, politiemensen en sekswerkersverenigingen - wijzen op de noodzaak van een gemeenschappelijke aanpak, in het bijzonder een gemeenschappelijk politiereglement. Sinds de hoorzittingen heb ik daarover helaas niets meer vernomen van de meerderheidspartijen. Gaat u daar nog mee aan de slag? Het probleem is bijzonder acuut en blijft etteren.
De rust in de wijk is teruggekeerd door de verhoogde aanwezigheid van de politie. Aangezien een groot deel van de overlast in de wijk veroorzaakt wordt door krakers, onderzoekt burgemeester Close samen met de politie of het mogelijk is om bepaalde panden te sluiten. Dat is louter symptoombestrijding, want de oorzaak van de overlast wordt niet aangepakt. Ik stel overigens vast dat er regelmatig branden uitbreken in gekraakte panden, en niet alleen in de Alhambrawijk.
In het Globaal Veiligheids- en Preventieplan is er sprake van een gewestelijk actieplan dat gewijd wordt aan prostitutie. Het plan, waarvan de uitwerking zal plaatsvinden in de periode 2021-2024, voorziet in de toepassing van een intergemeentelijk coördinatiemechanisme dat moet bijdragen tot de harmonisatie van de uiteenlopende benaderingen van de gemeenten. Er wordt al jaren over dat coördinatiemechanisme gesproken.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Depuis que la prostitution existe, les quartiers concernés connaissent des problèmes. Faute d'une politique régionale harmonisée, certains sont même devenus invivables, pour les riverains comme pour les travailleuses du sexe.
Pourtant, les auditions organisées au sein de la présente commission ont révélé la nécessité d'une telle approche, et plus particulièrement d'un règlement de police commun. Mais nous ne voyons toujours rien venir, malgré l'urgence.
L'importante présence policière dans le quartier Alhambra a permis de rétablir le calme, après les incidents du mois d'août, causés en grande partie par des squatteurs. Le bourgmestre Philippe Close espère les éviter en condamnant les lieux inoccupés, mais il ne prend pas le mal à la racine.
Dans le plan global de sécurité et de prévention, un plan d'action régional axé sur la prostitution, pour la période 2021-2024, prévoit la mise en œuvre d'un mécanisme intercommunal de coordination. Cela fait des années qu'il en est question. Les associations de terrain ont encore confirmé le manque de coordination lors des auditions.
Begin oktober 2019 stelde ik in deze commissie een van mijn eerste vragen over dit onderwerp. Wat we toen van het antwoord konden onthouden, was dat er nog geen enkele vooruitgang werd geboekt inzake intergemeentelijke coördinatie. De verenigingen op het terrein hebben dat tijdens de georganiseerde hoorzittingen allemaal beaamd. Het ontbreekt volledig aan coördinatie.
In welk stadium bevindt het gewestelijk actieplan inzake prostitutie zich momenteel? Welke acties worden momenteel reeds uitgevoerd? Welke acties worden voorbereid?
De gemeenten kunnen een beroep doen op gewestelijke steun om de prostitutieproblematiek aan te pakken. Welke gemeenten hebben gewestelijke steun ontvangen van het gewest? Hoeveel ontving elke gemeente en welke projecten worden ermee gefinancierd? Welke resultaten leveren die projecten concreet op?
Où en est le plan d'action régional ?
Les communes ont la possibilité de demander une aide régionale en la matière. Combien ont-elles déjà reçu et quels projets cette aide a-t-elle permis de financer ? Quels en sont les résultats ?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Safe.brussels leidt de uitwerking van het gewestelijke actieplan inzake prostitutie, dat in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan is aangekondigd, in goede banen. Dat plan, dat nog door de Brusselse regering moet worden goedgekeurd, moet het onder meer mogelijk maken om seksueel uitgebuite slachtoffers van mensenhandel beter op te sporen. Om tot een geslaagd resultaat te komen, is het uiteraard noodzakelijk dat de gerechtelijke en bestuurlijke politie nauw met elkaar samenwerken en dat de federale, gewestelijke en lokale overheidsdiensten de handen in elkaar slaan.
Ik wil overigens benadrukken dat er niet altijd een verband is tussen prostitutie en mensenhandel in de wettelijke betekenis van het woord. Het kan ook gaan om een bewuste persoonlijke keuze, al moeten we dat enigszins nuanceren. Uit heel wat studies blijkt immers dat mensen die in de prostitutie stappen, dat vaak doen omdat ze tijdelijk extra geld nodig hebben. Een andere factor die een grote rol speelt, is sociaal isolement. In het gewestelijke actieplan inzake prostitutie zal ook daaraan aandacht worden besteed. Zo zal een van de doelstellingen van het plan erin bestaan mensen die niet het slachtoffer zijn van mensenhandel maar toch uit de prostitutie willen stappen, de mogelijkheid te bieden om zich daarbij te laten begeleiden.
Het gewest streeft ernaar om binnen zijn bevoegdheden complementair met de bestaande initiatieven en de aanpak van andere beleidsniveaus op te treden.
Met het oog op de opmaak van het gewestelijke plan werden zes werkgroepen samengesteld, die zich over bepaalde hoofd- en nevendoelstellingen buigen. In de werkgroepen worden ook vertegenwoordigers uitgenodigd van de preventie- en veiligheidsdiensten die zich op het prostitutieprobleem toeleggen.
De taak van die werkgroepen bestaat er onder andere in het verschijnsel in beeld te brengen en de begeleiding van mensen die al dan niet het slachtoffer zijn van mensenhandel, in kaart te brengen. Daarnaast komt het erop aan om samen met de gemeenten het buurtwerk te versterken. Andere aandachtspunten zijn sterker inzetten op communicatie met de kwetsbare doelgroepen en de opleiding van de eerstelijnswerkers.
Het is de bedoeling om in die werkgroepen samen met de partners een zinvol en echt nuttig plan op te stellen. Ik hecht dan ook veel belang aan voorafgaand overleg, zeker voor zo’n gevoelig thema als dit.
Daarnaast kent het gewest financiële steun toe aan bepaalde verenigingen die actief zijn op het terrein. Zo subsidieert het twee projecten van de vzw Pag-ASA. Het eerste project heeft tot doel seksueel uitgebuite slachtoffers van mensenhandel beter op te vangen. De vzw wil het publiek, slachtoffers en mensen die beroepsmatig met prostitutie in aanraking komen beter informeren. Ze verspreidt zowel algemene informatie over mensenhandel als specifieke informatie over de herkenning van signalen en eventuele maatregelen. Ze houdt zich bezig met opleiding, zet in op communicatie en onderzoekt goede praktijken op het vlak van de bestrijding van mensenhandel.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Safe.brussels est chargé de la mise en œuvre du plan d'action régional en matière de prostitution, qui doit cependant encore être approuvé par le gouvernement. Il devrait permettre de mieux détecter les victimes de la traite des êtres humains à des fins d’exploitation sexuelle. Pour ce faire, il convient de veiller à la collaboration étroite des polices judiciaire et administrative, et à une coopération des services publics fédéraux, régionaux et locaux.
La prostitution ne va pas forcément de pair avec la traite des êtres humains, au sens légal du terme. Elle peut relever d'un choix délibéré lié, par exemple, à des raisons financières. Le plan d'action mettra également l'accent sur l'isolement social, autre facteur important, en aidant les personnes qui le souhaitent à sortir de la prostitution. La Région complète ainsi les initiatives prises à d'autres niveaux.
Le plan d'action régional en matière de prostitution est élaboré par six groupes de travail, composés entre autres de représentants des services de prévention et de sécurité axés sur la prostitution. Ils ont pour mission de cerner le phénomène ainsi que l'accompagnement assuré. L'idée est en outre de renforcer le travail de proximité avec les communes, de même que la communication avec les plus fragilisés et la formation de la première ligne. La concertation me paraît capitale avec les partenaires, surtout dans une matière aussi délicate.
Par ailleurs, la Région accorde une aide financière à certaines associations de terrain, dont l'ASBL Pag-Asa, qui, d'une part, joue un rôle d'information et de formation, et d'autre part, collabore avec la police pour lui permettre de prendre en charge plus tôt les victimes de traite des êtres humains, lors d'opérations de contrôle.
Van 17 tot 21 oktober organiseerde ze de Week tegen Mensenhandel. Met haar tweede project wil ze politie en inspectie helpen bij controleacties en sneller bij de procedure betrokken worden, zodat ze de slachtoffers van mensenhandel direct kan bijstaan en doorverwijzen.
De problemen in de Alhambrawijk zijn divers: prostitutie, drugsoverlast en seksueel geweld. Daarom krijgen nog andere vzw's financiële ondersteuning. Zo zijn er SOS Viol, dat zich inzet om de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld zichtbaarder te maken, en Transit, dat drugsgebruikers begeleidt en opleidingen voor veldwerkers organiseert.
Voorts is er het Project Lama, dat actief is met een uniek team van culturele bemiddelaars en maatschappelijk werkers. Het spreekt gemeenschappen aan in hun eigen taal (Arabisch, Russisch, Pools enzovoort) en begeleidt drugsgebruikers die illegaal op het grondgebied verblijven.
Het gewest steunt ten slotte ook de plannen van de gemeente Schaarbeek om een lokaal veiligheidscontactpunt in de Noordwijk uit te bouwen. Dat project moet onder andere helpen om het prostitutieprobleem in de buurt aan te pakken door de betrokken instanties samen te brengen, een prostitutiebeheersplan uit te werken, de maatschappelijke overlast te bestrijden en in te zetten op communicatie, bewustmaking en begeleiding.
Meer kan ik u niet zeggen over de initiatieven die onder leiding van safe.brussels worden genomen om de prostitutie aan te pakken. Die initiatieven vormen uiteraard een aanvulling op de acties die mijn collega's onder hun respectieve bevoegdheden ondernemen.
Au vu de la diversité des problèmes rencontrés dans le quartier Alhambra - prostitution, problèmes de drogues, violences sexuelles -, d'autres ASBL bénéficient également d'une aide financière, telles que SOS Viol et Transit. Citons aussi le Projet Lama, actif avec une équipe unique en son genre, composée de médiateurs culturels et de travailleurs sociaux.
Enfin, la Région soutient les plans de la commune de Schaerbeek qui entend développer un point de contact local pour la sécurité dans le quartier Nord.
Toutes ces initiatives viennent bien entendu compléter les actions entreprises par mes collègues dans le cadre de leurs compétences respectives.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik onthoud vooral dat er nog altijd geen actieplan is. U zegt dat de regering dat zal goedkeuren, maar ik vraag dat al sinds 2019. Ook mijn voorganger, de heer Van den Driessche, vroeg dat al in 2017 en 2018. Dat plan ligt al meer dan vijf jaar op tafel. U spreekt over het belang van voorafgaand overleg. Vijf jaar voorafgaand overleg in werkgroepen om een plan goed te keuren dat ook in het regeerakkoord van drie jaar geleden staat, is niet meer serieus. Het regeerakkoord bevat blijkbaar veel loze plannen, die dan worden doorgeschoven naar werkgroepen, die er vijf jaar tijd mee zoet zijn. Tegen dan zijn er opnieuw verkiezingen en kan er een nieuw regeerakkoord worden opgesteld, zonder dat er vorderingen op het terrein zijn.
Minister-president, u bent niet meer geloofwaardig in deze kwestie. Dat is een fundamenteel probleem. U zegt al jarenlang hetzelfde. U bent politiek verantwoordelijk om samen met de burgemeesters, onder andere de heren Emir Kir en Philippe Close rond de tafel te gaan zitten en te bekijken wat er met onmiddellijke ingang kan gebeuren op het terrein. Dat doet u niet. U blijft vastzitten in werkgroepen en steriele politieke discussies. Ik betreur dat er geen vooruitgang in het dossier is. Nochtans zijn de recepten bekend. Er zijn hoorzittingen geweest. Ik raad u en uw kabinet aan om die verslagen te lezen en daarvan werk te maken. Ik vind het jammer dat de prostitutieambtenaar uit Antwerpen niet aan bod is gekomen. Het is interessant om eens met haar te praten omdat er bijzonder veel werk aan de winkel is. Er zijn goede voorbeelden in binnen- en buitenland.
- Het incident is gesloten.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je retiens surtout qu'il n'y a toujours pas de plan d'action, alors qu'il est sur la table du gouvernement depuis plus de cinq ans ! Visiblement, l'accord de gouvernement contient de nombreux plans vides, qui ne sont que refilés à des groupes de travail jusqu'aux prochaines élections et l’élaboration d'un nouvel accord de gouvernement.
Monsieur le Ministre-Président, vous n'êtes plus crédible sur cette question. Vous avez la responsabilité politique de vous asseoir autour de la table avec les bourgmestres et d'examiner ce qui peut être accompli immédiatement sur le terrain. Vous vous accrochez à des groupes de travail et à des discussions politiques stériles, alors que les recettes sont connues. Des auditions ont eu lieu. Je vous conseille de lire ces rapports et d'en faire grand cas. De bons exemples existent, en Belgique et à l'étranger, notamment à Anvers.
- L'incident est clos.
Mondelinge vraag van mevrouw Els Rochette
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de monitoring van identiteitscontroles en etnische profilering.
Question orale de Mme Els Rochette
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le monitoring des contrôles d'identité et du profilage ethnique.
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- In juni 2021 stelde ik u een vraag over de monitoring van identiteitscontroles naar aanleiding van het proefschrift van mevrouw Saudelli aan de VUB. Haar punt is dat de huidige registratiewijze van identiteitscontroles onvolledig en moeilijk te bestuderen is. Een monitoringsysteem moet systematisch zijn, maar ook kwaliteitsvol en efficiënt.
Ondertussen is men op verschillende niveaus met het VUB-onderzoek aan de slag gegaan. De aanbevelingen van mevrouw Saudelli en ook die van de Algemene Inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie zullen in werkgroepen worden besproken om verbeterpunten te bepalen en te implementeren. Er zijn al verschillende gedachtewisselingen geweest met vertegenwoordigers van verenigingen die op dit vlak actief zijn. De bedoeling is om met hen projecten af te bakenen om de relatie tussen politie en burger te verbeteren. Safe.brussels zou een rol kunnen spelen bij het bepalen van die projecten en bij het integreren van de positieve resultaten ervan in de gewestelijke strategie.
Monitoring van de uitgevoerde identiteitscontroles, het verfijnen van het kwalitatieve en kwantitatieve beeld van de fenomenen die meespelen, het verzamelen van goede praktijken en het bestrijden van polarisering: al die elementen zijn ook opgenomen in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Op strategisch niveau heeft safe.brussels reeds enkele uitwisselingsmomenten achter de rug met het kabinet van federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden en er is afgesproken om dit bilaterale overleg systematisch te organiseren.
U verklaarde in juli 2021 dat er studiewerk verricht wordt en dat er bovendien nog heel wat studies op stapel staan. Welke studies lopen er inzake monitoring van identiteitscontroles of etnische profilering en met welke insteek? Wie voert het onderzoek uit? Wanneer zullen de studies zijn afgerond?
In de praktijk zijn er al verschillende uitwisselingen geweest met verenigingen die actief zijn inzake bestrijding van polarisering of etnische profilering. Om welke verenigingen gaat het? Hoe zijn ze gecontacteerd?
Voor toekomstige projecten is er voor de zomer van 2021 een oproep gericht aan lokale organisaties. Hoeveel reacties zijn er gekomen? Welke projecten zijn gehonoreerd en wat houden ze in?
Er is een werkgroep met vertegenwoordigers van lokale besturen, politiezones en het parket voor een gedragen visie op controles en voor het vastleggen van samenwerkingsmodellen. Hoe vaak is die werkgroep intussen samengekomen en wat is het resultaat?
Op strategisch niveau overlegt safe.brussels met het kabinet van federaal minister Annelies Verlinden. Hoe vaak heeft dat overleg al plaatsgevonden en wat is het ritme van de bijeenkomsten?
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- En juin 2021, je vous avais posé une question sur le suivi des contrôles d’identité à la suite du travail de fin d’études de Mme Saudelli, de la VUB, consacré à la méthode d’enregistrement de ces contrôles. Ses recommandations et celles de l’ Inspection générale de la police fédérale et de la police locale seront discutées dans des groupes de travail pour déterminer les problèmes à résoudre. L’idée est de définir, avec le secteur associatif, des projets visant à améliorer la relation entre les citoyens et la police.
Safe.brussels pourrait jouer un rôle dans l’intégration des résultats positifs de ces projets dans la stratégie régionale. Il a déjà eu plusieurs échanges avec le cabinet de la ministre fédérale de l’Intérieur et convenu avec elle de systématiser cette concertation bilatérale.
En juillet 2021, vous aviez fait état de toute une série d’études alors en cours. Quelles sont-elles et quel est leur angle d’approche ? Qui les réalise ? Quand seront-elles prêtes ?
Des échanges ont eu lieu avec des associations qui luttent contre la polarisation ou le profilage ethnique. Quelles sont-elles ? Comment ont-elles été contactées ?
Un appel à projets a été lancé avant l’été 2021. Qu’a-t-il donné ?
À quelle fréquence s’est réuni le groupe de travail associant les autorités locales, les zones de police et le parquet, et chargé de définir une vision commune des contrôles ?
Combien de fois la concertation entre safe.brussels et le cabinet de la ministre fédérale de l’Intérieur a-t-elle eu lieu ?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het probleem dat u aankaart en dat mij na aan het hart ligt, is onlosmakelijk verbonden met de relatie tussen ordediensten en burgers.
Het kenniscentrum van safe.brussels zal in 2024 een studie wijden aan selectief politieoptreden. Die studie zal voortbouwen op de eerdere bevindingen van de organisaties waarnaar u verwijst, met name Unia, Amnesty International en het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.
De werkwijze moet nog worden bepaald en daarbij zal men een beroep doen op de medewerking van alle beleidsniveaus van ons land, de federale minister van Binnenlandse Zaken en de gemeenten, die het toezicht op de politiezones uitoefenen. De politiezones zelf moeten hun goedkeuring geven om de operationele politieprocedures naar behoren te kunnen aanpakken.
Safe.brussels ondersteunt op basis van een in 2022 uitgeschreven projectoproep verschillende vzw's die polariserende relaties tussen burgers en politie trachten te bestrijden, zoals de vzw Atmosphères, die jongeren en politie in dialoog laat treden over een veilige openbare ruimte, de vzw Jeugd en Stad, voor haar project 'Je kiffe Bruxelles', de vzw Belgian Forum for Urban Security, die zich toelegt op de verspreiding van tweetalig pedagogisch, participatief, collaboratief en collectief inlichtingenmateriaal over lokale strategieën ter bevordering van vertrouwen en wederzijds respect tussen lokale autoriteiten en burgers. Dit alles staat tegenover een toenemende ontvankelijkheid voor extreme en polariserende betogen.
Er is eveneens het Centre d'information et de documentation pour jeunes, dat zich inzet voor de preventie van gewelddadig radicalisme door activiteiten op scholen en in jeugdcentra te organiseren en door de lokale politie en jongeren uit bepaalde wijken met elkaar in gesprek te brengen.
Daarnaast ondersteunt safe.brussels door middel van een structurele financiering de vzw Inforjeunes, die verschillende projecten over polarisering organiseert. Sommige van die vzw's kregen de vraag om hun werkzaamheden te komen toelichten in de werkgroep Burger-Politie.
Safe.brussels voert hierover geen gesprekken met het kabinet van federaal minister Annelies Verlinden, maar organiseert wel elke drie maanden de werkgroep Burger-Politie met de vertegenwoordigers van de zes politiezones en de negentien gemeenten. Daarin wordt gesproken over de geleverde inspanningen om de relatie tussen burgers en politie te verbeteren.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En 2024, le centre de connaissances de safe.brussels réalisera une étude sur les interventions policières sélectives, sur la base des constatations des associations que vous avez évoquées. Tous les niveaux de pouvoir seront mis à contribution : ministre de l'Intérieur, communes et zones de police.
Safe.brussels soutient, par un appel à projets lancé en 2022, diverses associations luttant contre la polarisation de la relation entre les citoyens et la police, phénomène en recrudescence. Il accorde également un financement structurel à une autre association. Certaines de ces ASBL ont été invitées à exposer leurs activités devant le groupe de travail « citoyens-police ».
Safe.brussels n’a pas d’échanges à ce sujet avec le cabinet de la ministre fédérale de l’Intérieur, mais organise tous les trois mois le groupe de travail précité. Les représentants des six zones de police et des dix-neuf communes y discutent des efforts déployés pour améliorer la relation entre les citoyens et la police.
De werkgroep biedt tevens een forum om de lokale praktijken zichtbaarder te maken en te beoordelen, maar ook om de wisselwerking tussen de deelnemers te bevorderen en elkaars werkzaamheden te leren kennen. Het is ook de bedoeling om de bestaande goede praktijken onder de aandacht te brengen en over het hele gewest te verspreiden, en de partners aan te moedigen om soortgelijke lokale initiatieven te nemen.
Voorts worden op de vergaderingen ook verenigingen, burgerorganisaties en andere structuren uitgenodigd om hun expertise te delen. De deelnemers krijgen er de kans om hun ervaringen, goede praktijken en aanbevelingen over de besproken onderwerpen uiteen te zetten.
De werkgroep is inmiddels al vijf keer samengekomen. Het verslag van de vergaderingen zal een overzicht bevatten van de ondernomen initiatieven op het vlak van de gemeenschapsgerichte politiezorg (community policing). Dat verslag zal binnenkort worden gepubliceerd en gebruikt worden in de communicatie met en in de voorlichting van de autoriteiten en het grote publiek. Alle activiteiten die tijdens het academiejaar van september 2021 tot juni 2022 zijn verwezenlijkt, komen erin aan bod. Daarmee wordt dus tegemoetgekomen aan de resolutie van het Brussels Parlement.
Tot slot organiseren de politiediensten bepaalde opleidingen over het thema. Zo is er bijvoorbeeld een opleiding tot 'behavior detection officer', die bedoeld is om de controles objectief af te stemmen op het gedrag van een individu, zonder de etnische afkomst te laten doorwegen.
Le groupe de travail est aussi un lieu d’échanges sur les pratiques locales. Des associations, notamment de citoyens, et d’autres structures sont invitées à y partager leur expertise. Le compte rendu de ses cinq réunions sera bientôt publié. Il contiendra un aperçu des initiatives prises en matière de police de proximité, mais aussi la liste de toutes les activités qui ont eu lieu entre septembre 2021 et juin 2022. Il est ainsi fait suite à la résolution du Parlement bruxellois.
Enfin, les services de police organisent des formations sur cette thématique. Il existe ainsi une formation en détection des comportements, qui vise à déclencher un contrôle de manière objective, en fonction du comportement d’un individu et non de son origine ethnique.
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Uit uw uitgebreide antwoord blijkt dat de problematiek grondig wordt aangepakt. Dat betekent in de eerste plaats dat het probleem erkend wordt. We hoeven het dus niet meer te benoemen. Het is fijn om te horen dat de werkgroep Burger-Politie al vijfmaal is samengekomen, want voor een dialoog is het nodig elkaar meermaals te ontmoeten.
Ook de erkenning van de door u vermelde organisaties is heel positief. Ik geloof in een dialoog tussen jongeren en politie als oplossing.
Voorts kijk ik uit naar het verslag, waarin uitwisselingen en goede praktijken opgenomen worden. Onze fractie dankt u omdat u de aanbevelingen uit de resolutie ernstig hebt genomen.
- Het incident is gesloten.
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Je déduis de votre réponse que l'on est bien conscient du problème. Je me réjouis d’apprendre que le groupe de travail « citoyen-police » s’est déjà réuni cinq fois, condition préalable au dialogue.
Mon groupe vous remercie d’avoir pris au sérieux les recommandations de la résolution.
- L'incident est clos.
Question orale de M. Sadik Köksal
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant les agressions contre les policiers et les forces de l'ordre classées sans suite.
Mondelinge vraag van de heer Sadik Köksal
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de aanvallen gericht tegen de politieagenten en de ordediensten die zonder gevolg geklasseerd worden.
M. Sadik Köksal (DéFI).- Dernièrement, nous apprenions par la presse que les agressions à l’encontre des forces de l’ordre et des services de pompiers et ambulanciers n’ont jamais été aussi nombreuses.
Des jeunes ont récemment organisé des guets-apens dans des quartiers dits « chauds », raison pour laquelle d’importants dispositifs policiers doivent désormais être mobilisés pour accompagner les pompiers sur le terrain. Il s'agit d'une situation très problématique dès lors qu’il apparaît que, dans la plupart des cas, ces faits sont classés sans suite, faute de moyens. Impunis, les auteurs de ces faits risquent, par conséquent, de récidiver.
Bien que la justice ne soit pas de votre ressort, safe.brussels est en contact étroit avec les zones de police, les acteurs de la prévention et de la sécurité à Bruxelles, ainsi qu’avec la ministre de l’Intérieur. La réforme de l'État vous a conféré une série de prérogatives utiles dans le cadre de la lutte contre la violence envers les forces de l’ordre. Ce point figure d’ailleurs dans le plan global de sécurité et de prévention .
En outre, le Parlement s’est engagé sur la voie du dialogue et du respect mutuel en votant une proposition de résolution traitant des relations entre les forces de l’ordre et les citoyens, qui devrait toujours rester notre boussole quand nous abordons ces thématiques.
À la suite des nouveaux faits de violence, le dialogue avec la ministre de l'Intérieur et les autorités fédérales a-t-il été relancé ? Est-il prévu de renforcer les capacités humaines et logistiques des services du ministère public ?
Disposez-vous de statistiques, pour chaque zone de police, concernant les faits d’agression à l’encontre des policiers ? Qu'en est-il des zones de secours et des pompiers et ambulanciers ? En outre, disposez-vous de chiffres relatifs aux suites judiciaires données à ces faits de violence ? Il est important de disposer de données pour connaître l’ampleur de ce phénomène.
Quelles zones de police se sont-elles montrées intéressées par des formations spécifiques en lien avec le caractère urbain propre à notre Région ? Qu’allez-vous mettre en place pour les inciter à y participer ? Comment se sont déroulés vos discussions avec les chefs de corps à ce sujet ?
Où en est le suivi des recommandations de la proposition de résolution traitant des relations entre les forces de l’ordre et les citoyens ?
Qu’en est-il des effectifs de la police fédérale venant en soutien aux zones de police bruxelloises ? Quelle évolution constate-t-on dans les chiffres ?
Plus généralement, qu'avez-vous entrepris depuis l’année passée pour renforcer le soutien aux zones de police bruxelloises ?
De heer Sadik Köksal (DéFI).- Volgens de media zijn er nog nooit zoveel aanvallen geweest tegen de politie- en hulpdiensten. Het is problematisch dat dergelijke feiten meestal zonder gevolg geklasseerd worden.
Sinds de staatshervorming beschikt u over een aantal mogelijkheden om de strijd aan te gaan tegen dergelijk geweld. Het parlement heeft bovendien een resolutie goedgekeurd over de relatie tussen burgers en ordediensten. Dialoog en wederzijds respect zijn daarin onze leidraad.
Is er sinds de nieuwe feiten een dialoog opgestart met de federale overheid en de minister van Binnenlandse Zaken? Komt er een uitbreiding van het personeel en een logistieke versterking?
Bestaan er cijfers van het aantal aanvallen voor de verschillende politiezones? Zijn er cijfers over het juridische gevolg dat aan deze vorm van geweld wordt gegeven?
Welke politiezones toonden interesse voor een specifieke opleiding die rekening houdt met het stedelijke karakter van het gewest? Hoe moedigt u hen aan om daaraan deel te nemen? Hoe verlopen de gesprekken met de korpschefs?
Hoever staan de aanbevelingen bij het ontwerp van resolutie over de relatie tussen de burgers en ordediensten?
Hoe evolueren de cijfers over de inzet van de federale politie?
Wat hebt u het voorbije jaar ondernomen om de Brusselse politiezones te versterken?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Toutes les demandes portant sur des statistiques ou des chiffres doivent faire l'objet d'une question écrite, raison pour laquelle les services ont supprimé quelques-unes de vos questions orales.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Enkele van uw mondelinge vragen zijn geschrapt, omdat alle vragen naar statistieken en cijfers schriftelijk ingediend moeten worden.
Il n’existe pas de formation spécifique qui prépare les policiers au caractère urbain de la Région bruxelloise. Cette problématique est abordée dans le programme de la formation de base, dans l’offre des formations continuées ou encore pour certaines formations fonctionnelles.
Le programme de formation des services de police est défini par les services de police eux-mêmes et comporte bien entendu plusieurs aspects liés au caractère urbain de leurs interventions, comme les sanctions administratives, le rôle des agents de quartier ou les techniques d’intervention.
En ce qui concerne la formation de base délivrée à l’ École régionale et intercommunale de police (ERIP), le programme est fixé par le niveau fédéral. Pour les formations continuées, l'offre de l'ERIP cadre dans le plan régional de formation, rédigé sur la base des besoins exprimés par les zones de police. La Région bruxelloise a néanmoins insisté sur la nécessité d’y inclure des aspects spécifiques à Bruxelles, en matière de violences intrafamiliales ou de conduite en milieu urbain. Il faut toutefois se rappeler que ces formations ne représentent qu’une partie de l’offre, car les zones organisent elles-mêmes des formations complémentaires, selon les besoins qui leurs sont propres. Par exemple, toutes les zones de police ne sont pas concernées par la prostitution au même titre que les zones de police Bruxelles-Capitale / Ixelles et Bruxelles-Nord .
Il est important de mentionner que les aspirants policiers formés à Bruxelles par l’ERIP ne seront pas nécessairement affectés dans une zone bruxelloise. Et inversement, les aspirants formés ailleurs dans le pays peuvent être destinés à travailler à Bruxelles. Ce système défini par la législation fédérale se base sur un principe d’universalité de la formation et de la reconnaissance du brevet sur l’ensemble du territoire.
Au moment de la réforme des polices, une formation unique permettant la mobilité des policiers a été instaurée, notamment à la demande des syndicats. À l'époque des polices communales, la mobilité n'existait pas. Cet aspect n’est pas à négliger, car 70 % du personnel des zones de police bruxelloises n’habite pas à Bruxelles. Autrement dit, les zones de police bruxelloises se composent à 30 % seulement de Bruxellois.
Nombre d’aspirants préfèrent suivre leur formation de base à proximité de leur domicile, notamment à Liège, Jurbise, Namur ou Asse.
Er bestaat geen specifieke opleiding ter voorbereiding op het stedelijke karakter van het Brussels Gewest; die problematiek is opgenomen in de basisopleiding en in sommige vervolgopleidingen.
Het programma van de basisopleiding van de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool (GIP) wordt federaal vastgelegd. Andere opleidingen spelen in op de vragen vanuit de politiezones, bijvoorbeeld rond intrafamiliaal geweld. De politiezones bieden overigens zelf ook opleidingen aan, in functie van hun specifieke noden.
Bij de politiehervorming heeft men, op vraag van de vakbonden, gekozen voor een unieke opleiding in het hele land om zo de mobiliteit van het personeel te verhogen. De aspirant-agenten van de GIP komen dus niet noodzakelijk terecht in Brussel. Zo komt het dat 70% van het personeel in de Brusselse politiezones niet in Brussel woont.
S'agissant des recommandations incluses dans la résolution traitant des relations entre les forces de l'ordre et les citoyens, safe.brussels est en train de rédiger un rapport. Il sera prochainement soumis au gouvernement puis rendu public.
Enfin, s'agissant de l’appui des autorités fédérales aux zones de police bruxelloises, la question n’est pas neuve et chaque drame - comme celui que nous avons connu récemment - vient souligner les carences actuelles, dont le manque chronique d’effectifs est la forme la plus visible. Ces difficultés occultent parfois les missions importantes déjà prises en charge par la Région et dont les zones de police ne pourraient se passer. Ce soutien quotidien prend la forme de missions diverses, judiciaires, administratives ou logistiques.
Dans le domaine judiciaire, on peut citer, entre autres, les services offerts par le cybercentre régional et mis en œuvre par du personnel fédéral, le laboratoire de police judiciaire, la Regional Computer Crime Unit ou encore les unités spéciales.
En matière de police administrative, le corps d'intervention de la police fédérale de la Direction de coordination et d’appui Bruxelles et la police des chemins de fer ont conclu avec les zones plusieurs partenariats structurels pour l’organisation de patrouilles communes ou dans le cadre d’actions de sécurité et de la gestion négociée de l’espace public.
Cette vision d’un appui spécialisé doit bénéficier d’un financement qui correspond aux ambitions du législateur. La Région prend ses responsabilités en finançant elle-même certaines activités qui profitent directement aux zones de police. Nous restons bien sûr attentifs aux développements en cours. La situation actuelle se caractérise par un entrelacement de compétences et lorsque nous pouvons mettre tout le monde autour de la table pour travailler ensemble, nous ne manquons jamais de le faire.
Het rapport over de relatie tussen de ordediensten en de burgers dat safe.brussels momenteel opstelt, wordt binnenkort voorgelegd aan de regering, en dan openbaar gemaakt.
Het gebrek aan manschappen bij de federale politie is het meest zichtbare pijnpunt in de samenwerking met de Brusselse politiezones. Daardoor blijft soms verborgen welke belangrijke initiatieven al ondernomen zijn door het Brussel Gewest.
Zo is er onder meer de inbreng van het gewestelijk cybercenter, dat bemand wordt door federaal personeel, het labo van de gerechtelijke politie, de Regional Computer Crime Unit en andere gespecialiseerde eenheden.
Verschillende politiezones werken samen met de federale gedeconcentreerde coördinatie- en steundirectie voor Brussel en de spoorwegpolitie.
Die visie op gespecialiseerde ondersteuning moet naar behoren gefinancierd worden. Het Brussels Gewest neemt zijn verantwoordelijkheid door bepaalde acties te financieren die rechtstreeks ten goede komen aan de politiezones.
We houden de vinger aan de pols. Er is momenteel een versnippering van de bevoegdheden maar we zullen altijd proberen om iedereen rond de tafel te krijgen.
M. Sadik Köksal (DéFI).- Comme vous l'avez souligné, Monsieur le Ministre-président, il faut maintenir une certaine mobilité. Les Bruxellois ne représentent que 30 % du personnel des forces de l'ordre de la Région. L'École régionale et intercommunale de police a un rôle fondamental à jouer en la matière. En effet, comme souligné précédemment, il est important de promouvoir le recrutement en Région bruxelloise pour que davantage de Bruxellois puissent s'engager.
Il est vrai que le financement, hybride, demeure un problème dès lors que nous dépendons toujours d'un sous-financement structurel, malgré l'augmentation de la population bruxelloise.
Par votre intermédiaire et celui des bourgmestres, qui s'expriment régulièrement dans les médias, nous souhaitons inviter les autorités fédérales à octroyer plus de moyens à la Région bruxelloise.
- L'incident est clos.
De heer Sadik Köksal (DéFI).- Het behoud van een zekere mate van mobiliteit is nodig. Brusselaars maken slechts 30% van de ordediensten in het gewest uit. We moeten inzetten op lokale rekrutering om het percentage Brusselaars te verhogen.
Ondanks de toename van de Brusselse bevolking blijft structurele onderfinanciering een probleem.
- Het incident is gesloten.
Demande d'explications de M. Ahmed Mouhssin
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant la confirmation de la décision du retrait de la reconnaissance de l'Exécutif des musulmans de Belgique par le ministre de la Justice.
Vraag om uitleg van de heer Ahmed Mouhssin
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de bevestiging van het besluit van de minister van Justitie om de erkenning van de Executieve van de Moslims van België in te trekken.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Depuis 1998, l’ Exécutif des musulmans de Belgique (EMB) est l’organe représentatif du culte islamique. Il a été reconnu par l’arrêté royal du 3 mai 1999.
Au début du mois, nous apprenions que le tribunal civil de Bruxelles a estimé, dans un jugement rendu le 1er septembre, que l’État belge, par le biais de son ministre de la Justice, M. Vincent Van Quickenborne, s’est illégalement ingéré dans les activités d’une autorité religieuse. En cause, l’exigence du ministre de voir l’ancien président de l’ EMB démissionner, parce que suspecté d’être un espion à la solde de l’État du Maroc.
Le 15 septembre dernier, le vice-premier ministre et ministre de la Justice, M. Van Quickenborne, a procédé au retrait de la reconnaissance de l'EMB, ce qui a provoqué une onde de choc parmi de nombreux acteurs de la communauté musulmane, qui travaillent depuis trois décennies à la construction de cet organe représentatif.
Le ministre a lancé cette procédure pour de multiples raisons : les opérations de l’EMB ne seraient pas transparentes ; sa structure ne serait pas claire ; il subirait une forte ingérence étrangère de la Turquie et du Maroc ; la place des femmes serait encore trop faible en son sein.
Le ministre espère que le retrait de la reconnaissance de l'organisme « peut créer un levier, pour que l'islam moderne puisse éventuellement former une organisation représentative ».
Si certains arguments du ministre sont compréhensibles, d’autres sont plus surprenants. La sous-représentativité des femmes dans les organes représentatifs des cultes est une triste réalité pour l’ensemble des cultes. Et si une politique doit être menée, il est regrettable que le ministre stigmatise un culte en particulier, plutôt que de travailler de manière constructive avec l’ensemble de ceux-ci pour essayer de parvenir à un changement global.
Le ministre pointe également l’absence d’élections pour le renouvellement de l’EMB. Les responsables de l’EMB invoquent l'explication suivante : « une date avait été fixée auparavant mais, pour donner une nouvelle chance aux discussions avec le ministre, elle a été ajournée. Le ministre ayant unilatéralement arrêté les pourparlers à partir de juin 2022, le 13 septembre 2022, en concertation avec les représentants des différentes instances représentatives des communautés musulmanes respectives de notre pays, nous avons fixé une nouvelle date pour les élections, à savoir les 17 et 18 décembre 2022. »
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Op 1 september jongstleden oordeelde de rechter dat minister van Justitie Van Quickenborne zijn boekje te buiten ging door het ontslag te eisen van de vroegere voorzitter van de Belgische Moslimexecutieve.
Op 15 september trok minister Van Quickenborne de erkenning van de Belgische Moslimexecutieve in, onder meer wegens een g ebrek aan transparantie, de beperkte plaats van de vrouw en de inmenging van Turkije en Marokko. Hij hoopt zo de modernisering van de islam een zetje te geven.
Het argument van de ondervertegenwoordiging van vrouwen is verrassend, want die bestaat in alle religies. In plaats van één religie te viseren, zou de minister beter samenwerken om daar overal verandering in te brengen.
De minister hekelt voorts het uitblijven van nieuwe verkiezingen voor Belgische Moslimexecutieve, maar de vertegenwoordigers daarvan leggen uit dat die net waren uitgesteld om de gesprekken met de minister een nieuwe kans te geven en dat ze nu zijn vastgelegd op 17 en 18 december 2022.
Nous savons que les entités fédérées, le SPF Justice et la Sûreté de l’État collaborent au sein de la Commission d’information et de concertation, comme stipulé à l’article 5 de l’Accord de coopération du 2 juillet 2008.
Ce retrait de la reconnaissance de l'EMB est sans précédent. Il est nécessaire que les divers organes et fonctions dépendant du culte musulman puissent continuer à fonctionner de manière fluide et sans inquiétude quant à leur avenir au sein de notre Région.
En ce sens, les collaborations au sein de la Commission d’information et de concertation entre les différents niveaux de pouvoir doivent dès lors être efficientes. J'ai déjà souligné l'importance, à mon point de vue, de ce lieu de concertation.
Avez-vous pris l’initiative de convoquer la Commission d’information et de concertation ? Cette dernière s’est-elle réunie en vue de préparer cette procédure ? Si oui, qui était présent lors de la discussion ? Quels ont été les éléments principaux de la discussion ?
Avez-vous été informé par le représentant de l’EMB de l’organisation des élections pour le renouvellement de l’organe représentatif du culte musulman de Belgique ? Avez-vous prévu de rencontrer les communautés locales du culte musulman bruxellois afin de leur apporter un soutien pour l’organisation de ces élections ? Où en est la reconnaissance des différentes mosquées et plus particulièrement celle de la mosquée du Cinquantenaire ?
La nécessité de la continuité du service public impose de continuer d’avoir un organe représentatif du culte musulman. Dès lors, qui est votre interlocuteur depuis le retrait de la reconnaissance de l’EMB par le ministre de la Justice ?
Om de verschillende moslimorganen soepel en onbezorgd verder te kunnen laten functioneren in het gewest, is de goede werking van de Informatie- en Overlegcommissie van groot belang. Die brengt de deelstaten, de FOD Justitie en de Staatsveiligheid samen.
Hebt u die commissie samengeroepen? Is ze bijeengekomen om die procedure voor te bereiden? Zo ja, wie was er aanwezig en wat waren de voornaamste agendapunten?
Heeft de vertegenwoordiger van de Belgische Moslimexecutieve u op de hoogte gebracht van nieuwe verkiezingen? Plant u ontmoetingen met de lokale moslimgemeenschappen om hen bij die verkiezingen te steunen? Hoe staat het met de erkenning van de moskeeën en vooral van de Grote Moskee?
Wie is uw gesprekspartner voor de islamitische eredienst nu de Belgische Moslimexecutieve haar erkenning kwijt is?
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Al twee jaar lang vechten de leiders van de Belgische Moslimexecutieve een robbertje met de Belgische staat. De inlichtingendiensten wijzen op de dreiging van buitenlandse inmenging en gevaarlijk activisme. In de Grote Moskee van Brussel werd geradicaliseerd godsdienstonderricht uitgewerkt, volgens het verslag van de Kamercommissie Justitie. Het interne beheer van de Belgische Moslimexecutieve is erg problematisch en zijn bestuursorganen werden nog altijd niet vernieuwd.
De schorsing is voorwerp van een rechtszaak en ondertussen heeft de federale regering een intrekkingsprocedure uitgewerkt met een overgangsperiode om de continuïteit te waarborgen en tegelijkertijd vernieuwing mogelijk te maken. Het koninklijk besluit werd in oktober in het Staatsblad gepubliceerd. Het zeventien leden tellende orgaan dat in 2016 werd verkozen, wordt afgeschaft en het Bureau van de Belgische Moslimexecutieve neemt de administratieve taken over met de ondersteuning van de secretaris-generaal. Alle bedienaars van de eredienst die aan de Belgische Moslimexecutieve verbonden zijn, zullen nog altijd door de FOD Justitie worden betaald.
Minister-president, u zei tijdens de begrotingsbesprekingen in deze commissie dat u van de erkenning van de Grote Moskee een prioriteit wilt maken. Gezien de huidige situatie en de geschetste problematiek vind ik dat enigszins verontrustend. Er zou eerst duidelijkheid moeten worden verschaft over al die problemen en ook de zekerheid dat die zich niet meer zouden voordoen in de toekomst. Met wie bent u in contact over de erkenningsprocedure van de Grote Moskee? Hebt u daarover overlegd met de federale minister van Justitie?
Tijdens de gewestelijke ministerraad van 10 november werd een subsidie toegekend aan het College van de Belgische Moslimexecutieve voor de financiering van de diensten van een extern medewerker. De vraag is of het de bedoeling is om de federale financiering over te nemen met gewestelijke middelen. Wat wilt u daarmee bereiken? Welke criteria werden er besproken? Moet u de malaise bij de Belgische Moslimexecutieve niet eerst grondig onderzoeken vooraleer u financiële middelen toekent?
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Depuis deux ans, les dirigeants de l'Exécutif des musulmans de Belgique (EMB) sont en conflit juridique avec l'État belge, dont les services de renseignement soulignent la menace d'ingérence étrangère et d'activisme dangereux présentée par cet organe.
Entre-temps, il a été procédé au retrait de reconnaissance de l’EMB, assorti d'une période de transition afin d'assurer la continuité tout en permettant le renouvellement de ses membres.
Lors des discussions budgétaires au sein de cette commission, vous avez déclaré vouloir faire de la reconnaissance de la Grande mosquée une priorité. Vu la situation actuelle, c’est un peu inquiétant. Avez-vous consulté le ministre fédéral de la Justice au sujet de cette procédure de reconnaissance ?
Lors du conseil des ministres bruxellois du 10 novembre, un subside a été accordé au Collège de l’Exécutif des musulmans de Belgique pour financer les services d'un responsable externe. L'intention est-elle de prendre le relais du financement fédéral ? Si oui, dans quel but ? Ne devriez-vous pas mener une enquête approfondie sur le malaise suscité par l’EMB avant d'allouer des fonds ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le ministre de la Justice a pris la décision d’entamer la procédure de retrait de la reconnaissance de l’ Exécutif des musulmans de Belgique (EMB) en toute autonomie et sans concertation préalable avec les entités fédérées. La commission d'information et de concertation n’a pas non plus été réunie en préparation de cette décision unilatérale, qui relève exclusivement des compétences fédérales.
Le ministre de la Justice a procédé au retrait de la reconnaissance de l’EMB. Ce retrait - en réalité partiel - a été consacré par un arrêté royal du 29 septembre 2022.
Une réunion de la commission d'information et de concertation était prévue de longue date, le 6 octobre 2022. À cette occasion, le cabinet du ministre de la Justice a eu l'occasion de rappeler aux entités fédérées en quoi consistait l’arrêté royal en question.
Je n’ai jamais été directement informé par les représentants de l’EMB de l’organisation d’élections pour le renouvellement de l’organe représentatif du culte musulman. Le 14 septembre, mes services ont découvert eux-mêmes, par le biais d'une publication sur la page Facebook de l'EMB, que ce dernier avait fixé la date des élections aux 17 et 18 décembre 2022.
Concernant les potentielles rencontres avec les communautés locales afin d’apporter un soutien dans le cadre de l’organisation des élections, je répète que je garde toujours la même ligne de conduite, qui est basée sur le respect du principe constitutionnel fondamental de la séparation de l’Église et de l’État. Il ne m’appartient pas, en tant qu’autorité publique, de m’immiscer dans l’organisation et la structuration d’un organe représentatif d’un culte, quel qu’il soit. Chacun doit respecter les limites de ses compétences. Pour la Région, il s'agit du financement du temporel du culte.
S'agissant de l'état des reconnaissances des différentes mosquées et, plus particulièrement, celle de la mosquée du Cinquantenaire, je réitère les informations déjà transmises précédemment : depuis les six reconnaissances effectuées par le gouvernement bruxellois en 2021, nous n’avons pas été saisis de nouvelles demandes de la part du culte musulman. Neuf dossiers, dont celui de la Grande mosquée, sont toujours en suspens, comme le prévoit la législation, à la suite de l’avis défavorable du ministre de la Justice. Tant que ce dernier ne remet pas un avis favorable, ils ne pourront pas être soumis au gouvernement bruxellois.
En tout état de cause, l’arrêté royal du 29 septembre 2022 n’a pas d’effets directs sur la Région de Bruxelles-Capitale, car les obligations de la Région concernent le soutien financier et la reconnaissance des communautés locales. En effet, son article 2, § 1er, maintient dans les compétences du Bureau de l’EMB les rapports avec les autorités publiques et lui confie, dans son § 2, différentes missions, dont celle de la gestion des dossiers des communautés islamiques locales reconnues et à reconnaître.
Afin de garantir la continuité du service public, l’interlocuteur de la Région de Bruxelles-Capitale pour le culte musulman est le Bureau de l’EMB.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De minister van Justitie heeft de procedure om de erkenning van de Belgische Moslimexecutieve in te trekken zonder voorafgaand overleg met de deelstaten ingezet. De gedeeltelijke intrekking van de erkenning is bekrachtigd met een koninklijk besluit van 29 september 2022.
De vergadering van de informatie- en overlegcommissie was al veel eerder op 6 oktober gepland. Bij die gelegenheid deed de minister de reikwijdte van het koninklijk besluit uit de doeken.
De Belgische Moslimexecutieve heeft me nooit rechtstreeks geïnformeerd over de verkiezingen. Mijn diensten zijn daar op 14 september achter gekomen toen het nieuws op Facebook verscheen.
Ik handel altijd volgens het grondwettelijke principe van de scheiding tussen kerk en staat. Als gezagsdrager komt het mij niet toe om me met de vertegenwoordiging van een godsdienst te bemoeien.
Sinds de Brusselse regering in 2021 zes moskeeën heeft erkend, zijn er geen nieuwe erkenningsaanvragen van mosliminstanties gekomen. Negen dossiers, waaronder dat van de Grote Moskee, zijn nog niet afgerond. Zolang de minister van Justitie geen gunstig advies geeft, blijft dat zo.
Het koninklijk besluit van 29 september 2022 heeft geen directe gevolgen voor het Brussels Gewest, want dat is alleen tot financiële steun en de erkenning van lokale gemeenschappen gehouden.
Om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren, blijft het Bureau van de Belgische Moslimexecutieve de gesprekspartner van de regering.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Je remercie le ministre-président pour le soin qu'il apporte à éviter toute ingérence. D'autres ministres devraient s'inspirer de sa méthode plutôt que de ternir l'image de notre pays en se faisant condamner.
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Het is goed dat de minister-president zich er niet mee bemoeit. Andere ministers zouden daar beter een voorbeeld aan nemen.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Gezien de geschetste context, vind ik het opmerkelijk dat u niettemin aankondigt hier een prioriteit van te willen maken. Wat meer terughoudendheid is gepast. De situatie moet eerst volledig uitgeklaard zijn voor u nieuwe initiatieven kunt nemen. Ik roep u dan ook op om in verband met de erkenning van de Grote Moskee de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen.
- Het incident is gesloten.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Il convient de clarifier la situation avant de prendre de nouvelles initiatives. Je vous invite donc à faire preuve de prudence concernant la reconnaissance de la Grande mosquée.
- L'incident est clos.
Demande d'explications de M. Sadik Köksal
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le budget des zones de police et le non-respect de l'accord salarial.
Vraag om uitleg van de heer Sadik Köksal
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de begroting van de politiezones en de niet-naleving van de loonovereenkomst.
M. Sadik Köksal (DéFI).- Depuis plusieurs années, l’État fédéral réalise des économies en réduisant le nombre de policiers fédéraux et en faisant peser la charge des salaires sur le niveau local. Plus de 40 % du budget des zones de police locale provient des dotations fédérales. Cela montre à quel point le pouvoir fédéral est censé jouer un rôle de soutien aux zones de police pour honorer leurs dépenses de personnel et de fonctionnement.
C'est la raison pour laquelle mon groupe a salué, au niveau fédéral, la récente annonce d'une augmentation des dotations. Le problème est que ce soutien demeure largement insuffisant ces dernières années. La norme KUL, qui a servi de base à la loi de financement, n’a plus été actualisée depuis 2001, alors que les besoins et contraintes ont évolué sur le plan des événements et des manifestations à couvrir, de la criminalité, de l’augmentation de la population, du trafic routier, etc. À cela s’ajoutent l’indexation des salaires, l’augmentation des cotisations pour les pensions, la perte des subventions régionales, l’explosion du coût de l’énergie et le projet de revalorisation salariale des policiers par le pouvoir fédéral, dont le financement sera probablement assuré par les seules communes.
Il en ressort qu’aujourd’hui, les zones de police locale sont étranglées par ce qu’elles appellent justement un sous-financement chronique de la part du gouvernement fédéral. Le conclave budgétaire fédéral a permis de confirmer les engagements pris auprès de la police et donc une hausse des salaires des policiers réparties en différentes phases, d’octobre 2023 à 2025. Or, l'accord prévoyant l'augmentation du salaire des policiers, conclu entre la ministre de l'Intérieur Annelies Verlinden et le Syndicat national du personnel de police et de sécurité ainsi que le Syndicat libre de la fonction publique , aurait dû faire ressentir ses effets dès janvier 2023. Il est désormais reporté à octobre 2023 et est divisé en trois branches.
Outre le subventionnement direct des zones de police, quel budget a-t-il été alloué par la Région bruxelloise en 2022 respectivement à safe.brussels , au centre de crise régional bruxellois , au centre de communication régional, au subventionnement de l’ École régionale et intercommunale de police , au réseau de caméras de reconnaissance automatique des plaques d'immatriculation (ANPR), à la mise à disposition de drones, au cybercentre régional et, enfin, au plan régional de formation ? Tous vont dans le sens d’une optimisation des ressources et d’un meilleur service à la population.
De heer Sadik Köksal (DéFI).- De federale overheid bespaart al jaren door het aantal federale politieagenten af te bouwen en de financiering van de lonen naar de gemeenten door te schuiven. Meer dan 40% van het budget van de politiezones komt uit federale dotaties. De federale overheid moet de politiezones dan ook ondersteunen.
Daarom is DéFI verheugd over de recente aankondiging van de federale regering dat ze de dotaties wilt verhogen. De steun was de voorbije jaren ruim ontoereikend. De KUL-norm, die de basis vormde voor de financieringswet, is sinds 2001 niet meer bijgewerkt, terwijl de behoeften wel degelijk zijn gewijzigd en de kosten zijn gestegen.
Als gevolg daarvan kreunen de politiezones onder wat ze terecht een chronische onderfinanciering door de federale regering noemen. Die bevestigde tijdens haar begrotingsconclaaf dat ze de lonen bij de politie tussen oktober 2023 en 2025 stapsgewijs zal optrekken, zoals afgesproken met de vakbonden.
Welke budgetten trok het gewest in 2022 voorts uit voor safe.brussels, het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum, het gewestelijk communicatiecentrum, de subsidiëring van de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool, het netwerk van camera's voor automatische nummerplaatherkenning, de terbeschikkingstelling van drones, het gewestelijk cybercentrum en het gewestelijke opleidingsplan?
Quelles sont les raisons avancées par le gouvernement fédéral pour que les dotations fédérales évoluent suivant l’indice des prix à la consommation et non l’indexation des salaires, à tout le moins pour ce qui concerne la part des dotations affectées au personnel ?
Dans vos échanges, qu'avez-vous fait ou tenté de faire pour que l’accord salarial soit respecté ? Dans quelle mesure la Région a-t-elle son mot à dire ?
Enfin, continuez-vous de plaider pour l’actualisation de la norme KUL auprès du niveau fédéral - ce à quoi ce dernier s'était engagé -, et, sur cette base, pour une augmentation des dotations allouées aux zones de police ? Dans le cas d’une actualisation de la norme KUL, quels budgets fédéral et régional pourraient-ils y être alloués ?
Waarom laat de federale regering haar dotaties met betrekking tot personeel evolueren volgens de consumptieprijsindex in plaats van de loonindex?
Wat ondernam u om de naleving van het loonakkoord te garanderen? In welke mate krijgt het gewest daarover inspraak?
Blijft u pleiten voor een hogere dotatie van de politiezones via een actualisering van de KUL-norm? Als die er komt, welke budgetten kunnen de federale regering en de gewestregering er dan voor uittrekken?
Mme Leila Lahssaini (PTB).- Comme l'a souligné M. Köksal, les salaires de la police n'ont pas été revalorisés depuis vingt ans et ces accords sectoriels étaient très attendus par les policiers. Une revalorisation des rémunérations de 5 % en moyenne avait été conclue par la ministre cd&v de l'Intérieur au nom du gouvernement mais ce dernier est malheureusement revenu sur cet accord.
Cette augmentation salariale n'avait rien d'extraordinaire - un montant de 25 à 30 euros en moyenne après vingt ans de carrière ! - mais même cette augmentation assez faible n'a pas été respectée. Le gouvernement a décidé d'étaler l'augmentation salariale : initialement prévue pour janvier 2023, elle ne sera versée qu'en octobre et les policiers n'en obtiendront que 45 %. C'est un véritable manque de respect à leur égard !
Nous soulignons régulièrement, au sein de notre commission, la difficulté et la complexité de la tâche des policiers. Cependant, les nombreux partis qui plaident ici pour plus de présence policière sont les mêmes qui, au gouvernement fédéral, ne soutiennent pas l'amélioration des conditions de travail de ces agents.
Aujourd'hui, M. Köksal demande si la Région de Bruxelles-Capitale entreprend des démarches en vue de soutenir la hausse salariale pour les policiers. Or, hier soir, le groupe DéFI auquel il appartient a voté contre une motion qui demandait la même chose à la Ville de Bruxelles. Que veut donc ce parti ?
(Remarques de M. Köksal)
Par ailleurs, l'autre objet de mécontentement des policiers concerne la pension car il s'agit d'un métier lourd. Ils ne devraient dès lors pas être obligés de travailler jusqu'à 67 ans.
Nous avons besoin de policiers qui restent dans leur zone, qui connaissent le quartier et ont établi un lien de confiance avec les habitants. Or, pour que ces policiers restent, il faut que leur salaire et leurs conditions de travail soient corrects et qu'ils se sentent entendus.
Dans certains quartiers comme le quartier Nord à Schaerbeek, la police communale est épuisée car elle doit gérer une situation sociale très compliquée. Les moyens annoncés pour le moment par le gouvernement fédéral et la police fédérale relèvent de la lutte contre la grande criminalité, ce qui ne va pas aider la police communale dans la gestion quotidienne de certaines petites infractions.
Je rejoins donc la question posée concernant les moyens que la Région met concrètement en œuvre pour aider au quotidien le travail des policiers et des zones de police dans les quartiers qui sont particulièrement sous pression.
Un travail important de prévention est aussi à accomplir car de nombreux problèmes sont en réalité des problèmes sociaux pour lesquels la prévention est déterminante. La Région de Bruxelles-Capitale a-t-elle prévu d'attribuer des moyens de prévention à certains quartiers en priorité ?
Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- De politielonen werden al twintig jaar lang niet meer aangepast. Onlangs werd er met de federale minister van Binnenlandse Zaken een akkoord bereikt over een bescheiden loonsverhoging met 5%, maar ondertussen is de federale regering daarop teruggekomen.
In deze commissie wordt vaak gezegd hoe zwaar en ingewikkeld het werk van politieagenten is. Sommigen pleiten in deze commissie voor meer blauw op straat, terwijl hun partijgenoten in de federale regering de verbetering van de arbeidsomstandigheden van politieagenten niet steunen.
De heer Köksal roept het gewest op om de loonsverhoging te steunen, maar gisterenavond stemden zijn partijgenoten in de gemeenteraad van Brussel tegen een motie waarin exact hetzelfde gevraagd werd.
(Opmerkingen van de heer Köksal)
Politieagenten zijn ook ontevreden over de pensioenleeftijd.
We hebben politieagenten nodig die de wijk kennen en als we ze niet willen zien vertrekken, moeten hun loon en arbeidsomstandigheden deugen en moeten ze het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluisterd.
De federale overheid maakt middelen vrij voor de strijd tegen zware misdaad, maar dat zal de dagtaak van de gemeentepolitie niet verlichten.
Wat doet het gewest om de dagtaak van de politieagenten in Brussel te verlichten, in het bijzonder in moeilijke wijken?
Vele problemen zijn in feite het gevolg van sociale problemen. Voorziet het gewest in specifieke preventiemaatregelen voor bepaalde wijken?
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Vorige week kwamen de politievakbonden massaal op straat in Brussel om hun ongenoegen te uiten over de woordbreuk van de federale regering in verband met de aangekondigde loonsverhoging voor de politiediensten. Federaal minister Verlinden had daarover een akkoord met de politievakbonden gesloten, maar ze is daarop moeten terugkomen onder druk van haar federale collega-ministers. De politieagenten krijgen de beloofde loonsverhoging dus niet op een jaar, maar die zal moeten worden gespreid. Ik heb daarover gisteren een motie in de gemeenteraad van Brussel ingediend. Die is besproken, maar helaas verworpen.
Stelt u zich eens voor dat er geen politie aanwezig was tijdens de rellen die we opnieuw gezien hebben na de match België-Marokko. Dat zou een totale ramp zijn voor Brussel en voor alle Brusselaars. We moeten dankbaar zijn en blijven voor het werk dat de politieagenten elke dag verrichten in de straten van Brussel, maar we moeten zeker ook beseffen dat ze almaar vaker onder druk komen te staan met gevaar voor eigen leven. Een opwaardering van hun werk is noodzakelijk.
De federale regering zorgt voor een groot deel van de financiering, maar de gemeenten hebben ook een dotatie voor de politiezone. Ik stel vast dat die in de stad Brussel al jarenlang nagenoeg ongewijzigd blijft. De gemeenten besparen dus de facto op de politiezones, zeker nu de inflatie bijzonder zwaar doorweegt op de lonen. De federale overheid volledig de schuld geven is de waarheid geweld aandoen. De gemeenten zijn minstens gedeeltelijk verantwoordelijk voor de financiering van hun politiezone. Ik roep u op om tijdens de Gewestelijke Veiligheidsraad nogmaals duidelijk te maken aan de burgemeesters dat ook zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Andere steden en gemeenten passen geld bij vanuit de stedelijke of gemeentelijke middelen om de politiezone te financieren. Dat gebeurt veel te weinig in Brussel.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- La semaine dernière, les syndicats policiers ont massivement exprimé leur mécontentement face à la rupture de promesse du gouvernement fédéral quant à la hausse salariale annoncée pour les services de police. Cette hausse, promise en un an, sera finalement étalée sur plusieurs années.
Il est évident que le travail effectué au quotidien par la police mérite d'être revalorisé. Si le gouvernement fédéral assume une grande partie du financement, les communes ont aussi une dotation pour leur zone de police. À la Ville de Bruxelles, celle-ci n'a pratiquement pas changé depuis des années. Les communes réalisent donc également des économies sur le dos des zones de police, surtout à l'heure où l'inflation pèse lourdement sur les salaires. Il n'est donc pas honnête de rejeter entièrement la faute sur le pouvoir fédéral. Je vous invite à rappeler aux bourgmestres, à l'occasion du Conseil régional de sécurité, qu'ils doivent aussi prendre leurs responsabilités.
Ik verwijs ook naar het Fonds voor Europese Toppen en naar de preventiebudgetten. Er zijn nog veel andere manieren waarop de federale overheid middelen ter beschikking stelt voor het politiewerk in Brussel. We moeten al die budgetten in rekening brengen.
Een laatste punt zijn de efficiëntiewinsten. Op dat vlak is er nog bijzonder veel werk aan de winkel. De overheid moet nagaan hoe ze de politie beter kan laten werken en de beschikbare middelen efficiënter kan inzetten.
(De heer Sadik Köksal, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)
Je renvoie aussi au fonds sommets européens et aux budgets de prévention, à travers lesquels le gouvernement fédéral met également des moyens à la disposition du travail de la police à Bruxelles. De plus, des gains d'efficacité peuvent encore être réalisés.
(M. Sadik Köksal, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel)
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je remercie M. Köksal de son intervention. Nous soutenons tous nos policiers et reconnaissons qu'il s'agit d'un métier extrêmement dur.
Je retiendrai de votre interpellation qu’il est temps de revoir la norme KUL et les financements. Dès le départ, cette norme était défavorable aux grandes villes et le trou n'a cessé de se creuser.
Pour illustrer mes propos, je ne prendrai qu'un critère en compte : le nombre d'habitants. Au moment de l'établissement de cette norme, la Région bruxelloise en comptait environ un million. Aujourd'hui, il y en a 200.000 de plus. Ce seul paramètre justifierait une hausse de 20 %.
Nous soutenons donc pleinement vos revendications et, à titre personnel, je rejoins également celles des policiers.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik onthoud dat de KUL-norm en de financiering aan een update toe zijn. Toen ze werden vastgelegd, telde Brussel een miljoen inwoners, nu zijn het er 200.000 meer. Alleen al die toename rechtvaardigt een verhoging van het budget met 20%.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Dans l'accord de majorité, le gouvernement avait prévu que des travaux seraient entamés pour renforcer la sécurité de la police, mais surtout qu'il allait plaider, auprès du gouvernement fédéral, pour l'octroi de moyens financiers supplémentaires et adaptés aux zones bruxelloises au travers d'une réadaptation et d'une actualisation de la norme KUL .
Vous avez en effet réalisé ce second objectif : dans l'accord du gouvernement du 30 septembre 2020, on peut lire que le financement des zones de police locales est obsolète et qu'il doit être adapté.
Cependant, la véritable question demeure : quels travaux ont-ils été effectués concrètement depuis 2020 ? La révision de la norme KUL doit bien nécessiter du travail en amont.
(M. Guy Vanhengel, président, reprend place au fauteuil présidentiel)
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- In het regeerakkoord staat dat de regering voor aangepaste middelen voor de Brusselse politiezones en voor de aanpassing van de KUL-norm zou pleiten.
Het tweede voornemen heeft het intussen tot het federale regeerakkoord van 30 september 2020 geschopt, maar wat is er sinds die tijd concreet gebeurd?
(De heer Guy Vanhengel, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op)
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le hasard du calendrier veut que votre question tombe quelques jours après que nous avons débattu du budget de la mission 10 au sein de la présente commission. Je ne répéterai donc pas ce qui y a été dit.
Je serai donc succinct sur le rappel du financement régional consacré à la prévention et la sécurité en 2023 et vous renvoie pour plus de détails à la ventilation du budget de la mission 10 et à nos échanges lors de la commission du 29 novembre dernier.
Votre question me donne néanmoins l’occasion de revenir sur l’appui régional apporté aux zones de police, lequel ne se limite pas uniquement à la subvention annuelle de 35 millions d'euros issus du Fonds social européen. Cet appui comprend également les subventionnements à divers projets tels que le centre de crise régional, la team drone, le cybercentre, etc. Le subventionnement de ces projets est le parfait exemple d’un appui de l’ombre dont l’absence de visibilité est inversement proportionnelle à son importance.
Ainsi, pour mémoire, les dotations relatives à l’ensemble de la politique régionale de sécurité et de prévention représentent en 2023 un total de 131,8 millions d'euros dont 114,5 millions en fonctionnement et 17,3 millions en investissements.
Concernant les investissements, 14,4 millions d'euros sont destinés à poursuivre le développement du centre de crise régional, dont font partie le dispatching et le cybercentre régional, ainsi que le maintien indispensable des technologies qui y sont utilisées. Le solde des montants d’investissements sont versés à d’autres acteurs : les communes, Brusafe, l'Institut de formation en aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale, l' École régionale et intercommunale de police et l'ASBL Transit. En 2022, le montant des investissements régionaux s’élevait à 22 millions d'euros, car il comprenait l’acquisition de caméras de reconnaissance automatique des plaques d’immatriculation.
Sur les 114,5 millions d'euros de fonctionnement, plus de 88 millions sont reversés sous forme de subsides à d’autres entités.
Pour les questions liées aux dotations fédérales, à l’indexation des salaires et à la révision de la norme KUL, elles ne ressortent pas de notre compétence. Cela ne signifie évidemment pas que ce sujet nous est indifférent. À la suite de l'accord de majorité fédéral, une étude a été commandée et réalisée, mais les résultats n'ont toujours pas été communiqués. Je ne puis vous en dire davantage mais vous pouvez interroger la ministre de l'Intérieur.
M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Nous comptons bien le faire !
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Toevallig komt uw vraag aan bod enkele dagen na het begrotingsdebat in deze commissie over opdracht 10. Ik zal niet herhalen wat ik daar heb gezegd.
De gewestelijke steun aan de politiezones beperkt zich niet tot de jaarlijkse subsidie van 35 miljoen euro uit het Europees Sociaal Fonds, maar omvat ook de subsidiëring van diverse projecten zoals het gewestelijke crisiscentrum, het droneteam en het cybercenter. In 2023 is er alles bij elkaar 131,8 miljoen euro beschikbaar voor het gewestelijke veiligheidsbeleid.
Van de investeringen gaat 14,4 miljoen euro naar de uitbouw van het gewestelijke crisiscentrum en het onderhoud van technologische apparatuur. Het saldo gaat naar de gemeenten, Brusafe, het Instituut voor de Opleiding in de Dringende Medische Hulpverlening enzovoort. In 2022 waren de gewestelijke investeringen goed voor 22 miljoen euro, onder andere door de aankoop van camera's voor nummerplaatherkenning.
Van de 114,5 miljoen euro werkingssubsidies gaat meer dan 88 miljoen euro in de vorm van subsidies naar andere instellingen.
De indexering van de salarissen en de herziening van de KUL-norm zijn geen gewestelijke bevoegdheden. Er is een federale studie besteld, maar de resultaten zijn nog niet bekend. Daarover kunt u uw vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken stellen.
De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Dat gaan we zeker doen!
M. Sadik Köksal (DéFI).- La Région tente en effet de soutenir financièrement les zones de police. Il convient de rappeler que la responsabilité de ce déséquilibre n'incombe pas uniquement à la Région, mais surtout aux autorités fédérales.
Mme Lahssaini a oublié de préciser qu'à la Ville de Bruxelles, le PTB a apparemment soutenu une motion de la N-VA. Je tiens à souligner que DéFI n'appuie pas les textes soumis par des partis extrémistes. Si la N-VA et le PTB forment un nouveau front à la Ville, il convient de s'en inquiéter.
(Remarques de Mme Lahssaini)
Il faut avoir de la souplesse pour faire le grand écart !
De heer Sadik Köksal (DéFI).- Het gewest probeert de politiezones financieel te ondersteunen. De federale overheid is grotendeels verantwoordelijk voor de wanverhouding.
In de gemeenteraad van Brussel heeft de PTB blijkbaar een motie van de N-VA gesteund. DéFI steunt geen teksten die worden ingediend door extremistische partijen.
(Opmerkingen van mevrouw Lahssaini)
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De uitlatingen van de heer Köksal zijn even extreem. We kunnen een cel extremisme oprichten in deze zaal, want het zit hier blijkbaar vol met extremisten.
Hebt u een halfuur of een uur de tijd om de uitspraken van uw leden, voorzitters en ex-voorzitters onder de loep te nemen waarmee ze de grootste bevolkingsgroep van dit land schofferen? Ik betreur dit lage niveau. Laten we het inhoudelijk houden.
M. Sadik Köksal (DéFI).- Libre à vous d'également soutenir les textes du PTB. Je ne vous fais pas de reproches.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Laten we het debat inhoudelijk houden. Elkaar als extremist wegzetten, daar komen we niet verder mee. De standpunten zijn bekend.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Les propos de M. Köksal sont tout aussi extrêmes. Nous pourrions mettre en place une cellule extrémisme dans cette salle, tant les extrémistes y sont apparemment nombreux.
De heer Sadik Köksal (DéFI).- Het staat u vrij om de teksten van de PTB mee te onderschrijven. Ik maak u geen verwijten.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Restons sur le fond du débat, se qualifier d'extrémistes ne mènera à rien.
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Quand je visiterai le magasin Delhaize le long du canal avec madame Debaets, comme nous l'avons planifié en conclusion de sa demande d'explications sur le permis de port d'arme, j'en profiterai pour lui demander d'interpeler Mme Verlinden.
- L'incident est clos.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Wanneer ik samen met mevrouw Debaets een bezoek breng aan de Delhaize aan het kanaal, zal ik haar vragen om een interpellatie tot minister Verlinden te richten.
- Het incident is gesloten.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik heb al meermaals vragen gesteld over het structurele tekort aan zwembaden in het gewest en het gebrek aan uniformiteit bij de bestaande zwembaden. Daar komen nu nog de gevolgen van de energiecrisis bij. De zwembaden hebben sowieso al een enorme impact op de gemeentelijke financiën, maar de hoge energieprijzen versterken die tendens nog.
In het regeerakkoord wordt voorgesteld om een bovengemeentelijke structuur op te richten, onder meer om nieuwe openbare zweminfrastructuur te ontwikkelen. De regering wil gewestelijke beheersregels vastleggen voor de zwembaden die de gemeenten aan die bovengemeentelijke structuur toevertrouwen en zal daarbij bijzondere aandacht besteden aan de harmonisering van de tarieven en de niet-discriminatie tussen Brusselaars.
De energiecrisis biedt de gelegenheid om de gemeenten te overtuigen om hun zwembaden onder gewestelijke voogdij te brengen. Schaalvergroting, coördinatie en samenwerking kunnen de efficiëntie vergroten en de kosten doen dalen. Een gecoördineerde gewestelijke aanpak, over de gemeentegrenzen heen, is dan ook noodzakelijk zodat er na decennialange stilstand eindelijk eens vooruitgang wordt geboekt in dit dossier, dat voor de Brusselaar zo belangrijk is.
In oktober hebt u aangegeven dat uit het overzicht van de zwembaden in het gewest blijkt dat het aanbod van openbare zwembaden onevenwichtig is verspreid en aanzienlijk kleiner is in het westen van het gewest, meer bepaald in Vorst, Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek en de Noordwijk. U zei ook dat u de concrete uitwerking van de bovengemeentelijke infrastructuur voor het eerst besproken hebt met de burgemeesters, de schepenen van Sport en de technisch directeuren en dat er informatie wordt verzameld over de kosten, het personeel, de manier van werken en dergelijke meer.
Hoeveel middelen worden er in de Brusselse begroting vrijgemaakt voor het onderhoud en de renovatie van zwembaden? Staan er nog andere middelen ter beschikking, zoals Belirisfondsen?
Hoever staat de oprichting van die bovengemeentelijke structuur? Ik veronderstel dat de studie afgerond is en dat het tijd is voor politieke besluitvorming.
Hebt u zicht op de tekorten in de begrotingen van de verschillende zwembaden? Wat is de impact van de energiecrisis daarop? In de stad Brussel loopt het tekort op tot een half miljoen euro en in andere gemeenten zijn de tekorten mogelijk nog groter. Kunt u dat toelichten?
Wat is de stand van zaken van de informatie-inzameling over de kosten, het personeel, de manier van werken enzovoort? Maakt die informatie dan geen deel uit van de studie van perspective.brussels?
Kunnen we in deze regeerperiode nog rekenen op de daadwerkelijke oprichting van de bovengemeentelijke structuur en op de harmonisering van de tarieven in het hele gewest?
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- L’accord de majorité prévoit la création d’une structure supracommunale, notamment pour créer de nouvelles piscines publiques. Des règles de gestion régionales s’appliqueront aux piscines que les communes lui confieront, une attention particulière étant accordée à l’harmonisation des tarifs et à l’absence de discrimination entre Bruxellois.
La crise énergétique offre une occasion de convaincre les communes de faire le pas. L’efficacité s’en trouverait renforcée, et les coûts comprimés. Une approche régionale coordonnée permettrait d’avancer enfin sur un dossier aussi important pour les Bruxellois.
En octobre, vous aviez indiqué que vous aviez déjà discuté des modalités pratiques de la structure supracommunale avec les bourgmestres et les responsables locaux et que vous étiez en train de rassembler des informations.
Quels montants sont-ils inscrits au budget régional pour l’entretien et la rénovation des piscines ? Existe-t-il d’autres moyens financiers ?
Où en est la création de la structure supracommunale ?
Avez-vous connaissance des déficits budgétaires des piscines ? Quel impact la crise énergétique a-t-elle ?
Où en êtes-vous dans la collecte d’informations sur les coûts, le personnel, les modalités pratiques, etc. ?
Verrons-nous la mise en place de cette structure et l’harmonisation des tarifs dans toute la Région encore avant la fin de la législature ?
Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
en aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,
betreffende de uniformisering bij de Brusselse zwembaden.
Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Martin Casier,
betreffende de torenhoge energierekeningen in de gemeentelijke sportinfrastructuren en zwembaden.
De voorzitter.- Bij afwezigheid van de indiener wordt de toegevoegde vraag om uitleg door de heer Marc-Jean Ghyssels voorgelezen.
Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
et à M. Bernard Clerfayt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique, des Pouvoirs locaux et du Bien-être animal,
concernant l'uniformisation des piscines bruxelloises.
Demande d'explications jointe de M. Martin Casier
concernant l’explosion des factures d’énergie dans les infrastructures sportives et piscines communales.
M. le président.- En l'absence de M. Martin Casier, sa demande d'explications jointe est lue par M. Marc-Jean Ghyssels.
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mon collègue Martin Casier, dont je lis la question, indique que, dans sa commune de Watermael-Boitsfort, les habitants ont la chance de bénéficier d'infrastructures sportives et d'une piscine communale de pointe. Ces infrastructures rencontrent des difficultés financières, car l'air ambiant et l'eau doivent être suffisamment chauffés pour que la pratique sportive puisse avoir lieu dans de bonnes conditions.
Nous connaissons l'importance de fréquenter la piscine pour permettre aux enfants d'apprendre la natation. Le nombre d'enfants qui ne savent pas nager est d'ailleurs en augmentation en Région bruxelloise.
Martin Casier a hâte de célébrer la réouverture de la piscine Neptunium, à Schaerbeek. Il y a fort à parier que la situation de Watermael-Boitsfort ne soit pas un cas isolé. Les piscines sont directement financées par les communes, qui auront du mal à leur venir en aide malgré l'augmentation exceptionnelle de la dotation régionale de 2,5 % pour faire face à la montée des coûts de l'énergie. En l'état, cette dotation demeure insuffisante.
L'association des établissements sportifs, dont le rôle essentiel est de regrouper, représenter et défendre les intérêts des centres sportifs des Communautés française et germanophone, pourrait être un bon interlocuteur. Cette association pourrait être consultée et/ou mandatée pour convenir de solutions techniques et juridiques de soutien aux infrastructures en souffrance.
Avez-vous eu vent de situations similaires à celle relayée aujourd'hui par Martin Casier en commission des Finances et des Affaires générales ?
Êtes-vous en contact avec les représentants du secteur ?
Avez-vous eu des contacts avec l'association des établissements sportifs pour étudier et évaluer la situation financière des infrastructures et des piscines en particulier ? Des solutions financières sur les court et moyen termes sont-elles prévues, afin d’éviter des fermetures temporaires de ces infrastructures sportives pourtant essentielles au bien-être des habitants ?
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik lees de vraag van de heer Casier voor.
Het zwembad van Watermaal-Bosvoorde is vermoedelijk niet het enige in het Brussels Gewest dat financiële problemen kent. De zwembaden worden door de gemeenten gefinancierd, maar de dotatie aan de gemeenten is ontoereikend om de stijgende energiekosten het hoofd te bieden.
De vereniging van sportetablissementen van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap zou een geschikte partner kunnen zijn om technische en juridische oplossingen uit te werken voor haar noodlijdende leden.
Hebt u weet van andere sportetablissementen die in zwaar weer verkeren? Staat u in contact met vertegenwoordigers van de sector en met de vereniging van sportetablissementen? Hebt u korte- en middellangetermijnoplossingen om tijdelijke sluitingen te voorkomen?
Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Het zal u niet verbazen dat one.brussels-Vooruit heel erg bekommerd is om de zwembaden. Leren zwemmen is levensnoodzakelijk en heel veel kinderen krijgen die kans niet meer. Veel scholen hebben ook geen zwemuren meer. Het is enorm belangrijk dat de bestaande zwembaden open kunnen blijven. Voor de gemeenten zijn dat heel zware kosten.
Voor one.brussels-Vooruit is het belangrijk dat er een harmonisering van de openingsuren en van de prijzen komt en dat het gewest het beheer van de zwembaden onder zijn hoede neemt. Wanneer zullen die bovengemeentelijke structuur en de harmonisering van de zwembaden gerealiseerd worden?
Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Il est vital d’apprendre à nager, or de très nombreux enfants n'ont plus cette chance. Il convient donc de maintenir les piscines existantes, d'harmoniser les heures d'ouverture et les tarifs, et de confier la gestion des piscines à la Région. Quand la structure supracommunale et l'harmonisation deviendront-elles une réalité ?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La réponse à cette question est écrite à quatre mains puisque ce dossier concerne aussi mon collègue Bernard Clerfayt.
Tout d’abord, je tiens à apporter quelques précisions en ce qui concerne le montant du budget qui serait alloué chaque année à l’entretien et à la rénovation des piscines. Pour le moment, aucune piscine bruxelloise n'est gérée par la Région elle-même. Les piscines publiques bruxelloises sont principalement communales et dépendent ainsi des autorités communales. La compétence de la Région en la matière se situe au niveau du soutien éventuel à l’investissement, essentiellement via les plans annuels et triennaux d’investissements en infrastructures sportives et par le recours au Fonds régional bruxellois de refinancement des trésoreries communales, dont l’initiative et le suivi sont assurés par Bernard Clerfayt.
Concernant le plan triennal d’investissement sportif, il prévoit la possibilité d’octroyer des budgets aux communes afin de les soutenir dans le financement d’infrastructures sportives communales. Cela ne concerne pas uniquement les piscines mais aussi les complexes sportifs, les terrains de football, etc. En fonction des priorités et des objectifs de ce plan triennal, les budgets serviront à l’achat, à la construction, à l’extension ou à la rénovation d’une infrastructure. Le plan triennal 2021-2023 prévoit un budget de 45 millions d'euros. Les dossiers sont encore à l’étude auprès des administrations compétentes. J'imagine que ces travaux seront lancés d'ici à la fin de la législature.
En plus du plan triennal d’investissement sportif 2021-2023, sont également lancés les appels à projets annuels en infrastructures sportives communales de proximité, c'est-à-dire les petites infrastructures. Pour 2022, un budget de 2.210.000 d'euros est prévu.
Un autre moyen de soutien concerne les projets financés par le Fonds régional bruxellois de refinancement des trésoreries communales. Deux appels à projets sont en cours. Le premier, qui date du 25 juin 2020, porte sur des projets en lien avec l’essor démographique. L’enveloppe totale est de 60 millions d’euros. Sur les 62 projets introduits par les communes, 13 concernent des infrastructures sportives communales. Un peu plus de 12 millions d'euros ont déjà été octroyés pour ces projets.
Le second appel à projets, qui date du 2 septembre 2021, porte spécifiquement sur le financement d’infrastructures sportives communales et prévoit une enveloppe de 50 millions d’euros. Actuellement, nous en sommes au stade de l’information des projets éligibles aux communes. À ce stade, aucun prêt effectif n’a été octroyé.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Een deel van mijn antwoord komt van het kabinet van minister Clerfayt.
De Brusselse openbare zwembaden vrijwel allemaal gemeentelijke zwembaden. Het gewest verstrekt investeringssteun, maar beheert zelf geen zwembaden.
Het driejaarlijkse sportinvesteringsplan voorziet in de mogelijkheid om financieringssteun voor gemeentelijke sportinfrastructuur te verstrekken. Dat geld wordt gebruikt voor aankoop, bouw, uitbreiding of renovatie. Voor 2021-2023 is 45 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast zijn er jaarlijkse projectoproepen in verband met kleinschalige sportinfrastructuur. Voor 2022 is er 2.210.000 euro beschikbaar.
Een andere vorm van steun betreft de projecten die het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën financiert. Er lopen momenteel twee projectoproepen voor een totaalbedrag van 60 miljoen euro. Dertien van de 62 ingediende projecten houden verband met gemeentelijk sportinfrastructuur. Er werd al iets meer dan 12 miljoen euro toegekend.
De tweede projectoproep gaat over de financiering van gemeentelijke sportinfrastructuur en gaat gepaard met een budget van 50 miljoen euro. Die oproep zit nog in de informatiefase.
(verder in het Nederlands)
Meerdere gemeenten hebben een bijkomend budget van Beliris gekregen voor de renovatie van hun zwembad, maar Beliris neemt die beslissing telkens op basis van de beschikbare middelen, de eigen prioriteiten en de analyse van de dossiers. Beliris stelt dergelijke budgetten niet systematisch jaarlijks ter beschikking.
(poursuivant en néerlandais)
Plusieurs communes ont reçu un budget supplémentaire de Beliris, mais il ne sera pas forcément alloué chaque année.
(poursuivant en français)
En ce qui concerne le projet d’une structure supracommunale, les questions sont encore nombreuses, notamment celle de son statut, de son financement ou encore de ses missions. Le groupe de travail piloté par le ministre Clerfayt réunit des responsables communaux et de piscines communales et ses résultats sont attendus pour les prochains mois.
(verder in het Frans)
Er rijzen nog veel vragen over een supralokale structuur voor het beheer van zwembaden, zoals het statuut, de financiering en de opdrachten. In een werkgroep onder leiding van minister Clerfayt bespreken vertegenwoordigers van gemeenten en gemeentelijke zwembaden deze kwestie. We verwachten hun resultaten in de komende maanden.
(verder in het Nederlands)
De studie van perspective.brussels is bijna klaar. Het eindverslag wordt momenteel herlezen. Voorafgaand aan de publicatie is een Nederlandse vertaling gepland. Daarna zal de studie aan het parlement worden bezorgd.
(poursuivant en néerlandais)
Quant à l'étude de perspective.brussels, elle est presque prête et sera transmise au parlement.
(poursuivant en français)
En ce qui concerne les questions sur les déficits des piscines communales, certains chiffres ont déjà été collectés lors de l’étude de perspective.brussels. Bien sûr, ces déficits sont malheureusement accentués par la crise énergétique actuelle.
L’une des prochaines étapes potentielles pour la mise en place d’une structure supracommunale consiste d’ailleurs à faire un audit précis de toutes les piscines communales qui se sont engagées dans ce vaste projet de collaboration, de mutualisation et de rationalisation.
Cela comprendra une collecte des coûts liés au personnel, à l’entretien quotidien et aux modes de gestion. En effet, l’étude de perspective.brussels a entamé ce travail et mis en évidence la complexité des différentes pratiques et méthodes de travail en vigueur actuellement, ainsi que les possibilités existantes en matière de réduction de coût et d’économie d’échelle. Une analyse approfondie est indispensable pour envisager un soutien régional efficace en la matière.
(verder in het Frans)
Helaas zijn de tekorten bij de gemeentelijke zwembaden verder opgelopen door de energiecrisis.
Een van de volgende stappen in de oprichting van een supralokale structuur zou een precieze audit van de gemeentelijke zwembaden kunnen zijn, met inbegrip van de personeelskosten, het dagelijkse onderhoud en het beheer.
(verder in het Nederlands)
De harmonisering van de tarieven kwam eveneens aan bod in de studie en moet zoals de andere elementen worden opgenomen in de debatten tussen de gemeentelijke en gewestelijke partners en de beheerders om te komen tot een evenwichtig voorstel.
(poursuivant en néerlandais)
L'étude aborde également l'harmonisation des tarifs. Ce point devra faire l'objet d'une proposition équilibrée entre les partenaires communaux et régionaux et les gestionnaires.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De minister-president bevestigt mijn vermoeden dat er niets is gebeurd. We wachten nog altijd op een beslissing over de bovengemeentelijke structuur. Er wordt veel studiewerk verricht over zaken die al bekend zijn. In het verleden is er al voldoende gebleken dat er te weinig zwembadinfrastructuur is in Brussel en dat de gemeenten dat niet kunnen financieren. Elke studie zal hetzelfde zeggen.
Het is eind 2022 en er is nog altijd geen sprake van die bovengemeentelijke structuur, die nochtans is aangekondigd in het regeerakkoord. U spreekt alleen over studiewerk en bijkomende analyses. Het gaat hier om de politieke verantwoordelijkheid. Wie is de minister-president? Wie staat er in voor de uitvoering van het regeerakkoord? Het is blijkbaar zover gekomen dat de N-VA in de commissie het regeerakkoord moet verdedigen. Dat is op dit vlak duidelijk en ik vraag dat het wordt uitgevoerd.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le ministre-président confirme mon sentiment que rien n'a été fait. La décision relative à une structure supracommunale, pourtant annoncée dans l'accord de gouvernement, se fait toujours attendre. C'est une question de responsabilité politique. Qui est le ministre-président ? Qui est chargé d'exécuter l'accord de gouvernement ? Je demande sa mise en application.
- Les incidents sont clos.
- De incidenten zijn gesloten.
Vertaling
Sync
Agenda
Sprekers