Logo Parlement Buxellois

Commissie voor Binnenlandse Zaken: vergadering van 10 januari 2023

09:45 § 103 → Video
Share

Voorzitterschap: de heer Guy Vanhengel, voorzitter.

Présidence : M. Guy Vanhengel, président.

Share
09:46 § 107 → Video
Share

Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de toekomst van het Kanaalplan.

Question orale de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'avenir du plan canal.

Share
09:46 § 109 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Sinds 1 januari 2022 waren er in Brussel 22 ernstige incidenten. In één geval viel daarbij een dode, en naar aanleiding van 14 feiten een gewonde. In Antwerpen waren er in diezelfde periode 60 zware incidenten en interventies die in verband kunnen worden gebracht met drugsgeweld. Ook daar viel helaas een dodelijk slachtoffer.

In de zomer schoot de federale regering eindelijk in actie. Ze zal de lokale besturen en de geïntegreerde politie bijstaan in hun strijd tegen de georganiseerde misdaad, een fenomeen dat een nationale en Europese aanpak vergt. De federale regering introduceerde het Stroomplan XXL. Dat is de opvolger van het eerste Stroomplan en het zou verder reiken dan de Scheldestad, want het zou ook betrekking hebben op Brussel en Luik.

Half september vond er een gedachtewisseling over de escalatie van het drugsgeweld in Antwerpen en Brussel plaats in de verenigde commissies voor de Justitie en voor de Binnenlandse Zaken van het federaal parlement. Daar vernamen we dat het Stroomplan XXL alleen uitgevoerd zal worden in Antwerpen en Oost-Vlaanderen, en niet in Brussel. Het zou een onderdeel van een nationaal plan tegen de georganiseerde criminaliteit vormen.

De directeur van de gerechtelijke politie voor het arrondissement Brussel zal instaan voor de ontwikkeling van dat nationaal plan. Hij heeft van de federale regering de opdracht gekregen een stuurcomité op te richten waarin de directeur van de bestuurlijke politie, de politiezones en het parket vertegenwoordigd zullen zijn. Aangezien de federale regering geen plan voor Brussel heeft opgesteld, hebben zowel mijn collega’s als de partijgenoten van de minister-president blijk gegeven van hun bezorgdheden over de toekomst van het Kanaalplan. Ze vingen namelijk geruchten op dat het zou worden afgeschaft, dat het geen steun meer zou krijgen van hogerhand en dat de Brusselse politiezones het plan zelf moeten uitvoeren als ze dat willen.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- De graves incidents ont eu lieu depuis le 1er janvier 2022 à Bruxelles, mais aussi à Anvers. Ces faits, sans doute liés au trafic de drogue, ont fait des victimes mortelles. L’été dernier, le gouvernement fédéral est enfin passé à l’action en lançant un plan national de lutte contre la criminalité organisée.

Le directeur de la police judiciaire de l’arrondissement de Bruxelles sera responsable du déploiement de ce plan. À cet effet, il a été chargé de mettre sur pied un comité de pilotage où siégeront le directeur de la police administrative, les zones de police et le parquet.

Le gouvernement fédéral n’ayant prévu aucun plan spécifique pour Bruxelles, plusieurs députés, de mon groupe comme du PS, ont exprimé leurs inquiétudes quant à l’avenir du plan canal. D’après certaines rumeurs, celui-ci serait supprimé, faute de soutien du niveau fédéral. Les zones de police bruxelloises pourraient continuer à le mettre en œuvre si elles le souhaitent, mais par leurs propres moyens.

Share
09:48 § 111 → Video
Share

Eind oktober stelde de minister van Justitie de leden van de Kamer gerust: het Kanaalplan wordt niet opgedoekt. Momenteel evalueren alle partners, inclusief de betrokken politiezones, het plan om na te gaan of het nog voldoende beantwoordt aan de uitdagingen van Brussel en van de Vlaamse Rand.

Het Kanaalplan kwam namelijk na de aanslagen in Parijs tot stand en was voornamelijk gericht op de bestrijding van islamitisch terrorisme en extremisme. Het plan had zijn tekortkomingen, maar zeker ook zijn merites: het bracht geldstromen aan het licht die terreur financierden, waaronder opbrengsten van drughandel. Toplui van de federale politie bevestigden dat het plan vruchten heeft afgeworpen.

Het Brussels Gewest was bij het oorspronkelijke Kanaalplan betrokken, weliswaar vanaf een latere fase. Ook Brussel Preventie & Veiligheid was aanwezig op tal van vergaderingen sinds de start van het plan. Ik hoop dat dat opnieuw het geval is.

In welke mate is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betrokken bij de evaluatie van het Kanaalplan? Welke toekomst heeft het plan nog, gelet op het Nationaal Drugsplan?

Hoe vorderen de werkzaamheden van het stuurcomité? Is er reeds een operationeel plan voor Brussel, als onderdeel van het Nationaal Drugsplan? Hoe ziet dat er dan in grote lijnen uit? Hoeveel middelen kent de federale regering het Brussels Gewest toe voor de uitvoering van dat plan? Hoeveel middelen trekt het gewest er zelf voor uit?

Welk gevolg kreeg de oproep van een aantal Brusselse burgemeesters om het Kanaalplan te versterken? Komt de noodzakelijke versterking van de federale gerechtelijke politie er?

Finalement, le ministre de la Justice a déclaré fin octobre que le plan canal ne serait pas supprimé. Il est actuellement soumis à évaluation. Pourtant, de hauts responsables de la police fédérale ont souligné qu’il portait ses fruits, notamment en mettant au jour les flux financiers, parfois issus du trafic de drogue, qui alimentent le terrorisme.

Dans quelle mesure la Région est-elle associée à l’évaluation du plan canal ? Celui-ci a-t-il encore un avenir ?

Le comité de pilotage a-t-il déjà concocté un plan opérationnel pour Bruxelles dans le cadre du plan de lutte national contre la drogue ? Quelles sont les contributions financières de l’État fédéral et de la Région à ce plan bruxellois ?

A-t-on entendu l’appel des bourgmestres bruxellois à renforcer le plan canal ? La police judiciaire fédérale sera-t-elle étoffée ?

Share
09:50 § 113 → Video
Share

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het Kanaalplan voor de aanpak van extremisme, terrorisme en radicalisme wordt voortgezet. Daarnaast wordt er een ander plan uitgewerkt voor de aanpak van de drugscriminaliteit in het Brussels Gewest. De aanpak van het Kanaalplan is deels herbruikbaar voor de strijd tegen de drugscriminaliteit, bijvoorbeeld voor ondersteunende criminaliteitsfenomenen zoals wapenhandel, vervalste documenten en illegale economische activiteiten.

Zoals ik al tijdens de commissievergadering van 18 oktober heb uitgelegd, wordt het Brusselse gedeelte van het algemeen plan ter bestrijding van de drugshandel en de georganiseerde misdaad gecoördineerd door de arrondissementele gerechtelijke directeur.

Het arrondissementele drugsplan voor Brussel wordt in overleg met de zes Brusselse korpschefs, de bestuurlijke directeur-coördinator (dirco) en het parket van Brussel opgesteld. Alle betrokken instanties hebben op 27 september een eerste ontwerp besproken, waarin de grote lijnen en actiepunten zijn bepaald.

Als gevolg van deze ontwikkelingen besliste het strategische stuurcomité van het Kanaalplan, met vertegenwoordigers van de kabinetten van Justitie en Binnenlandse Zaken, de burgemeesters van de betrokken gemeenten, de procureur des Konings, safe.brussels, de zes korpsoversten, de gerechtelijke directeur van Brussel en van Halle-Vilvoorde en de bestuurlijke directeur-coördinator van Brussel op 21 december verder te gaan met het plan. Het wordt echter aangepast om het optimaal te laten aansluiten bij de bestrijding van radicalisme en terrorisme. Een nieuw plan lijkt dus niet nodig, maar het is wel aangewezen om de prioriteiten opnieuw te bekijken, omdat veel maatregelen deel zijn geworden van de routinetaken van de politie.

Uiteraard zal dit plan nog verder uitgewerkt worden op grond van de behoeften of resultaten. Niettemin zijn qua beeldvorming en strategische analyses al een aantal acties ondernomen en is het de bedoeling op korte termijn ook andere doelstellingen te realiseren op het vlak van de politionele reactie na druggerelateerd geweld, en inzake de gerichte multidisciplinaire, administratieve en gerechtelijke aanpak, partnerschappen en opleidingen.

Er werden aan de federale gerechtelijke politie van Brussel tot op heden geen specifieke bijkomende middelen toegekend voor het arrondissementele drugsplan, maar een akkoord met de bevoegde federale ministers voorziet in een versterking met 88 voltijdsequivalenten tegen het einde van de legislatuur. Dit moet toelaten om zowel de strijd tegen het terrorisme en de georganiseerde criminaliteit als tegen de economische en financiële criminaliteit op te voeren.

Het personeelsbudget voor de federale gerechtelijke politie van Brussel in het kader van het originele Kanaalplan is vandaag echter niet langer geïdentificeerd.

In deze context wordt het cybercenter gebruikt, dat wordt gefinancierd door safe.brussels. De investeringen voor 2021 kwamen neer op 717.812 euro en waren niet afkomstig van de federale overheid. Het gewest zal deze werkzaamheden ondersteunen, zoals het tot nu toe altijd heeft gedaan, namelijk op grond van zijn eigen bevoegdheden en middelen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le plan canal, plan de lutte contre le terrorisme, est maintenu. Un autre plan est déployé pour réprimer la criminalité liée à la drogue, mais il peut aussi être soutenu par le plan canal.

Un premier projet de plan drogues pour l’arrondissement de Bruxelles est établi en concertation avec les six chefs de corps bruxellois, le directeur-coordinateur administratif et le parquet de Bruxelles.

Le comité de pilotage stratégique du plan canal a décidé de poursuivre le plan tout en l’adaptant. Un nouveau plan n’est donc pas nécessaire, mais ses priorités doivent être revues. Certaines mesures font en effet partie, désormais, des tâches de routine de la police. Le plan sera bien sûr affiné en fonction des besoins ou des résultats. Il est d’ailleurs prévu d’atteindre de nouveaux objectifs sur le plan de la réaction aux faits de violence liés à la drogue, notamment.

La police judiciaire fédérale de Bruxelles n’a pas reçu de moyens supplémentaires pour le plan drogues, mais un accord avec les ministres fédéraux compétents prévoit l’arrivée de 88 équivalents temps plein d’ici la fin de la législature. Ceux-ci seront toutefois aussi affectés à la lutte contre la criminalité financière.

Il n’est pas possible d’isoler le poste budgétaire « personnel » alloué à la police judiciaire fédérale de Bruxelles au titre du plan canal initial.

Le cybercentre financé par safe.brussels est utilisé dans le contexte que vous évoquez. La Région y a consacré 717.812 euros en 2021.

Share
09:54 § 115 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het is goed nieuws dat het Kanaalplan wordt voortgezet, met een gecoördineerde aanpak van de drugsproblematiek in overleg met de actoren op het terrein, in de eerste plaats de politiezones. Het Brussels Gewest heeft zo'n eengemaakte aanpak van drugsbendes en drugsgeweld nodig via een synergie tussen het gewestelijke Globaal Veiligheids- en Preventieplan en de zonale veiligheidsplannen. Zulk geweld stopt immers niet aan grenzen van gemeenten of politiezones, grenzen waarvan maar al te dankbaar gebruikgemaakt wordt.

Een tweede element is het drugsgerelateerde geweld. Er gaat bijna geen week voorbij zonder dat we in de pers lezen over zeer ernstige feiten. Vorige week nog werd bij een arrestatie een agent door een grote groep omstanders aangevallen. Dat is ontoelaatbaar en we moeten met alle overheden nog krachtiger het signaal geven dat die daders zo snel en zo streng mogelijk gestraft moeten worden. Zulke feiten werken immers nieuw geweld in de hand. Het onveiligheidsgevoel bij inwoners en bezoekers van Brussel is uiterst negatief.

Tot slot vermeldt u het cybercenter. Het is mij niet geheel duidelijk welke taak dat krijgt toebedeeld. Wilt u dat inzetten in de strijd tegen de online drugshandel? Tegen de drugsverkoop? Voor zover ik het begrijp, gaat het om middelen die het gewest toekent, maar waarvan de toepassing bijna exclusief onder federaal toezicht gebeurt. Welke rol bedeelt het gewest dat cybercenter toe, specifiek inzake drugshandel en drugsgeweld?

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le maintien du plan canal, avec une approche coordonnée du problème de la drogue et en concertation avec les acteurs de terrain, est une bonne nouvelle.

Ensuite, les autorités doivent envoyer un message encore plus fort : les auteurs de violences liées à la drogue seront rapidement et sévèrement punis.

Enfin, pourriez-vous préciser en quoi consiste la tâche du cybercentre, notamment en matière de trafic de drogue et de violence liée à la drogue ?

Share
09:56 § 117 → Video
Share

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Wat het cybercenter betreft, investeren we louter in het materieel. Het gebruik ervan is een zaak voor de federale politie, al kunnen de politiezones er ook komen werken afhankelijk van de dossiers. Het Brussels Gewest heeft geen operationele bevoegdheden op dat vlak.

De voorzitter.- We helpen de federale overheid in feite.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Dat had ik begrepen. Misschien moeten we de precieze rol van dat centrum bespreken in een afzonderlijk debat. We zouden ook een bezoek kunnen organiseren. We beseffen dat cyberveiligheid belangrijk is, maar misschien moeten we de rol van het gewest eens uitklaren.

De voorzitter.- Dat kan misschien aan bod komen tijdens ons bezoek aan Brusafe.

- Het incident is gesloten.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Nous investissons uniquement dans le matériel du cybercentre. Son utilisation est du ressort de la police fédérale. La Région ne dispose d'aucune compétence opérationnelle dans ce domaine.

M. le président.- En réalité, nous assistons les autorités fédérales.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le rôle précis de ce centre devrait peut-être faire l'objet d'un débat spécifique. Nous pourrions également y organiser une visite.

M. le président.- Cela pourrait être abordé lors de notre visite à Brusafe.

- L'incident est clos.

Share
09:57 § 125 → Video
Share

Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de terroristische aanslag op politieagenten in de Noordwijk.

Toegevoegde vraag om uitleg van mevrouw Els Rochette

betreffende de dodelijke aanslag op een politieagent.

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Dominiek Lootens-Stael

betreffende de omstandigheden die hebben geleid tot de dodelijke aanslag op een politieagent.

Mondelinge vraag van de heer David Weytsman

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het oplaaiende geweld in de Noordwijk en in de Brabantwijk.

Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'attaque terroriste contre des policiers dans le quartier Nord.

Demande d'explications jointe de Mme Els Rochette

concernant l'attaque meurtrière contre un policier.

Demande d'explications jointe de M. Dominiek Lootens-Stael

concernant les circonstances ayant entraîné l'attaque mortelle contre un agent de police

Question orale de M. David Weytsman

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional,

concernant les violences qui explosent dans le quartier Nord et dans le quartier de la rue de Brabant.

Share
09:58 § 131 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Mijn vraag dateert van ruim twee maanden geleden. Hier en daar is er dus wellicht extra informatie bekend, maar ik stel de vraag zoals ik ze heb ingediend.

Deze kwestie haalde het nationale en internationale nieuws en verdient daarom zeker een debat. Helaas was het ook geen op zichzelf staand feit. Kort nadien vonden er namelijk nog meer aanvallen op agenten plaats, waarop zij het terechte signaal gaven dat het zo niet langer kan. Er moet dringend meer gebeuren om hun veiligheid te garanderen, want in Brussel moeten ze hoe langer, hoe meer in levensgevaarlijke omstandigheden werken.

Dat geldt overigens niet alleen voor politieagenten, maar ook voor brandweerlui, hulpverleners en ambulanciers, zoals we met Nieuwjaar helaas weer moesten vaststellen. Daar moet fundamenteel tegen opgetreden worden.

Ik wil het nu echter hebben over de gebeurtenissen op de avond voor Wapenstilstand, toen een geradicaliseerde Belg van Marokkaanse origine twee agenten in de Noordwijk aanviel. Hij riep daarbij 'Allahoe akbar', wat Arabisch is voor 'God is de grootste'. De twee officieren werden met verwondingen overgebracht naar het ziekenhuis, maar helaas overleed een van beiden. Mijn gedachten zijn en blijven bij de familie, nabestaanden en vrienden van de getroffen politieofficieren.

Een paar uren voor de verschrikkelijke feiten had de dader zich gemeld bij de politiediensten in Evere. Hij verklaarde dat hij agressieve gedachten had ten aanzien van de politie en vroeg om psychologische hulp. Bij zijn doorverwijzing naar het ziekenhuis wisten de politiediensten dat hij op de Belgische terroristenlijst van het OCAD staat. Dan gaat het dus niet om een doetje: we hebben te maken met een staatsgevaarlijke man, iemand die een gevaar vormt voor de maatschappij. Dat hij opgevolgd wordt, een dergelijke melding maakt en vervolgens in het ziekenhuis van de radar verdwijnt, is onbegrijpelijk. De OCAD-lijst is immers net in het leven geroepen om dergelijke feiten te vermijden. Ook moeten alle gemeenten sinds 2018 een lokale integrale veiligheidscel inzake radicalisme (LIVC-R) hebben. Die hebben een sociale en preventieve opdracht, gericht op de opsporing en opvolging van personen van wie wordt vermoed dat ze geradicaliseerd zijn of die vervolgd worden voor feiten in verband met terrorisme.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Début novembre, une personne radicalisée a agressé deux agents de police dans le quartier Nord. L’un des deux policiers y a perdu la vie. Il ne s’agit pas d’un fait isolé et outre les agents de police, les pompiers, services de secours et ambulanciers sont, eux aussi, la cible d’agressions.

L’auteur de l’agression figurait sur la liste des terroristes de l’Organe de coordination pour l'analyse de la menace (OCAM). La police d’Evere avait pu le constater. Quelques heures avant les faits, souffrant de velléités d’agression envers la police, il s’y était en effet signalé pour demander un soutien psychologique. Il est incompréhensible qu’on ait pu perdre la trace de cet homme dangereux pour la société.

Outre la liste de l’OCAM destinée précisément à repérer ce type d’individus, chaque commune doit depuis 2018 disposer d’une cellule de sécurité intégrale locale en matière de radicalisme, d'extrémisme et de terrorisme (CSIL-R). Ces cellules ont une mission sociale et préventive visant à repérer et accompagner toute personne soupçonnée de radicalisation ou poursuivie pour des faits liés au terrorisme.

Share
10:00 § 133 → Video
Share

De organisatie van de LIVC valt onder de bevoegdheid van de burgemeester, maar voor een goede werking is het wenselijk dat ook diensten deelnemen waarvoor het gewest bevoegd is.

De strategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake preventie en veiligheid staat omschreven in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Zo is safe.brussels belast met het ondersteunen van de oprichting van LIVC-R’s door de Brusselse gemeenten. Volgens de minister-president beschikt die instelling echter niet over alle informatie en kon ze niet ontkennen of bevestigen dat de LIVC-R van bijvoorbeeld Sint-Jans-Molenbeek of Schaarbeek actief is. Dat is verontrustend.

Safe.brussels zit overigens niet automatisch mee aan tafel in de LIVC's. De gemeenten zijn wettelijk niet verplicht om het gewest erbij te betrekken, al nodigen sommige gemeenten safe.brussels gelukkig wel spontaan uit. Volgens de minister-president is daarvoor een federale wetswijziging nodig, maar ondertussen heeft Vlaanderen wel een decreet aangenomen waarin staat dat Vlaamse diensten, voorzieningen en gesubsidieerde organisaties informatie kunnen delen in een LIVC-R zonder hun beroepsgeheim te schenden.

In principe moest de dader in dit geval gevolgd worden door de LIVC van Evere, zijn woonplaats. Is dat gebeurd? Wat liep er mis? Welke gewestelijke ondersteuning kreeg de Everse LIVC-R?

Safe.brussels heeft geen toegang tot essentiële informatie. Mijnheer de minister-president, u vroeg de minister van Binnenlandse Zaken herhaaldelijk om safe.brussels toegang te verlenen tot de politionele databanken. Wat is de stand van zaken?

Eerder drukte u de wens uit om een 'gewestelijke LIVC-R' op te richten, die op vraag van de gemeenten aanvullend kan optreden. Hoe staat het daarmee?

Safe.brussels zou samen met het OCAD een analyse van de LIVC-R’s uitwerken om tot nauwkeurige bevindingen voor het gewest te komen en daaruit nuttige lessen te trekken. Kunt u dat toelichten?

Si l'organisation des CSIL incombe aux bourgmestres, la Région peut les soutenir par l'intermédiaire de safe.brussels. Les communes ne sont cependant pas obligées d'impliquer la Région et safe.brussels n'a dès lors pas accès à toutes les données essentielles. En Flandre, un décret autorise l'administration régionale à accéder à toutes les informations des CSIL, sans que cela ne viole le secret professionnel.

Selon vous, il faudrait une modification de la loi au niveau fédéral pour faire de même à Bruxelles. Vous avez interrogé la ministre de l'Intérieur à plusieurs reprises à ce sujet. Qu'en est-il ?

L'auteur des faits aurait dû être suivi par la CSIL d'Evere. Que s'est-il passé ? De quel soutien la CSIL d'Evere bénéficie-t-elle ?

Vous avez exprimé le souhait de créer une CSIL régionale pour soutenir les CSIL communales. Qu'en est-il ?

Safe.brussels devait effectuer une analyse des CSIL en collaboration avec l'OCAM. Pouvez-vous en dire plus à ce sujet ?

Share
10:03 § 135 → Video
Share

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Op donderdagavond 10 november 2022 werden twee agenten neergestoken in de Aarschotstraat in Schaarbeek. Een van hen overleed aan zijn verwondingen. Het brutale verlies van een collega is een enorme klap voor alle politiemensen, die zich elke dag inzetten voor een veilig Brussel.

De dader had zich eerder die dag aangeboden op het politiekantoor van Evere. Door zijn verwarde indruk werd hij door de politie naar de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis gebracht. Voor hij kon worden onderzocht, vertrok de man uit het ziekenhuis, waardoor hij later op de dag de fatale aanval kon plegen.

Later bleek dat de dader als potentieel gevaarlijke extremist op de OCAD-lijst stond. Het incident is begrijpelijkerwijs hard binnengekomen bij alle politiemensen. De politievakbond VSOA kondigde als reactie een nationale staking aan en beweert dat Justitie fouten heeft gemaakt. De politievakbonden klagen bovendien al jaren het personeelstekort aan en vragen een herziening van de KUL-norm.

Dat debat moet grotendeels op federaal niveau gevoerd worden. Minister van Justitie Van Quickenborne vroeg al een verslag van het incident aan bij de Brusselse procureur-generaal, en minister van Binnenlandse Zaken Verlinden stuurt binnenkort een rondzendbrief uit, waarmee werk wordt gemaakt van meer ondersteuning aan politieagenten na geweld.

Ook in Brussel moeten we nagaan hoe we dit soort traumatische gebeurtenissen opvolgen en hoe we deze incidenten in de toekomst kunnen vermijden.

Op welke manier ondersteunt het Brussels Gewest de betrokken politiezone en haar manschappen bij de verwerking van het verlies van een collega? Wordt er psychologische hulp verstrekt?

De politiekorpsen en de politievakbond zijn erg aangeslagen door de gebeurtenis. Die terechte frustraties mogen zich niet vertalen in geweld tijdens interventies. Bodycams zijn een bewezen hulpmiddel, dat zowel agenten als burgers meer veiligheid biedt. Op dit moment is er echter geen gewestelijk of federaal kader voor bodycams. Elke politiezone hanteert eigen regels en het hangt vaak van agent tot agent af of en hoe bodycams ingezet worden. Is dit een geschikt moment om ook gewestelijk werk te maken van een wettelijk kader voor het gebruik van bodycams?

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Dans la nuit du 10 novembre 2022, deux policiers ont été poignardés à Schaerbeek. L'un d'entre eux a succombé à ses blessures.

Il a été révélé par la suite que l'auteur de l'attentat figurait comme extrémiste potentiellement dangereux sur la liste de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace. Le Syndicat libre de la fonction publique affirme que le système judiciaire a commis des erreurs et les syndicats de police se plaignent du manque de personnel depuis des années.

Ce débat devrait se tenir en grande partie au niveau fédéral, mais à Bruxelles aussi, nous devons réfléchir à la manière d’assurer le suivi de tels événements et les éviter.

Comment la Région soutient-elle la zone de police concernée et ses hommes face à la perte d'un collègue ?

Les forces de police et leurs représentants sont à juste titre profondément touchés par l'événement. Toutefois, il ne faudrait pas que cela se traduise par des violences lors des interventions. Les caméras d’intervention (bodycams) sont un outil éprouvé, mais dépourvu de cadre  : chaque zone de police a ses propres règles. Le moment est-il venu de travailler à un cadre juridique régional pour l'utilisation des bodycams ?

Share
10:05 § 137 → Video
Share

In de pers is er sprake van een terroristisch profiel bij de dader. Op welke manier werken het gewest, de Brusselse politiekorpsen en de federale politie en antiterrorisme-eenheden samen?

Heeft er naar aanleiding van het incident overleg plaatsgevonden met de federale minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en federaal minister van Justitie Vincent Van Quickenborne? Zo ja, welke conclusies kwamen daaruit voort? Werd ook opnieuw het signaal gegeven dat een versterking van de Brusselse korpsen dringend nodig is?

Zult u de impact van de sluiting van winkels op het vlak van de veiligheid monitoren? Overlegt u ook met de andere politiezones om na te gaan welk effect de sluiting heeft op hun zone?

Op lange termijn zijn er ook structurele maatregelen nodig. Daarvoor zullen de drie burgemeesters uit de betrokken politiezone overleg plegen met federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden. Gaat u ook naar dat overleg? Welke initiatieven hebt u zelf ondernomen om de lokale politie te versterken?

Comment la Région, les services de police bruxellois, la police fédérale et les unités antiterroristes coopèrent-ils ?

Des concertations ont-elles eu lieu avec les ministres fédéraux de l'Intérieur et de la Justice à la suite de l'incident ? A-t-on réitéré l’urgence de renforcer les forces de police bruxelloises ?

L'impact sur la sécurité des fermetures de magasins fera-t-il l’objet d’un suivi ? Assisterez-vous à la concertation sur des mesures structurelles qui se tiendra entre les trois bourgmestres de la zone de police concernée et la ministre de l'Intérieur  ? Quelles initiatives avez-vous prises pour renforcer la police locale ?

Share
10:07 § 139 → Video
Share

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- De gebeurtenissen van 10 november 2022, waarbij een politieman om het leven werd gebracht door iemand die bekendstond als islamitische extremist, hebben het hele land geschokt. De federale ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie werden ter verantwoording geroepen. Maar ook in dit parlement valt heel wat te zeggen over deze moord, die voorkomen had kunnen worden als de regering had geluisterd naar de talrijke signalen en waarschuwingen van de voorbije jaren.

Volgens mij zijn er minstens vier punten waarop de Brusselse regering en u als minister-president in de fout zijn gegaan en die een rol spelen in de omstandigheden die geleid hebben tot dit drama. Dat blijkt uit de vele getuigenissen en analyses die de afgelopen tijd in de pers zijn verschenen.

Ten eerste is er de voorbije jaren een sterke toename van de haat tegen de politie door groepen mensen die de openbare ruimte gebruiken voor hun illegale en criminele activiteiten. Dat bepaalde politici de politie en haar werkzaamheden op de korrel nemen, versterkt dat vergiftigde klimaat. De regering heeft onvoldoende gedaan om het gezag en de veiligheid van de politiemensen te versterken.

Ten tweede zijn er in het Brussels Gewest te veel rode zones waar de onderwereld openlijk de plak zwaait. De beschrijvingen van de gang van zaken en van het criminele klimaat in de wijk achter het Noordstation tarten alle verbeelding. De voorbije jaren deden de verantwoordelijke politici niets anders dan wegkijken en de verantwoordelijkheid naar elkaar doorschuiven. Waar bleef u met uw coördinerende en sturende rol? De federale minister van Binnenlandse Zaken verwees daar ook naar in de Kamer tijdens de speciale commissievergadering over het drama.

Ten derde vloeit het gedogen van mensen die illegaal op het grondgebied verblijven en zich bezighouden met illegale praktijken, met name drugshandel, rechtstreeks voort uit de houding die deze regering aanneemt tegenover illegaliteit.

Ten vierde blijft het hoofdstedelijke gebied een aantrekkingspool voor islamistische extremisten, die hier nagenoeg ongestoord hun gang kunnen gaan.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Face aux événements du 10 novembre, la responsabilité des ministres fédéraux de l'Intérieur et de la Justice a été pointée du doigt. Mais dans ce parlement aussi, il y a matière à dire sur ce meurtre qui aurait pu être évité si le gouvernement avait écouté les nombreux signaux émis ces dernières années.

Premièrement, la haine à l'égard de la police a fortement augmenté parmi les bandes qui utilisent l'espace public pour leurs activités illégales. Le fait que certains élus s'en prennent au travail de la police ne fait que renforcer ce climat délétère. Face à cela, le gouvernement en a trop peu fait pour renforcer l'autorité et la sécurité des policiers.

Deuxièmement, il y a trop de zones de non-droit, tandis que les responsables politiques ne font que détourner le regard et se renvoyer la balle. Que faites-vous de votre rôle de coordinateur ?

Troisièmement, la tolérance à l'égard des personnes en séjour illégal qui se livrent à des activités illicites découle directement de l'attitude de ce gouvernement.

Quatrièmement, notre Région reste un pôle d'attraction pour les extrémistes islamistes, qui n'y sont pratiquement pas dérangés. C'est ce cocktail qui a créé le climat d'impunité qui a coûté la vie à un jeune policier.

Share
10:10 § 141 → Video
Share

Die cocktail heeft gezorgd voor een klimaat van straffeloosheid en geweld. Een jonge politieman werd daarvan het dodelijk slachtoffer.

Welke analyse maakt u binnen uw bevoegdheden? Wat hebt u gedaan in de vier vermelde domeinen? Wat hebt u de afgelopen dagen ondernomen om plannen en acties aan te passen en de zaken weer op de rails te krijgen, opdat Brussel opnieuw een normale en veilige omgeving kan zijn, waarin burgers normaal kunnen leven en de politie normaal kan werken en gerespecteerd wordt?

Quelle analyse faites-vous au regard de vos compétences ? Qu'avez-vous fait dans les quatre domaines mentionnés ? Depuis, qu'avez-vous entrepris pour refaire de Bruxelles un lieu sûr, pour les citoyens comme pour les policiers ?

Share
10:11 § 143 → Video
Share

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het dramatische gebeuren van gisteren in Antwerpen toont aan dat de onderwereld, die steeds meer greep krijgt op bepaalde wijken, niet alleen een Brussels fenomeen is.

Mijn gedachten en die van vele collega's gaan nog altijd naar de politieagent die gedood werd in Schaarbeek en naar zijn familie, maar ook naar de agent die de aanval overleefd heeft en wellicht nog maanden of jaren met een trauma zal kampen. Het tragische van de zaak is dat twee jonge inspecteurs, die het beste van zichzelf gaven om de samenleving en iedere burger te beschermen, zelf aangevallen werden. We kunnen daar alleen maar diep bedroefd en verontwaardigd over zijn, en solidariteit tonen met alle veiligheidsdiensten.

De collega's hebben al aangehaald dat de federale overheid (Binnenlandse Zaken, Justitie) hoofdzakelijk bevoegd is voor deze aangelegenheid, maar ook de gemeenten, meer bepaald via de lokale integrale veiligheidscel len radicalisme (LIVC-R). Maar wat met de rol van het Brussels Gewest? Welke rol ziet u weggelegd voor safe.brussels, bijvoorbeeld inzake de doorstroming van gevoelige informatie over radicalisering of terrorisme? Welke lessen trekt u uit dit drama? Ik neem aan dat u sinds het voorval al meermaals met de betrokken politiezones hebt overlegd en dit thema misschien ook op de Gewestelijke Veiligheidsraad ter sprake hebt gebracht. Wat zijn de conclusies en welke punten wilt u voortaan anders aanpakken?

Wat de bodycams betreft: die zijn geen mirakeloplossing, maar als raadslid in de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene verneem ik wel dat politieagenten daar zeer positief over zijn. Bodycams voorkomen vaak dat situaties escaleren en laten de spanning afnemen. Zo bieden ze een extra bescherming aan zowel de burger als de agent. In die zin moeten we het wetsontwerp van de minister van Binnenlandse Zaken over de reglementering van bodycams toejuichen. Ze kunnen zeker bijdragen tot het ontmijnen van conflictsituaties, zoals het tragische voorval in Schaarbeek.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Mes pensées vont à l’agent de police qui a été tué à Schaerbeek ainsi qu’à son collègue, qui a survécu mais restera sans doute longtemps traumatisé. Nous ne pouvons qu’exprimer notre solidarité envers tous les services de sécurité.

L’État fédéral est principalement compétent en cette affaire, on l’a dit, mais qu’en est-il du rôle de la Région bruxelloise ? Safe.brussels pourrait transmettre des informations sensibles sur la radicalisation ou le terrorisme. Qu’en pensez-vous ? Quelles leçons tirez-vous de ce drame ?

Quant aux caméras d’intervention (bodycams), je sais, pour siéger au conseil d’une zone de police, que les policiers y sont très favorables. Souvent, elles empêchent que la situation dégénère et protègent aussi bien les citoyens que les agents. En ce sens, nous devons nous réjouir du projet de la ministre de l’Intérieur de réglementer cet outil.

Share
10:14 § 145 → Video
Share

Onlangs heb ik ook cijfers over geweld ten aanzien van andere Brusselse hulpverleners opgevraagd bij staatssecretaris Smet. Bij de brandweer zijn er tien agressiegevallen per maand. Dat is enorm veel. We vergeten die cijfers snel nadat ze in de pers zijn verschenen, maar de werknemers en hun familieleden, die elke dag vrezen voor hun veiligheid, doen dat niet.

Welke rol kunnen safe.brussels en eventueel andere diensten spelen in de bescherming van diegenen die onze veiligheid beschermen?

Les autres services d’intervention ne sont pas épargnés. D’après les chiffres que le secrétaire d’État Smet m’a fournis, les pompiers sont pris pour cible dix fois par mois. Que peuvent faire safe.brussels et d’autres organismes pour protéger ceux qui nous protègent ?

Share
10:16 § 149 → Video
Share

Mme Leila Lahssaini (PTB).- La situation du quartier Nord, extrêmement délicate depuis des années, ne fait qu'empirer au fil du temps. Les policiers de la zone de police Bruxelles-Nord sont à bout. Ils sont en manque d'effectif et doivent gérer des situations dramatiques, de la grande précarité, du sans-abrisme, des consommations problématiques de drogue et d'alcool et de la petite criminalité, qui empoisonnent la vie quotidienne des habitants, ainsi que la criminalité organisée liée notamment au trafic de stupéfiants.

En sus de cela, ils viennent de vivre un drame terrible, puisque l'un de leurs jeunes collègues - qui faisait du beau travail sur le terrain, d'après les témoignages des habitants - a été poignardé à mort. Nous ne pouvons que leur adresser nos pensées solidaires pour ce drame incroyable.

En tant que Schaerbeekois, nous sommes régulièrement interpellés par des habitants à propos de la criminalité et de la consommation de drogue. Le malheureux hasard a fait que j'ai interpellé le conseil de police de la zone de police de Bruxelles-Nord sur la situation du quartier Nord quelques jours avant le décès de M. Monjoie.

Un travail important de prévention doit y être mené. La Région a énormément d'aide à apporter aux communes de cette zone de police, qui nous relaient leur impuissance face au manque d'effectif policier et au nombre de chantiers simultanés à gérer.

Qu'est-ce que la Région met en œuvre pour des quartiers comme celui-là, qui vivent des situations explosives ?

Le décès de M. Monjoie nous touche d'autant plus que le drame aurait pu être évité, puisque ce meurtre a été commis par une personne qui, en plus d'être radicalisée, souffre de troubles psychiques et avait demandé à être prise en charge juste avant les faits.

Ce drame met en lumière la lenteur de la prise en charge à l'hôpital et le manque de moyens en matière de santé mentale. Avant les faits, l'agresseur qui venait avertir de ses intentions a été vu par une infirmière après 30 minutes d'attente à l'hôpital. Les policiers ont reçu l'ordre de le laisser seul et de quitter l'hôpital. Il a ensuite patienté une vingtaine de minutes avant de quitter les lieux, sans avoir été examiné par un psychiatre.

Le secteur de l'accueil psychiatrique est débordé, à bout de souffle, incapable d'assurer la prise en charge efficace des cas les plus urgents. Ce problème doit être pris à bras-le-corps.

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- De situatie in de Noordwijk is al jaren zeer delicaat en wordt steeds slechter. De politiezone Brussel-Noord heeft een groot personeelstekort en wordt geconfronteerd met dramatische situaties: schrijnende armoede, dakloosheid, drugsgebruik, alcoholisme en kleine criminaliteit, die het leven van de bewoners zuur maken. Bovendien werd een agent van die politiezone onlangs doodgestoken.

Hier is heel wat preventief werk noodzakelijk. Hoe helpt het gewest gemeenten die met moeilijke wijken geconfronteerd worden?

Het drama waarbij een politieman om het leven kwam, had vermeden kunnen worden. De dader had psychische problemen en vroeg kort voor de feiten nog om opgenomen te worden. Dat kon echter niet, door het ernstige tekort aan middelen voor de geestelijke gezondheidszorg, die daardoor zelfs de ernstigste gevallen niet aankan. Ook dat probleem moet aangepakt worden.

Share
10:19 § 151 → Video
Share

Le cas de cet agresseur pose la question de la répartition des compétences. Cette personne s'est radicalisée en prison, alors que des programmes de déradicalisation existent. Elle a été suivie sur le plan de la radicalisation, mais pas de la santé mentale. La séparation des compétences entre les maisons de justice, d'un côté, et les questions liées à la radicalisation, de l'autre, crée des dysfonctionnements.

Quelles sont les leçons à tirer au niveau de la Région ? Quelles sont-elles par rapport aux maisons de justice et au suivi des personnes présentant des problèmes de santé mentale ? C'est aussi une question de sécurité. Si l'on ne parvient pas à suivre les personnes au quotidien, on ne remplit pas non plus sa mission de prévention.

J'espère que nous pourrons avancer sur ces questions et tirer les leçons de ce drame horrible, pour que les policiers puissent faire leur travail, tout comme les travailleurs de la santé mentale et de la prévention, et les agents de quartier. Ces derniers rencontrent en effet aussi des problèmes, notamment salariaux.

De dader radicaliseerde in de gevangenis, ondanks de deradicaliseringsprogramma's. Aan zijn psychische problemen werd niet gewerkt. Hier is ook duidelijk een probleem met de bevoegdheidsverdeling.

Welke lessen kan het gewest hieruit trekken? Hoe worden mensen met psychische problemen opgevolgd? Dat is ook belangrijk voor de veiligheid. Als die mensen niet meer opgevolgd kunnen worden, faalt het preventief beleid.

Share
10:20 § 153 → Video
Share

Mme Dominique Dufourny (MR).- L'événement tragique de novembre dernier vient nous rappeler la dure réalité vécue par notre police, qui affronte au quotidien des situations critiques, douloureuses et dangereuses. À cet égard, le groupe MR réitère tout son soutien aux femmes et aux hommes qui constituent nos services de police et qui, malgré les circonstances difficiles, continuent d'accomplir leurs missions de service public.

Il me semble important de rappeler que cette affaire est couverte par une instruction en cours et qu'il ne revient dès lors pas au ministre-président de la commenter d'une façon qui s'éloignerait de ses compétences régionales en matière de sécurité et de prévention. En revanche, la perte d'un policier sur le terrain doit nous conduire à remettre en cause la façon dont ce métier est effectivement exercé, et en particulier les moyens mis à disposition de nos services de police pour faire face à des enjeux et à des situations de danger toujours plus nombreux.

Les règles de financement de la police continuent de déforcer les grandes villes et surtout les zones de police bruxelloise qui connaissent une croissance importante de leur population ainsi que des manifestations diverses sur leur territoire, qui génèrent des problématiques de sécurité urbaine sans cesse plus complexes. Ce point doit pouvoir être discuté franchement entre les différents niveaux de pouvoir, nos zones de police étant mises en permanence sous pression.

Il en va de même pour la formation des agents et des policiers. Bien qu'il soit impossible d'être préparé à toute éventualité, il importe que le personnel des services de police soit accompagné tout au long de sa carrière par un processus de formation continue de qualité abordant les nouvelles problématiques. La Région a un rôle important à jouer à cet égard et, vu la particularité de Bruxelles, les moyens nécessaires doivent être dégagés en ce sens.

Plus largement, la question de l'appui régional aux zones de police est plus que jamais pertinente, vu le contexte actuel. Si l'organisme safe.brussels a bien un rôle fondamental à tenir, c'est celui d'assurer une coordination intelligente de la politique de sécurité et de prévention en Région bruxelloise et de soutenir les services locaux par une mise à disposition d'une expertise et d'une logistique nécessaires à un travail efficace des agents sur le terrain.

Mevrouw Dominique Dufourny (MR).- De tragische gebeurtenis van november herinnert ons eraan hoe hard de realiteit is waarmee de politie dagelijks geconfronteerd wordt.

De financieringsregels voor de politie benadelen grote steden, vooral de Brusselse politiezones die te maken krijgen met een groeiende bevolking en steeds meer betogingen. Dat punt moet het gewest aankaarten bij overleg met de andere overheden.

Bovendien hebben politieagenten nood aan een permanente opleiding, waarin nieuwe problematieken aan bod komen. Het gewest moet daar middelen voor uittrekken.

Safe.brussels moet instaan voor een intelligente coördinatie van het veiligheids- en preventiebeleid en de lokale diensten bijstaan met expertise en logistieke steun.

Share
10:23 § 155 → Video
Share

Comment la Région poursuit-elle son travail avec les pouvoirs locaux sur les défis sécuritaires majeurs, et ce, dans le respect de ses compétences ?

Quel appui matériel, humain et d'expertise safe.brussels fournit-il aux zones de police et communes pour qu'elles accomplissent leurs missions essentielles ?

Comment ont évolué les formations de la police depuis la mutualisation des moyens et la création de Brusafe ?

Sur un plan général, quels sont les moyens mis à la disposition des zones de police par la Région et le pouvoir fédéral ? Quels sont les points de tension dans ce domaine ?

Hoe werkt het gewest met de gemeenten samen aan de veiligheid? Welke ondersteuning levert safe.brussels aan de politiezones? Hoe zijn de opleidingen geëvolueerd sinds de oprichting van Brusafe? Welke middelen stellen het gewest en de federale overheid ter beschikking van de politiezones?

Share
10:24 § 157 → Video
Share

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- À l'instar de l'ensemble des collègues, je m'associe à la douleur des familles et des proches de la victime. Il est bon de le rappeler systématiquement, nous sommes conscients de la perte que subit la famille.

Le président de la commission dit que vous aurez de longues réponses à nous apporter, mais peut-être pas finalement, car nous avons déjà longuement discuté, lors de l'examen du budget, des moyens mis à la disposition des zones de police. Nous risquons donc de tomber dans la redite, ce qui n'aurait aucun intérêt.

En revanche, le débat relatif au quartier Nord est important. Nous le savons, des problèmes de drogues et de santé mentale existent bel et bien. Sans oublier la responsabilité qu'exerce le gouvernement fédéral en lien avec la police des chemins de fer. En réalité, nous n'avons pas suffisamment de réponses.

Et contrairement à ce qu'affirment d'autres députés, nous avons de la mémoire. Nous savons que le problème des violences commises à l'encontre des pompiers et des policiers existe depuis très longtemps. Quand Mme Debaets siégeait au sein de votre gouvernement, il était déjà question de nombreux faits de violence envers les pompiers. À l'époque, le président de la Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, M. Marc Gilbert, avait dit que la plupart du temps, ces violences ont lieu au même endroit. Il s'agit souvent de quartiers défavorisés où les gens veulent être entendus ou ont l'impression de ne pas l'être. Les pouvoirs politiques ont tort à 100 %, disait-il.

C'est un problème de prévention dans les quartiers. Brûler une voiture est un moyen d'attirer l'attention. Je sais que tenir ce genre de propos va nous faire taxer de niais, de gens qui tentent d'excuser ce genre de phénomène. Or, nous condamnons avec virulence ces actes et regrettons que, pendant des années, il y ait eu des désinvestissements dans la justice. C'est ce qui explique qu'aujourd'hui, la situation est sans doute plus compliquée.

Il y a quelques mois, je vous avais demandé ce qu'il en était de la responsabilité du pouvoir fédéral et de la norme KUL. Vous aviez répondu qu'un rapport avait été rédigé, mais que vous ne l'aviez pas reçu. J'ai moi-même contacté un député fédéral pour qu'il interpelle la ministre de l'Intérieur (cd&v) pour que ce rapport soit transmis au Parlement bruxellois afin que nous sachions quels sont les moyens auxquels la Région bruxelloise a droit. Entre-temps, avez-vous reçu ce document ? Nos collègues cd&v peuvent-ils contacter la ministre fédérale pour qu'elle nous transmette ce rapport, dont nous avons cruellement besoin afin de renforcer la police bruxelloise et la doter de davantage de moyens ?

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Er zijn in de Noordwijk wel degelijk problemen op het vlak van drugsgebruik en geestelijke gezondheid. Het geweld tegenover politie en brandweer bestaat ook al heel lang. Vaak komt het voor in achtergestelde wijken, waar de bevolking het gevoel heeft dat ze niet gehoord wordt, zoals de Noordwijk.

Dat is geen excuus en Ecolo veroordeelt ondubbelzinnig dergelijke daden. We stellen echter ook vast dat er al jaren veel te weinig geïnvesteerd wordt in justitie en dat er dringend nood is aan meer preventie in de wijken.

U zei enkele maanden geleden dat er een verslag bestond over de KUL-norm, maar dat u dat niet had ontvangen. Ik heb een federaal parlementslid gevraagd om de minister van Binnenlandse Zaken aan te sporen dat verslag te bezorgen. Hebt u het ondertussen ontvangen?

Share
10:28 § 159 → Video
Share

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je m'associe aux pensées émues pour la victime, sa famille et l'ensemble des corps de police et de sécurité, qui vivent des moments souvent de plus en plus difficiles. On constate en effet un rejet de l'autorité et une violence à l'égard de ses représentants.

Je voudrais vous conter une petite histoire. Quand j'étais bourgmestre, j'ai été un jour appelé par la police en raison d'une prise d'otages dans une grande surface de ma commune. Vingt-cinq personnes - caissières et clients -, étaient prises en otages. Je me suis rendu sur place et le problème a heureusement été résolu assez rapidement. Après quelques discussions avec l'auteur, celui-ci a libéré tout le monde.

En réalité, cet homme, trentenaire, s'était rendu l'après-midi même à la police et avait expliqué à l'inspecteur de garde qu'il sentait qu'il allait faire une bêtise. Il bénéficiait d'une libération conditionnelle et souhaitait retourner en prison. Le policier a appelé le substitut de garde au parquet et lui a expliqué qu'il se trouvait face à quelqu'un qui voulait retourner en prison. Le substitut lui a dit que la prison n'était pas un hôtel et que tant que l'homme en question n'avait rien commis, il devait rester en liberté. Il est donc sorti du commissariat, a mis la main sur une arme factice et pris 25 personnes en otages.

Je me permets de vous raconter aussi l'histoire d'une femme qui, atteinte de phobie, mettait le feu à son appartement. Elle a été mise en observation et au bout de huit jours, le médecin a estimé qu'elle pouvait rentrer chez elle en journée. Vous imaginez donc l'inquiétude de l'ensemble des habitants de son immeuble. Je n'ai pas pu changer la situation, malgré un contact avec le magistrat de garde pour demander une nouvelle mise en observation.

Je pense donc que ce débat dépasse largement les compétences régionales. Dans son excellente intervention, Mme Lahssaini a expliqué tous les paramètres qui interviennent. La question de la liberté individuelle se pose cependant également. Peut-on, préventivement, priver quelqu'un de sa liberté parce qu'il peut constituer un danger ? Auparavant, une disposition assez simple permettait au bourgmestre, sur la base d'un rapport de police, de colloquer quelqu'un. Elle a été supprimée parce que l'on estimait que l'on octroyait ainsi un pouvoir trop important au bourgmestre.

Aujourd'hui, il existe deux options : soit le recours au parquet, mais il est difficile de le mobiliser pour ce genre de questions, soit la mise en observation décidée par un juge de paix, mais il s'agit également d'une procédure extrêmement lourde. La question dépasse ainsi largement les compétences de la Région. Certains évoquent les outils de surveillance électronique, mais ces dispositifs ne sont pas la panacée. En effet, la ville de Nice, pourtant une des plus équipées de caméras en Europe, a néanmoins subi un lourd attentat le 14 juillet 2016. Nous vivons donc dans une société qui comporte des risques et que nous devons accepter.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- De politie wordt steeds vaker met moeilijke situaties geconfronteerd. Het geweld tegenover vertegenwoordigers van het gezag neemt toe.

Het gebeurt vaker dat burgers zich bij de politie melden, omdat ze met de gedachte spelen een misdrijf te begaan. Zolang ze dat niet daadwerkelijk doen, kan de politie niet ingrijpen.

Dit debat gaat dan ook veel ruimer dan de gewestelijke bevoegdheden, zoals mevrouw Lahssaini aantoonde. Daarnaast is er nog de individuele vrijheid. Vroeger kon een burgemeester op basis van een politieverslag een burger colloqueren. Die mogelijkheid is echter afgeschaft, omdat ze de burgemeester een te grote macht gaf.

Vandaag zijn er twee mogelijkheden: het parket inschakelen of een door de vrederechter opgelegde gedwongen opname, maar dat zijn omslachtige procedures. Sommigen stellen cameratoezicht voor, maar op plaatsen waar camera's massaal aanwezig zijn, doen zich nog steeds ernstige feiten voor. Er is in onze maatschappij altijd een zeker risico waarmee we moeten leren leven.

Share
10:31 § 161 → Video
Share

Ce dossier soulève une série de problèmes : prison, santé mentale, réinsertion, manque de moyens pour le personnel hospitalier, liberté individuelle, manque d'effectifs de la police, absence totale d'agents de quartier. Ces derniers tendent en effet à disparaître, et pareille situation ne relève pas des compétences régionales. Par ailleurs, le pouvoir judiciaire est totalement débordé.

Nous pouvons nous poser la question de savoir ce que fait safe.brussels, lequel me semble extrêmement démuni. Je ne suis pas le porte-parole du ministre-président, qui aura l'occasion de répondre, mais beaucoup de sujets ont été abordés aujourd'hui, dont certains ont déjà été longuement discutés et reviendront sur la table. Il s'agit d'un fait extrêmement grave au départ duquel nous abordons une série de questions qui ne relèvent malheureusement pas de notre compétence.

L'instruction est en cours et nous n'avons pas à nous prononcer. Néanmoins, la responsabilité est avant tout collective. Ce qui pose question, ce sont les moyens mis à la disposition des pouvoirs publics pour assurer la sécurité et la prise en charge des malades mentaux, notamment.

Dit dossier hangt samen met geestelijke gezondheidsproblemen, een gebrek aan ziekenhuispersoneel en politieagenten en de afwezigheid van wijkagenten. Bovendien is het gerecht overbelast.

Het gaat om zeer ernstige feiten die veel vragen oproepen. Het gewest is echter niet bevoegd om zich over het lopende onderzoek uit te spreken. Dat neemt niet weg dat we allemaal verantwoordelijkheid dragen. De belangrijkste vraag is of er genoeg middelen naar veiligheid en geestelijke gezondheidszorg gaan.

Share
10:33 § 163 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- L’actualité nous rappelle régulièrement que la Région bruxelloise est confrontée à des violences urbaines plus qu'inquiétantes. Certains quartiers sont d’ailleurs plus problématiques que d’autres. C’est le cas du quartier de la gare du Nord, qui entoure un des poumons économiques de notre Région, la rue de Brabant.

On y recense des bagarres, des attaques contre les habitants, commerçants, clients et travailleurs du quartier. En juillet dernier, un conflit qui a opposé plusieurs personnes s’est terminé avec des jets d’ammoniac, et un policier y a été assassiné il y a quelques semaines, un drame et une situation inadmissibles dont vous venez de discuter largement. Un autre policier y a été blessé quelques jours plus tard avec un cutter. Il faut rappeler que dans notre pays, les policiers sont, hélas, victimes de 13.000 agressions par an, soit 35 par jour.

Je me suis rendu ces derniers mois à plusieurs reprises dans ce quartier. J'y ai organisé des réunions avec les riverains, mais aussi les commerçants et les associations, en particulier celles aidant les travailleurs du sexe, de plus en plus exposés à une forme extrême de violence. Toutes et tous se disent inquiets et se demandent ce que font concrètement les pouvoirs publics.

Je plaide pour que la Région identifie l'ensemble des quartiers où l'insécurité a de telles conséquences sur la vie des habitants et travailleurs et sur les activités économiques. La Région peut-elle élaborer avec les communes une stratégie d'action d'urgence, quartier par quartier, pour endiguer ce phénomène d'ultraviolence ? Je plaide pour qu'une politique sécuritaire forte soit menée dans les quartiers de la gare du Nord. Nous ne pouvons évidemment pas abandonner une partie des Bruxelloises et des Bruxellois. Quelles sont les coopérations existantes, notamment avec le parquet, pour en faire une priorité ?

Je plaide aussi pour que la Région collabore avec le gouvernement fédéral et les communes afin d'apporter des réponses plus fortes et coordonnées à ces phénomènes inadmissibles. Quelle collaboration existe-t-il aujourd'hui sur ces questions ?

De heer David Weytsman (MR).- Het Brussels Gewest krijgt vaak te maken met onrustwekkend geweld, dat in sommige buurten, zoals de Noordwijk, sterker opspeelt.

In juli was er een aanval met ammoniak en enkele weken geleden werd er een politieagent vermoord. Enkele dagen later raakte er een agent gewond met een stanleymes.

Ik heb de voorbije maanden vergaderingen georganiseerd met buurtbewoners, winkeliers en met organisaties die sekswerkers bijstaan. Iedereen maakt zich zorgen en vraagt zich af wat de overheid onderneemt.

Ik pleit voor het in kaart brengen van de wijken waar de onveiligheid het leven van de bewoners zuur maakt en de economische activiteiten bemoeilijkt. De Noordwijk heeft behoefte aan een sterk veiligheidsbeleid. Maken het gewest en de gemeenten daar werk van? Hoe wordt er met het parket samengewerkt om het probleem dringend aan te pakken?

Ik pleit ook voor samenwerking tussen het gewest, de federale regering en de gemeenten.

Share
10:35 § 165 → Video
Share

Enfin, je plaide pour que la commune de Saint-Josse-ten-Noode n'abandonne pas ses rues. La rue des Plantes, par exemple, est totalement oubliée. Elle est couverte de déchets. On y trouve des personnes droguées et les travailleurs du sexe y sont harcelés, voire violentés. Il faut agir ! Les associations n'en peuvent plus. Elles vous ont écrit, à vous, mais aussi à nous, et ont publié des cartes blanches. Il faut absolument intervenir.

Êtes-vous bien informé des problèmes rencontrés dans ce quartier par les habitants, commerçants, riverains et travailleurs du sexe ? Avez-vous rencontré ces derniers ?

Dans le cadre de vos compétences, quelles sont les actions menées pour éradiquer le phénomène d'ultraviolence urbaine ?

Comment collaborez-vous avec les communes, le pouvoir fédéral et le parquet sur ce dossier ? Comment en faire une priorité dans les plans zonaux de sécurité et le plan global de sécurité et de prévention  ?

D'autres quartiers ont-ils été répertoriés comme particulièrement problématiques en matière d'ultraviolence urbaine ? Lesquels et quelles sont vos priorités en la matière ?

Tot slot roep ik de gemeente Sint-Joost-ten-Node op om haar straten niet te verwaarlozen. De Plantenstraat ligt vol afval. Er hangen druggebruikers rond en sekswerkers worden er lastiggevallen of zelfs aangevallen.

Bent u op de hoogte van de problemen? Wat doet u om extreem stadsgeweld te voorkomen?

Hoe werkt u samen met de gemeenten, de federale overheid en het parket? Hoe maakt u daarvan een prioriteit in de zonale veiligheidsplannen en het Globaal Veiligheids- en Preventieplan ?

Zijn er nog wijken die te maken hebben met extreem stadsgeweld?

Share
10:36 § 167 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le quartier Nord connaît effectivement de nombreux problèmes. Néanmoins, il est important de recontextualiser les choses afin d’éviter une vision biaisée et des attentes disproportionnées vis-à-vis des capacités d’action de la Région.

Du fait de son statut de capitale nationale et européenne, Bruxelles est une ville cosmopolite qui attire de nombreuses personnes à travers le monde. Cela constitue un atout extraordinaire, mais apporte aussi son lot de difficultés sociales et économiques, comme celles que nous connaissons actuellement avec la crise des réfugiés. Notre Région agit avec les outils dont elle dispose pour améliorer la situation. C’est au départ de cette grille de lecture qu’il faut examiner et apporter des solutions aux problèmes qui existent dans le quartier Nord.

De plus, il est évidemment impossible d’évoquer ce quartier sans prendre en compte le fait qu’il abrite la gare du pays accueillant le plus grand nombre de voyageurs. À l’instar d’autres capitales et grandes villes, elle se situe à la lisière de quartiers qui, historiquement, ont connu et connaissent encore des difficultés sociales, mais aussi de rues commerçantes très populaires. Elle est également un nœud modal où se rencontrent trams et bus, brassant du matin au soir fonctionnaires, employés, ouvriers, population locale et visiteurs d’un jour.

La gestion de la sécurité dans un tel lieu et ses abords est un véritable casse-tête et un problème complexe, qui implique différents intervenants. Elle reflète à l'échelle d'un quartier toute la complexité de la lasagne institutionnelle de notre pays.

Cette situation est également liée à la nature même de la gare, qui offre une certaine forme d’anonymat et un abri de fortune lorsque les nuits deviennent froides.

Les difficultés observées sont de nature criminelle, mais aussi sociale, sanitaire ou même psychique. Cette dernière dimension, qui est souvent liée à la consommation de stupéfiants, est trop peu évoquée. Les personnes souffrant de mal-être psychique devraient être prises en charge par des services de santé intégrés sur le terrain.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Om een vertekend beeld en onrealistische verwachtingen van het gewest te voorkomen, moeten we de problemen in de Noordwijk in een bredere context plaatsen.

Brussel trekt mensen uit de hele wereld aan. Dat is een grote troef, maar tegelijkertijd hangen daar sociale en economische problemen mee samen, zoals uit de vluchtelingencrisis blijkt. Het gewest tracht met de middelen waarover het beschikt de situatie te verbeteren. Vanuit die context moeten we de problemen in de Noordwijk onderzoeken en er oplossingen voor zoeken.

In de Noordwijk ligt het drukst bezochte station van het land. De wijk grenst aan wijken die sociale problemen kennen, maar waar ook erg populaire winkelstraten liggen. Werknemers, inwoners en toeristen maken er gebruik van de knooppunten voor openbaar vervoer.

In een dergelijke omgeving vormt veiligheid een complex probleem. De Noordwijk kampt niet alleen met criminaliteit, maar er lopen ook mensen met sociale en gezondheidsproblemen rond. Mentale problemen hangen vaak samen met druggebruik. Plaatselijke gezondheidsdiensten zouden personen die daarmee kampen, moeten opvangen.

Share
10:39 § 169 → Video
Share

Cela dépasse évidemment les capacités et même l'expertise des services de sécurité. Il faut toutefois retenir que la Région exerce ses prérogatives et qu'elle réunit les autorités compétentes - communes, zones de police, État fédéral - et les sociétés de transports pour œuvrer ensemble à la sécurité dans la gare du Nord et ses alentours. Ces réunions ont lieu périodiquement, et d'après les informations qui nous sont transmises par les services de police, tous ces efforts devraient porter leurs fruits. En effet, si l'on considère les statistiques, le nombre d'incidents enregistrés en 2022 est en diminution par rapport à 2021. Il y a donc eu une légère amélioration en un an, ce qui n'enlève évidemment rien à la gravité des faits qui nous occupent.

Le plan zonal de sécurité 2020-2025 de la zone de police Bruxelles-Nord a prévu un plan d'action spécifique pour le quartier Nord, et notamment une intensification de la concertation entre les différents partenaires, l'objectif étant de surveiller l'évolution de la situation dans le quartier, telle que ressentie par les représentants du tissu local, afin d'orienter les efforts de la police de la manière la plus efficace possible. Il en va de même de l'appui occasionnel sollicité auprès de la police fédérale. Ainsi, trois opérations de grande envergure, pilotées par l'état-major de la zone de Bruxelles-Nord et visant spécifiquement le phénomène des vols avec violences, ont été menées toutes les semaines pendant le mois d'août 2022. Une situation critique avait en effet été mise en évidence.

Le quartier Nord n'est donc pas laissé à son sort. Ce serait dénigrer le travail quotidien réalisé par l'ensemble des acteurs, qu'il s'agisse de la prévention ou de la répression, que de le soutenir. Cette zone est appelée à connaître une profonde mutation au cours des prochaines années. Les acteurs publics et privés ont en effet manifesté leur volonté de le réinvestir. Le contrat de rénovation urbaine n° 2, Brabant-Nord-Saint-Lazare, a ainsi été adopté.

Dat gaat uiteraard de mogelijkheden van de veiligheidsdiensten te boven. Het gewest overlegt echter regelmatig met de gemeenten, de politiezones, de federale overheid en de vervoersmaatschappijen over de veiligheid in en rond het Noordstation. Die vergaderingen vinden regelmatig plaats en uit informatie van de politie blijkt dat ze vruchten afwerpen. In 2022 waren er immers minder incidenten dan een jaar eerder. Dat neemt niet weg dat de feiten waarover het hier gaat, ernstig zijn.

In het zonaal veiligheidsplan 2020-2025 van de politiezone Brussel-Noord is een actieplan voor de Noordwijk opgenomen. Zo komt er intensiever overleg tussen de verschillende partners met als doel de politie zo doeltreffend mogelijk in te zetten. Dat geldt ook voor de occasionele ondersteuning van de federale politie.

Het gewest laat de Noordwijk niet aan haar lot over. Wie dat beweert, miskent de dagelijkse inspanningen van alle betrokkenen. De zone zal de komende twee jaar trouwens een grondige verandering ondergaan in het kader van het goedgekeurde stadsvernieuwingscontract Brabant-Noord-Sint-Lazarus.

Share
10:42 § 171 → Video
Share

Il s'agit donc d'un outil régional fondamental, qui vient appuyer les différents programmes de revitalisation urbaine dans la zone.

Des projets sont effectivement prévus pour revoir l’éclairage public, faire revenir du logement social et moyen, améliorer la voirie et ses abords, rénover le parvis et les abords de la gare du Nord en prêtant attention à leur verdurisation et améliorer la connexion entre les différents quartiers. La concrétisation de ces projets se déroulera en différentes phases s’étalant jusqu’en 2025.

Le regroupement de plusieurs administrations régionales au sein de l’Iris Tower est une preuve tangible de ce réinvestissement dans le quartier Nord. Il en va de même pour la rénovation en cours du centre de communication Nord, qui devrait à terme ramener du logement dans le quartier. L’expérience démontre en effet qu’une dynamique urbaine positive ne peut être enclenchée et se maintenir que par la présence de fonctions variées sur un territoire donné. La monofonctionnalité, comme on l'a vu dans les quartiers purement administratifs, crée un désert nocturne propice au développement de phénomènes délictueux.

La Région a pris des initiatives pour améliorer cette situation. Par le biais des plans locaux de prévention et de proximité (PLPP), un soutien est apporté à la Ville de Bruxelles ainsi qu’aux communes de Schaerbeek et de Saint-Josse-ten-Noode. La Région contribue de cette manière au développement de projets locaux ou intercommunaux. Les PLPP ont notamment pour objectif d’assurer une présence visible et rassurante dans les espaces publics, en ce compris dans les transports en commun : gardiens de la paix, éducateurs de rue, médiateurs, etc. Ils visent également à assurer la médiation des conflits dans les espaces publics, avec pour objectif de faciliter la communication entre personnes ou groupes de personnes en situation conflictuelle ou potentiellement conflictuelle, et de les aider à parvenir à un accord permettant l’apaisement.

La Région coordonne également le renforcement de l’ancrage territorial des différents services actifs au niveau local, qu’ils soient communaux, zonaux ou régionaux. Par leur transversalité, ils contribuent à l’approche intégrée de la prévention et de la sécurité au niveau des quartiers. Pour ce faire, le gouvernement soutient depuis 2019 la mise en place d’antennes de sécurité intégrées au niveau local, qui associent communes, zones de police et institutions régionales. Ces antennes permettent aux acteurs concernés de travailler côte à côte, dans le respect de leurs compétences respectives, afin d’optimiser leur collaboration. Les résultats sont visibles sur le terrain. À titre d'exemple, la commune de Schaerbeek a répondu à l’appel à projets 2022 en vue de l’implantation d’une antenne de sécurité intégrée dans le quartier Nord.

De openbare verlichting wordt aangepakt, er komen opnieuw sociale woningen en woningen voor middeninkomens en de weginrichting wordt verbeterd. In de omgeving van het Noordstation is er aandacht voor vergroening en een betere aansluiting met de omliggende wijken. De uitvoering verloopt in meerdere fasen tot in 2025.

Het is belangrijk dat er weer woningen komen in de Noordwijk. De ervaring leert immers dat een positieve stadsdynamiek alleen mogelijk is als er op een grondgebied uiteenlopende functies aanwezig zijn. Een wijk met alleen maar kantoren ligt er 's nachts verlaten bij, wat criminaliteit aantrekt.

Het gewest nam initiatieven om de situatie te verbeteren. Via de plaatselijke preventie- en buurtplannen biedt het gewest steun aan de stad Brussel, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node voor de ontwikkeling van lokale of intercommunale projecten.

Daarnaast coördineert het gewest de versterking van de territoriale verankering van de lokale, zonale of gewestelijke diensten, waaronder de lokale geïntegreerde veiligheidsposten waarbinnen gemeenten, politiezones en gewestinstellingen samenwerken. Dat levert duidelijk resultaat op.

Share
10:44 § 173 → Video
Share

L'antenne, qui devrait être installée rue Brichaut à l'angle de la place Liedts, permettra la récolte d'informations sur le quartier à l'intention de la zone de police Bruxelles-Nord et l'organisation de réunions pluridisciplinaires sur des thématiques concernant le quartier, comme la plateforme « Prostitution » de Schaerbeek, soutenue financièrement par safe.brussels.

Elle constituera, par ailleurs, un lieu de permanence pour les conseillers en prévention de la zone de police et de la commune en particulier, où pourront être organisées des réunions avec les habitants et les associations du quartier Nord.

J'espère que ce projet que j'estime ambitieux apportera des résultats.

Des problématiques importantes, telles que les assuétudes qui agitent le quartier Nord, ne sont pas oubliées. Même s'il ne fait pas l'unanimité, le futur centre intégré pour les usagers de drogues en grande précarité, bientôt installé dans le quartier, constituera un outil important d'une politique intégrale de sécurité intégrée. Ce type de structure doit s'implanter au cœur des quartiers.

L'amélioration du cadre de vie et la sécurité passant aussi par le soutien et l'accompagnement des différents acteurs sociaux actifs sur le territoire régional, le gouvernement bruxellois s'est engagé, dans sa déclaration de politique générale, à lutter efficacement contre les inégalités et la pauvreté.

Les autorités régionales n'abandonnent donc pas ce quartier à son sort. À l'initiative de la Région, une première réunion en présence des bourgmestres de Schaerbeek et de Saint-Josse-ten-Noode a d'ailleurs été organisée en décembre dernier, afin d'entamer la coordination de tous les services concernés par cette problématique.

De veiligheidspost die op de hoek van de Brichautstraat en het Liedtsplein komt, moet informatie over de wijk verzamelen voor de politiezone Brussel-Noord en multidisciplinaire vergaderingen organiseren over thema's die de wijk aangaan. Er zullen ook preventieadviseurs aanwezig zijn en er kunnen vergaderingen met omwonenden en verenigingen uit de wijk georganiseerd worden.

Andere problemen, zoals de drugverslaafden in de Noordwijk, worden niet vergeten. Het toekomstige geïntegreerde centrum voor druggebruikers dat in de wijk komt, vormt een belangrijk middel in het veiligheidsbeleid. Dergelijke structuren moeten zich centraal in de wijken bevinden.

Daarnaast wil het gewest ongelijkheid en armoede aanpakken door de plaatselijke verenigingen te ondersteunen.

Het gewest laat de wijk dus niet aan haar lot over.

Share
10:46 § 175 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Mijnheer Vanden Borre, eerst en vooral wijs ik erop dat safe.brussels de gemeenten die dat wilden, ondersteuning bood om een lokale integrale veiligheidscel inzake radicalisme (LIVC-R) op te richten.

Sinds mei 2020 wordt safe.brussels niet meer uitgenodigd op de vergaderingen van die veiligheidscellen. Volgens de vertegenwoordigers van de politie is het immers niet duidelijk of het toegestaan is om persoonsgebonden politionele informatie over de opvolging van bepaalde individuen met safe.brussels te delen. Die vaststelling volgde op een rapport van het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten.

Ik heb de federale ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken daarover inderdaad meermaals aangesproken. Zo zei ik hun in september vorig jaar dat het Brussels Gewest via safe.brussels zijn volledige medewerking verleent aan de strategie Extremisme en Terrorisme (strategie TER), maar ook dat wij bepaalde verwachtingen hebben met betrekking tot de organisatie en de werking van de lokale veiligheidscellen op Brussels grondgebied.

Ik ben er ook op blijven aandringen om het via een samenwerkingsakkoord mogelijk te maken om, met de instemming van de burgemeesters, gewestelijke LIVC's op te richten, die operationeel en strategisch kunnen optreden.

De federale ministers hebben tot nu toe niet gereageerd op die problemen. Toch heb ik sinds kort de indruk dat er beweging komt in het dossier. Naar aanleiding van het tragische overlijden van een van onze politieagenten vond op 14 november in de Kamer een gemeenschappelijke vergadering plaats van de commissies voor Justitie en Binnenlandse Zaken.

De minister van Justitie zei toen het volgende: "Dankzij de lokale integrale veiligheidscellen kan er meer informatie gedeeld worden. Ze moeten daarom correct werken en alle betrokken diensten zouden eraan moeten deelnemen. We kunnen hun samenstelling regelen via een samenwerkingsakkoord op initiatief van de federale regering. Dat zou een manier zijn om een vertrouwenscultuur tussen alle betrokken diensten tot stand te brengen."

Bovendien benadrukte de minister van Binnenlandse Zaken tijdens het parlementaire debat over haar algemene beleidsnota op 30 november dat ze werk wil blijven maken van een samenwerkingsakkoord.

Daarom heb ik de betrokken ministers opnieuw aangeschreven met de vraag of ze bereid zijn de werkzaamheden rond de opmaak van een samenwerkingsakkoord, die wat waren stilgevallen, te hervatten. Een dergelijk akkoord zou de minister-president of een instantie die hem vertegenwoordigt, in dit geval safe.brussels, het recht moeten verlenen om een gewestelijke LIVC-R samen te roepen.

Afgaande op de verklaringen van de federale ministers die bevoegd zijn voor die veiligheidscellen, heb ik er goede hoop op dat we de komende maanden vooruitgang zullen kunnen boeken.

(poursuivant en néerlandais)

M. Vanden Borre, la première chose à souligner est que safe.brussels a épaulé les communes qui le désiraient dans la mise en place de leur cellule de sécurité intégrale locale (CISL).

Depuis mai 2020, safe.brussels n'est plus invité aux réunions de ces CISL, les représentants de la police doutant de la légitimité de transmettre à safe.brussels des données policières à caractère personnel sur le suivi de certains individus.

J'ai abordé ce point à plusieurs reprises avec les ministres de la Justice et de l'Intérieur, soulignant la participation de la Région bruxelloise à la Stratégie extrémisme et terrorisme (stratégie TER) et notre volonté de créer des cellules de sécurité intégrale régionales, avec l'accord des bourgmestres.

Les ministres fédéraux n'ont pas réagi. Cependant, lors d'une réunion conjointe des commissions de la Justice et des Affaires intérieures à la Chambre le 14 novembre, à la suite du décès tragique de l'un de nos agents de police, le ministre de la Justice a souligné le rôle crucial des CISL et la possibilité d'organiser leur composition via un accord de coopération.

Par ailleurs, la ministre de l'Intérieur a exprimé durant un débat parlementaire sa volonté de poursuivre les travaux liés à cet accord de coopération.

J'ai adressé aux deux ministres fédéraux la demande d'une reprise des travaux autour de la rédaction d'un accord de coopération qui permettrait au ministre-président ou à safe.brussels de réunir une CISL régionale. J'ai bon espoir, au vu de leurs déclarations respectives, d'un avancement dans ce dossier au cours des prochains mois.

Share
10:49 § 177 → Video
Share

Safe.brussels organiseert om de twee maanden een bijeenkomst van het gewestelijke platform radicalisering-polarisering. Dat platform is in 2022 zes keer samengeroepen en geeft voornamelijk invulling aan maatregel 2.1 van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Het platform organiseert multidisciplinaire opleidingen, bevordert de uitwisseling van goede praktijken en brengt gemeenten en de lokale politie in contact met onderzoekers, verenigingen die actief zijn op het terrein en andere deskundigen. Er worden thematische onderwerpen besproken, zoals polarisering, extreemrechts, extreemlinks en de invloed van sekten, en daarnaast komen ook functionele thema’s aan bod, zoals het juridische kader van de lokale integrale veiligheidscellen, de begeleiding van justitiabelen en de hulpmiddelen die verenigingen hebben ontwikkeld. Voorts subsidieert safe.brussels op basis van projectoproepen verschillende vzw’s die de polarisering bestrijden en krijgen uiteraard ook de politiezones financiële steun.

Het is van het allergrootste belang om psychologische ondersteuning te bieden aan politieagenten die direct of indirect te maken kregen met een daad van agressie. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan posttraumatische stress en de gevolgen van dergelijke incidenten. Ik zei al meermaals dat de psychologische ondersteuning behoort tot het takenpakket van de zonale overheid als werkgever en van de federale overheid als toezichthouder. Zo beschikt zowel de politiezone Brussel-Noord als de federale politie over een stressteam.

De federale ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie stelden onlangs de gemeenschappelijke rondzendbrief GPI 100 op over het gebruik van geweld tegen leden van de geïntegreerde politie. Die rondzendbrief bepaalt een integrale aanpak van het geweld tegen politiemensen. De ministers benadrukken dat de korpschefs van de politiezones en de federale politie een aantal maatregelen in de praktijk moeten brengen. Zo moeten zowel de politieagenten als hun familieleden kunnen rekenen op psychosociale bijstand en moet er een contactpersoon worden aangesteld. Een agent die gewond is geraakt, moet hulp krijgen bij het indienen van een arbeidsongevalsdossier. Het personeel heeft recht op kosteloze juridische bijstand en gewonde agenten moeten een overplaatsing kunnen aanvragen.

Safe.brussels organise tous les deux mois une réunion de la plateforme régionale radicalisation-polarisation, dont l'organisation est principalement axée sur la mesure 2.1. du plan global de sécurité et de prévention. Enfin, dans le cadre d’appels à projets, il subventionne plusieurs ASBL qui luttent contre la polarisation et apporte un soutien financier aux zones de police.

Le soutien psychologique offert à un policier, qu'il soit victime directe ou indirecte d’une agression, est fondamental. La question du soutien psychologique incombe aux autorités zonales, en tant qu’employeur, et fédérales en tant qu’autorité de tutelle.

Par ailleurs, la ministre de l’Intérieur et le ministre de la Justice ont élaboré récemment une circulaire commune GPI 100 relative à l’usage de la violence envers les membres de la police intégrée, qui prévoit une approche intégrale en matière de violences contre les policiers, dans le cadre de laquelle les chefs de corps des zones de police ainsi que la police fédérale doivent veiller à l’effectivité d’un certain nombre de mesures.

Share
10:52 § 179 → Video
Share

Bodycams kunnen inderdaad een nuttig instrument zijn om feiten objectief in beeld te brengen en politieagenten te beschermen. Ook dat is echter een federale bevoegdheid. De minister van Binnenlandse Zaken heeft wel laten weten dat momenteel de laatste hand wordt gelegd aan een wetsontwerp om de wet op het politieambt te wijzigen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het advies van het Controleorgaan op de Politionele Informatie, wetenschappelijk onderzoek en de bestaande inspectieverslagen. De federale overheid streeft ernaar de bescherming van de persoonsgegevens en de invloed op het politiewerk op een stevig onderbouwde en transparante wijze wettelijk en reglementair te regelen.

De impact op de veiligheid van de sluiting van bepaalde handelszaken van 1 uur 's nachts tot 6 uur ‘s ochtends is al geëvalueerd. Op basis van die evaluatie namen de burgemeesters op 15 december 2022 een nieuwe politieverordening aan om gerichter op te kunnen treden om de handelaars niet nog meer nadeel te berokkenen. Daarnaast bevat de verordening ook nieuwe maatregelen om de veiligheid in de Noordwijk te verbeteren. Voor meer informatie kunt u terecht op de websites van de gemeenten.

U verwijst ook naar het Kanaalplan zonder het bij naam te noemen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft in het federale parlement verklaard dat ze de strategische stuurgroep van dat plan opnieuw zal opstarten. We zullen dat samen met de betrokken lokale overheden aandachtig opvolgen en erop toezien dat de federale overheid, ook met de uitwerking van het bijkomende Stroomplan XXL, evenveel middelen blijft uittrekken voor het Kanaalplan.

Op uitnodiging van de minister van Binnenlandse Zaken nam safe.brussels op 21 december 2022 deel aan een vergadering daarover. Dat bood de gelegenheid om Binnenlandse Zaken nader in te lichten over de investeringen in veiligheid door het Brussels Gewest en over de samenwerkingen op dat vlak. Blijkbaar was die informatie nog niet volledig doorgesijpeld. Er is al een tweede vergadering gepland in februari 2023.

Les caméras d'intervention (bodycams) sont effectivement un moyen d’objectiver les faits et d'assurer la protection des policiers, mais il s'agit à nouveau d’une compétence fédérale. La ministre de l’Intérieur a indiqué qu’un projet de loi modifiant la loi sur la fonction de police était en voie de finalisation, afin de créer un cadre législatif et réglementaire solide et transparent sur la protection des données à caractère personnel et son impact sur l'action de la police.

L'évaluation de l’impact en matière de sécurité de la fermeture de certains commerces entre 1 h et 6 h du matin a eu lieu. Sur la base de celle-ci, les bourgmestres ont adopté le 15 décembre dernier une nouvelle ordonnance de police visant à mieux cibler les mesures, pour éviter de pénaliser davantage les commerçants tout en ramenant plus de sécurité dans le quartier Nord. Pour plus d’information, je vous renvoie vers les sites internet des communes.

La ministre de l’Intérieur s'est engagée à relancer le comité de pilotage stratégique du plan canal. Nous y serons attentifs et veillerons à ce que les moyens fédéraux dévolus au plan canal soient conservés, malgré la mise en place du Stroomplan XXL.

Safe.brussels a été invité par la ministre de l’Intérieur à une réunion à ce sujet le 21 décembre dernier, et une seconde réunion est programmée en février 2023.

Share
10:54 § 181 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- Je vous suggère d'aller discuter avec les travailleurs du sexe. J'ai encore parlé avec l'une d'entre eux la semaine dernière : chaque jour, elle reçoit des insultes, elle est agressée au moins une fois par mois, et chaque jour, elle doit demander à des personnes dans un état second de quitter son hall d'entrée. Je sais que cela ne relève pas de votre responsabilité directe. La rue des Plantes se trouve sur le territoire de la commune de Saint-Josse-ten-Noode et l'ambition du maïeur de cette commune semble être de ne rien faire et de laisser pourrir la situation. Les gens y sont abandonnés comme on y laisse pourrir les maisons sur pied.

Nous devrions avoir une étude claire sur la situation, avec des recommandations fortes sur ce qui pourrait être fait. Si une telle étude existe, merci de nous la faire parvenir. Ensuite, je vous demande de sommer certains bourgmestres, dont celui de Saint-Josse-ten-Noode, d'intervenir très clairement. Enfin, je me permettrai de poser des questions écrites afin d'essayer de comprendre l'ampleur et le calendrier des aménagements que vous avez évoqués.

De heer David Weytsman (MR).- Misschien moet u eens met de sekswerkers gaan praten. Elke dag worden ze beledigd en lastiggevallen. De burgemeester van Sint-Joost onderneemt niets, hij laat de situatie gewoon verder verrotten.

We hebben nood aan een degelijke studie met sterke aanbevelingen. Ondertussen moet u bepaalde burgemeesters sommeren om eindelijk op te treden. Ik zal u nog een aantal schriftelijke vragen stellen.

Share
10:57 § 183 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Wat de heer Ghyssels zegt, komt neer op een soort fatalisme: we moeten de risico's en de gevolgen van het wanbeleid in Brussel aanvaarden. De regering kan de veiligheid niet garanderen en we moeten ons daar maar bij neerleggen.

(Opmerkingen van de heer Ghyssels)

Ik ben het daar totaal niet mee eens. Het klopt dat het onmogelijk is om elk risico te vermijden. De regering kan inderdaad niet garanderen dat er zich nooit een incident zal voordoen, maar ze moet wel maatregelen nemen om de veiligheid van de Brusselaars zo goed mogelijk te beschermen en dat doet ze niet. In dit geval kon het parket beslissen om de betrokkene te colloqueren, maar dat is niet gebeurd. Dat is een grote fout die de dood van een politieagent heeft veroorzaakt.

De regering moet erkennen dat die fout werd gemaakt en ervoor zorgen dat die nooit meer opnieuw gemaakt kan worden. Politici, en vooral die van de meerderheid, moeten lessen trekken uit wat er misloopt. Ze moeten niet zeggen dat ze niet bevoegd zijn en de verantwoordelijkheid van zich afschuiven. De regering moet eerst nagaan wat ze zelf beter kan doen, nederig zijn tegenover alle nabestaanden, haar verantwoordelijkheid nemen en proberen om het beter te doen. Dat hoor ik vandaag niet. Ik betreur dat, want dat is de enige manier om vooruitgang te boeken. We moeten afstappen van fatalisme.

Het is geen verrassing dat het incident in de Noordwijk heeft plaatsgevonden. De situatie in die wijk verslechtert al jarenlang. De buurt schreeuwt om hulp en er komt geen verbetering. U verwijst naar een aantal cijfers, maar die weerspiegelen de realiteit niet. De gemeente Sint-Joost-ten-Node hanteert een verrottingsstrategie op het vlak van de prostitutie, maar ook op het gebied van ruimtelijke ordening, veiligheid en netheid. Dat is een pure schande. Ik vind dat de burgemeester van de gemeente onder curatele zou moeten worden gesteld en dat de minister-president of desnoods de federale overheid moet ingrijpen. Het is mensonwaardig wat daar allemaal gebeurt.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- À en croire M. Ghyssels, nous devrions accepter les conséquences de la mauvaise gestion de Bruxelles par le gouvernement, qui est incapable de garantir la sécurité.

(Remarques de M. Ghyssels)

Je ne suis pas d'accord. Certes, le gouvernement ne peut garantir le risque zéro, mais il doit prendre des mesures pour veiller le plus possible à la sécurité des Bruxellois, et il ne le fait pas. Le gouvernement doit reconnaître qu'une erreur a été commise et veiller à ce que celle-ci ne se reproduise plus. Il doit réfléchir à ce qu'il peut améliorer, faire preuve d'humilité envers toutes les personnes endeuillées et prendre ses responsabilités.

Il n'est pas surprenant que l'incident ait eu lieu dans le quartier Nord. La situation dans ce quartier se détériore depuis des années et aucune amélioration n'est en vue. Je pense que le bourgmestre de Saint-Josse-ten-Noode devrait être mis sous tutelle et que le ministre-président, voire le gouvernement fédéral, devrait intervenir.

Share
11:00 § 187 → Video
Share

Ik verwijs ook naar de Paleizenstraat, waar een nieuw menselijk drama zich afspeelt. Daar worden ruim achthonderd mensen aan hun lot overgelaten. De politie komt er zelfs niet meer tussenbeide, het recht van de sterkste geldt daar. Dat is schandalig.

Ik hoor u dus wel een aantal maatregelen aankondigen, maar dat zal niet volstaan Er moet een fundamentele mentaliteitswijziging komen. Met deze meerderheid zullen we die omslag niet maken en zullen er geen grenzen gesteld worden aan wat niet te tolereren valt. Die grenzen schuiven altijd maar op, waardoor dergelijke ontoelaatbare situaties een dagelijkse realiteit zijn geworden in Brussel. Het is dus helaas gewoon wachten op een volgend voorval.

Je fais également référence à la rue des Palais, où la police n'ose plus intervenir et où 800 personnes sont abandonnées à leur sort.

Les mesures que vous annoncez ne suffiront pas. Il faut un changement fondamental de mentalité. Avec cette majorité, nous n'opérerons pas ce changement et ces situations intolérables deviendront une réalité quotidienne à Bruxelles.

Share
11:01 § 189 → Video
Share

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Uit uw uitgebreide antwoorden op mijn vragen en die van de heer Weytsman maak ik op dat er structurele langetermijnplannen zijn om de situatie in de wijk en de gemeenten in kwestie te verbeteren. We hebben geen lapmiddelen nodig, maar grondige ingrepen, zonder de mensen die er nu wonen en werken, waaronder de sekswerkers, weg te pesten.

Er gebeurt heel veel, hoor ik. Zo komt het gewestelijke platform tegen radicalisering regelmatig samen. Een cruciaal probleem blijft echter de versnippering van bevoegdheden en de onduidelijkheid over wie wat doet en bij wie we moeten aankloppen. Dat probleem moeten we aanpakken om de situatie in die wijken en het politiewerk daar te kunnen verbeteren.

Qua psychologische hulpverlening twijfel ik er niet aan dat het stressteam van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene goed werk verricht, maar ook hier kan safe.brussels een rol spelen om goede praktijken te delen en ervoor te zorgen dat alle slachtoffers bij de politie en hun collega's goed begeleid worden. Ik zal de antwoorden nog eens goed nalezen in het verslag.

Uit uw antwoorden weerklinkt de hoop dat er meer overleg is en dat minister Verlinden eindelijk meer luistert naar safe.brussels en naar de Brusselse regering. Voor een goed beleid is dat essentieel en dat ontbrak de voorbije jaren: de federale overheid luisterde niet naar de problemen op het terrein en de oplossingen die we aanreiken.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Je déduis de vos réponses qu’il existe des plans structurels à long terme pour améliorer la situation dans les quartiers concernés. Reste le problème de la fragmentation des compétences, auquel il convient de remédier.

Quant au soutien psychologique, je ne doute pas que la zone de police fait du bon travail, mais safe.brussels pourrait diffuser les bonnes pratiques pour accompagner correctement les policiers victimes d’actes de violence et leurs collègues.

Vous semblez appeler de vos vœux une concertation plus étroite avec la ministre Verlinden. Jusqu’à présent, le niveau fédéral n’a pas été à l’écoute de la Région.

Share
11:03 § 191 → Video
Share

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- De moord op 10 november 2022 is jammer genoeg geen alleenstaand geval. Vorige week nog werden agenten in Sint-Gillis aangevallen, met vier gewonden als resultaat. Omstanders staan klaar om drugsdealers bij te staan en geweld te plegen tegen de politie. De politiewoordvoerder zegt dat zoiets tegenwoordig almaar vaker voorvalt. Vroeger keken mensen misschien scheef naar politieagenten of durfden ze misschien al eens te spuwen, maar nu worden de agenten in een hinderlaag gelokt en in elkaar geslagen. Sommigen zijn tot vier weken arbeidsongeschikt. Daar moeten we realistisch over zijn.

Op 20 december vond in Brussel een grote politiebetoging plaats. Mijn partijgenoten van Vlaams Belang en ikzelf waren daar aanwezig. Wij vonden het immers bijzonder belangrijk om de politie een hart onder de riem te steken. Tot mijn grote verbazing waren er geen andere politici aanwezig. De politieagenten waren bijzonder blij dat er toch iemand uit de politieke wereld was opgedaagd, maar het valt te betreuren dat andere politici het niet belangrijk vonden om de politie te komen ondersteunen, zeker zo kort na het drama van 10 november.

Ook vandaag wijst de minister-president weer de federale regering met de vinger, terwijl die federale regering net zegt dat de Brusselse minister-president zijn coördinerende rol moet spelen. Daar schiet natuurlijk niemand iets mee op. Het uitgangspunt moet zijn dat we de politie en haar werk steunen.

Justitie moet dus haar verantwoordelijkheid nemen en een vervolgingsbeleid voeren in plaats van een seponeringsbeleid, waarbij opgepakte misdadigers onmiddellijk worden vrijgelaten. Zoiets is uiteraard bijzonder demotiverend voor de politie. U bent daar niet rechtstreeks bevoegd voor, maar u kunt toch de nodige signalen geven.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Le meurtre du 10 novembre 2022 n’est pas un fait isolé. Les passants n’hésitent plus à venir en aide aux trafiquants de drogue. Il n’est pas rare qu’ils s’en prennent aux agents, dont certains se retrouvent en incapacité de travail pour des semaines.

J’étais présent, avec d’autres membres du Vlaams Belang, à la manifestation des policiers du 20 décembre dernier, car il me semblait important de soutenir la police. J’ai été très étonné de ne voir aucun représentant des autres partis.

Le ministre-président montre du doigt le gouvernement fédéral, qui estime pour sa part que M. Vervoort ne joue pas son rôle de coordination.

La justice doit mener une politique répressive au lieu de classer les dossiers sans suite. Il est particulièrement démotivant, pour les policiers, de voir qu'à peine arrêtés, les malfaiteurs sont aussitôt relâchés. Si vous n’êtes pas directement compétent, vous pouvez au moins envoyer un signal.

Share
11:07 § 193 → Video
Share

Alle parlementsleden, en die van de meerderheidspartijen in het bijzonder, moeten hun steun uitspreken voor het werk van de politie. Dat gebeurt te weinig. In het verleden werd de politie in een aantal gevallen zelfs met de vinger gewezen.

Mijnheer de minister-president, ik roep u dan ook op om een duidelijk signaal te geven dat de politiek achter de politie staat en de misdaad veroordeelt.

J'appelle tous les parlementaires, et vous aussi, Monsieur le Ministre-Président, à affirmer leur soutien à l'action de la police.

Share
11:07 § 195 → Video
Share

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Ik heb daarnet erkend dat een aanzienlijk deel van de bevoegdheid federaal is, maar ik heb ook gezegd dat het goed zou zijn om te bekijken welke rol de gemeenten en het gewest kunnen opnemen.

Ik hoor collega's van de meerderheid zeggen dat zij niet de woordvoerder van de minister-president zijn, bij wijze van kwinkslag naar onze vorige discussie. Nochtans voelen zij zich, telkens opnieuw in elke discussie over veiligheid, verplicht om in de bres te springen voor hem. Ik weet niet waarom maar, nog voor de minister-president kan antwoorden, zeggen ze al dat het Brussels Gewest hier geen verantwoordelijkheid draagt.

Misschien zouden ze daar maar beter mee stoppen. Er is nood aan daadkracht, zeker ook bij de minister-president. Er moet meer voluntarisme aan de dag gelegd worden. De vraag moet gesteld worden wat het gewest wel kan doen, ook al is dat niet de enige bevoegde instantie. Het gewest beschikt over bevoegdheden, zoals de andere gewesten, en over safe.brussels, dat een duidelijke coördinatieopdracht heeft inzake veiligheid.

Steeds weer het riedeltje herhalen over het gebrek aan bevoegdheden komt dus niet geloofwaardig over. Draai het eens om en kijk met ambitie naar wat er wel gedaan kan worden. Dan kunnen de politieagenten, die in moeilijke omstandigheden moeten werken, opnieuw hun werk doen, in normale en veilige omstandigheden, met het respect dat zij verdienen. Zo wordt ook de buurt daar weer leefbaar. Iedereen wil daar zo snel mogelijk weg, ook toevallige passanten.

U hebt daarentegen wel de bevoegdheid voor een gewestelijk prostitutiebeleid. Vijftien jaar geleden, bij een van mijn eerste betogen in dit parlement, heb ik een oproep gedaan om het prostitutiebeleid niet te laten stoppen aan de gemeentegrenzen maar gewestelijk aan te pakken, en om de betrokken gemeenten en actoren rond de tafel te brengen. We zijn nu vijftien jaar- geen vijftien dagen of weken - verder en er is nog altijd niets gebeurd.

De collega van N-VA en ikzelf hebben daar een resolutie voor uitgewerkt en er zijn hoorzittingen gepland. Ik hoop dat er nu eindelijk schot in de zaak komt en dat er orde op zaken wordt gesteld. Dat zou op zijn minst bijdragen aan een betere en harmonieuzere aanpak, zoals op vele andere vlakken moet gebeuren.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- J'entends des collègues de la majorité dire qu'ils ne sont pas le porte-parole du ministre-président. Pourtant, à chaque fois qu'ils discutent de la sécurité, ils se sentent obligés de le défendre et de décharger la Région de toute responsabilité.

Il faut plutôt faire preuve d'ambition et de volontarisme. Il n'est pas crédible de répéter la même vieille histoire sur le manque de compétences. La Région a bel et bien des compétences, comme les autres Régions. Les policiers doivent pouvoir faire leur travail dans des conditions normales et sûres, avec le respect qu'ils méritent. Cela permettra de rendre le quartier à nouveau vivable.

Quant à la politique en matière de prostitution, elle est bel et bien de votre ressort. Il y a quinze ans déjà, je demandais qu'elle ne s'arrête pas aux frontières communales, mais rien n'a changé depuis lors.

Avec mon collègue de la N-VA, nous avons élaboré une résolution à ce sujet, et des auditions sont prévues. J'espère que les choses vont enfin bouger et que vous opterez pour une approche plus qualitative et plus harmonieuse.

Share
11:10 § 197 → Video
Share

Mme Leila Lahssaini (PTB).- Vos propos illustrent le fait que la régionalisation de matières aussi importantes que la justice et la santé mentale ne permet pas d'améliorer les services à la population. Au contraire, on se retrouve avec des accords de coopération, des réunions et autres qui ne règlent rien. Nous devons en tirer les conclusions, à savoir que la régionalisation - elle se poursuivra après les élections - n'a pas permis d'offrir de meilleurs services aux citoyens. En outre, chacun peut désormais se cacher en arguant du fait que telle matière n'est pas de sa compétence.

Dans le quartier Nord, les familles sont confrontées à un vrai problème d'accès aux aides en matière de consommation de drogues, notamment. Des gens nous disent qu'un de leurs proches consomme de la drogue et qu'ils ne savent que faire pour les aider.

Un autre problème est celui de la santé mentale, de l'accès aux soins et de l'accompagnement des familles. Or je n'ai guère entendu de mesures visant à améliorer la situation.

Une antenne de sécurité intégrée au niveau local (LISA) ouvrira effectivement ses portes près de la place Liedts, mais la bourgmestre de Schaerbeek n'a pas pu me dire précisément quelle sera sa mission.

J'entends l'ouverture prochaine d'un centre intégré pour les usagers de drogues, mais la gestion de la consommation dans l'espace public et l'aide aux familles restent problématiques. En conséquence, la bourgmestre de Schaerbeek a pris des ordonnances très larges, avec multiplication des contrôles d'identité et interdiction des rassemblements de plus de cinq personnes. Selon moi, ce n'est cependant pas en punissant l'ensemble de la population de Schaerbeek que nous réglerons la situation.

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Uit uw antwoord blijkt dat de regionalisering van bevoegdheden als justitie en geestelijke gezondheidszorg niet helpt om de dienstverlening aan de bevolking te verbeteren, wel integendeel. Ondertussen verschuilen beleidsverantwoordelijken zich achter het argument dat ze niet bevoegd zijn.

De Noordwijk kampt met een groot drugsprobleem en verslaafden vinden er de weg naar hulpverlening niet. Verder zijn er problemen met mentale gezondheid, gezondheidszorg en begeleiding van gezinnen. Maatregelen die beterschap kunnen brengen, heb ik vandaag niet gehoord.

Een lokaal contactpunt inzake veiligheid (local integrated security antenna, LISA) opent binnenkort aan het Liedtsplein, maar de Schaarbeekse burgemeester weet niet wat de missie van dat centrum wordt. Ik kijk ook uit naar de opening van een geïntegreerd centrum voor drugsgebruikers, maar de hulp aan de gezinnen en het beheer van druggebruik in de openbare ruimte blijven problematisch. De burgemeester van Schaarbeek neemt verregaande maatregelen inzake identiteitscontroles en samenscholingsverboden, maar het is niet door de hele bevolking te straffen dat er een oplossing voor het probleem komt.

Share
11:13 § 199 → Video
Share

Mme Dominique Dufourny (MR).- Je poserai quelques questions écrites pour avoir des compléments d'information sur certains points.

Mevrouw Dominique Dufourny (MR).- Met enkele schriftelijke vragen zal ik om meer informatie vragen.

Share
11:14 § 201 → Video
Share

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- J'espère tout d'abord que la révision de la norme KUL interviendra au cours de cette législature. Ecolo continuera à insister en ce sens au niveau fédéral et j'espère que l'ensemble de mes collègues ayant des leviers à d'autres niveaux les utiliseront également. La révision de cette norme est nécessaire pour pouvoir mener davantage de politiques.

Le quartier Nord pose effectivement de gros problèmes. Les investissements urbains y sont importants : il y a un nouveau poste de police et de nombreux chancres qui existaient il y a dix ans ont laissé la place à des constructions. Malgré cela, la sécurité ne s'y améliore pas. C'est dire à quel point la situation est complexe.

Safe.brussels et la Région peuvent donc réaliser des analyses et jeter un regard sur ce qu'il faut encore faire, car construire ne suffit pas.

Enfin, je pense que ce quartier et la gare nécessitent un regard particulier, car la gare du Nord n'est pas la gare du Midi. L'ensemble des travaux qui y seront menés à l'avenir risquent en outre de créer de nouveaux problèmes. La commune de Saint-Josse-ten-Noode a par exemple placé des grilles dans le tunnel situé entre la place Saint-Lazare et l'entrée de la gare du Nord, qui empêchent les cyclistes de passer.

Des choses aberrantes sont donc entreprises et nous insistons auprès du ministre Clerfayt pour qu'il accorde une attention particulière aux politiques de certaines communes. C'est toute la difficulté de la tutelle des communes. Jusqu'où va-t-elle ? Peut-on aller au-delà de la légalité et travailler sur la question des projets ?

J'annonce à ceux qui veulent du changement à Saint-Josse-ten-Noode que je serai candidat en 2024. Soutenez-moi !

(Sourires)

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik hoop in de eerste plaats dat de KUL-norm nog tijdens deze regeerperiode wordt herzien.

De Noordwijk kampt inderdaad met grote problemen. Er zijn grote investeringen gedaan, maar de veiligheid gaat er niet op vooruit. Safe.brussels en het gewest kunnen samen bekijken wat er nog moet gebeuren.

Ik pleit voor een specifieke aanpak. De ingrepen die nu in de Noordwijk plaatsvinden, riskeren nieuwe problemen te veroorzaken. Denk maar aan de plaatsing van afsluitingen in de tunnel onder de treinsporen in de gemeente Sint-Joost, waar fietsers moeilijk langs kunnen.

We dringen er bij minister Clerfayt op aan dat hij bijzondere aandacht besteedt aan het beleid dat bepaalde gemeenten voeren. Het lastige aan het bestuurstoezicht op de gemeenten, is dat het moeilijk is om te beslissen op welk punt er moet worden ingegrepen.

Wie wil dat er wat verandert in Sint-Joost, kan trouwens op mij stemmen, want ik kom daar in 2024 op bij de verkiezingen!

(Glimlachjes)

Share
11:17 § 207 → Video
Share

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je regrette le départ de M. Vanden Borre. Comme je me suis senti interpellé, je voudrais dire que je ne suis pas du tout fataliste. Je suis même au contraire très réaliste. Quand il dit que le procureur du Roi a commis une faute, il semble être au courant du dossier et déjà en mesure de le juger. Tant qu'à faire, demandons-lui des comptes puisqu'on n'hésite pas à dépasser largement les compétences de cette Région.

M. Meilleur, qui était un excellent procureur du Roi, a démissionné le 24 février 2022. Il est remplacé depuis près d'un an par une personne très compétente, M. Tim De Wolf, faisant fonction. Or quand on est chef de corps d'un parquet comme celui de Bruxelles, il est important d'être nommé en titre et en place. C'est aussi une particularité bruxelloise d'avoir un parquet sans chef de corps depuis près d'un an, sans que le ministre de la Justice ne semble s'en préoccuper. Inévitablement, cela affaiblit un organe comme notre parquet régional.

Pour ma part, je n'ai pas besoin de participer aux manifestations des policiers. Les policiers de ma zone me connaissent et savent que je les soutiens au quotidien. Nul besoin de faire ici des effets de manche pour dire tout mon soutien aux forces de police et aux forces de sécurité, pompiers et ambulanciers.

Quand je dis qu'il faut accepter les risques, je veux dire que les risques zéro dans notre société, quel que soit le système choisi, n'existeront jamais. Vous ne pouvez pas empêcher quelqu'un qui pète un plomb de faire une « connerie » avec une voiture, un couteau ou une arme s'il en détient une.

On pourrait demander à Brusafe de réaliser un sondage auprès des six zones de police afin de savoir combien de personnes se présentent, par jour ou par semaine, au commissariat de police pour annoncer qu'elles se sentent très mal dans leur peau et s'apprêtent à passer à l'acte. Malheureusement, cela doit arriver de plus en plus fréquemment. Les policiers sont-ils formés pour déceler, chez ces personnes, la nécessité d'une prise en charge ? Et quel est le mécanisme pour que cette prise en charge soit efficace ?

Dans le cas de Schaerbeek, la personne a été emmenée aux urgences psychiatriques. Les policiers y ont attendu une demi-heure avant d’être sans doute mobilisés sur d'autres tâches. L'auteur a été ensuite livré à lui-même.

Mais, même s'ils avaient attendu, si le patient, se sentant mieux, avait voulu sortir, il n'y aurait rien eu à faire. Souhaitons-nous aller plus loin, avec un système de type chinois ? Je ne le crois pas.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Het is jammer dat de heer Vanden Borre vertrokken is. Ik had hem graag gezegd dat ik helemaal niet fatalistisch ben, maar wel realistisch. Overigens gaat hij zijn boekje te buiten als hij beweert dat de procureur een fout heeft gemaakt.

Procureur Meilleur nam ontslag op 24 februari 2022. De heer Tim De Wolf volgde hem voorlopig op. Een belangrijk parket als het Brusselse heeft echter iemand nodig die ook formeel de leiding heeft, maar het lijkt de minister van Justitie niet te kunnen schelen dat het Brusselse parket al bijna een jaar zonder procureur aan het hoofd functioneert, wat uiteraard nadelig is.

Ik steun de agenten van mijn zone elke dag met woord en daad, ik hoef daarvoor niet mee op te stappen in een manifestatie.

Een risicoloze maatschappij bestaat niet, daar moeten we mee leven. Er zal altijd wel ergens iemand te vinden zijn die een dwaasheid wil begaan, met een auto, een mes of een wapen. Elke dag lopen er wel mensen binnen op een politiesecretariaat om te zeggen dat ze zich slecht in hun vel voelen en dat ze iets van plan. Zijn politiemensen wel voldoende opgeleid om adequaat met zulke mensen om te gaan?

In Schaarbeek namen politieagenten de man in kwestie mee naar een psychiatrische urgentiedienst, maar toen werden ze naar andere taken geroepen, waardoor de man aan zijn lot werd overgelaten. Zou het anders gelopen zijn als ze langer gewacht hadden? Willen we naar een Chinees systeem, waarbij elke burger strikt in de gaten wordt gehouden? Dat kan toch niet de bedoeling zijn.

Share
11:20 § 209 → Video
Share

M. le président.- Tout cela me fait penser à une phrase qu'a dite le Premier ministre ce matin à la radio.

De voorzitter.- Dat doet me allemaal denken aan iets wat de premier vanmorgen op de radio heeft gezegd.

Share
11:20 § 213 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Hij zei dat het weinig zin heeft om elkaar met de vinger te wijzen en dat we allemaal moeten samenwerken.

(poursuivant en néerlandais)

Il a insisté sur l'importance de la coopération.

Share
11:20 § 215 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Nous pouvons bien sûr débattre des limites du fédéralisme.

Je pense que c'est vouloir créer la polémique et dresser un procès d'intention que parler des vrais gardiens de la sécurité et de ceux qui s'en moquent. On sait que les premières victimes des phénomènes d'insécurité sont les populations les plus défavorisées, et dans les quartiers les plus difficiles et ce, pour de multiples raisons.

La phrase « vouloir expliquer, c'est déjà vouloir excuser » est un raccourci intellectuel qui m'insupporte. Pour lutter contre ce phénomène, il faut le comprendre. En l'occurrence, le profil de l'auteur des faits et le continuum de la journée laissent supposer le motif de ses actes, mais l'enquête devra le confirmer. Des expertises et contre-expertises psychiatriques vont avoir lieu.

La sécurité de nos concitoyens préoccupent tout le monde, à commencer par les mandataires locaux, qui sont en contact direct avec la population. C'est l'un des enjeux fondamentaux de la société dans laquelle nous vivons. La complexité et la multiplicité des problèmes est une réalité et vous avez raison de dire qu'il faut arrêter de rejeter la responsabilité sur les autres, en invoquant les compétences.

Dans le quartier Nord, nous essayons de coordonner les réunions, de faire en sorte que les différents acteurs se parlent et d'aider la police fédérale quand nous le pouvons. Cela ne plaît pas toujours, car nous sortons un peu de nos compétences, mais c'est indispensable.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- We kunnen het natuurlijk hebben over de grenzen aan het federalisme.

Laten we de polemiek niet opzoeken of mensen vermeende bedoelingen toeschrijven. De belangrijkste slachtoffers van onveiligheid zijn nog steeds de inwoners van kansarme wijken.

Het is niet omdat ik bepaalde fenomenen probeer te verklaren, dat ik ze goedpraat. We kunnen een fenomeen echter niet bestrijden als we het niet begrijpen. Laten we in dit concrete geval dus het vervolg van het onderzoek afwachten.

De lokale mandatarissen zijn erg begaan met de veiligheid van hun burgers. Veiligheid is een grote uitdaging in onze maatschappij en een zeer complex probleem. Laten we dus ophouden met de verantwoordelijkheid naar anderen door te schuiven.

In de Noordwijk proberen we de betrokken instanties samen rond de tafel te verenigen en bieden we hulp aan de federale politie, ook al valt dat niet altijd in goede aarde.

Share
11:23 § 217 → Video
Share

Le quartier Nord est extrêmement complexe. Vous avez raison, quand vous évoquez la prostitution, et j'aimerais bien régler ces problèmes aussi. Mais les réalités et les approches locales ne sont pas les mêmes pour ces trois bourgmestres. Certains diront que, pour que la situation s'améliore, il faut fusionner ces communes.

(Remarques de M. Talhi)

Ces problèmes vont revenir, ne nous voilons pas la face. Et ce qui est arrivé à Anvers hier pourrait très bien se passer à Bruxelles. Nous devons essayer d'avoir une vision politiquement dépassionnée de ces enjeux, car ils risquent de nous ramener à nos démons communautaires qui sont toujours en toile de fond de la politique en Belgique.

M. le président.- Ces propos me font penser à une autre réflexion. À Anvers, ils ont maintenant le contrecoup du fait qu'un des plus grands acteurs médiatiques de Flandre a son siège et toutes ses infrastructures dans le centre de la ville. Toutes ces nouvelles sont donc véhiculées beaucoup plus vite qu'avant dans l'ensemble du monde public - ce qui était le cas à Bruxelles jusqu'il y a peu.

Ook het prostitutieprobleem in de Noordwijk is bijzonder complex. De drie betrokken burgemeesters pakken de kwestie op verschillende manieren aan. Daarom pleiten sommigen voor een fusie van die drie gemeenten.

(Opmerkingen van de heer Talhi)

Het geweld dat in Antwerpen plaatsvindt, kan naar Brussel overwaaien. We moeten dat onder ogen zien en mogen ons niet laten leiden door emoties voor het beleid, want dan verzanden we al snel in een oeverloos communautair debat.

De voorzitter.- In Antwerpen wordt alles ook sneller uitvergroot doordat een groot mediabedrijf zich in het centrum van de stad heeft gevestigd en zeer snel bericht over problemen.

Share
11:25 § 225 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Het valt mij op dat, sinds De Persgroep (DPG Media) in het centrum van Antwerpen is gevestigd, inclusief de nieuwsredacties van VTM, elk incident dat in Antwerpen plaatsvindt veel sneller de media haalt. VTM bracht gisteren zelfs met een extra uitzending live verslag uit over het incident in Antwerpen. De stedelijke criminaliteit wordt daar tegenwoordig veel meer op de voet gevolgd.

(poursuivant en néerlandais)

Je suis frappé de constater que depuis que De Persgroep (DPG Media) est basé dans le centre d'Anvers, la criminalité urbaine y est suivie de beaucoup plus près.

Share
11:26 § 227 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les récents événements à Anvers n'ont fait l'objet que d'un mince entrefilet dans la presse francophone de ce matin, sous le titre « Un incident à Anvers », alors qu'ils figuraient en première page de la plupart des quotidiens flamands. S'ils s'étaient produits à Bruxelles, la presse francophone en aurait fait un titre principal en première page.

M. le président.- Cela m'a également frappé.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La presse ne fait que refléter les aspects communautaires. Elle joue un rôle de loupe, qui amplifie ou diminue des phénomènes comparables, qui devraient faire l'objet du même traitement médiatique. Ce n'est plus le cas en Belgique.

- Les incidents sont clos.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Inderdaad: het Antwerpse drugsgeweld, dat zo breed worden uitgesmeerd op de voorpagina's van de Vlaamse kranten, haalt amper de Franstalige pers. Als zoiets in Brussel zou gebeuren, zouden de Franstalige media het veel meer aandacht geven.

De voorzitter.- Dat is mij ook opgevallen.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De pers weerspiegelt de communautaire verschillen natuurlijk. Gelijkaardige feiten worden in de pers uitvergroot of geminimaliseerd. Objectieve verslaggeving is blijkbaar onmogelijk geworden in België.

- De incidenten zijn gesloten.

Share
11:27 § 235 → Video
Share

Vraag om uitleg van mevrouw Bianca Debaets

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de herwaardering van de wijkagenten in Brussel.

Demande d'explications de Mme Bianca Debaets

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la revalorisation des agents de quartier à Bruxelles.

Share
11:27 § 237 → Video
Share

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Als we heel wat Brusselaars en zelfs collega's zouden vragen of ze hun wijkagent kennen, dan zou het resultaat teleurstellend zijn. Die indruk wordt bevestigd door de criminaliteitsstatistieken van de federale politie van drie jaar geleden. Er werd een enquête gehouden bij 7.847 Brusselaars, van wie 62% zei zijn wijkagent niet te kennen en 26% aangaf meer contact met de wijkagent te willen.

Nochtans kan het belang van nabijheidspolitie niet voldoende worden benadrukt. Het beste tegenvoorbeeld zijn de fietsflikken. Ik denk dat elke Brusselaar de sympathieke, maar zo nodig ook strenge fietsflikken kent. Ze zijn de ogen en oren van de straat en danken hun populariteit waarschijnlijk aan hun behulpzame aanwezigheid en aanspreekbaarheid.

In de functieomschrijving van de politie staat dat het werk van een wijkagent niet permanent, maar na de diensturen wordt gepresteerd, tijdens weekends en feestdagen, naargelang van de sociale activiteiten in de wijk.

Dat is een vreemde formulering, want je zou eruit kunnen afleiden dat je maar af en toe wijkagent bent, terwijl ik meen dat de functie opgewaardeerd moet worden en een aparte aanpak vergt. Misschien moet die gepaard gaan met de reorganisatie van de politiezones, omdat inspecteurs te kennen geven dat ze met administratieve taken worden overladen. Dezelfde klachten over planlast hoor je overigens ook bij onderwijzend personeel en schooldirecties.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- La police de proximité est fondamentale. Pourtant, les agents de quartiers sont mal connus de la plupart des habitants.

D'après leur description de fonction, leur travail ne s'effectuerait pas en permanence, mais après les heures de service, pendant les week-ends et les jours fériés, en fonction des activités sociales du quartier. C'est une formulation étrange, car on pourrait en déduire que ce ne sont que des agents de quartier occasionnels.

Cette fonction doit être revalorisée et demande un traitement spécifique. Cela pourrait se faire dans le cadre de la réorganisation des zones de police.

Share
11:30 § 239 → Video
Share

Hoeveel wijkagenten zijn er momenteel in het Brussels Gewest, zowel voor alle politiezones samen als per afzonderlijke politiezone?

Hoeveel van die wijkagenten wonen in Brussel? Ik wil geen kritiek leveren op de vele agenten die in Brussel komen werken vanuit Vlaanderen of Wallonië, maar het is toch belangrijk om meer agenten te rekruteren in de Brusselse wijken om de band met die wijken en de verschillende gemeenschappen te verbeteren. Ik weet dat u die bekommernis deelt.

Komt de herwaardering van de wijkagenten aan bod in de strategie van safe.brussels of in het Brusselse veiligheidsplan? Welke opleidingen organiseert Brusafe voor die agenten?

Bespreekt u deze kwestie tijdens uw overlegmomenten met de Brusselse politiezones?

Wat voor informatie bezorgen de politiezones aan safe.brussels over het werk van de wijkagenten? Wijzen zij op bepaalde behoeften?

Combien d'agents de proximité y a-t-il actuellement en Région bruxelloise, et quelle est leur ventilation par zone de police ?

Combien de ces agents vivent à Bruxelles ? Le recrutement de davantage de policiers bruxellois permettrait d'améliorer les liens avec les quartiers.

Est-il prévu de revaloriser cette fonction dans la stratégie de safe.brussels ou dans le plan de sécurité bruxellois ? Quelle formation Brusafe organise-t-elle pour ces agents ?

Discutez-vous de cette question avec les zones de police ?

Quelles informations les zones de police donnent-elles à safe.brussels sur le travail des agents de quartier ? Certains besoins sont-ils soulignés ?

Share
11:32 § 241 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Si je me souviens bien, au début de la législature, nous avons discuté d'une résolution sur les relations entre la police et les citoyens. La question de la revalorisation des agents de quartier avait été soulevée. Un chef de corps nous avait alors expliqué, très justement, que tous les agents de police relèvent d'un même barème. L'élément variable de leur rémunération réside dans la prime de bilinguisme, le travail de nuit, etc. Allons-nous demander aux agents de quartier de travailler de minuit à 7h du matin ? Je ne le pense pas.

La question est donc de savoir si nous allons relever l'échelle barémique globale de l'ensemble des agents pour revaloriser les agents de quartier ou instaurer un grade particulier, applicable uniquement à eux. Cela dépasse toutefois le cadre de cette discussion.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Voor alle politieagenten gelden dezelfde loonschalen. Enkel de bijkomende premies, zoals voor nachtwerk of tweetaligheid, variëren. We kunnen wijkagenten moeilijk van middernacht tot 7 uur 's morgens laten werken. Als we hun functie willen opwaarderen, moeten we dus ofwel een nieuwe graad invoeren specifiek voor wijkagenten, ofwel alle agenten meer betalen.

Share
11:33 § 243 → Video
Share

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Les agents de quartier sont un échelon essentiel dans la structure policière.

La problématique est réelle : au sortir de l' École régionale et intercommunale de police , les jeunes n'ont pas envie de se rendre dans les quartiers car l'image de l'agent de quartier y est mauvaise. Ils préfèrent rejoindre les équipes d'interventions, pour être dans l'action. En fin de carrière, ils se recyclent vers les quartiers, fatigués par les interventions. Ce faisant, ils perdent les primes de garde, les primes dominicales, les primes nocturnes, etc. Idéalement, il faudrait donc prévoir une compensation financière pour revaloriser la fonction et attirer des inspecteurs de quartier, car leur grade a évolué et on parle désormais d'inspecteur de quartier et non plus d'agent de quartier.

Par ailleurs, certaines zones de police font appel aux inspecteurs de quartier lorsqu'elles sont en sous-effectif pour certaines tâches, par exemple pour le transfert de détenus lors du déménagement de la prison de Forest à Haren. On les retire d'une fonction essentielle pour leur attribuer une fonction qui devrait normalement être exécutée par le corps de sécurité qui, lui aussi, a récemment changé de dénomination.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Wijkagenten zijn tegenwoordig volwaardige politie-inspecteurs, maar de functie is voor pas afgestudeerde agenten weinig aantrekkelijk. Wijkagenten hebben immers een slecht imago in de wijken en lopen de financiële voordelen mis van patrouillerende agenten, zoals premies voor nacht- of zondagwerk. Daarom zou een financiële compensatie voor wijkagenten aangewezen zijn.

We moeten er ook op toezien dat wijkagenten hun eigen, essentiële taak kunnen vervullen en ze niet te pas en te onpas andere opdrachten krijgen, zoals het vervoer van gedetineerden.

Share
11:35 § 245 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- M. Ghyssels a raison sur la question de l'incitant financier : dans ma zone de police, nous avions organisé un système d'heures supplémentaires afin de rendre la fonction d'agent de quartier plus attractive. Je ne sais pas si ce système, un peu limite, a été maintenu mais il avait reçu l'aval du niveau fédéral.

Cela ne permettait toutefois pas de combler la différence, qui est trop importante. Le salaire de base du policier de quartier est modeste par rapport à celui de l'agent d'intervention. Je ne dis pas que cela va du simple au double, mais ce n'en est pas très loin. Ce barème posait le problème de l'attractivité de la fonction d'agent de quartier. Il fallait donc y remédier. Reste à pérenniser cette solution.

Il est clair, par ailleurs, qu'il y a une spécificité de la fonction. L'agent de quartier n'a pas a priori le même profil que l'agent d'intervention. Il s'agit d'un autre rapport à la population.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De heer Ghyssels heeft gelijk: een financiële tegemoetkoming voor wijkagenten is meer dan welkom. In mijn politiezone werkten we met een systeem van overuren, maar we moeten een duurzame oplossing vinden.

Een wijkagent heeft een apart profiel, want hij staat op een aparte manier in contact met de bevolking. Hij verdient veel te weinig in vergelijking met een patrouillerende agent, waardoor de functie niet aantrekkelijk is. Dat verschil is veel te groot.

Share
11:37 § 247 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

De oprichting van een politiemacht die dicht bij de burger staat, was een van de doelstellingen van de politiehervorming van 2001. Zo legde de federale wetgever aan elke nieuw gecreëerde lokale politiezone de verplichting op om een minimumaantal agenten in te zetten voor de functie van buurtpolitie. Die federale norm bepaalt dat er een wijkagent moet zijn per 4.000 inwoners, ongeacht de plaatselijke omstandigheden. Het maakt met andere woorden niet uit of het gaat om een stedelijke of een andere omgeving.

Het is niet aan mij om in te gaan op de operationele werking van de politiezones die de verdeling van hun capaciteit bepalen onder het gezag van het politiecollege. Aangezien ik geen gezag over die diensten uitoefen, beschikt mijn administratie niet over de gevraagde cijfers. Daarom verzoek ik u om zich te richten tot de federale minister van Binnenlandse Zaken.

Ik heb wel informatie ontvangen dat de Brusselse politiezones het minimum van de federale norm ruimschoots overschrijden. De vraag of die norm aangepast is aan alle gemeenten en zones in het land, vormt onderdeel van een ander interessant debat. Ik pleit al lang voor een hervorming van de KUL-norm, om beter rekening te houden met het specifieke karakter van verstedelijkte gemeenten en het evenwicht ten gunste van de steden te herstellen.

De opleiding van wijkagenten is ook een federale bevoegdheid. De laatste aanpassing van het erkenningsdossier van de functionele opleiding voor wijkagenten dateert van 2012 en was toe aan een herziening op vraag van verschillende politiescholen. Om een aangepaste, actuele opleiding te kunnen verstrekken, moet er worden uitgegaan van een functieomschrijving van de wijkpolitie anno 2020 die is afgestemd op de reële behoeften van de geïntegreerde politie.

In tegenstelling tot vroeger komt er in de huidige functionele opleiding een aangepaste lijst van actuele vakken en thema’s aan bod. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een aantal keuzevakken aan te bieden afhankelijk van de plaatselijke realiteit. Die opleiding omvat een academische opleiding van minimaal 120 uur en een operationele stage met een totale duur van minimaal 100 uur bij de wijkpolitie. Die opleiding werd in 2022 al twee keer georganiseerd voor de Brusselse politiezones en is ook gepland in het eerste semester van 2023.

Wat de opwaardering van de rol van de wijkagenten betreft, wordt het statuut van het politiepersoneel ook op het federale niveau bepaald.

(poursuivant en néerlandais)

La création d'une force de police proche des citoyens était l'un des objectifs de la réforme de la police de 2001. Ainsi, le législateur fédéral a imposé à chaque zone de police locale nouvellement créée l'obligation de déployer un nombre minimum d'agents pour la fonction de police de proximité.

La formation des agents de quartier et le fonctionnement opérationnel des zones de police relèvent d'une compétence fédérale, plus particulièrement de la ministre Verlinden.

De mon côté, je plaide depuis longtemps pour une réforme de la norme KUL, afin de mieux prendre en considération la spécificité des communes urbanisées et de rétablir l'équilibre en faveur des villes.

La formation policière couvre aujourd'hui une liste adaptée de sujets et de thèmes actuels. Elle comprend un cours théorique d'au moins 120 heures et un stage opérationnel d'une durée minimale de 100 heures auprès de la police de quartier. Une telle formation a déjà été organisée à Bruxelles en 2022 et est prévue au cours du premier semestre 2023.

En ce qui concerne la revalorisation du rôle des agents de quartier, le statut du personnel de police est aussi déterminé au niveau fédéral.

Share
11:40 § 249 → Video
Share

Voorts ziet safe.brussels erop toe dat er een werkgroep wordt opgericht over de betrekkingen tussen burgers en politie, waarin ook een onderdeel is opgenomen over de erkenning van wijkagenten en de initiatieven van de Brusselse gemeenten. De buurtpolitie krijgt ook waardering door de toekenning van de David Yansenneprijs, die geregeld politieacties beloont, ook al is de prijs niet strikt aan de politie voorbehouden.

Safe.brussels helpt via een projectoproep ook mee aan de oprichting van lokale contactpunten of LISA's (local integrated security antenna). Daarin zijn wijkagenten aanwezig in een permanentierol. Los van het traditionele commissariaat gaat meer dan 60% er over informatieaanvragen aan de wijkagenten.

Wat de specifieke aanpak voor de taken van de wijkagenten betreft, laten de politiezones weten dat ze zich bewust zijn van het belang van de functie, met name de unieke positie om informatie door te geven aan de geschikte diensten. Die aanwezigheid is fundamenteel voor de wijken en biedt lokale oplossingen door middel van dialoog en doorverwijzing naar de juiste politiediensten.

In verband met de inzet van wijkagenten in de strijd tegen straatintimidatie stelt de politiezone Brussel-West haar wijkinspecteurs sinds 2020 voor om de opleiding 'Street respect' te volgen. Die opleiding wordt gegeven in de lokalen van de politiezone Brussel-West, in klassen van twintig personen, in samenwerking met de vereniging Blijf van mijn lijf, die concrete oplossingen promoot tegen seksistische pesterijen in de openbare ruimte. Al 43 wijkinspecteurs hebben de opleiding rond dit belangrijke thema gevolgd. Naast bewustmaking vormt de behandeling van het slachtoffer, tot en met het opstellen van het proces-verbaal, een belangrijk onderdeel van de opleiding.

Ook de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene organiseert politieacties tegen straatintimidatie, gezamenlijk gevoerd door de interventiediensten en de wijkinspecteurs. Er bestaat een specifieke opleiding voor het volledige personeel van de politiezone en de problematiek was onlangs nog het onderwerp van een studiedag, specifiek gericht op wijkinspecteurs.

En outre, safe.brussels veille à la constitution d'un groupe de travail sur les relations entre les citoyens et la police, qui se penchera aussi sur la reconnaissance des agents de quartier et les initiatives des communes bruxelloises.

Safe.brussels contribue également à la mise en place de points de contact locaux, au sein desquels les policiers de quartier assurent des permanences. Cette présence est fondamentale pour les quartiers et permet de trouver des solutions locales grâce au dialogue et à l'orientation vers les services de police appropriés.

Depuis 2020, la zone de police Bruxelles-Ouest propose à ses agents de quartier une formation spécifique qui promeut des solutions concrètes contre le harcèlement sexuel dans les espaces publics. De même, la zone de police de Bruxelles-Capitale / Ixelles organise des actions contre le harcèlement de rue, menées conjointement par les services d'intervention et les agents de quartier.

Share
11:42 § 251 → Video
Share

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het was een interessant en ruim antwoord. Ik kende het project van de politiezone Brussel-West niet en ik zal het nader bekijken.

Het is goed dat de politiezones de federale minimumdrempel halen. De vraag is inderdaad of die hoog genoeg is, maar dat is een ander debat, dat we nu niet hoeven te voeren. De vaststelling is dat meer dan 60% van de Brusselaars de wijkagent niet kent. Er is op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel. Ik verwijs opnieuw naar een project van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene, omdat ik die het beste ken. Die zone organiseert 'Coffee with a cop', waar agenten op een sympathieke manier koffiedrinken met burgers, die vragen kunnen stellen. Zo leren ze elkaar beter kennen. Zulke zaken kunnen helpen.

Voorts mag men de rol van de wijkagent niet los zien van de diversiteit binnen de politiezones. Dat is ook voer voor een ander debat, maar het blijft heel belangrijk om mensen uit de Brusselse wijken te rekruteren.

De loonverschillen kunnen een deel van de verklaring zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat heel wat mensen het werk op het terrein en dus ook die functie van de wijkagent graag doen. Het klopt dat het gaat om een ander profiel, zoals u zei. Sommige mensen gaan bij de politie omdat ze actie nodig hebben, maar anderen willen duurzame contacten met de wijk, met de handelaars en met verenigingen opbouwen. Die mensen moeten de nodige ruimte krijgen en voldoende naar waarde geschat worden.

Mijn vraag is om te kijken wat er al mogelijk is binnen het huidige kader, zoals wijkagenten ontlasten van administratieve planlast en hen niet te veel inschakelen bij andere opdrachten. We zullen het daar zeker nog over hebben.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Plus de 60 % des Bruxellois ne connaissent pas leur agent de quartier. Il reste donc beaucoup de travail à faire dans ce domaine. À cet égard, la zone de police de Bruxelles-Capitale / Ixelles organise des rencontres au cours desquelles les agents prennent le café de manière sympathique avec les citoyens, qui peuvent leur poser des questions et apprendre ainsi à mieux les connaître.

Par ailleurs, on ne peut distinguer le rôle de l'agent de quartier de la diversité au sein des zones de police. Il est donc primordial de recruter des agents provenant des quartiers bruxellois.

Je suis convaincue que de nombreuses personnes s'engagent dans la police parce qu'elles veulent nouer des contacts durables avec les habitants, les commerçants et les associations. Ces personnes doivent être valorisées comme il se doit.

Share
11:45 § 253 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Lors des débats, tous les acteurs de la sécurité insistent sur l'importance de la prévention. Malheureusement, la consultation du site internet de la police nous apprend que les différentes allocations octroyées aux agents le sont majoritairement à ceux qui effectuent des missions opérationnelles.

Pour concrétiser l'idée que la prévention est essentielle, il faut donc aussi que les primes octroyées le soient prioritairement à la prévention. Cela ne doit pas seulement être un discours ! Nous insisterons au niveau fédéral pour que le système de primes, qui a déjà été réformé et revu radicalement en 2018, puisse intégrer un volet dédié à la prévention et que les agents qui veulent s'engager dans la prévention parce qu'ils la jugent importante puissent être revalorisés.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Iedereen hamert op het belang van preventie, maar op het terrein blijven het vooral de operationele taken die met premies worden beloond. Dat moet veranderen: premies moeten ook en vooral naar preventiewerk gaan. Wij zullen er bij de federale overheid op aandringen het premiesysteem in die zin te hervormen.

Share
11:46 § 255 → Video
Share

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Pour une fois, je suis totalement d'accord avec Mme Debaets. Il serait très intéressant qu'elle porte le même plaidoyer devant la ministre de l'Intérieur. Une telle démarche serait à même d'aider toutes les zones de police du pays, et certainement les zones de police bruxelloises.

(Remarques de Mme Debaets)

- L'incident est clos.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Voor één keer ben ik het helemaal eens met mevrouw Debaets. Het zou mooi zijn als ze hetzelfde zou bepleiten bij de minister van Binnenlandse Zaken. Daar zouden alle politiezones bij gebaat zijn.

(Opmerkingen van mevrouw Debaets.)

- Het incident is gesloten.

Share
11:47 § 259 → Video
Share

Demande d'explications de M. David Weytsman

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la gestion par le gouvernement de la mise en œuvre du plan taxis.

Vraag om uitleg van de heer David Weytsman

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het beheer door de regering van de tenuitvoerlegging van het Taxiplan.

Share
11:47 § 261 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- Quand je pense à votre grande réforme du secteur des taxis, ce sont les mots amateurisme et impréparation qui me viennent à l'esprit. Je déplore avant tout les conséquences de l'impréparation de votre gouvernement sur le secteur du transport rémunéré de personnes, les chauffeurs de taxi de station ou de rue ainsi que leurs familles et, surtout, sur la qualité du service, qui augmentait pourtant jusque-là.

Aujourd'hui, nous faisons face à une demande du secteur pour plus de stabilité, une pénurie de chauffeurs de taxi, des temps d'attente plus longs, des courses plus chères et des lourdeurs administratives pour le secteur. Monsieur le Ministre-Président, nous avons hypothéqué l'avenir de nombreux indépendants et du secteur tout entier. Quel constat amer pour la capitale de l’Union européenne, qui met à mal un pilier important de notre politique de mobilité, bien plus utile pour lutter contre les embouteillages que les mailles du plan Good Move !

Tout d’abord, l’amateurisme du gouvernement bruxellois s’est traduit dans la préparation de sa réforme, tant de fois promise et repoussée. Huit ans pour aboutir à « une évolution, pas une révolution », de l'aveu même du ministre-président. Ensuite, l'amateurisme de votre gouvernement s’est trop souvent traduit par de l’insécurité juridique et de la casse sociale : plusieurs arrêts invalidant les décisions illégales du gouvernement, une dizaine de manifestations l’année dernière, des familles interdites de travailler le jour de Noël, des véhicules saisis illégalement, une ordonnance transitoire adoptée en urgence grâce à une majorité alternative.

Tout cela illustre l’attentisme coupable d’une majorité qui a choisi d’incriminer des personnes qui souhaitaient seulement travailler. Ce 21 octobre, le plan taxis entrait en vigueur après huit ans d’attente. Autant de temps que vous auriez pu utiliser pour préparer les suites du plan : ses arrêtés d'exécution, les guides et les formulaires nécessaires à son application complète.

J'ai dix questions à vous poser, Monsieur le Ministre-Président, dont les premières concernent les licences. Quand un exploitant a une licence bruxelloise LVC, il est prioritaire pour obtenir une nouvelle licence de taxi, ce pour quoi il aurait encore à attendre deux mois. Cela veut dire que les chauffeurs possédant une licence flamande ou wallonne peuvent faire une demande mais qu'ils n’auront une réponse que dans quatre ou cinq mois - telle était en tout cas la situation lorsque j'ai déposé ma question orale à la fin du mois d'octobre. Pourquoi faire attendre ces indépendants, qui doivent payer toute une série de factures sans pouvoir travailler ?

Concernant le numerus clausus, combien manque-t-il de licences aujourd’hui et quand le cadre sera-t-il entièrement rempli ?

À propos des séances en vue du certificat de capacité, j’aimerais que vous précisiez les critères appliqués, les outils utilisés pour faire passer les tests ainsi que la manière et les délais dans lesquels ces séances sont communiquées aux chauffeurs. Il me revient que des critères non valides depuis la réforme sont utilisés : est-ce exact et quand procédera-t-on à une évaluation du système actuel ?

De heer David Weytsman (MR).- Voor een efficiënt mobiliteitsbeleid en minder files is een goed draaiende taxisector veel nuttiger dan het mazenplan van Good Move. Het is dan ook een bittere vaststelling dat uw Taxiplan door amateurisme en een gebrek aan voorbereiding de toekomst van vele zelfstandigen en van de hele sector in gevaar brengt. Die heeft behoefte aan stabiliteit en klaagt over een tekort aan taxichauffeurs en over langere wachttijden, maar ook over de tarieven en de administratieve rompslomp.

Het geklungel en getreuzel van de regering heeft geleid tot langdurige onduidelijkheid en rechtsonzekerheid. Beslissingen van de regering werden door de rechter vernietigd, er werd vorig jaar een tiental keer betoogd, mensen kregen het verbod op kerstdag te werken, voertuigen werden illegaal in beslag genomen en dankzij een wisselmeelderheid raakte een noodordonnantie goedgekeurd. Nu na acht jaar het Taxiplan eindelijk in werking is getreden, laat de concrete uitwerking nog steeds op zich wachten: waar blijven de uitvoeringsbesluiten, handleidingen en formulieren?

Ik heb tien vragen voor u. De eerste gaan over de licenties. Chauffeurs met een Brusselse vergunning voor verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder (VVB) krijgen voorrang om een taxilicentie te krijgen. Waarom moeten de chauffeurs met een Vlaamse of Waalse vergunning vier of vijf maanden wachten? Zo blijven deze zelfstandigen al die tijd zonder inkomen.

Hoeveel licenties ontbreken er nog om de numerus clausus in te vullen?

Wat de bekwaamheidsproeven betreft: welke criteria zullen daarvoor gelden, hoe zullen ze worden afgenomen, hoe en binnen welk tijdsbestek zullen de chauffeurs erover geïnformeerd worden? Klopt het dat er momenteel verouderde criteria gehanteerd worden? Wanneer zal het huidige systeem geëvalueerd worden?

Share
11:50 § 263 → Video
Share

Quand a été élaboré et communiqué le formulaire de demande de nouvelle licence ?

Pourquoi les plateformes n’ont-elles pas été accompagnées en amont pour préparer leur demande d’agrément ou envoyer leurs données à l’administration avant la veille de l’entrée en vigueur ?

Comment expliquez-vous le fiasco de la mise à jour des taximètres et quand la situation sera-t-elle normalisée ?

Pouvez-vous désormais préciser quelles sont les conditions de paiement, la période de calcul et l’échéance de la taxe que les plateformes doivent payer par véhicule ?

Qu’en est-il de la charte de déontologie publicitaire et du moment où elle sera communiquée ?

Comment expliquer que l’administration n’ait pas envoyé aux chauffeurs les consignes pour communiquer la preuve de leur expérience professionnelle ou de leur pratique de telle ou telle autre langue, comme prévu dans l'ordonnance ?

Il me revient que de très petites dettes, de l’ordre de quelques centaines d’euros, peuvent empêcher un chauffeur de demander une licence. Après la crise sanitaire et les sagas institutionnelles et gouvernementales qui ont paralysé une partie du secteur, quelques centaines ou milliers d'euros de dettes ne devraient pas empêcher un indépendant de travailler. Nous avons besoin de ces indépendants.

Travaillez-vous avec votre homologue chargé de la fiscalité au niveau fédéral pour harmoniser les régimes de TVA des différents opérateurs qui utilisent des codes NACE différents ?

Voilà des questions concrètes que se pose encore le secteur, six mois après nos discussions et trois mois après l'entrée en vigueur de l'ordonnance en question. Tout cela aurait dû être prévu. Vous avez eu huit ans pour y réfléchir et le secteur attend toujours. La situation est catastrophique et précaire pour de nombreux indépendants qui ne peuvent toujours pas travailler et ne perçoivent aucun revenu, alors que les factures continuent de tomber.

Wanneer is het aanvraagformulier voor nieuwe licenties uitgewerkt en verspreid?

Waarom hebt u de taxiplatforms in afwachting van de inwerkingtreding van het Taxiplan niet geholpen om hun aanvraag alvast voor te bereiden?

Waarom is het actualiseren van de taximeters op een mislukking uitgedraaid? Wanneer wordt de situatie rechtgetrokken?

Kunt u meer details geven over de taks die de platformdiensten per voertuig moeten betalen?

Wat kunt u zeggen over het handvest voor reclamepraktijken? Wanneer wordt dat bekendgemaakt?

Waarom heeft de administratie nagelaten de chauffeurs instructies te bezorgen voor het doorgeven van hun beroepservaring of hun talenkennis, zoals de ordonnantie nochtans bepaalt?

Het komt mij ter ore dat zelfstandigen een licentie geweigerd wordt als ze enkele honderden of duizenden euro's schulden hebben. Dat zou niet mogen, na de crisistijden die ze hebben doorgemaakt. Wij hebben die zelfstandigen nodig.

Werkt u met uw federale collega aan de harmonisering van de btw-stelsels van taxidiensten met verschillende NACE-codes?

U hebt acht jaar gehad om over dat alles na te denken. Het had allemaal al lang uitgeklaard moeten zijn. De inkomensonzekerheid van vele zelfstandigen is schrijnend.

Share
11:52 § 265 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- En ce début d'année, je regrette le ton quelque peu méprisant de mon collègue, qui ne contribue pas à la sérénité des débats.

Voici un résumé de son intervention : pourquoi des familles ont-elles été empêchées de travailler pendant la période de Noël ? Pourquoi des personnes qui ont fraudé pendant une longue période n'ont-elles pas été traitées de la même manière que des personnes qui ont respecté la législation ? Pourquoi des personnes qui ont des dettes fiscales et sociales ne sont-elles pas traitées de la même manière que des personnes qui n'en ont pas ? Ces questions étaient au centre de son intervention, ainsi qu'une critique de la réforme.

Cette réforme avait été annoncée au début de la législature. Nous l'avons réalisée pour donner un cadre sécurisé aux chauffeurs et leur permettre de travailler dans des conditions dignes, au profit de la clientèle bruxelloise et internationale. Elle a été mise en œuvre il y a à peine trois mois, et il faut lui laisser le temps de s'installer pleinement.

Je ne rejoins M. Weytsman que sur deux points, à savoir les problèmes de taximètres survenus lors de la mise en œuvre et les difficultés qui subsistent au sein de l'administration concernant les examens.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik houd niet van de polariserende toon van mijn collega Weytsman. Zo voeren we geen constructief debat.

Zijn kritiek op de hervorming was streng. Hij vraagt zich bijvoorbeeld af waarom taxichauffeurs die jarenlang fraudeerden, nu anders worden behandeld dan collega's die zich altijd netjes aan de fiscale en sociale wetgeving hebben gehouden.

Met de taxihervorming wilden we een veilig kader bieden aan de taxichauffeurs en een betere service aan al wie een taxi neemt, Brusselaars én toeristen. Geef het allemaal wat tijd, de hervorming is pas drie maanden geleden ingegaan.

In zijn kritiek op de taximeters en op de aanslepende problemen met de bekwaamheidsproeven volg ik de heer Weytsman dan weer wel.

Share
11:53 § 267 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le plan taxis est entré en vigueur il y a à peine trois mois et des milliers de courriels ont été traités, des centaines de certificats de capacité délivrés et des dizaines d’agréments octroyés.

Le parcours de qualification organisé par Bruxelles Mobilité est visé à l’annexe 2 de l’arrêté du gouvernement du 6 octobre 2022. Le test de jugement situationnel est, quant à lui, destiné à vérifier :

- la capacité du candidat chauffeur à réagir adéquatement au stress lié notamment à la circulation routière et au contact avec le client ;

- sa capacité à demeurer respectueux dans toutes les circonstances liées à une activité professionnelle dans le secteur du taxi ;

- son degré d’engagement dans la perspective de l’exercice du métier de chauffeur de taxi, notamment en matière de qualité du service à rendre à la clientèle : petites courses, prise en charge des personnes à mobilité réduite, etc.

Le questionnaire de personnalité vise à évaluer la capacité d’écoute active et de communication orale du chauffeur. Ces tests ont été élaborés par une société spécialisée selon les critères déterminés par le gouvernement. Ils se déroulent sur des ordinateurs de l’administration mis à la disposition des candidats.

La capacité d’accueil des candidats dépend de l’infrastructure disponible et est limitée par le nombre d’ordinateurs, de salles de test et d’agents. De nouvelles dates sont régulièrement publiées sur le site internet de l'administration, et les places sont rapidement réservées.

Lors de l’élaboration de la réforme, nous avons décidé de simplifier le parcours de qualification, en supprimant la séance d’information et l’examen régional pour tous les candidats et en reconnaissant l’expérience acquise des chauffeurs LVC bruxellois, wallons et flamands et des chauffeurs de taxi. Cela permet aux plateformes de continuer à disposer d’un nombre certain de chauffeurs, qui ont la possibilité de poursuivre leur activité sans devoir se soumettre au parcours de qualification et donc sans interruption. Pour ce faire, il suffit de soumettre à Bruxelles Mobilité les documents obligatoires : permis de conduire, attestation linguistique, extrait de casier judiciaire, carte d’identité, attestation d’aptitude médicale, attestation fournie par un exploitant ou un intermédiaire de réservation, et attestation fournie par l’Office national de sécurité sociale ou tout organisme officiel indépendant.

Le chauffeur disposant d’une ancienneté de deux ans au cours des cinq années précédant la date d’entrée en vigueur de l'arrêté disposera d’un certificat de capacité pour une durée indéterminée. L’attestation relative à l’ancienneté peut être apportée par tout moyen de preuve. Ces informations, qui ont été communiquées lors des échanges entre Bruxelles Mobilité et les plateformes, sont également présentes sur le site internet.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het Taxiplan is nog maar drie maanden van kracht, maar ondertussen hebben we al bergen werk verzet.

Tijdens het kwalificatietraject, georganiseerd door Brussel Mobiliteit, wordt gecheckt of de kandidaat-taxichauffeur stressbestendig is, dienstgericht is en goed kan luisteren en of hij in alle omstandigheden respectvol blijft.

Hoeveel tests we kunnen afnemen, is afhankelijk van het aantal beschikbare computers en medewerkers. De testmomenten lopen telkens weer snel vol.

Bij de hervorming hebben we het kwalificatietraject vereenvoudigd. Het gewestelijk examen is afgeschaft; elke chauffeur van een vervoersplatform of taxichauffeur uit Brussel, Wallonië en Vlaanderen die relevante ervaring kan voorleggen, mag rijden. Wie twee jaar anciënniteit kan aantonen, opgebouwd tijdens de afgelopen vijf jaar, krijgt onmiddellijk een certificaat voor onbepaalde duur. Zo kunnen de platformen blijven draaien. We vragen enkel om de nodige documenten naar Brussel Mobiliteit te sturen: een kopie van het rijbewijs, taalattesten, een uittreksel uit het strafregister, medisch attest, RSZ-formulier enzovoort. Al die informatie vonden de kandidaten op het internet.

Share
11:56 § 269 → Video
Share

Au sujet de l’accompagnement des plateformes, mon administration a organisé plusieurs réunions avec les principaux intermédiaires et leur a communiqué les dispositions légales applicables à leurs services. Ces rencontres ont ainsi permis aux plateformes de s’inscrire dans une transition optimale.

À la fin décembre, dix plateformes ont reçu leur agrément : Uber, Bolt, Heetch, Taxis Verts, Taxis Bleus, Victor Cab, Popescu, Equinoxial, Neascu et Car ASAP. Le formulaire destiné à introduire une demande de nouvelle autorisation est disponible depuis le 21 octobre 2022 sur le site de mon administration. Un accompagnement a été assuré avant et après l’entrée en vigueur de l’ordonnance. L’arrêté du gouvernement du 6 octobre 2022 n’entrant en vigueur qu’à partir du 21 octobre 2022, les demandes ne pouvaient pas être prises en considération avant cette date.

Concernant le taximètre et la tarification, l’organisme de contrôle ne peut calibrer les taximètres qu’une fois les textes publiés au Moniteur belge. Pour rappel, cette adaptation de l’outil de mesure est uniquement imposée aux taxis de station. Les taxis de rue disposent, eux, d’applications qui intègrent automatiquement la nouvelle tarification. Le client est informé du prix de la course dès qu’il effectue sa réservation.

Le taximètre dans les taxis de station ne relève pas des compétences de la Région. Il s’agit d’un instrument de mesure homologué et contrôlé par les organismes agréés par le SPF Économie. Après un changement tarifaire, le taximètre doit être contrôlé par l’organisme de contrôle agréé, qui certifie le bon calibrage de l’instrument de mesure. Il n’existe plus que quatre organismes agréés en Belgique, dont un seul pour la Région bruxelloise.

L’adaptation tarifaire sur les taximètres ne peut être effectuée, après la publication de l’arrêté, que par l’installateur du modèle d'appareil, qui peut parfois disposer d’une exclusivité légale ou pratique sur le modèle en question. Cet organisme ne peut légalement adapter et contrôler qu’un nombre limité de taxis par jour. Selon une estimation, l’adaptation des tarifs de tous les véhicules pourraient prendre jusqu’à quatre mois.

Des contacts ont été pris avec les organismes voisins, en Wallonie, pour permettre de prendre en charge les demandes des exploitants de taxis de station bruxellois, mais l’organisme de contrôle wallon contacté ne peut pas supporter cette charge de travail supplémentaire. En attendant, les taxis de station continueront à transporter leurs clients sur la base de l’ancienne tarification.

Concernant la taxe à charge des plateformes, les conditions de paiement, la période de calcul et l’échéance de la taxe des intermédiaires de réservation sont déterminées par l’article 33 de l’ordonnance du 9 juin 2022, telle que modifiée par l’ordonnance du 1er décembre 2022. Ainsi, une taxe annuelle de 20 euros par véhicule enregistré par l’intermédiaire est prévue par l’ordonnance, quel que soit le nombre de véhicules enregistrés. L’intermédiaire devra transmettre à Bruxelles Mobilité, avant le 30 mars de l’année suivant l’exercice d’imposition, le nombre total de véhicules qui a été enregistré auprès de celui-ci au cours de l’année.

We begeleiden de vervoersplatformen intensief bij hun overstap naar de nieuwe regeling.

Eind december 2022 hadden tien platformen een goedkeuring op zak: Uber, Bolt, Heetch, Taxis Verts, Taxis Bleus, Victor Cab, Popescu, Equinoxial, Neascu en Car ASAP. Het formulier voor nieuwe aanvragen voor vergunningen staat sinds 21 oktober online.

De taximeters kunnen pas gekalibreerd worden zodra de teksten over de nieuwe tarieven in het Belgisch Staatsblad zijn verschenen. Overigens vallen de meters niet onder de bevoegdheden van het gewest: het gaat hier om een door de FOD Economie gehomologeerd en gecontroleerd meettoestel. Er zijn in België maar vier erkende controleorganismen, waarvan één voor het Brussels Gewest, en wettelijk gezien mag er maar een bepaald aantal voertuigen per dag worden gecontroleerd. Het kan dus gemakkelijk vier maanden duren voordat alle taxi's gecontroleerd en gekalibreerd zijn.

Overigens geldt dat enkel voor de standplaatstaxi's; straattaxi's werken met een app die automatisch het nieuwe tariefsysteem toepast. De klant kent bij reservering meteen zijn eindprijs.

We hebben bij de Waalse controleorganismen gepolst of zij de Brusselse aanvragen erbij konden nemen, maar het antwoord was nee. In afwachting blijven de standplaatstaxi's hun klanten dus vervoeren tegen de oude tarieven.

Alles in verband met de door de platformen verschuldigde belastingen wordt geregeld in artikel 33 van de ordonnantie van 9 juni 2022, gewijzigd door de ordonnantie van 1 december 2022. Zo moet de reserveringstussenpersoon jaarlijks 20 euro per op zijn platform geregistreerd voertuig betalen.

Share
11:59 § 271 → Video
Share

Mon administration communiquera ensuite à Bruxelles Fiscalité les données relatives à l’enrôlement de la taxe. Le Code bruxellois de procédure fiscale étant d’application, cette taxe peut être imposée pendant un délai de cinq ans. Le délai de paiement est de 62 jours. Il commence à courir le lendemain du jour où l’intermédiaire a pu, en toute vraisemblance, avoir connaissance de l'avertissement-extrait de rôle.

S'agissant de la publicité dans les taxis, la charte de déontologie publicitaire est prévue à l’article 32 de l’ordonnance du 9 juin 2022 et à l’article 37 de l’arrêté du gouvernement relatif aux services de taxis. Les conditions d’autorisation de la publicité dans et sur les véhicules enregistrés doivent être préalablement définies dans une charte d’éthique publicitaire arrêtée par le gouvernement après concertation avec les acteurs du secteur. L’arrêté du gouvernement relatif aux services de taxis du 6 octobre 2022 précise les modalités de preuve de l’expérience professionnelle et le niveau de langue exigé.

Pour le niveau de langue, l’administration accepte tout document attestant les connaissances de la langue française ou néerlandaise équivalant à un niveau A2 (test de langue Selor, certificat d'enseignement secondaire supérieur , certificat d'études de base, diplôme universitaire, attestation Actiris, attestation d’un centre de langues, examen en ligne sur la plateforme Brulingua...).

La vérification du respect des obligations sociales et fiscales des demandeurs est une condition préalable à la délivrance de nouvelles autorisations, l’absence de dettes sociales constituant une condition de solvabilité des exploitants des services de taxis. L’ordonnance ne prévoit pas de mécanisme d’accompagnement ou d’apurement.

L’inscription au code NACE 4932 relatif au transport de voyageurs par taxi est une condition préalable à l’obtention d’une autorisation d’exploitation ou d’un agrément pour être reconnu intermédiaire de réservation.

L’harmonisation fiscale des taux de TVA selon les services ou les biens vendus ne relève pas de notre compétence.

Les charges fiscales qui pèsent sur les intermédiaires de réservation sont liées au code NACE 4932 relatif à l'activité de transport individuel rémunéré de personnes, activité principale de ces acteurs qui ont été reconnus comme des transporteurs de personnes.

De voorwaarden om reclame te mogen afficheren in en op de voertuigen moeten vooraf worden vastgelegd in een ethisch handvest. Dat wordt opgesteld door de regering in overleg met de sector.

Elk bewijs waarmee voldoende kennis van het Frans of Nederlands op niveau A2 kan worden aangetoond, komt in aanmerking.

Voor er een vergunning kan worden uitgereikt, wordt eerst een en ander gecontroleerd. Zo wordt nagegaan of de aanvrager in orde is met alle sociale en fiscale verplichtingen en dus geen schulden heeft, en of hij beschikt over Nacebelcode  4932.

De harmonisering van btw-stelsels valt niet onder mijn bevoegdheid.

Share
12:01 § 273 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- Sans rentrer dans la polémique, votre réponse témoigne du fait que ma question était bel et bien plus large que le résumé qu'en a fait M. Talhi.

Sur la question des licences, dont nous avons déjà abondamment discuté, je comprends la dynamique consistant à attendre d'abord que les licences bruxelloises aient été traitées. Toutefois, nous sommes dans une réelle situation de pénurie. Ne peut-on pas déjà prendre en compte les demandes des licences historiquement wallonnes et flamandes ?

Lors de la rédaction de ma question, fin octobre 2022, les détenteurs de licence bruxelloise avaient jusqu'au 21 janvier 2023 pour introduire leur demande. Cela veut dire que, du côté wallon et flamand, il faudra encore attendre trois mois pour pouvoir faire de même. Or certaines licences wallonnes et flamandes seront acceptées, c'est un fait. Ces chauffeurs ne travaillent pas aujourd'hui et vivent des situations difficiles. Vous pourriez demander à votre administration de traiter déjà leurs demandes, tout en se conformant à l'ordonnance telle que votée.

En ce qui concerne les tests, les personnes qui échouent me signalent qu'une série de questions ne semblent pas en phase avec les arrêtés.

Pour ce qui est de l'accompagnement des plateformes, l'information a été prodiguée en décembre, donc deux mois après l'entrée en vigueur de l'ordonnance en octobre.

Pour les taximètres, la situation ne me semble toujours pas réglée. Certains chauffeurs de taxis de station me signalent que leur taximètre n'est toujours pas agréé et qu'ils sont en conflit à ce sujet avec leur employeur. Comment doivent-ils procéder ? Ils ont fait la démarche, mais leur taximètre ne correspond pas à l'ordonnance et ne peut dès lors pas être agréé. Que faire ?

Pour ce qui est de la charte de déontologie publicitaire, le groupe MR n'en était pas demandeur. Nous souhaitions toutefois la mise sur pied d'un mécanisme qui permette une autre rentrée d'argent. Aujourd'hui, certains acteurs veulent activer cette possibilité, mais ne peuvent toujours pas le faire, car ils doivent attendre que vous ayez défini cette charte déontologique. Quand cela sera-t-il fait ? Sur ce point également, vous êtes en train de priver des indépendants d'une rentrée d'argent.

De heer David Weytsman (MR).- Uw lange antwoord bewijst dat mijn vraag veel meer om het lijf had dan de karikatuur die de heer Talhi ervan maakt.

Ik begrijp de logica om als eerste de Brusselse vergunningen te behandelen. Maar moeten chauffeurs met een in Vlaanderen of Wallonië uitgereikte vergunning dan echt nog eens drie maanden extra wachten? Velen van hen zullen uiteindelijk toch een erkenning krijgen. Ondertussen is er een nijpend tekort aan chauffeurs in Brussel.

Chauffeurs die gezakt zijn voor de tests, melden me dat sommige vragen toch niet helemaal conform de nieuwe wetgeving leken.

In oktober werd de nieuwe ordonnantie van kracht, twee maanden later pas kregen de platformen informatie. Ook de kwestie met de taximeters lijkt mij nog altijd niet van de baan. Hoe moet het nu verder voor de chauffeurs van taxi's met een vaste standplaats? Hun taximeter is nog altijd niet in orde en daardoor liggen ze overhoop met hun werkgever.

Om een deontologisch handvest inzake reclame heeft de MR nooit gevraagd. Wij willen gewoon dat er een mechanisme komt waardoor er andere bronnen van inkomsten kunnen worden aangeboord. In de huidige situatie lopen zelfstandigen inkomsten mis.

Share
12:04 § 275 → Video
Share

Concernant la connaissance des langues, lorsque j'ai rencontré des représentants du secteur, ces derniers ignoraient qu'il fallait avoir le niveau A2 et, surtout, la manière de le prouver. Si je comprends bien, il s'agit simplement de présenter le résultat de n'importe quel examen officiel. Des tests ne sont pas organisés par Bruxelles Mobilité.

Je ne sais pas si mon collègue Ecolo sait ce qu'est une entreprise, un indépendant ou un commerçant car ses propos étaient en dessous de tout.

(Rumeurs)

À la crise du Covid-19 s'est ajoutée une crise politique, dont chacun est responsable. Des acteurs du secteur n'ont pas pu travailler. Dans le cas des licences dont j'ai parlé plus tôt, les personnes ne travaillent pas, mais continuent à payer leur assurance. N'importe quel indépendant dans cette situation aurait des dettes. Je comprends que nous ne devons pas donner des licences à des personnes surendettées. Mais certains me disent de bonne foi qu'ils doivent 5.000 ou 6.000 euros.

Lors de la crise du Covid-19, des mécanismes dérogatoires ont été mis en place pour aider certaines personnes, mais, aux acteurs de ce secteur, on dit qu'ils ne peuvent pas travailler. C'est le comble, car, s'ils pouvaient travailler, ils pourraient rembourser leurs dettes, dont certaines ne sont en outre pas dues à l'administration fiscale ou à l'Office national de sécurité sociale. L'application de cette ordonnance me semble trop sévère, et je crois que cela démontre une méconnaissance de la vie des indépendants, en particulier dans ce secteur.

Ook over de vereiste taalkennis en hoe die te bewijzen, heerst nog veel onduidelijkheid in de sector.

Ik weet niet of de heer Talhi enig benul heeft wat een bedrijf of een zelfstandige is, want zijn betoog sloeg nergens op.

(Rumoer)

Eerst was er de coronacrisis, dan kwam het politieke getalm. In afwachting van een vergunning mogen veel chauffeurs niet werken, terwijl de verzekeringskosten en dergelijke doorlopen. In zo'n situatie zou elke zelfstandige schulden maken. Oké, we kunnen geen vergunning geven aan iemand die tot zijn nek in de schulden zit, maar bij een paar duizend euro moet dat toch kunnen?

Tijdens de coronacrisis waren er uitzonderingsmaatregelen alom, maar taxichauffeurs krijgen het verbod om te werken. Werken zou nochtans een manier zijn om hun schulden af te betalen. Sommige schulden hebben trouwens niets met de fiscus of de sociale zekerheid te maken.

Het Taxiplan is dan ook te streng en lijkt weinig voeling te hebben met de verzuchtingen van een zelfstandige, en al helemaal in deze sector.

Share
12:06 § 279 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je comprends leur impatience mais nous travaillons selon des capacités qui ne sont pas illimitées. Nous procédons, par ailleurs, étape par étape, en commençant par la transition pour les Bruxellois. Dès que le chiffre qui les concerne sera fixé, le 21 janvier, nous pourrons évaluer les possibilités restantes pour les chauffeurs wallons et flamands.

Les plateformes ont été informées de la réforme en amont, bien avant fin octobre. Les informations au sujet des langues se trouvent sur le site web de l'administration.

Quant aux taximètres, ce sont les exploitants qui les gèrent, pas les chauffeurs. La phase transitoire actuelle aurait pu être plus longue, mais nous avons voulu respecter la demande d'une entrée en vigueur rapide. Le changement est si important qu'une période de quatre mois de transition nous semblait toutefois être de mise. Le secteur doit aussi pouvoir répondre à la masse des demandes. Il travaille à flux tendu à l'adaptation des taximètres.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik begrijp het ongeduld van de taxichauffeurs, maar we doen wat we kunnen. We beginnen dus met de Brusselse chauffeurs, en na 21 januari kijken we wat er nog overblijft voor de chauffeurs met een Vlaamse of Waalse licentie.

De platformen werden wel degelijk vooraf geïnformeerd over wat er zat aan te komen. Alles in verband met de taalattesten vindt men op de site van de administratie.

Voor de taximeters leek ons een overgangsperiode van vier maanden billijk. De platformbeheerders moeten de kans krijgen om de massa aanvragen te beantwoorden.

Share
12:08 § 281 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Avant d'être député, j'ai été indépendant, avec un numéro de TVA, durant au moins cinq ans. Je connais donc la réalité des indépendants, contrairement à ce qu'insinue mon collègue M. Weytsman.

L'interdiction d'exercer si l'on ne règle pas ses dettes vise à inciter les indépendant à suivre un plan d'apurement.

Quant à la charte publicitaire, ce mécanisme qui figure dans l'ordonnance n'a pas encore été activé. L'ordonnance précise que le monopole des opérateurs a disparu. Il faut éviter que cette charte publicitaire n'affiche le logo que d'une seule compagnie. Cela contreviendrait à l'esprit de l'ordonnance, qui permet aux chauffeurs de rouler pour toutes les compagnies.

J'espère que nous discuterons, par ailleurs, de cette charte afin de n'autoriser que les publicités pour les opérateurs. Il ne faudrait pas que des véhicules affichent des publicités pour des paris sportifs, par exemple. Cela ne correspondrait pas à l'image que nous voulons diffuser à Bruxelles.

J'ajouterais enfin que l'on ne peut pas tout régler du jour au lendemain. Cette réforme est importante et ambitieuse. Nous repartons pratiquement d'une page blanche, avec un système entièrement réformé. Il ne peut pas fonctionner d'emblée. Une période d'adaptation est nécessaire. Après l'évaluation, nous pourrons, ensemble, corriger le tir.

- L'incident est clos.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik ken de realiteit van het zelfstandigenbestaan, want ik ben jarenlang zelf zelfstandige geweest.

Door geen licentie te verlenen in geval van schulden willen we zelfstandige chauffeurs ertoe aanzetten een afbetalingsplan te volgen.

Als we het monopolie van de grote operatoren willen doorbreken, moeten we vermijden dat er slechts één logo wordt geafficheerd. Zelfstandige chauffeurs moeten voor verschillende maatschappijen kunnen rijden. Ook zouden auto's geen reclame mogen voeren voor bijvoorbeeld sportweddenschappen, want dat druist in tegen het imago dat we voor Brussel willen uitdragen.

Niet alles kan van de ene dag op de andere geregeld worden, zeker als een hervorming zo ingrijpend is als deze. Een aanpassingsperiode is dus nodig. Na een evaluatie kunnen we dan hier en daar bijstellen als dat nodig zou zijn.

- Het incident is gesloten.

Share
12:10 § 285 → Video
Share

Question orale de M. David Leisterh

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional,

concernant les émeutes à Bruxelles à la suite du match Belgique-Maroc.

Mondelinge vraag van de heer David Leisterh

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de rellen in Brussel na de wedstrijd België-Marokko.

Share
12:10 § 287 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- La récente Coupe du monde de football a été l'occasion de moments joyeux, au cours desquels la grande majorité des supporters se sont rendus dans le centre-ville pour célébrer une victoire - ou une défaite - dans un esprit de fair-play, de respect, de tolérance et de solidarité.

Elle a aussi malheureusement été l'occasion d'émeutes qui ont éclaté à intervalles réguliers, lors de chaque grand match, avec utilisation de matériel pyrotechnique, lancers de projectiles, destruction de feux de signalisation, ambulance caillassée, conteneur incendié, etc. Un journaliste a même été blessé. Les images de ces émeutes ont fait le tour du monde et dégradent l'image de notre belle capitale.

Ces émeutes semblent être le catalyseur d’une dynamique plus générale, à savoir l’échec ou les difficultés de cohésion sociale, le manque de respect face à l’autorité policière et la montée de la violence et de l’insécurité.

C’est dans ce cadre que le Parlement a adopté la résolution A-281/3 visant à l’amélioration des relations entre citoyens et forces de l’ordre et entre forces de l’ordre et citoyens . Si la responsabilité des émeutes incombe indiscutablement aux émeutiers et, dans certains cas, à leurs parents, la prévention, qui, dans ce cas, aurait pu jouer un rôle capital, incombe aux autorités.

Comme on peut le lire sur le site de safe.brussels, « d’importantes responsabilités en matière de prévention et de sécurité sont confiées à la Région bruxelloise ». Au vu de vos compétences en matière de coordination des différents opérateurs de la chaîne de prévention et de sécurité, quelles sont les actions qui ont été mises en place afin d’anticiper ces émeutes ? Les jugez-vous suffisantes ? Dans le cas contraire, comment améliorer l’anticipation des émeutes à la suite d’événements de grande ampleur ?

Le centre de crise régional bruxellois inauguré en septembre 2020 a-t-il joué un rôle dans la prévention et la gestion des débordements lors des émeutes, notamment pour aider à l’arrestation des casseurs ? Seule une arrestation judiciaire et une dizaine d’arrestations administratives ont eu lieu, ce qui nous paraît peu par rapport au nombre de participants que l’on voit sur les images filmées ce jour-là.

Le Syndicat national du personnel de police et de sécurité critique l’absence de coordination par la Région, alors que ces émeutes allaient potentiellement toucher plus d’une commune. Quel a été votre rôle en tant que coordinateur ? Dans le cadre de la réforme de l’État, quand le ministre-président veut-il et peut-il intervenir ? Jusqu'où peut-il pousser les frontières des compétences qui lui ont été confiées ?

Comment safe.brussels ou votre gouvernement comptent-ils faire face aux difficultés et aux échecs de la cohésion sociale, au manque de respect de l’autorité policière et à la montée de la violence et de l’insécurité ?

Quelle stratégie globale avez-vous réservée à la Région pour parer à l’insécurité grandissante ? Quelle est la nature de vos échanges à ce sujet avec les autres niveaux de pouvoir ? Quel suivi votre gouvernement a-t-il réservé à la résolution A-281/3 visant à l’amélioration des relations entre citoyens et forces de l’ordre et entre forces de l’ordre et citoyens  ?

De heer David Leisterh (MR).- Het recente WK voetbal leidde tot uitbarstingen van grote vreugde, maar helaas ook tot rellen. Beelden daarvan gingen de hele wereld rond en besmeuren het imago van onze mooie stad.

De rellen lijken de uiting te zijn van een algemeen gevoel van mislukking, een gebrek aan sociale cohesie en aan respect voor de politie. Ze passen in het toenemende geweld en onveiligheidsgevoel.

In die context heeft het parlement resolutie A-281/3 goedgekeurd met het oog op de verbetering van de verhouding tussen burgers en politie. Hoewel de verantwoordelijkheid ontegenzeglijk bij de relschoppers en in sommige gevallen bij hun ouders ligt, staat de overheid in voor preventie.

Op de website van safe.brussels staat dat het Brussels Gewest belangrijke verantwoordelijkheden heeft op het vlak van preventie en veiligheid. Wat hebt u gedaan om op de rellen te anticiperen? Denkt u dat dat volstond? Hoe zult u ervoor zorgen dat we in de toekomst beter voorbereid zijn op zulke grote evenementen?

Heeft het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum een rol gespeeld bij de preventie en bij de arrestatie van relschoppers? Er vonden maar één gerechtelijke en een tiental administratieve aanhoudingen plaats, wat weinig lijkt voor wie de beelden heeft gezien.

Het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel heeft kritiek op het uitblijven van gewestelijke coördinatie. Wat hebt u als coördinator gedaan? Wilt en kunt u als minister-president ingrijpen?

Wat doen safe.brussels en de regering om de sociale cohesie te verbeteren en het gebrek aan respect voor de politie en het toenemende geweld en gevoel van onveiligheid te verhelpen? Hoe bespreekt u die problemen met andere beleidsniveaus? Wat heeft de regering met resolutie A-281/3 gedaan?

Share
12:15 § 289 → Video
Share

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ce débat, que nous menons pour la énième fois, revient dès qu'un incident se produit à Bruxelles. Il y en aura encore, inévitablement, comme dans toutes les grandes villes. Aujourd'hui, nous avons le privilège de compter parmi nous un membre de qualité en plus, M. Leisterh, qui est nouveau au sein de notre commission. Pour les autres commissaires, il est fatigant d'entendre les mêmes questions et les mêmes réponses.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Zulke incidenten zullen zich, net zoals in andere grote steden, nog voordoen. De heer Leisterh is nieuw in deze commissie, maar voor de andere commissieleden is het vermoeiend om telkens dezelfde vragen en antwoorden te moeten aanhoren.

Share
12:15 § 291 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je devrais peut-être inviter M. Leisterh à contacter M. De Wolf, qui lui expliquera les contours de la sixième réforme de l'État en matière de sécurité, et où commencent et s'arrêtent les compétences du ministre-président.

Nous parlons ici de police administrative et non judiciaire. Certains l'oublient, y compris la ministre de l'Intérieur, qui, lors d'un débat en session réunie des commissions de l'Intérieur et de la Justice, a prétendu que j'avais un rôle à jouer en matière judiciaire.

En matière de police administrative, les six zones travaillent depuis une vingtaine d'années sur la base d'un accord conclu entre les chefs de zones, avalisé par le ministre de l'Intérieur de l'époque. Selon cet accord, lors de grands événements, un système unifié de commandement se met en place, qui comprend la désignation d'un « gold commander » et d'un « silver commander », notamment. Nous avons eu l'occasion de présenter à la ministre de l'Intérieur le système mis en place lors d'un match, afin de montrer le sérieux du centre de crise mis à disposition par safe.brussels ainsi que de notre organisation. Ces événements ont à chaque fois été gérés par le « gold commander », c'est-à-dire le chef de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles, avec, comme autorité administrative, le bourgmestre de la Ville de Bruxelles. Mais cela pourrait être n'importe quel bourgmestre, comme le prouvent les photos récentes du bourgmestre d'Ixelles au centre de crise.

Je suis tenu informé du déroulement des événements en temps réel. En cas de problème particulier - c'est assez exceptionnel, mais c'est arrivé une ou deux fois -, si le retour n'est pas suffisamment rapide, je reçois un appel me demandant d'intervenir pour motiver un bourgmestre de passer à l'action.

Pour le reste, l'autorité administrative, c'est le bourgmestre qui est sur place. S'il est défaillant, il est prévu d'intervenir, mais je n'ai jamais constaté une telle défaillance. Selon moi, les bourgmestres sont toujours sur la brèche.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Misschien kan de heer De Wolf aan de heer Leisterh uitleggen wat de zesde staatshervorming op het gebied van veiligheid heeft veranderd en waar de bevoegdheden van de minister-president beginnen en eindigen. Zo ben ik enkel bevoegd inzake bestuurlijke politie, niet inzake gerechtelijke politie.

Inzake bestuurlijke politie werken de zes politiezones al twintig jaar op basis van een overeenkomst tussen de zonechefs. Ingevolge die overeenkomst wordt tijdens grote evenementen een eengemaakt commandosysteem opgezet, waarbij een gold en silver commander worden aangesteld. Vaak is de gold commander de chef van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene, maar het kan om het even welke burgemeester zijn.

Ik word in real time op de hoogte gehouden bij zulke evenementen. De bestuurlijke autoriteit is de burgemeester die ter plaatse is. Als hij zijn taak niet goed uitvoert, kan ik zelf ingrijpen, maar dat is nog nooit nodig geweest.

Share
12:19 § 293 → Video
Share

M. le président.- Nous avons visité le centre de crise régional bruxellois alors qu'il était encore en cours de travaux. L'objectif est de le visiter à nouveau à la fin de ce mois, maintenant qu'il est opérationnel. Nous avons proposé la date du 31 janvier.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- L'idéal est de le visiter pendant un événement, quand tout le personnel est présent et que les caméras observent la rapidité de réaction.

Des émeutes ont également eu lieu aux Pays-Bas, en France, à Liège et à Anvers. Lors du premier match, tout s'est joué sur 200 ou 300 mètres. Le choix des forces de l'ordre a été d'appliquer la tactique du maintien de l'ordre en contenant les manifestants sur le boulevard Maurice Lemonnier pour éviter les débordements sur le marché de Noël. Le chef de corps de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles estime que c'est une réussite totale.

Nous avons constaté que la police tirait à chaque fois les leçons du match précédent. Après le deuxième match, il n'y avait plus de trottinettes. Tout avait été dégagé, car nous savions que le plus impressionnant, c'étaient les batteries en feu.

L'usage de matériels pyrotechniques est un autre problème majeur, mais cette matière est réglée par une loi fédérale. Nous avons pris un arrêté, qui a été attaqué devant le Conseil d'État. Heureusement, il n'a pas été annulé. Toutefois, nous vivons en démocratie et nous ne pouvons pas restreindre les libertés à tout propos.

De voorzitter.- We hebben het Gewestelijk Crisiscentrum bezocht toen het nog in aanbouw was. We zullen het centrum op 31 januari opnieuw bezoeken nu het operationeel is.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik raad u aan het centrum te bezoeken tijdens een evenement.

Na de eerste wedstrijd speelden de rellen zich op een zeer beperkte oppervlakte af. De politie koos ervoor om de demonstranten in de Lemonnierlaan te houden om te voorkomen dat zij de kerstmarkt zouden overspoelen. Volgens de zonechef heeft die tactiek heel goed gewerkt.

De politie leert ook altijd van de vorige evenementen. Zo werden bij de tweede wedstrijd de steps verwijderd, zodat batterijen niet meer in brand konden worden gestoken.

Het gebruik van pyrotechnisch materiaal is een ander probleem, maar dat wordt geregeld door de federale wet. Wij hebben een besluit uitgevaardigd, maar dat werd aangevochten bij de Raad van State. Gelukkig werd het niet nietig verklaard, maar we leven in een democratie en kunnen de vrijheden niet altijd en overal beperken.

Share
12:22 § 299 → Video
Share

Aujourd'hui, le centre de crise régional bruxellois représente déjà un investissement de quelque 40 millions d'euros. L'objectif est d'avoir un « situation center » opérationnel 24h/24 et 7j/7. Il s'agira d'un élément supplémentaire dans la veille sécuritaire. Nous allons aussi faire l'acquisition de nouvelles caméras, destinées dans un premier temps au maintien de l'ordre. Il y aura aussi des caméras ANPR qui s'ajouteront aux caméras actuelles qui sont déjà d'un grand secours.

Je vous épargne tous les détails pratiques, mais un jour de match ou lors d'une grande manifestation, sachez que le bourgmestre, le « gold commander », la haute fonctionnaire, le procureur du Roi, les pompiers, la STIB et les agents de liaison de toutes les autres zones sont présents. Chaque zone envoie donc un représentant, ce qui permet de faire la coordination.

Actuellement, ce centre de crise, plus moderne, est reconnu, y compris par l'autorité fédérale. La coordination fonctionne. Certes, il convient de vérifier, en amont comme en aval, ce qu'il faut faire pour éviter de tels débordements. Le débat est vaste, bien sûr, mais il faut se garder de toute formule choc. Je me rappelle les propos de Daniel Ducarme qui pointait un « échec de l'intégration ». Déjà, qu'est-ce que l'intégration ? Et à partir de quand peut-on parler d'échec ? Quelque 200 écervelés sont-ils synonymes d'échec global de toute la politique d'intégration ? Ce n'est pas mon sentiment.

Bien sûr, la situation n'est pas parfaite, qui peut le nier ? Mais restons raisonnables, sous peine de polariser encore plus la situation. Ainsi, quelques journaux ont tenté de prendre un peu de recul sur ces événements et de les analyser. Certains facteurs interviennent, comme l'identité, certes, mais aussi l'expression d'un ras-le-bol à la suite des confinements, ce qui n'est évidemment pas acceptable. Tout cela forme un cocktail explosif.

Er is ongeveer 40 miljoen euro in het Gewestelijk Crisiscentrum geïnvesteerd. Het doel is om over een situatiecentrum te beschikken dat de klok rond operationeel is. We zullen ook nieuwe veiligheidscamera's aanschaffen en bijkomende ANPR-camera's plaatsen.

Op een wedstrijddag of tijdens een grote demonstratie zijn de burgemeester, de gold commander, de hoge ambtenaar, de procureur des Konings, de brandweer, de MIVB en de verbindingsofficieren van de andere politiezones aanwezig in het centrum. Elke zone stuurt dus een vertegenwoordiger, wat coördinatie mogelijk maakt.

Iedereen erkent het nut van het crisiscentrum, ook de federale autoriteiten. De coördinatie werkt. Uiteraard moeten we nagaan hoe we dergelijke uitwassen kunnen voorkomen, maar we moeten ook vermijden om olie op het vuur te gooien. Daniel Ducarme had het over een mislukt integratiebeleid, maar het is niet omdat tweehonderd leeghoofden relschoppen dat het hele integratiebeleid faalt. Natuurlijk is de situatie niet perfect, maar we moeten redelijk blijven, anders polariseren we de situatie nog meer.

Share
12:26 § 301 → Video
Share

Quoi qu'il en soit, il ne faut pas remettre en cause le modèle policier bruxellois. C'est un débat communautaire : Monsieur Leisterh, certains, au sein de votre formation politique, verraient d'un bon œil la fusion des zones de police. Je n'y suis, pour ma part, pas favorable. L'appareil policier actuel, certes imparfait, fonctionne. Si nous prenions cette décision, nous rencontrerions d'autres déconvenues sur le plan institutionnel. Du point de vue de la coordination, la fusion n'amènerait pas d'amélioration : la coordination entre les zones est une réalité. Absents il y a vingt ans, les moyens technologiques nécessaires pour répondre aux débordements, notamment lors de manifestations, sont entre-temps apparus. Bruxelles dispose d'une expérience quasiment unique au monde en matière de maintien de l'ordre. Jusqu'à récemment, des policiers belges étaient d'ailleurs invités dans le monde entier à des sommets sur la question. Il suffit de constater l'échec en la matière en France, le nombre de faits de violence extrême - comme en témoigne l'épisode de la main d'un manifestant arrachée à Paris - lors des manifestations des gilets jaunes, pour s'en convaincre.

La situation n'est pas parfaite à Bruxelles, mais les forces de l'ordre y ont fourni un travail remarquable avec l'ensemble des acteurs de la sécurité.

Des études viendront en temps voulu alimenter notre réflexion pour veiller à ce que ce genre d'événement ne se reproduise pas.

Mon bilan sur l'efficacité du travail policier est très positif, au vu des conditions de travail des agents, que je félicite.

In ieder geval mag het Brusselse politiemodel niet in twijfel worden getrokken. Mijnheer Leisterh, sommige mensen in uw politieke partij pleiten voor een fusie van de politiezones, maar dat zal de coördinatie niet verbeteren, aangezien die vandaag al goed werkt. Zo'n fusie zou institutionele problemen veroorzaken.

Bovendien hebben we technologische middelen ontwikkeld om accuraat op de rellen te kunnen reageren. Brussel heeft een politie-ervaring die bijna uniek is in de wereld. Belgische politiemensen worden in de hele wereld uitgenodigd om uitleg te geven over dit onderwerp.

De situatie in Brussel is niet perfect, maar de politie heeft opmerkelijk werk geleverd in samenwerking met alle veiligheidspartners. Ik wil ze daarvoor feliciteren. Voorts zullen studies worden uitgevoerd om dat soort gebeurtenissen te voorkomen.

Share
12:29 § 303 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Je n'ai pas reçu de notification le soir-même, par contre j'en ai reçu une du New York Times reprenant des images des émeutes. L'information a donc bien fait le tour du monde.

La question la plus importante porte sur ce qui est fait en amont, et vous avez énoncé les différentes actions. Au-delà des premières émeutes, c'est leur caractère répétitif qui m'interpelle : les casseurs se sont sentis libres de recommencer une semaine après et encore une semaine après. Autant on peut justifier la première fois par le manque de préparation en amont, autant, pour les fois suivantes, plusieurs éléments posent question. Nous avons aussi l'impression que la peur n'a pas changé de camp. Il n'est pas normal qu'après la première soirée d'émeutes, ils se soient sentis libres de recommencer jusqu'à quatre fois.

Le travail doit être renforcé en amont, même si j'entends que la frontière de vos compétences est parfois poreuse. Si l'événement est trop petit ou suffisamment circonscrit au territoire d'une commune, c'est au bourgmestre ou au chef de zone de gérer la situation ; s'il est trop grand, c'est au niveau fédéral d'intervenir. Il me semble qu'une clarification est nécessaire quant au rôle exact de la Région bruxelloise dans le domaine de la sécurité.

Enfin, le travail de cohésion sociale mérite toujours un renforcement. Ce sont peut-être 200 à 300 écervelés qui se sentent libres de recommencer à chaque fois, sans crainte. Cela démontre que, malgré les moyens gigantesques investis en cohésion sociale dans certains quartiers, des difficultés et des échecs subsistent. Des conclusions doivent pouvoir être tirées en la matière.

De heer David Leisterh (MR).- Het is vooral het repetitieve karakter van de rellen dat mij zorgen baart. Het is niet normaal dat de relschoppers zich vrij voelden om week na week opnieuw te beginnen.

Het werk moet dus stroomopwaarts worden versterkt, ook al hoor ik dat de grens van uw bevoegdheden soms poreus is. Als het evenement klein is of beperkt blijft tot het grondgebied van één gemeente, is het aan de burgemeester of de zonechef om de situatie te beheren. Als het groter is, is het aan het federale overheid om in te grijpen. Waar ligt dan uw rol? Het lijkt mij dat de rol van het Brussels Gewest op het gebied van veiligheid moet worden verduidelijkt.

Er moet ook nog meer aan sociale cohesie worden gewerkt als we dergelijke gebeurtenissen willen voorkomen.

Share
12:32 § 305 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Concernant le fait que la peur change ou non de camp, le chef de corps de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles pourrait vous expliquer les raisons du choix entre l'arrestation administrative ou judiciaire. C'est le socle limite de la compétence du bourgmestre qui fait entrer en jeu la compétence du procureur du Roi. L'arrestation administrative ne peut durer que 24 heures. Après quoi, la personne arrêtée peut repartir. Pour ce qui est de la réponse judiciaire ultérieure, les forces de l'ordre ou les services de secours constatent souvent une forme d'impunité. Le procès-verbal dressé reste sans suite. À ce sujet, le chef de corps de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles a expliqué que, d'initiative, les policiers dressaient beaucoup plus de procès-verbaux que précédemment, précisément pour montrer qu'ils avaient fait leur travail.

Le suivi judiciaire est une tout autre affaire, qui sort du cadre des compétences des bourgmestres et des zones de police. On tombe ici dans les débats concernant l'aggravation des peines pour des faits commis à l'égard des représentants des forces de l'ordre, la rapidité de la réponse judiciaire, le type de réponse judiciaire à apporter et l'efficacité de la peine.

Il faut éviter de mélanger tous les problèmes, comprendre où s'arrêtent les moyens d'action des autorités administratives et où commencent ceux des autorités judiciaires.

Le pouvoir de police administrative est une spécificité belge. Il n'existe pas beaucoup de pays dans le monde où un élu a une capacité de priver quelqu'un de liberté. Cette spécificité a des aspects très positifs, mais également des limites. Ne laissons pas croire que le bourgmestre peut procéder à des arrestations, poursuivre, voire infliger des peines.

Le pouvoir judiciaire a par ailleurs tendance à dépénaliser une série de faits pour infliger des sanctions administratives, ce qui fait également reposer la responsabilité sur l'autorité administrative, à savoir les bourgmestres. Dans certains cas, cela fonctionne bien, mais dans d'autres, je reste dubitatif, car les pouvoirs donnés aux bourgmestres sont sans doute excessifs.

Pour le reste, nous devons travailler dans un cadre légal, et comme l'a dit M. Ghyssels, aujourd'hui, nous ne pouvons pas en sortir. Les interdictions de stade ne valent que pour le football.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Een burgemeester kan een relschopper maar 24 uur administratief aanhouden. Het probleem is dat er nadien geen gerechtelijk gevolg aan het proces-verbaal wordt gegeven, wat de relschoppers een gevoel van straffeloosheid geeft.

De politie heeft veel meer processen-verbaal opgemaakt dan voordien om aan te tonen dat ze haar werk doet, maar de gerechtelijke follow-up is een andere zaak, die buiten de bevoegdheid van de burgemeesters en de politiezones valt. Daar begint het debat over de zwaarte van de straffen en de traagheid van Justitie. Het is van belang te begrijpen waar de actiemiddelen van de bestuurlijke autoriteiten ophouden en die van de gerechtelijke autoriteiten beginnen.

De bestuurlijke politiebevoegdheid is een Belgische eigenheid. Er zijn niet veel landen waar een verkozene iemand van zijn vrijheid kan beroven. Dat heeft positieve aspecten, maar ook beperkingen. Een burgemeester kan niemand arresteren, vervolgen of straffen opleggen.

De rechterlijke macht heeft de neiging om bepaalde handelingen te decriminaliseren zodat administratieve sancties kunnen worden opgelegd, waardoor de verantwoordelijkheid bij de bestuurlijke autoriteit, dus bij de burgemeesters, komt te liggen. In sommige gevallen werkt dat goed, maar in andere gevallen lijkt de bevoegdheid die aan de burgemeesters wordt verleend, mij buitensporig.

We moeten binnen het wettelijke kader werken. De stadionverboden gelden alleen voor voetbal.

Share
12:35 § 309 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Tout comme vous, je pense que l'échec se situe au niveau judiciaire. C'est un autre débat, mais nous pouvons difficilement en faire fi.

Parmi les leviers dont les bourgmestres, et non la Région, disposent, l'interdiction de lieu durant une durée déterminée aurait pu être activée, sachant que ce sont apparemment chaque fois les mêmes fauteurs de troubles.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- J'ai eu cette discussion durant les événements, mais deux problèmes se posent. Tout d'abord, la charge de la preuve incombe aux forces de police et il est extrêmement compliqué d'apporter une preuve incontestable : les visages sont pour la plupart masqués. Les caméras peuvent par conséquent saisir les faits, mais ne permettent pas d'identifier les auteurs. Il faut donc les prendre sur le fait et ainsi établir le procès-verbal. Ensuite, il faut entendre la personne, qui a le droit de se défendre. La procédure est donc lourde et son résultat incertain. D'autant plus que la compétence est limitée au territoire communal. Si la personne a été prise sur le fait à la Ville de Bruxelles mais se trouve par la suite à Anderlecht, le bourgmestre de cette commune ne pourra pas agir.

Cela ne veut pas dire que le débat ne doit pas avoir lieu, mais c'est très compliqué.

- L'incident est clos.

De heer David Leisterh (MR).- Net als u denk ik dat het gerechtelijke niveau tekortschiet. De burgemeesters hadden evenwel een plaatsverbod voor een bepaalde periode kunnen opleggen, aangezien het telkens dezelfde onruststokers lijken te zijn.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat is niet zo makkelijk, aangezien de bewijslast bij de politie ligt en de meeste relschoppers hun gezicht verbergen. Camera's kunnen wel de feiten vastleggen, maar niet de daders identificeren. Ze moeten dus op heterdaad worden betrapt. Bovendien heeft de persoon tijdens het verhoor het recht om zich te verdedigen. De procedure is dus omslachtig en de uitkomst onzeker.

- Het incident is gesloten.

Share
12:38 § 315 → Video
Share

Question orale de M. Hicham Talhi

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant le mécanisme des contrôles sur l'attribution des licences pour les chauffeurs de taxis.

Mondelinge vraag van de heer Hicham Talhi

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het controlemechanisme op de toekenning van vergunningen aan taxichauffeurs.

Share
12:38 § 317 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Ma question porte sur le mécanisme de contrôle visant à éviter les fraudes lors de l'octroi des nouvelles licences de taxis. Nous avons voté le nouveau plan taxis et le gouvernement a validé, début octobre, les arrêtés d’exécution contenant le nouveau numerus clausus. Il est désormais possible, pour les chauffeurs, d’introduire une demande sur le site de Bruxelles Mobilité afin d’obtenir une licence.

Néanmoins, je m’interroge quant au processus de contrôle lors de l’octroi des licences. En effet, pour rappel, en janvier dernier, un arrêt du Conseil d’État donnait raison à un candidat chauffeur évincé dans le cadre de l’attribution des anciennes licences de taxis électriques. La transparence entourant l’octroi des licences par l’administration de Bruxelles Mobilité posait alors déjà question. Ces derniers jours, de nombreux témoignages nous alertent sur de possibles fraudes, avec des sommes comprises entre 2.500 euros pour introduire un dossier de manière prioritaire et 10.000 euros pour obtenir une licence garantie de taxi de station.

Quelles sont la date et l’heure exactes de la publication sur le site de Bruxelles Mobilité du formulaire de demande pour exploiter un taxi de station, de rue ou de cérémonie ? À quelles date et heure la première demande a-t-elle été envoyée à l'adresse électronique taxi@sprb.brussels ? Combien de demandes ont-elles éventuellement été introduites avant l'heure effective de la publication ? Quel traitement leur sera-t-il réservé ?

Quel est le nombre actuel de demandes de taxis de rue, de station ou de cérémonie dans le calendrier d’attribution ? Quels seront les critères d’attribution, si la date d’introduction de la demande n'est pas le seul ?

Existe-il des mécanismes de contrôle et de transparence internes et externes, dans le cadre de l’obtention des licences par les chauffeurs, lorsqu’une demande est introduite auprès de Bruxelles Mobilité ? Si oui, quels sont-ils ?

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Het nieuwe Taxiplan is er en de regering keurde begin oktober de uitvoeringsbesluiten goed waarin een nieuwe numerus clausus is opgenomen. Chauffeurs kunnen voortaan via de website van Brussel Mobiliteit een licentie aanvragen.

Ik stel mij echter vragen over de controles bij de toekenning daarvan. Er komen mij heel wat verhalen ter ore over mogelijke fraude, waarbij bedragen worden genoemd van 2.500 euro om een dossier voorrang te geven tot 10.000 euro voor het verkrijgen van een vergunning voor een standplaatstaxi.

Wanneer precies werd het aanvraagformulier online geplaatst? Op welke datum en welk uur werd de eerste aanvraag verzonden? Hoeveel aanvragen zijn ingediend voor het formulier beschikbaar was? Hoe zijn die behandeld?

Hoeveel aanvragen zijn momenteel lopende? Welke toekenningscriteria gelden er naast het moment van indiening?

Bestaan er interne en externe controle- en transparantiemechanismen?

Share
12:40 § 319 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les graves allégations que vous portez sont à vérifier. Si vous avez connaissance d’une infraction, je vous invite à en informer immédiatement le parquet. Je n’ai pas eu vent de ces pratiques.

Pour rappel, les statuts de la fonction publique imposent à l’agent de remplir ses fonctions avec « loyauté, conscience et intégrité » - je me souviens d'une époque où le terme « neutralité » s'ajoutait à cette liste. À cet effet, l’agent est tenu :

- de respecter les lois et règlements en vigueur ainsi que les directives de l'autorité dont il relève, parmi lesquelles les règles de conduite concernant la déontologie ;

- de formuler ses avis et rédiger ses rapports avec rigueur et exactitude ;

- et d'exécuter les décisions avec diligence et conscience professionnelle.

Pour tout manquement à ces principes, au-delà d'une procédure pénale, une procédure disciplinaire peut être engagée et aboutir à une sanction.

Le formulaire de demande pour exploiter un service de taxi de rue, de station, de cérémonie ou de réserve a été publié sur le site de Bruxelles Mobilité le 21 octobre 2022 à 10h15.

La première demande d’autorisation d’exploiter un service de taxi sur la base de l’ordonnance du 9 juin 2022 a été introduite à l’adresse électronique taxi@sprb.brussels le 21 octobre 2022 à 0h19. Une demande d’exploiter un service de taxi de rue et de cérémonie a été introduite avant l’entrée en vigueur du nouveau cadre réglementaire. Cette demande n’était pas recevable, puisque la base légale n’était pas encore en vigueur.

Mon administration a reçu environ 1.900 courriels ayant pour objet une demande d’autorisation pour exploiter un service de taxi, ce qui représente environ 1.000 demandes. On comptait, au 21 octobre 2022, près de 1.540 licences LVC . À partir du 21 janvier prochain, nous disposerons du nombre précis de demandes pour exploiter des taxis de rue.

Pour rappel, il y a deux types de demandes : des demandes de transition de licences LVC en taxis de rue et des nouvelles demandes d’exploiter qui ne peuvent porter que sur deux vignettes. Les décisions relatives à ces demandes de nouvelles autorisations seront traitées lorsque le nombre de vignettes disponibles sera connu après la transition des licences LVC vers les licences taxis de rue. Cette possibilité est ouverte jusqu’au 21 janvier 2023. Nous pourrons alors évaluer le nombre de vignettes restant à distribuer. Sur la base du principe du premier arrivé, premier servi, l’autorisation d’exploiter sera attribuée au premier demandeur ayant introduit un dossier complet répondant aux critères de moralité, solvabilité et qualification professionnelle, tels que définis dans la nouvelle réglementation.

Pour rappel, les taxis de station ne sont pas concernés par cette transition, puisque tous les taxis sous le régime de l’ordonnance du 27 avril 1995 deviennent automatiquement des taxis de station.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik heb niets gehoord over de gevallen die u noemt. Als u van dergelijke inbreuken op de hoogte bent, moet u onmiddellijk het parket op de hoogte brengen.

Ik herinner eraan dat een overheidsambtenaar zich aan de geldende wetten en deontologische regels moet houden, nauwgezet te werk moet gaan bij het opstellen van adviezen en rapporten en de beslissingen snel en professioneel moet uitvoeren. Doet hij dat niet, dan kan er een strafrechtelijke of een tuchtprocedure volgen, die tot een sanctie kan leiden.

Brussel Mobiliteit publiceerde het aanvraagformulier voor het mogen exploiteren van een taxidienst op 21 oktober 2022 om 10.15 uur op zijn website. De eerste aanvraag werd ingediend op 21 oktober 2022 om 0.19 uur. Die was echter niet ontvankelijk, omdat de ordonnantie op dat moment nog niet van kracht was.

Brussel Mobiliteit ontving ongeveer 1.900 e-mails over toelatingen om een taxidienst te mogen uitbaten, waarvan een duizendtal daadwerkelijk een aanvraag bevatten. Op 21 oktober 2022 waren er bijna 1.540 licenties voor verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder . Op 21 januari 2023 zal ik weten hoeveel aanvragen voor het uitbaten van een taxidienst er precies zijn.

Wie het eerst zijn aanvraag indiende, krijgt als eerste zijn vergunning, op voorwaarde dat hij een volledig dossier indiende en aan alle in de nieuwe regelgeving opgenomen voorwaarden inzake onberispelijk gedrag, solvabiliteit en beroepskwalificaties voldoet.

Voor standplaatstaxi's is dit overigens niet van toepassing, aangezien taxi's die aan de ordonnantie uit 1995 beantwoorden, automatisch standplaatstaxi's worden.

Share
12:43 § 321 → Video
Share

M. Hicham Talhi (Ecolo).- J'évoque un fait avéré. Comment un formulaire qui ne devait être disponible que le 21 octobre à 10h15 a-t-il pu recevoir réponse par courriel le même jour à 0h19, donc avant sa publication ? Manifestement, des informations censées n'être connues que par l'administration ont été communiquées à des tiers pour favoriser un dossier particulier.

Des indices montrent que des contrôles rigoureux devront être réalisés. Je demande expressément que des mécanismes de contrôle sérieux soient mis en place pour que les licences soient octroyées dans les règles de l'art.

Malgré les prestations de serment et les codes de déontologie auxquels nous sommes tous soumis, nous savons que des dérives peuvent apparaître, y compris dans le monde politique, comme l'affaire du Parlement européen l'a montré. Je vous invite donc à instaurer des mécanismes de contrôle.

- L'incident est clos.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik had het wel degelijk over feiten. Hoe kan een formulier dat nog niet is gepubliceerd al een aanvraag opleveren? Het is duidelijk dat er informatie werd gelekt om een bepaalde aanvrager te bevoordelen. U moet strenge controles laten uitvoeren om ervoor te zorgen dat de licenties volgens de regels worden toegekend. Ambtenaren volgens immers niet altijd de hun opgelegde deontologische regels.

- Het incident is gesloten.

Share
12:45 § 325 → Video
Share

Question orale de Mme Aurélie Czekalski

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'opérationnalité des cellules de sécurité intégrale locale (CSIL) en Région bruxelloise.

Mondelinge vraag van mevrouw Aurélie Czekalski

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de inzetbaarheid van de lokale integrale veiligheidscellen (LIVC) in het Brussels Gewest.

Share
12:45 § 327 → Video
Share

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Comme chaque année, je reviens vers vous au sujet de l’opérationnalité des cellules de sécurité intégrale locale (CSIL) en Région bruxelloise. Permettez-moi aujourd’hui de faire un lien avec le drame qui a mené à la mort de ce policier le 10 novembre 2022.

Une enquête est menée pour déterminer les responsabilités dans ce meurtre. Cependant, nous avons ici affaire à une personne référencée dans la Banque de données commune comme extrémiste potentiellement violente, qui va dire d'elle-même qu’elle compte commettre un attentat, qui est malgré tout relâchée et se retrouve dans la nature après son passage à l’hôpital. Il y a des responsabilités à établir. On peut également se demander quel a été le rôle de la CSIL. Cela pose des questions quant à l’opérationnalité de ces cellules en Région bruxelloise.

Ces cellules regroupent différents acteurs pour assurer la détection et le suivi des personnes radicalisées. À l’époque de mes questions, ces cellules n’étaient pas opérationnelles partout, notamment à Molenbeek et Schaerbeek, lors de mes premières interventions - il semblerait que la CSIL radicalisme de Molenbeek soit entre-temps sur pied. Une loi oblige les communes à les mettre en place. Ce qui compte surtout, c'est qu’elles soient opérationnelles et se réunissent à intervalles réguliers, quand c'est nécessaire, et s'il n'y a pas de cas concrets à discuter, qu'elles fassent le point sur la situation, par exemple en matière de polarisation. C'est important, car ces cellules permettent aux acteurs de la problématique de se connaître et de discuter de cas, aussi bien dans le domaine de l’accompagnement que dans celui de la détection précoce. Elles travaillent donc vraiment dans une optique sociopréventive.

Dans une réponse à une question écrite de suivi en octobre 2021, vous disiez que les communes n’ont pas l’obligation d’inviter Bruxelles Prévention et Sécurité à la table de leurs CSIL opérationnelles. La dernière demande connue, selon votre réponse, émanait de la CSIL stratégique zonale de Saint-Gilles-Anderlecht-Forest, en décembre 2020.

Vous évoquiez également un courrier daté du 23 septembre 2021 aux ministres de la Justice et de l’Intérieur au sujet du fonctionnement de ces cellules. L’objectif étant que Bruxelles Prévention et Sécurité puisse fonctionner de manière structurelle et pérenne et puisse exercer ses missions de prévention et de sécurité au profit de nos concitoyens.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Naar jaarlijkse gewoonte heb ik vragen voor u over de werking van de lokale integrale veiligheidscellen (LIVC's). Vandaag maak ik daarbij een bruggetje naar de moord op een politieagent op 10 november 2022.

De vermeende dader stond in de databank als extremistisch en potentieel gewelddadig, kondigt aan een aanslag te willen plegen en blijft toch vrij rondlopen. Dat doet vele vragen rijzen, onder meer over verantwoordelijkheden en over de goede werking van de LIVC's.

LIVC's sporen geradicaliseerde personen op en volgen hen op. Tegenwoordig is elke gemeente bij wet verplicht zo'n LIVC op te richten. Het belangrijkste is dat ze hun werk doen en dat ze regelmatig samenkomen: ook als er geen noodgevallen hun aandacht vereisen, kunnen ze nuttig preventief werk verrichten.

In antwoord op een schriftelijke opvolgvraag van oktober 2021 zei u dat de gemeenten niet verplicht zijn om safe.brussels uit te nodigen op de vergaderingen van hun LIVC. De laatste keer dat safe.brussels erbij geroepen werd, was in de strategische zone Sint-Gillis-Anderlecht-Vorst en dateert van december 2020.

Op 23 september 2021 schreef u de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken aan met de vraag om safe.brussels, dat toen nog Brussel Preventie & Veiligheid heette, op een structurele manier zijn preventietaak voor het hele gewest te laten opnemen.

Share
12:47 § 329 → Video
Share

Dans l’évaluation des CSIL radicalisme menée au niveau national par l’Organe de coordination pour l'analyse de la menace, une première conclusion de l’étude nationale a pointé le manque de coopération entre les différentes cellules. Cela semble même être un point faible important puisque 60 % des répondants mentionnent ce problème. Lors de ma dernière question, je vous demandais si on observait une augmentation de la radicalisation au sein de la Région bruxelloise. Il ne vous était pas possible de répondre quant à une éventuelle augmentation de ce phénomène.

Je pense qu’il y a une forme de naïveté concernant la présence de radicalisme religieux en Belgique. Il n’a jamais disparu. Il représente toujours un des plus grands défis de notre démocratie et, malheureusement, on relâche la garde. On fait comme si le problème était réglé, alors que c’est loin d’être le cas. Comme je vous le disais, dire qu'une CSIL existe, c'est bien, mais, que ces cellules soient opérationnelles, c'est encore mieux.

D’après les informations qui me reviennent, peu de réunions sont organisées. Il en va pourtant de l’intérêt de tous, de notre sécurité et de la sécurité des forces de l’ordre qui assurent notre protection. L’organisation des CSIL en Région de Bruxelles-Capitale est un élément saillant et constitue un point d’attention du plan global de sécurité et de prévention, et ce, depuis sa mise en place par Bruxelles Prévention et Sécurité .

Monsieur le Ministre-Président, pourriez-vous vous nous faire un état des lieux quant à l’opérationnalité des CSIL en Région bruxelloise ?

Quel a été le rôle des différentes CSIL dans le suivi de l’individu qui est suspecté d’avoir tué le policier ? Quelles mesures ont été ou auraient-elles dû être prises ?

Quels ont été les retours et suites donnés à votre courrier au sujet du fonctionnement des CSIL ?

Qu’est-il mis en place pour améliorer la coopération en matière de lutte et de prévention de la radicalisation ?

Vous souhaitiez la mise en place d’une CSIL régionale bruxelloise, où en est-on ?

Pouvez-vous me confirmer que les CSIL en Région bruxelloise sont maintenant opérationnelles ? Des réunions ont-elles eu lieu ? Si oui, combien et à quelle fréquence ? Avec qui ces réunions ont-elles eu lieu et combien y avait-il de personnes autour de la table ?

Het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD) heeft een nationale evaluatie gevoerd naar de werking van de lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC-R). Een veelgehoorde klacht was het gebrek aan samenwerking.

Ik vroeg u eerder al of het radicalisme in Brussel toenam, maar u moest mij het antwoord schuldig blijven. Over religieus radicalisme mogen we niet naïef zijn, het is een van de grootste bedreigingen voor de democratie. Het is goed dat er LIVC's bestaan; nog beter zou zijn dat ze hun werk deden.

Naar ik hoor komen de LIVC's erg weinig samen. Nochtans vormen ze een van de hoekstenen van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan.

Kunt u een stand van zaken geven van de werking van de LIVC's in het Brussels Gewest? Zijn alle LIVC's van het gewest tegenwoordig operationeel? Hoe vaak komen ze samen, en wie zit er dan rond de tafel?

Op welke manier waren de verschillende LIVC's betrokken bij de opvolging van de vermoedelijke moordenaar van de politieagent? Wat hebben ze gedaan, of wat hadden ze moeten doen?

Welke reactie hebt u gekregen op uw brief? U zou graag een gewestelijke LIVC oprichten. Hoe staat het daarmee?

Hoe kan er beter samengewerkt worden in de strijd tegen radicalisering?

Share
12:49 § 333 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La mise en place d’une cellule de sécurité intégrale locale radicalisme (CSIL radicalisme) constitue une obligation légale pour les communes, découlant de la loi du 30 juillet 2018 portant création des CSIL.

Toutes les communes bruxelloises disposent d’une CSIL chargée de la prévention et de l’accompagnement des personnes radicalisées. La loi confie la présidence des CSIL au bourgmestre de la commune, en raison de la proximité de ce dernier avec les citoyens de sa commune.

Une CSIL comprend principalement des acteurs sociaux locaux. Outre le bourgmestre, sont membres de droit le chef de corps de la zone de police et/ou le représentant de la police locale qu’il désigne, et le fonctionnaire communal qui assure la coordination, le soutien et l’accompagnement des différentes mesures de prévention prises par la commune.

Sur invitation du bourgmestre uniquement et en raison de la contribution qu’ils peuvent apporter de par leur fonction à un suivi ciblé et individualisé, on peut aussi retrouver des membres du personnel de la commune et des membres des services relevant des compétences des Communautés et Régions.

À côté des CSIL, il existe au niveau de l’arrondissement judiciaire une Local Task Force assurant un suivi du point de vue de la sécurité. Cette Local Task Force est composée des services de police, des services de renseignement et de sécurité, de l’ Office des étrangers et du ministère public.

Le cadre légal étant rappelé, de même que le contexte de l’intervention des différents acteurs, j’en arrive au rôle de safe.brussels. Récemment, devant cette commission, à l’occasion d’une demande d’explications, j’ai apporté des éléments de réponse à Mme Rochette ainsi qu’à MM. Vanden Borre et Lootens-Stael. J’y ai souligné que, dans un premier temps, lors de la mise en place des CSIL, safe.brussels participait aux CSIL locales lorsqu’il était invité et ce, dans une démarche de soutien aux communes.

Néanmoins, dès mai 2020, safe.brussels a été écarté des réunions des CSIL, les partenaires policiers estimant que la légitimité de l'accès de safe.brussels aux données policières n'était pas clairement établie. Cette mise à l'écart faisait suite à un rapport du Comité permanent de contrôle des services de renseignement et de sécurité .

Par conséquent, j’ai écrit à plusieurs reprises aux ministres de la Justice et de l’Intérieur. En septembre de l’année dernière, je leur rappelais la bonne collaboration de la Région bruxelloise via safe.brussels à la stratégie extrémisme et terrorisme , mais aussi les attentes de notre Région quant à l’organisation et au fonctionnement des CSIL sur son territoire. Ainsi, j’y réitérais notre volonté de voir inscrit au sein d’un accord de coopération la faculté d'organiser des CSIL opérationnelles et stratégiques au niveau régional et ce, bien entendu, avec l’accord des bourgmestres. Ainsi, un soutien au suivi des CSIL en Région bruxelloise pourrait notamment s’inscrire dans une offre de services proposée par safe.brussels.

Aucune réponse ne nous est parvenue à ce stade. Néanmoins, j’ai cru percevoir récemment une évolution des lignes dans ce dossier.

Ainsi, à la suite du décès tragique d’un de nos policiers, une réunion commune des commissions de l’Intérieur et de la Justice de la Chambre s’est tenue le 14 novembre dernier. À cette occasion, le ministre de la Justice a déclaré ceci : « On peut partager plus d'informations grâce aux CSIL : elles doivent donc fonctionner correctement et tous les services concernés devraient y participer. Nous pouvons organiser leur composition au moyen d'un accord de coopération dont le pouvoir fédéral prendrait l'initiative. Ce serait un moyen de développer une culture de confiance entre tous les services intéressés ».

Partant de là, j’ai repris la plume pour interroger ce dernier, afin qu’il puisse confirmer sa volonté de reprendre l’initiative sur les travaux d’élaboration du projet d’accord de coopération tombé quelque peu en léthargie, et ayant notamment pour objet de confier au ministre-président, voire à ses représentants - à savoir safe.brussels -, la prérogative de réunir une CSIL régionale.

Enfin, en date du 30 novembre dernier, à l’occasion des débats parlementaires liés à sa note de politique générale, la ministre de l’Intérieur a souligné sa volonté de voir se poursuivre les travaux liés à l’accord de coopération. Je ne désespère pas que nous avancions dans les mois à venir.

Pour conclure, safe.brussels poursuit l’organisation tous les deux mois de la plateforme régionale radicalisation-polarisation. L'organisation de cette plateforme est principalement axée sur la mesure 2.1. du plan global de sécurité et de prévention, en ce sens qu'elle offre un espace de formation multidisciplinaire, d'échange de bonnes pratiques et de discussions entre les acteurs locaux sur le terrain, c'est-à-dire la commune et la police, et les experts, chercheurs et acteurs de terrain. Il y a donc des présentations thématiques - polarisation, extrême-droite, extrême-gauche, influence des sectes... - ou fonctionnelles.

Enfin, dans le cadre d’appels à projets, plusieurs asbl sont subsidiées par la Région pour lutter contre la polarisation et la Région assure toujours un soutien financier aux zones de police.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De wet van 30 juli 2018 bepaalt dat elke gemeente een lokale integrale veiligheidscel inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC-R) moet hebben. Die wordt voorgezeten door de burgemeester, en ook de korpschef van de lokale politie of zijn afgevaardigde en de gemeentelijke preventieambtenaar zijn er van rechtswege in vertegenwoordigd. Daarnaast kan de burgemeester ook anderen aan tafel uitnodigen.

Elk gerechtelijk arrondissement heeft ook een Local Task Force (LTF), met daarin de politie-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en het openbaar ministerie.

Welke rol heeft safe.brussels nu in dit alles te spelen? Wel, in de oprichtingsfase van de LIVC's bood safe.brussels ondersteuning aan de gemeenten die daarom vroegen. Sinds mei 2020 echter wordt safe.brussels uit de vergaderingen van de LIVC's geweerd. Het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten (Comité I) vond het immers bedenkelijk dat safe.brussels op die manier toegang had tot politiegegevens.

Sindsdien heb ik al meermaals de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken aangeschreven. In september 2022 wees ik hen nog op de nuttige bijdrage van het Brussels Gewest en safe.brussels aan de aanpak van extremisme en terrorisme. Ik herhaal ook telkens dat we graag strategische, gewestelijk opererende LIVC's zouden oprichten onder leiding van safe.brussels, uiteraard in overleg met de burgemeesters.

Ik heb nog geen antwoord gekregen, maar ik zie toch een en ander bewegen. Zo zei de minister van Justitie op 14 november 2022 in een gemeenschappelijke Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Justitie dat er meer informatie moest worden uitgewisseld via de LIVC's en dat de federale regering daartoe het initiatief zou nemen.

Daarop heb ik er bij de minister opnieuw op aangedrongen werk te maken van de beloofde samenwerkingsovereenkomst, zodat safe.brussels een gewestelijke LIVC bijeen kan roepen. Ik hoop de komende maanden vooruitgang te boeken; ook de minister van Binnenlandse Zaken heeft ondertussen te kennen gegeven dat ze vooruit wil.

Ondertussen blijft safe.brussels tweemaandelijks het multidisciplinaire gewestelijk platform radicalisering-polarisering organiseren. Daar worden goede praktijken uitgewisseld over een hele resem thema's, zoals extreemrechts, extreemlinks of sekten.

In het kader van een projectoproep subsidieert het gewest voorts nog verschillende vzw's die de strijd aanbinden tegen polarisering en krijgen ook de politiezones financiële steun van het gewest.

Share
12:54 § 337 → Video
Share

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Il y a des problèmes de transmission d'informations et chacun doit assumer ses responsabilités, sans rejeter la faute sur d'autres niveaux de pouvoir. Chacun doit prendre ses responsabilités dans le cadre de cette problématique. Le dernier suivi des CSIL radicalisme devait avoir lieu à Evere, votre commune, dont on peut se demander si elle en comprend le principe.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Que cela soit Evere me laisse totalement indifférent. Je traite toutes les communes de la même manière. Je ne suis pas le représentant d'une commune en particulier au niveau régional. Si vous ne l'avez pas encore compris, c'est que vous n'avez pas compris grand-chose à la manière dont je fonctionne. Il n'y a pas de traitement différencié entre les communes. Je ne suis même pas informé de ce qui se passe ou de ce qui ne se passe pas. Je suis à 100 % concentré sur mon rôle régional, point à la ligne.

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Quoi qu'il en soit, toutes les communes bruxelloises doivent être exemplaires en la matière et se réunir avec les différents acteurs. Ne faudrait-il pas travailler davantage de concert avec l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace notamment, qui pourrait aller à la rencontre du niveau local et réexpliquer les enjeux d'une bonne coopération entre les services pour le suivi, la réintégration ou encore la détection précoce du phénomène de radicalisation ?

Le cas du 10 novembre dernier nous montre que les coopérations sont nécessaires et que travailler en silo dans son unique champ de compétences pose un problème. Aucune instance ne détient à elle seule la bonne solution. Il faut se parler, se connaître et échanger les informations. Il existe un arsenal législatif aux niveaux fédéral et régional, de même que des modalités sont mises en place au niveau communal. Cet arsenal est même complété au niveau des Communautés. Il faut que notre Région prenne ses responsabilités pour sensibiliser les acteurs locaux. Ceci relève de votre compétence, Monsieur le Ministre-Président.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- De informatie stroomt nog niet voldoende door. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen en stoppen met de zwartepiet door te schuiven.

De laatste opvolgvergadering van de LIVC-R's moest plaatsvinden in Evere, uw gemeente...

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Of dat nu in Evere is of elders, laat me volkomen koud. Ik behandel alle gemeenten gelijk, volledig gefocust als ik ben op mijn gewestelijke rol. Als u dat nog niet weet, kent u mij niet goed.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Hoe het ook zij, alle gemeenten zouden een voorbeeldrol moeten spelen en geregeld alle betrokkenen rond de tafel brengen. Misschien zou het goed zijn als het OCAD er weer nauwer bij betrokken wordt en nogmaals aan de gemeenten uitlegt hoe belangrijk een goede samenwerking is voor de vroegtijdige opsporing, opvolging en re-integratie inzake radicalisme.

De tragische gebeurtenissen van 10 november hebben ons laten zien waartoe het kan leiden als iedereen op zijn eilandje blijft werken. Federaal, gewestelijk, gemeentelijk en zelfs op het niveau van de gemeenschappen bestaat er een heel wetgevend arsenaal dat het mogelijk maakt te overleggen en informatie uit te wisselen.

Share
12:57 § 343 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je veux même aller plus loin. C'est la raison pour laquelle j'ai demandé aux ministres de l'Intérieur et de la Justice de pouvoir établir un accord de coopération nous permettant d'être un acteur régional et d'assurer une vraie coordination dans ces matières, et pas seulement de faire de la sensibilisation.

C'est safe.brussels qui a été éjecté des CSIL, parce qu'il a été considéré que nous ne devions pas avoir accès à une série de données ! Je ne rejette aucune responsabilité sur qui que ce soit, mais nous demandons depuis des mois que le cadre légal soit modifié pour permettre, au travers d'une modification de la loi et d'un accord de coopération, à la Région, d'être un acteur opérationnel dans le cadre des CSIL et de pouvoir assurer une coordination régionale plus ambitieuse que le simple fait de vérifier que tout fonctionne bien dans les dix-neuf communes.

Mme Aurélie Czekalski (MR).- La philosophie même d'une CSIL radicalisme , c'est d'être le plus proche possible de la personne concernée et de son lieu de vie. C'est donc le niveau local.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je n'ai pas dit que c'était pour se substituer au niveau local, mais pour faire de la coordination, il faut parfois ajouter un étage supplémentaire. Cela ne signifie pas qu'il faut supprimer les CSIL locales. Absolument pas.

On n'a de cesse, dans cette commission, de m'interroger sur la coordination et ses manquements, mais lorsque je prends une initiative pour que nous soyons plus opérationnels, on se montre également réticent !

- L'incident est clos.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik wil zelfs nog verder gaan. Daarom heb ik er bij de federale regering op aangedrongen een samenwerkingsovereenkomst uit te werken en de gewestelijke coördinatie van de LIVC's te mogen opnemen, in plaats van alleen maar rond bewustmaking te werken en te kijken of alles een beetje loopt binnen de negentien gemeenten.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Het hele idee van een LIVC-R is net om zo dicht mogelijk op de betrokkene en zijn leefomgeving te zitten. Dat is bij uitstek een rol voor de gemeenten.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Deze commissie heeft altijd maar kritiek op de zogezegd gebrekkige gewestelijke coördinatie, maar als ik dan eens een ferm initiatief in die richting neem, is het weer niet goed! Ik heb overigens niet gezegd dat de LIVC's weg moeten bij de gemeenten, ik wil ze alleen beter coördineren.

- Het incident is gesloten.

Share
12:59 § 351 → Video
Share

Demande d'explications de M. Ahmed Mouhssin

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la politique de prévention des abus de faiblesse dont sont victimes les personnes âgées en Région bruxelloise.

Vraag om uitleg van de heer Ahmed Mouhssin

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het beleid ter voorkoming van misbruik van de zwakke toestand van ouderen in het Brussels Gewest.

Share
13:00 § 357 → Video
Share

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Depuis 2012, quiconque abuse de la faiblesse d’une personne pour l’amener à poser un acte portant gravement atteinte à son intégrité physique ou mentale, ou à son patrimoine est punie pénalement aux termes de l'article 442 quater du Code pénal. Celui-ci le définit comme « quiconque aura, alors qu'il connaissait la situation de faiblesse physique ou psychique d'une personne, altérant gravement la capacité de discernement de cette personne, frauduleusement abusé de cette faiblesse pour conduire cette personne à un acte ou à une abstention portant gravement atteinte à son intégrité physique ou mentale ou à son patrimoine ».

Énéo, mouvement social des aînés, a relevé en 2012 plusieurs facteurs susceptibles d’exposer plus facilement les personnes âgées à l’abus de faiblesse.

D’abord, de nombreux aînés vivent seuls. Ils sont donc moins en mesure de demander l’opinion d’un tiers quand ils sont chez eux, par exemple avant de prendre une décision potentiellement coûteuse. En outre, cet isolement peut s’accompagner de solitude. En pareil cas, les aînés deviennent friands de tout contact humain, ce qu’une personne mal intentionnée peut facilement exploiter. Et comme ils ne travaillent généralement plus, les aînés passent plus de temps à leur domicile. Il est donc plus aisé de les joindre par téléphone ou en sonnant à leur porte.

Ensuite, les aînés sont pressentis par de nombreux malfaiteurs comme ayant accumulé des économies, ce qui en fait des cibles de choix. Ces visites à domicile, coups de téléphone ou publicités trompeuses sont des moyens d’amadouer les seniors et de leur soustraire de l’argent sans qu’ils aient connaissance des manœuvres frauduleuses dont ils sont victimes. Les méthodes utilisées pour abuser de leur faiblesse sont réfléchies et subtiles, et il est parfois difficile de les détecter. Il est essentiel de protéger nos aînés face à ce type d’agissements et de développer des politiques en la matière. Le plan global de sécurité et de prévention (PGSP) relève plusieurs éléments en matière de sécurité des seniors.

Dans la première thématique du plan, « Intégrité physique et psychique des personnes », il est mentionné qu'« une attention particulière sera également accordée aux publics vulnérables qui peuvent être victimes de violence et qui ont un accès moins aisé aux services d’aide et de police ».

La thématique 5 du même PGSP aborde les atteintes aux biens, qui comprennent les vols et les extorsions diverses ainsi que les dégradations aux biens mobiliers et immobiliers. Il s’agit des infractions les plus courantes, qui correspondent à plus de 85 % des procès-verbaux dressés par les services de police. Dans le volet prévention de cette thématique, l'une des mesures du plan consiste à « uniformiser les supports de campagne de prévention et leur communication homogène au niveau de la Région de Bruxelles-Capitale, notamment concernant les communications conjointes des six zones de police sur des thématiques de prévention pour des publics cibles, par exemple les seniors victimes de cambriolages par ruse (...) ».

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Sinds 2012 is wie doelbewust misbruik maakt van de zwakheden van een persoon, strafbaar.

Énéo, een sociale beweging voor ouderen, wees in 2012 op meerdere factoren waardoor hun doelpubliek gemakkelijker het slachtoffer wordt van dergelijk misbruik.

Om te beginnen leven veel ouderen alleen, wat maakt dat ze minder snel de mening van iemand anders vragen als ze een beslissing moeten nemen die hun mogelijk veel geld kan kosten. Sommigen zijn bovendien eenzaam, en daar kunnen personen met slechte bedoelingen gemakkelijk misbruik van maken. Aangezien de meesten niet meer werken, zijn ze bovendien vlot telefonisch of aan huis te bereiken.

Oplichters zien ouderen ook als een groep die over een spaarpotje beschikt, dat ze hun graag zouden ontfutselen. Ze doen dat op een doordachte, subtiele manier, waardoor ze vaak moeilijk te ontmaskeren zijn. Er is dan ook een beleid nodig dat ouderen tegen dergelijke oplichters beschermt.

In het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) wordt het thema bescherming van senioren meermaals genoemd. Het gewest wil bijvoorbeeld meer uniformiteit in de preventiecampagnes tegen oplichting.

Share
13:03 § 359 → Video
Share

Selon nos informations, il n’existe pas de données précises concernant les abus de faiblesse spécifiques aux personnes âgées en Région bruxelloise. Je souhaiterais dès lors quelques éclaircissements sur la politique menée en la matière.

Comment sont collectées les données relatant les abus de faiblesse dont sont victimes les seniors en Région bruxelloise ?

Quels outils de prévention et de sensibilisation sont-ils mis en place à destination des seniors, par les services de police ou autres ?

Puisque le PGSP accorde une attention particulière aux publics vulnérables, comment l’accès aux services d’aide et de police est-il facilité pour les seniors victimes d’abus de faiblesse ? Comment sont-ils accompagnés ? Cela nous renvoie aussi au débat sur la fracture numérique.

Comment safe.brussels organise-t-il l'uniformisation des supports de campagne de prévention et l’homogénéité de la communication au niveau de la Région ?

Quelles initiatives locales de sensibilisation sont-elles mises en place au sein des communes ? Quelles concertations ont-elles lieu entre celles-ci et safe.brussels ? Uccle, par exemple, réalise un travail très pointu sur le sujet.

Heeft het gewest gegevens over dergelijk misbruik van Brusselse ouderen? Hoe worden die gegevens verzameld?

Met welke preventie- en bewustmakingsmiddelen proberen politie en andere diensten dergelijke misbruiken te voorkomen?

Op welke manier trachten hulpdiensten en politie vlot bereikbaar te zijn voor ouderen die het slachtoffer worden van malafide personen? Welke begeleiding krijgen zij? Hier komt ook de kwestie van de digitale kloof om de hoek kijken.

Hoe brengt safe.brussels meer uniformiteit in de preventiecampagnes en de gewestelijke communicatie? Welke bewustmakingsacties voeren de gemeenten? Overleggen zij met safe.brussels?

Share
13:05 § 361 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les statistiques des procès-verbaux dressés en vertu de l’article 442 quater du Code pénal sont reprises dans la section « Infractions contre les autres valeurs morales et sentiments » des rapports élaborés par la police fédérale, qui recensent le nombre total de faits enregistrés dans la banque nationale générale, tant par la police locale que fédérale.

Pour l’ensemble du territoire régional, on relève que, pour 2021, 27 faits qualifiés d'abus de faiblesse de personne ont été enregistrés. Dans le cadre de l’évaluation intermédiaire du plan de lutte contre les violences faites aux femmes, plus particulièrement à l’occasion de mon exposé du 4 octobre dernier en commission de l'Égalité des chances et des Droits des femmes, j’ai souligné qu’une réflexion globale était en cours au sein de la police intégrée au sujet de la structure même des procès-verbaux ainsi qu’en matière d’enregistrement des informations policières.

En effet, si vous consultez l’ensemble des statistiques disponibles en ligne, vous constaterez par exemple qu’il est très difficile d’établir une image ciblée sur les seniors en tant que victimes de faits criminels ou délictueux. Il est donc malaisé de pouvoir suivre correctement certains phénomènes. La compétence étant fédérale, la ministre de l’Intérieur a indiqué à plusieurs reprises qu’un travail de réflexion visant à des améliorations concrètes était mené au sein du projet fédéral i-Police, financé par les subsides européens pour la relance. Ce projet, qui ne devrait pas être mis en œuvre avant 2025 ou 2026, tend à refondre l'outil statistique afin de donner une image plus précise des faits.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- In 2021 werden in het hele gewest 27 feiten gemeld die onder misbruik van de zwakheid van een persoon vallen.

De geïntegreerde politie onderzoekt momenteel hoe ze de informatie in haar processen-verbaal en de registratie van de politionele inlichtingen kan verfijnen. Het is momenteel immers moeilijk om uit de statistieken af te leiden of bij misdrijven senioren betrokken waren. Het betreft een federale bevoegdheid. Minister van Binnenlandse Zaken Verlinden liet weten dat er in het kader van het door Europa gesubsidieerde project i-Police aan een verfijning van de statistieken wordt gewerkt. Het project zal ten vroegste in 2025 klaar zijn.

Share
13:07 § 363 → Video
Share

Dans le cadre de ses missions, safe.brussels s'est penché spécifiquement sur les violences intrafamiliales (conjugales, envers les enfants et les personnes âgées) pendant le premier confinement sanitaire. Cette étude inédite comprend un ensemble de données quantitatives et qualitatives en matière de violences intrafamiliales couvrant la période du 16 mars 2020 au 17 mai 2020.

Plusieurs enseignements peuvent déjà être tirés de cette étude. Tout d’abord, les personnes âgées peuvent également être victimes de violences intrafamiliales sous forme de violences conjugales ou de violences exercées par un descendant. Ensuite, ces violences sont moins liées au genre que pour les tranches d’âge inférieures, et les victimes de plus de 60 ans représentent 1 à 4 % des victimes répertoriées selon les zones. Enfin, dans le contexte du confinement, le nombre d’appels téléphoniques a augmenté de plus de 50 %, principalement pour des situations en maison de repos, probablement en raison de l’anxiété relative à la situation des personnes âgées isolées.

D’autres études seront encore menées à l’avenir sur la base d’une planification et des priorités déterminées par les partenaires.

Concernant les outils de prévention et de sensibilisation en matière d’abus de faiblesse, les zones de police bruxelloises sont mobilisées en partenariat avec les communes. Les zones de police participent à de nombreuses initiatives communales telles que semaine et salon des aînés, séances d’information, publication de dépliants, et cours de cybersécurité.

Afin de promouvoir l’accès aux services d’aide et de police, sous la thématique 1 du plan global de sécurité et de prévention, safe.brussels a travaillé avec ses partenaires sur les différents phénomènes qu’elle recouvre et sur des projets spécifiques. On peut citer l’accueil et la sensibilisation des victimes dans le cadre des problématiques de violences intrafamiliales. Il en va de même en matière de violences sexuelles et de harcèlement. Ces thématiques concernent également les seniors puisqu’ils sont malheureusement souvent victimes de violences intrafamiliales ou sexuelles. Les statistiques du centre de prise en charge des violences sexuelles indiquent en effet que l’âge des victimes va au-delà de 80 ans.

Au surplus, si les abus de faiblesse à l’égard des aînés ne font pas l’objet de projets spécifiques, cette problématique est néanmoins systématiquement rencontrée dans tous les projets menés et financés par la Région :

antenne de sécurité intégrée au niveau local , qui rapproche les citoyens des services de sécurité et prévention ;

- le financement du cybercentre régional ;

- l'organisation, en collaboration avec la direction de la sécurité locale intégrale de la direction générale Sécurité et Prévention du SPF Intérieur, de formations en matière de technoprévention destinées aux agents et policiers afin ensuite de mener des actions de sensibilisation sur la sécurisation des habitations ;

- et le relais des diverses actions de sensibilisation menées par le SPF Intérieur. On peut citer les campagnes « 1 jour sans » ou les opérations « Rosace » et le site internet BeSafe, mis en place par la direction Sécurité et Prévention du SPF Intérieur, qui rassemble une série d’informations en matière de sécurité et de prévention, dont certaines thématiques intéressent les seniors : les vols par ruse, les escroqueries en ligne, etc.

Safe.brussels bestudeerde tijdens de eerste lockdown een aantal kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over intrafamiliaal geweld in de periode tussen 16 maart 2020 en 17 mei 2020. Daaruit blijkt dat ook ouderen getroffen worden door die vorm van geweld. Intrafamiliaal geweld tegenover ouderen is minder gendergebonden dan bij jongere generaties. Slachtoffers ouder dan 60 jaar maken 1 tot 4% van de slachtoffers uit van deze vorm van geweld uit. Ten slotte nam tijdens de lockdown het aantal telefoonoproepen met 50% toe. Ze betroffen vooral situaties in rusthuizen, waarschijnlijk omdat ouderen in hun geïsoleerde situatie met angst te maken kregen.

In de toekomst zullen nog andere studies volgen.

De politie en de gemeenten werken samen aan preventie en bewustmaking rond misbruik van zwakheden. Het gaat dan bijvoorbeeld over informatiesessies, folders of vormingen inzake cyberveiligheid.

Safe.brussels werkte met zijn partners samen rond een vlottere toegankelijkheid van de politiediensten, ook voor ouderen die het slachtoffer worden van bijvoorbeeld intrafamiliaal geweld, stalking of seksuele aanranding.

Er bestaan geen specifieke projecten rond misbruik van zwakheden bij ouderen, maar de problematiek komt wel systematisch voor in door het gewest gesteunde projecten, waaronder de lokale geïntegreerde veiligheidscentra en het gewestelijk cybercentrum. We steunen ook de samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken om ouderen te sensibiliseren voor een betere beveiliging van hun huis en om ze alerter te maken voor oplichting en afpersing.

Share
13:09 § 365 → Video
Share

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ma question trouve son origine dans le débat en commission de l'Égalité des chances et des Droits des femmes, au cours duquel vous avez souligné le manque de chiffres relatifs aux violences faites aux personnes âgées.

J'entends qu'un grand chantier doit être mis en œuvre. Je vais analyser vos réponses, mais je crois véritablement qu'une réflexion doit être menée. Je remarque, par exemple, que de nombreux sondages n'interrogent pas les personnes de plus de 75 ans, qui sont donc mises sur le côté, sans qu'on le remarque.

Je constate aussi que des faits divers, tels que des viols de personnes âgées dans des maisons de repos ou des hôpitaux, ne suscitent pas autant de réactions que lorsque les victimes sont jeunes. Il y a là un décalage et nous devons y être attentifs.

L'après-Covid-19 a produit des effets négatifs, mais nous amènera peut-être à être plus attentifs aux personnes du troisième âge et à nous rendre compte que nous avons une responsabilité à leur égard.

- L'incident est clos.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- U zei in de commissie voor Gelijke Kansen en Vrouwenrechten dat er geen cijfers zijn over geweld tegenover ouderen. Bij allerlei peilingen worden mensen boven de 75 ook over het hoofd gezien. Wanneer ouderen het slachtoffer worden van bedrog of geweld, wekt dat bovendien veel minder verontwaardiging op dan wanneer dat jongere personen overkomt. Er is duidelijk nog veel werk, want we hebben een grote verantwoordelijkheid tegenover deze leeftijdsgroep.

- Het incident is gesloten.

Share