Logo Parlement Buxellois

Commissie voor Financiën: vergadering van 16 januari 2023

14:52 § 103 → Video
Share

Présidence : M. Rachid Madrane, président.

Voorzitterschap: de heer Rachid Madrane, voorzitter.

Share
15:18 § 109 → Video
Share

Interpellatie van de heer Dominiek Lootens-Stael

tot de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende de impact van vroegere regeringsbeslissingen over het doorbetalen van salarissen aan gewestelijke topambtenaren.

Interpellation de M. Dominiek Lootens-Stael

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant l'incidence de décisions antérieures du gouvernement sur la poursuite du versement des salaires des hauts fonctionnaires régionaux.

Share
15:18 § 111 → Video
Share

Interpellation jointe de M. David Leisterh

concernant les hauts fonctionnaires bruxellois qui sont assurés de garder leur salaire à vie après dix ans de mandat.

Toegevoegde interpellatie van de heer David Leisterh

betreffende de Brusselse topambtenaren die hun salaris levenslang behouden na tien jaar in functie.

Share
15:18 § 113 → Video
Share

Toegevoegde interpellatie van mevrouw Cieltje Van Achter

betreffende het loonbehoud voor topambtenaren na een mandaat van 10 jaar.

Interpellation jointe de Mme Cieltje Van Achter

concernant le maintien du salaire des hauts fonctionnaires après dix ans de mandat.

Share
15:18 § 115 → Video
Share

Interpellation jointe de Mme Françoise De Smedt

concernant les salaires « à vie » des directeurs et directrices des administrations publiques.

Interpellation jointe de M. John Pitseys

concernant le régime de sortie pour les agents mandataires de l'administration régionale bruxelloise.

Interpellation jointe de M. Emmanuel De Bock

concernant le bénéfice et le maintien actuel de salaire à vie de mandataires à des fonctionnaires après l'exercice de leur mandat et l'évaluation du système de mandats.

Toegevoegde interpellatie van mevrouw Françoise De Smedt

betreffende de "levenslange" wedden van directeurs van overheidsbesturen.

Toegevoegde interpellatie van de heer John Pitseys

betreffende de uittredingsregeling voor de gemandateerde personeelsleden van de Brusselse gewestelijke besturen.

Toegevoegde interpellatie van de heer Emmanuel De Bock

betreffende het voordeel en het huidige behoud van de levenslange wedde voor gemandateerde ambtenaren na uitoefening van hun mandaat en de evaluatie van het mandatensysteem.

Share
15:20 § 121 → Video
Share

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Op 5 en 6 januari berichtten de media over twee leidend ambtenaren die, na afloop van de opdracht die ze tien jaar of langer hebben uitgevoerd, worden doorbetaald.

Dat is het gevolg van een beslissing uit 2014 die bepaalt dat ambtenaren van wie het mandaat na een periode van tien opeenvolgende jaren met gunstige evaluaties eindigt, de salarisschaal behouden die ze aan het einde van hun mandaat genoten. Ze behouden dus hun topambtenarensalaris tot aan hun pensioen.

Het is logisch dat personen met belangrijke functies die hun job goed uitvoeren, een passend salaris krijgen. Er zijn immers grote verantwoordelijkheden aan verbonden. Maar dat ze dat salaris blijven ontvangen na de stopzetting van hun functie, is dat zeker niet. Voor de meeste leidend ambtenaren dient zich een andere topfunctie aan. Voor sommigen moet er blijkbaar een al dan niet nuttige topfunctie gecreëerd worden.

Competente ambtenaren moeten een gepast salaris krijgen, maar bij dit systeem, dat volgens de media op een Win for Life lijkt, rijzen heel wat vragen, om niet te zeggen dat het onaanvaardbaar is.

Zonder georganiseerd lek vanuit de meerderheid zouden de feiten niet aan het licht zijn gekomen. De transparantie over het rekruterings- en loopbaanbeleid is blijkbaar al jaren zoek. Het parlement weet niet hoe dat in zijn werk gaat. De reactie van de publieke opinie toont aan dat de gang van zaken een smet werpt op het bestuur en de politieke klasse in Brussel.

De regering moet een duidelijk signaal geven dat ze een eind wil maken aan het cliëntelisme en de vriendjespolitiek die nu naar boven komen. Ik pleit voor een systeem waarbij elke parlementaire fractie en elk parlementslid een duidelijk beeld krijgt van het personeelsbeleid voor hogere ambtenaren. Het moet nu maar eens gedaan zijn met de achterkamertjespolitiek.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Il a récemment été question dans les médias de deux hauts fonctionnaires qui, en vertu d'une décision de 2014, conserveront leur rémunération à l'issue de leur mandat de dix ans ou plus.

Il est logique que les personnes qui occupent des postes à responsabilités reçoivent une rémunération appropriée. Mais qu'ils continuent à la recevoir après avoir quitté leur emploi ne l'est absolument pas. Ce système inacceptable soulève donc de nombreuses questions.

L'absence de transparence sur les politiques de recrutement et de carrière entache la classe politique bruxelloise. Le gouvernement doit montrer qu'il veut mettre fin au clientélisme et au copinage. Je demande dès lors un système qui reflète clairement la politique du personnel pour les hauts fonctionnaires.

Share
15:23 § 123 → Video
Share

Ik hoop dat de minister die kans niet laat liggen. Transparantie is nodig om het vertrouwen van het publiek te herstellen.

Dit systeem werd blijkbaar opgezet om getalenteerde kandidaten een aantrekkelijke loopbaan te kunnen bieden. Dat legt een onderliggend probleem bloot. Goed functionerende ambtenaren lopen namelijk het risico om bij een regeringswissel op een zijspoor te worden gezet om louter politieke redenen. Dat is ook de verklaring die leden van de meerderheid mij geven.

Het kan niet de bedoeling zijn dat mensen met bepaalde talenten, die hun werk goed doen, op een zijspoor terechtkomen als er een minister aantreedt van een andere politieke kleur. Als dat wel het geval is, maakt dat nog maar eens duidelijk hoe erg het is gesteld met de politieke greep op het ambtenarenapparaat. Daar moet iets aan gedaan worden.

Dikwijls wordt een dergelijke behandeling van ambtenaren verbloemd door te wijzen op een zogenaamde breuk in het vertrouwen tussen de ambtenaar en de verantwoordelijke minister. In het geval van een negatieve evaluatie kan de regering echter ingrijpen.

Naar verluidt zou de achtergrond die ik hier schets, hebben meegespeeld in het tot stand komen van de regeling. Of dat ook de achtergrond is van de twee concrete dossiers waarmee we te maken hebben, weet u beter dan ik. Ik vind het echter wel bijzonder vreemd dat meteen de alarmbel wordt geluid wanneer het over twee Nederlandstalige ambtenaren gaat. Ik heb gehoord dat het hier om wraak gaat, omdat enkele politieke benoemingen niet zijn kunnen doorgaan. Als het publiek dat allemaal zou weten, zou dat een zeer slechte indruk geven van het functioneren van de Brusselse instellingen.

Deze kwestie kunnen we beschouwen als het topje van de ijsberg in een scheefgegroeid beleid rond loopbanen van belangrijke ambtenaren. Jammer genoeg speelt de politieke kleur vaak een rol in het loopbaandossier, meer dan deskundigheid en ervaring. Misschien is dat een typisch Belgische ziekte, maar ik vrees dat deze ziekte in het Brussels Gewest bovengemiddeld vaak toeslaat. Dat is een slechte zaak voor het imago van onze instellingen en de kwaliteit van het beleid.

La transparence est indispensable pour rétablir la confiance du public.

Certes, nous ne pouvons permettre que des personnes qui possèdent des compétences particulières et font correctement leur travail soient mises sur la touche lorsqu'un ministre d'un autre bord politique prend ses fonctions. Apparemment, ce contexte est à l'origine du régime en cause.

Je trouve néanmoins particulièrement étrange que l'on tire immédiatement la sonnette d'alarme lorsqu'il s'agit de deux fonctionnaires néerlandophones. J'ai entendu dire qu'il s'agissait d'une vengeance, parce que certaines nominations politiques n'avaient pas pu avoir lieu.

Cette question peut être considérée comme la partie émergée de l'iceberg d'une politique dévoyée en matière de carrières de hauts fonctionnaires. Elle met à mal l'image de nos institutions et la qualité des politiques.

Share
15:26 § 125 → Video
Share

De regeling moet afgeschaft worden, maar daarmee is het onderliggende probleem niet opgelost. We moeten aan een andere leiderschapscultuur en loopbaanorganisatie in de administratie werken.

Een andere reden waarom er zo veel verontwaardigde reacties komen, is dat het systeem de gewestelijke overheid geld kost. Die kosten vallen niet te rijmen met de rampzalige toestand waarin de schatkist zich bevindt.

U hebt intussen het kostenplaatje geminimaliseerd en liet weten dat u hervormingen wilt doorvoeren. Er rest u niet veel tijd, dus het valt te bezien wat daar nog van komt. Ik stel voor dat u het ijzer smeedt terwijl het heet is en nog voor de zomer met maatregelen naar het parlement komt. U moet het hele proces van bevordering, aanstelling en evaluatie onder de loep nemen. Het is bijvoorbeeld erg vreemd dat de regering de evaluaties van de onafhankelijke commissie gewoon terzijde kan schuiven. Zo blijft er van die onafhankelijkheid niets over. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.

Hoe zorgt u ervoor dat evaluaties objectief verlopen? Hoe ziet u de hervorming en hoe pakt u ze aan? Is er nog tijd voor een doorlichting of zijn eerdere doorlichtingen nog bruikbaar?

Wat zijn de geschatte salariskosten in beide dossiers? Zitten er nog andere voormalige topambtenaren in dezelfde situatie? Hoeveel topambtenaren zijn aan hun tweede mandaat bezig en komen na afloop in het systeem terecht? Grijpt u nog tijdig in of mogen we vaker toestanden verwachten waarin de belastingbetaler onterecht voor de kosten opdraait?

Hoe evalueert u het systeem? Hebt u voorbeelden van perverse effecten, zoals beïnvloeding van de beoordeling van de ambtenaren waardoor de topfunctie onterecht tot vijf jaar wordt beperkt? Zijn er mensen opzijgeschoven vanwege hun politieke kleur of na politieke inmenging?

Wanneer zal het probleem opgelost zijn?

En outre, le système coûte cher au gouvernement. Ce coût est incompatible avec l'état désastreux des finances régionales.

Vous avez fait part de votre intention de mettre en œuvre des réformes. Je vous suggère de battre le fer tant qu'il est chaud et de proposer des mesures au Parlement avant l'été.

Comment s'assurer de l'objectivité des évaluations ? Comment voyez-vous la réforme et comment l'abordez-vous ?

Quels sont les coûts salariaux estimés dans les deux dossiers ? Y a-t-il d'autres anciens hauts fonctionnaires dans la même situation ? Combien de hauts fonctionnaires exercent-ils leur second mandat et seront-ils concernés à la fin de celui-ci ?

Des personnes ont-elles été mises à l'écart en raison de leur appartenance politique ou à la suite d'interférences politiques ?

Quand le problème sera-t-il résolu ?

Share
15:30 § 127 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Comme vous le savez, il y a un peu plus de dix ans, la Région bruxelloise a mis en place un système de mandats pour les hauts fonctionnaires. Ce système permet notamment aux dirigeants des administrations bruxelloises de conserver à vie leur rémunération à l’issue de leur mandat, à la condition d'avoir exercé leurs fonctions pendant plus de dix ans.

Les premiers cas concrets ont été récemment signalés au gouvernement : deux hauts fonctionnaires bruxellois ont été en poste pendant une décennie. Ils pourraient donc, théoriquement, conserver leur salaire à vie. Il me revient que leur traitement annuel brut s’élèverait au moins à 120.000 euros.

Par ailleurs, il semblerait que pour éviter de rémunérer deux hauts fonctionnaires sans leur accorder de responsabilités, le gouvernement ait trouvé une esquive. L’ancien directeur de Bruxelles Économie et Emploi deviendrait le nouveau coordinateur Ukraine à Bruxelles et l’ancienne directrice de Bruxelles Développement urbain - maintenant Bruxelles Logement - se verrait offrir un poste créé pour l’occasion, à savoir celui de « directrice-cheffe de service pour le pilier de Bruxelles Synergie ».

Face à cette situation, le groupe MR estime que cette séquence est l’illustration parfaite de tout ce qui dysfonctionne dans l’administration bruxelloise. Nous déplorons un manque de transparence criant sur les statuts et les avantages perçus en marge de la prise de fonction des hauts fonctionnaires. Nous dénonçons également ce que nous considérons comme de véritables parachutages des dirigeants d’administrations bruxelloises à des postes soit créés pour l’occasion, soit pour lesquels ils ne peuvent apporter la preuve de leurs qualifications pour l’exercice de ces postes.

Enfin, d’un point de vue plus général, le groupe MR tient aussi à dénoncer cette décision alors que le gouvernement est en pleine tempête budgétaire. Il s’agit en l'occurrence d'une mauvaise gouvernance et nous demandons qu'il soit mis fin à ce régime.

Qu’est-ce qui justifie, sur le plan professionnel, qu’un haut fonctionnaire de la Région bruxelloise puisse conserver à vie sa rémunération après dix ans de mandat ?

Le gouvernement étudie-t-il la possibilité de mettre fin à ce système ? Le cas échéant, quand le gouvernement prévoit-il d’adopter les arrêtés nécessaires ?

Pourriez-vous nous fournir une liste exhaustive de tous les avantages perçus par les hauts fonctionnaires lorsqu’ils entrent en fonction ainsi que lorsqu’ils quittent leurs fonctions ?

Pourriez-vous nous fournir les profils de fonction des deux postes désormais occupés par les deux hauts fonctionnaires auxquels j’ai fait référence ? Plus spécifiquement, il s’agit des postes « coordinateur Ukraine » et « directrice-cheffe de service pour le pilier de Bruxelles Synergie ».

Comment expliquez-vous que ces deux postes aient été pourvus par les deux hauts fonctionnaires ? Quelles sont les compétences et expériences pertinentes justifiant que ces postes leur soient attribués ? Le gouvernement étudie-t-il la possibilité d’annuler sa décision de nommer les hauts fonctionnaires à ces postes ?

J'aurais dû ajouter une dernière question : des cas similaires ont-ils été observés pour d'autres barèmes ces dix dernières années ? Si vous n'avez pas la réponse à cette question aujourd'hui, je vous adresserai une question plus spécifique à ce sujet.

De heer David Leisterh (MR).- Tien jaar geleden voerde het Brussels Gewest een systeem van mandaten in waardoor hoge ambtenaren hun wedde levenslang kunnen behouden, op voorwaarde dat ze hun functie ten minste tien jaar hebben uitgeoefend. Nu dienen de eerste twee concrete gevallen zich aan. Het gaat om ambtenaren die minstens 120.000 euro bruto per jaar verdienden. Om dat toch op de een of andere manier te verantwoorden, heeft men hun nu nieuwe verantwoordelijkheden toevertrouwd. Daarvoor zijn snel-snel wat functies in het leven geroepen.

De MR-fractie betreurt zulke constructies. Ze illustreren alles wat er fout loopt in de Brusselse administratie, met haar absolute gebrek aan transparantie en haar vriendjespolitiek.

Hoe valt te rechtvaardigen dat iemand levenslang zijn wedde behoudt? Overweegt u het systeem op te doeken? Wanneer volgen er uitvoeringsbesluiten in die zin?

Welke andere voordelen krijgen hoge ambtenaren nog?

Wat zijn de profielen van de functies die nu speciaal gecreëerd zijn voor de voormalige directeur van Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) en de voormalige directrice van Brussel Huisvesting? Beschikken zij over de juiste kwalificaties voor de nieuwe functies? Overweegt de regering de beslissing terug te draaien?

Hebt u weet van vergelijkbare situaties voor andere loonschalen?

Share
15:33 § 129 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Le Soir meldde dat statutair benoemde topambtenaren van wie het mandaat na tien jaar ten einde komt, de garantie krijgen op behoud van loon tot aan hun pensioen. Dat systeem kreeg in de pers en op sociale media meteen veel kritiek.

Dat is uiteraard niet onbegrijpelijk, want het verplicht de overheid ertoe topambtenaren in dienst te houden, zelfs wanneer er op dat moment geen vacante topfuncties zijn. Dat kan dan weer leiden tot vreemde constructies om de betrokkenen zinvol werk te geven. U pareerde de kritiek door te stellen dat de budgettaire impact beperkt is - al gaat het toch om 316.000 euro per jaar - en door aan te kondigen dat u het systeem in zijn geheel zult hervormen.

Ik ondervroeg u al meermaals over het personeelsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat hangt voor mij samen met de kwestie van de statutaire benoeming. Die statutaire functies zijn geleidelijk geëvolueerd tot mandaatfuncties en net met die functies doet het huidige probleem zich voor.

Eind december wist u me te vertellen dat de regering prioritair zal inzetten op de statutaire aanwerving van personeel. Nochtans brengt dat veel problemen met zich mee. Zo is het nagenoeg onmogelijk om mensen te ontslaan, belemmert het de arbeidsmobiliteit en levert het bizarre constructies op om mensen toch maar in dienst te houden en van werk te voorzien. Wat mij betreft is dat geen gezonde manier om de administratie te runnen en moeten we meer flexibiliteit en een moderner personeelsbeleid invoeren in de administratie.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Le système que viennent d'évoquer mes collègues a été largement critiqué dans la presse et sur les réseaux sociaux. Vous avez répondu aux critiques en affirmant que l'incidence budgétaire était limitée et que vous alliez réformer le système en profondeur.

Pour moi, la situation actuelle est liée à la question de la nomination statutaire. Ces postes statutaires se sont progressivement transformés en fonctions de mandat, et c'est là que le bât blesse.

Fin décembre, vous m'avez dit que le gouvernement allait accorder la priorité aux recrutements statutaires. Pour moi, ce n'est pas la solution : nous devons intégrer davantage de flexibilité dans l'administration et adopter une politique du personnel plus moderne.

Share
15:36 § 131 → Video
Share

Hoe wilt u de loonregeling hervormen voor topambtenaren van wie het mandaat afloopt? Wordt er ook aan andere aspecten van de rechtspositie van topambtenaren gesleuteld? Maakt u werk van de gelijkschakeling van de regels voor statutaire en contractuele mandaathouders?

Maakt de hervorming deel uit van een bredere denkoefening over het personeelsbeleid bij de gewestelijke overheid? Wordt de beslissing om prioritair statutaire ambtenaren aan te werven, kritisch bekeken?

Comment envisagez-vous de réformer le régime de rémunération des hauts fonctionnaires dont le mandat expire ? D'autres aspects du statut juridique des hauts fonctionnaires seront-ils également remaniés ?

La réforme s'inscrit-elle dans une réflexion plus large sur la politique des ressources humaines dans l'administration ?

Share
15:37 § 133 → Video
Share

Mme Françoise De Smedt (PTB).- Au début de ce mois de janvier, la presse a révélé la conséquence injustifiable des arrêtés du gouvernement réglant les statuts pécuniaires des agents des services publics régionaux et des organismes d'intérêt public, arrêtés pris par le gouvernement bruxellois de l’époque (PS-Ecolo-cdH-Open Vld-Groen-cd&v), en 2014. Celui-ci ouvre la possibilité, pour les directeurs de l’administration bruxelloise, après dix années de service, de recevoir un « salaire à vie », une fois leur dernier mandat achevé. Autrement dit, leur barème est maintenu jusqu’à leur départ à la retraite, même s’ils n'occupent plus ce poste à responsabilités.

Le gouvernement bruxellois suivant (PS-Défi-cdH-Open Vld-sp.a-cd&v) a par ailleurs maintenu ce statut d’exception. En effet, l’article 479 de l’arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 mars 2018 portant le statut administratif et pécuniaire des agents des services publics régionaux de Bruxelles prévoit une disposition similaire. D'autres rebondissements ont permis d'apprendre que ce privilège remontait encore à bien avant, avec une majorité comprenant cette fois le MR.

Cette possibilité aboutit actuellement aux situations communiquées dans la presse concernant au moins deux personnes qui perçoivent des barèmes de plus de 120.000 euros par an. Au vu du malaise créé, un poste sur mesure aurait été créé à Bruxelles pour justifier ces émoluments. Naît ainsi un système dans lequel des personnes étiquetées politiquement se retrouvent à la tête d'organismes publics, donc un monde de l'entre-soi qui s'octroie des privilèges.

Cette forme de privilège est en totale inadéquation, à plus d’un titre, avec la situation que connaît la grande majorité des travailleurs de notre pays. Ainsi, un travailleur salarié dont le contrat prend fin et qui se retrouve sans emploi peut bénéficier du système d’allocations de chômage pour lequel il a cotisé. Je rappelle, au passage, que plusieurs réformes ont conduit à une dégressivité toujours plus marquée des montants perçus.

Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- Begin deze maand onthulde de pers dat directeurs van de Brusselse administratie na tien jaar dienst een "levenslange wedde" ontvangen wanneer hun laatste mandaat erop zit. Ze behouden hun weddeschaal tot ze met pensioen gaan, ook al oefenen ze de functie niet meer uit.

Die regeling, die totaal niet te rechtvaardigen valt, is in 2014 ingevoerd door de vorige regering, maar de huidige regering behield het uitzonderingsstatuut.

Door de regeling zouden vandaag minstens twee personen een wedde van meer dan 120.000 euro per jaar ontvangen. Toen daarover ophef ontstond, werd een functie op maat gecreëerd om de bezoldiging te rechtvaardigen. Zo ontstaat een systeem waarin politieke vrienden aan het hoofd van overheidsdiensten worden aangesteld en privileges krijgen.

Die privileges steken schril af tegen de situatie van de overgrote meerderheid van de werknemers in ons land. Een werknemer van wie het contract afloopt, heeft recht op een werkloosheidsuitkering, maar door de opeenvolgende hervormingen daalt die uitkering steeds sneller.

Share
15:40 § 135 → Video
Share

Dans le régime normal des agents statutaires également, la situation que vous avez créée est totalement inédite. Tout autre agent de la fonction publique dont la fonction prend fin est réaffecté au sein de l’administration, mais évidemment pas sous un barème plus élevé que celui correspondant au poste réellement exercé. La déconnexion avec la réalité des travailleurs de notre pays est hallucinante et met les gens très en colère. Nous ne cessons d'être interpellés à ce sujet.

Ces privilèges doivent cesser, d’autant plus que ce gouvernement s’apprête, dans le même temps, à réaliser des économies dans la fonction publique avec le système Optiris. C'est une gifle pour les travailleurs de la fonction publique quand, d'un côté, des privilèges sont accordés aux directeurs et directrices et, de l'autre, des économies sont organisées dans cette même fonction publique.

Sachant que ces privilèges datent d'avant 2014, combien de personnes en bénéficient-elles ? Avez-vous prévu d’abroger dans l’immédiat l’article 509 de l’arrêté de 2014 et l’article 479 de l’arrêté du 21 mars 2018 ?

Avez-vous prévu de supprimer les postes créés sur mesure pour les anciens directeurs et directrices arrivant en fin de mandat, et de ne plus en créer à l’avenir ?

Enfin, avez-vous prévu, dans votre réforme, de réaffecter ces anciens directeurs et directrices mandataires au sein de la fonction publique en leur faisant bénéficier des mêmes règles de réaffectation que tout agent de la fonction publique ?

Ook in het normale ambtenarenregime is een dergelijke regeling volstrekt ongebruikelijk. Elke andere ambtenaar van wie de functie eindigt, wordt binnen de administratie overgeplaatst, maar uiteraard niet in een hogere schaal dan die welke overeenkomt met de werkelijk uitgeoefende functie.

Dergelijke privileges moeten ophouden, vooral nu deze regering zich opmaakt om met Optiris bezuinigingen door te voeren in het openbaar ambt.

Hoeveel mensen genieten dit bepaalde privilege? Bent u van plan de betrokken wetsbepalingen onmiddellijk op te heffen en de speciaal gecreëerde posten voor directeurs die het einde van hun ambtstermijn naderden, af te schaffen?

Zult u voortaan voor voormalige directeurs dezelfde overplaatsingsregels toepassen als voor elke andere werknemer in overheidsdienst?

Share
15:42 § 137 → Video
Share

M. John Pitseys (Ecolo).- Le 6 janvier dernier, le journal Le Soir relatait une décision du gouvernement concernant le sort de deux hauts fonctionnaires de l’administration régionale. Ceux-ci, conformément à ce qui est prévu dans le régime actuel des mandataires, seront assurés de garder leur salaire jusqu’à leur pension à condition qu’ils aient accompli leur fonction de mandataire pendant dix ans et qu’ils n’aient pas subi d’évaluation défavorable.

Afin de justifier la conservation de ce traitement, ces deux fonctionnaires ont été réaffectés à deux missions spécifiques, à savoir à un poste de coordinateur Ukraine, déjà existant par ailleurs, et directrice-chef de service à Bruxelles Synergie, une mission créée à son intention.

La haute administration bruxelloise suit cette règle depuis l’adoption de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 avril 2002, modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 mai 1999 portant le statut administratif et pécuniaire des agents du ministère de la Région de Bruxelles-Capitale, lequel précisait déjà dans son article 48 que les agents visés dont le mandat prend fin après une période de mandat qui excède dix années consécutives, conservent le bénéfice de leur échelle barémique. Cette mesure est restée inscrite dans la réforme du régime des mandats de 2007, laquelle n'a jamais été appliquée, et est restée en vigueur lors de la large réforme du système des mandats mise en place par l’arrêté du Gouvernement du 27 mars 2014, puis lors de l’adoption le 21 mars 2018 du nouveau statut administratif et pécuniaire des agents du ministère de la Région de Bruxelles-Capitale. Des dispositions semblables ont été adoptées concernant les services du Collège réuni.

Le système de mandats en vigueur a contribué à dynamiser le recrutement au sein de la haute fonction publique bruxelloise, à objectiver davantage les processus de sélection en son sein et à permettre une meilleure adéquation entre les postes disponibles et les profils des candidats. Huit ans après son entrée en vigueur, nul doute qu’il gagnerait toutefois à faire l’objet d’une évaluation générale, portant aussi bien sur les conditions de recrutement des agents mandataires que sur la procédure de leur évaluation et les conditions de leur sortie de fonction.

La règle dont nous discutons s'inscrivait dans le régime de mandat mis en place lors de la législature 1999-2003, encore largement ancrée dans une logique de progression linéaire. Sa création répondait même à des questions de sécurité juridique. Mais aujourd’hui, inscrire dans l’article 479 du statut, la règle selon laquelle les agents dont le mandat prend fin après une période de mandat de même rang de dix années consécutives conservent le bénéfice de l'échelle barémique dont ils bénéficiaient à la fin de leur mandat, n’est pas justifiable.

De heer John Pitseys (Ecolo).- Voor de twee hoge ambtenaren in kwestie werden twee nieuwe functies in het leven geroepen: een coördinatiefunctie voor Oekraïne en een directiefunctie bij Brussel Synergie.

Alles gaat terug op het regeringsbesluit van 25 april 2002 waarbij hoge Brusselse ambtenaren na tien jaar in functie hun weddeschaal behouden. Bij de hervormingen van de mandaten in 2007 en 2014 en bij de hervorming van het ambtenarenstatuut in 2018 werd aan dit systeem niet geraakt.

Hiermee lokte men veelbelovende kandidaten naar de hoge mandaten in de Brusselse administratie, die na een objectievere selectieprocedure ook beter aan het profiel van de functie zouden beantwoorden. Toch is het tijd om dit systeem eens te evalueren. Het systeem dateert immers nog uit een tijd van lineaire carrières en moest destijds juridische lacunes wegnemen. Vandaag is het echter niet langer te verantwoorden om ambtenaren na hun mandaat het voordeel van hun hoge loonschaal te blijven geven.

Share
15:45 § 139 → Video
Share

Lorsque la durée maximale du mandat est atteinte, il est normal que les agents qui servaient préalablement la fonction publique continuent à bénéficier du statut de la fonction publique. Toutefois, le maintien pur et simple de leur traitement est contraire à l’esprit de la réforme de 2014 en vertu de laquelle un mandat au sein de la haute administration obéit désormais à une logique de mission et non à une logique de promotion linéaire.

Elle conduit à des situations coûteuses, peu valorisantes pour les agents concernés et peu fonctionnelles pour les administrations régionales dès lors que le maintien de leur traitement conduira régulièrement à créer des postes ad hoc ou des fonctions au profil incertain. En outre, elle crée un écart de traitement considérable entre les anciens mandataires issus de la fonction publique, d’une part, et les mandataires sortants issus du secteur privé, d’autre part.

La législation actuelle nous paraît incomplète pour faire face aux cas de figure pointé dans l’article du journal Le Soir. Dès lors, Monsieur le Ministre, confirmez-vous l'information publiée dans la presse, selon laquelle le gouvernement doit adopter incessamment une réforme des règles de sortie de mandat ?

Est-il envisagé de revenir sur les règles de grades et d’échelles actuellement applicables aux agents dont le mandat prend fin après une période de dix ans ? Surtout, disposez-vous d’un calendrier précis à nous transmettre à cet égard ?

Au-delà de la révision ou de la suppression de l’article 479 du statut, avez-vous prévu de procéder à une évaluation plus large du régime de mandat mis en place en 2014, qu’il s’agisse de la définition des missions, de leur intégration dans la stratégie opérationnelle générale de l’administration bruxelloise ou des dimensions prises en considération dans le recrutement des mandataires ?

Het is wel normaal dat iemand die al bij het openbaar ambt werkte, na afloop van zijn mandaat dat statuut van openbaar ambtenaar kan blijven genieten. Het behoud van de integrale wedde druist echter in tegen de geest van de hervorming van 2014, waarbij de loopbaan van hoge ambtenaren eerder op missies zou moeten berusten in plaats van een louter lineair verloop te kennen.

Dat systeem is duur, het is niet motiverend voor de betrokkenen en het draagt niet bij aan de goede werking van de administratie. Daarenboven roept men zo een discriminatie in het leven tussen mandatarissen uit de ambtenarij en mandatarissen uit de privésector.

Bevestigt u de concrete informatie die op 6 januari in Le Soir stond? Bent u het ermee eens dat de regering dit zeer voordelige stelsel voor mensen die einde mandaat zijn, dringend moet aanpassen? Binnen welk tijdpad zult u de graden en weddeschaal herzien of zult u artikel 479 uit het statuut schrappen?

Komt er een bredere evaluatie van het mandatensysteem?

Share
15:47 § 141 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Je ne vais pas revenir sur l'historique de ce dossier dont on a pu prendre connaissance dans la presse ces derniers jours. On regrettera évidemment que toutes les majorités, depuis dix ans pour certaines, 25 ans pour d'autres, aient créé et mis en place ce système particulièrement généreux. Sans doute que nos mœurs en matière de bonne gouvernance évoluent aussi et que la realpolitik, on le voit dans le dossier du nucléaire, impose parfois un certain nombre de choix.

Généreux, à deux nuances près. Tout d'abord, l'arrêté de 2014 a été pris par le gouvernement bruxellois le 25 mars 2014 mais n'a été publié que le 5 juin. Quand on sait que les élections ont eu lieu le 25 mai, cela signifie qu'il était matériellement impossible pour les députés sortants en 2014 de contrôler encore le gouvernement. Cela pose donc la question du comportement du gouvernement. Il faudrait être correct et ne pas déposer un arrêté de 93 pages la veille des élections alors que le gouvernement ne peut plus engager sa responsabilité.

Ensuite, la modification de l'arrêté de 2014 est intéressante à analyser. Si l'on revient aux travaux préparatoires et que l'on prend connaissance de l'avis du Conseil d'État, on comprend mieux ce qui s'est passé. Que dit cet article 510, pointé dans l'arrêté de 2014 ? Mon collègue Pitseys en a fait l'exégèse jusqu'en 1999, et je l'en remercie. En 2014, l'article 510 relatif au statut administratif et pécuniaire des fonctionnaires des organismes d'intérêt public dispose, à son alinéa 2, que « les agents visés à l'alinéa 1er dont le mandat prend fin après une période de mandat de dix années consécutives conservent le bénéfice de leur échelle barémique ». Si telle est bien l'intention de l'auteur du projet, il y a lieu d'écrire, dit le Conseil d'État, « conservent l'échelle barémique dont ils bénéficiaient à la fin de leur mandat ».

Il est intéressant que le Conseil d'État ait considéré que le législateur n'était pas assez précis dans sa rédaction et que celle-ci laissait à désirer et pouvait prêter à confusion quant à l'échelle barémique antérieure ou actuelle à appliquer. Même si, évidemment, quand on remonte dans les travaux préparatoires, ou en tout cas dans la pratique depuis 1999, on comprend que c'était bien l'échelle actuelle qui était visée.

Quoi qu'il en soit, tous les partis ont une part de responsabilité dans la situation actuelle. Au regard des informations parues à ce sujet dans la presse, je souhaite vous adresser les questions suivantes.

À partir de quand exactement la législation permet-elle l’octroi de cet avantage, en Région bruxelloise et en Cocom ?

Jusqu’à aujourd’hui, combien de personnes ont-elles pu bénéficier de ce système, dans quelles administrations et pour quels niveaux ?

Vu la situation en Région wallonne, à la Communauté française ou au niveau fédéral, où l’indemnité dite de réintégration s'élève à six à douze mois selon le nombre de mandats accomplis, comptez-vous réformer le système pour ne pas créer un statut à ce point différent de celui des autres niveaux de pouvoir ? On sait combien de fonctionnaires postulent parfois aussi dans les autres entités. Je pense qu'il est utile d'avoir une réflexion globale. Même s'il est important d'attirer les meilleurs profils avec les meilleures conditions pécuniaires, il est utile de ne pas avoir de trop grandes différences entre les différents statuts.

La gestion par mandat aurait dû favoriser la dépolitisation, l'efficacité, la professionnalisation et l'arrivée de mandataires extérieurs à la Région, c'est-à-dire issus du secteur privé. A-t-on déjà évalué le système ? Si oui, quels en sont les enseignements ? Si non, pourquoi et est-ce prévu ?

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Ik doe niet opnieuw de historiek uit de doeken, maar het valt te betreuren dat alle opeenvolgende meerderheden hebben meegewerkt aan deze erg vrijgevige regeling.

We moeten er wel twee kanttekeningen bij maken. Het besluit van de Brusselse regering dateert van 25 maart 2014, maar is pas op 5 juni gepubliceerd. Dat betekent dat het uittredende parlement de regering niet had kunnen controleren, want op 25 mei waren er verkiezingen.

Het loont verder de moeite om de wijziging van het besluit te analyseren. De Raad van State wees de wetgever er destijds op dat het niet helemaal duidelijk was of het over de vorige of de huidige salarisschaal ging, hoewel de praktijk sinds 1999 heeft uitgewezen dat het om de huidige ging.

Hoe dan ook, alle partijen zijn medeverantwoordelijk voor de huidige toestand.

Sinds wanneer maakt de wetgeving het mogelijk het voordeel toe te kennen? Hoeveel mensen hebben er tot nu toe gebruik van gemaakt? Bent u van plan om het systeem aan te passen aan wat in andere overheidsinstellingen gangbaar is?

Het management bij mandaat moest de depolitisering, de efficiëntie, de professionalisering en de komst van externe mandatarissen, dus uit de privésector, stimuleren. Is dat gelukt?

Share
15:50 § 143 → Video
Share

Mme Nadia El Yousfi (PS).- C'est la première fois que nous sommes confrontés à ce genre de problème au sein du Parlement. Dès lors, le groupe PS considère qu'il est important de légiférer afin d'éviter que cette situation ne se reproduise.

Il déplore toutefois les attaques dont ont fait l'objet le gouvernement et le ministre-président, et ce alors qu'un accord sur la question avait été trouvé au sein du gouvernement. Mon groupe soutient donc le gouvernement et le ministre-président dans leur recherche de solutions.

Monsieur le Ministre, vous aviez été chargé de proposer rapidement au gouvernement des mesures concrètes afin d'apporter des solutions pérennes au problème. Nous sommes persuadés que vous trouverez sous peu une solution qui soit juste et conforme aux pratiques dans d'autres administrations. Nous resterons bien entendu très attentifs à ce dossier et poserons des questions afin d'en assurer le suivi.

Quel calendrier comptez-vous suivre en vue d'apporter une solution au problème ?

Mevrouw Nadia El Yousfi (PS).- De PS-fractie vindt het belangrijk dat er wetten komen die een herhaling van dit scenario moeten voorkomen, maar betreurt de aanvallen op de regering en op de minister-president.

Wanneer denkt u een oplossing voor het probleem te hebben? Wij zullen de zaak van nabij blijven opvolgen.

Share
15:52 § 145 → Video
Share

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Je commencerai par partager mon étonnement face à tant de naïveté de la part de votre gouvernement, qui a cru pouvoir créer deux postes sur mesure pour permettre à deux fonctionnaires de garder leur salaire de directeur alors qu'ils n'en exerçaient plus les responsabilités. Vous avez espéré que cela passe, sans faire de bruit, sans scandaliser l'opinion publique, sans que l'opposition se mobilise et que le Parlement vous mitraille de questions.

Heureusement que les contre-pouvoirs, quels qu'ils soient, fonctionnent encore dans ce pays. Nous nous serions bien passés de cette séquence complètement déconnectée de ce que vivent les citoyens. La confiance vis-à-vis des administrations et de la politique est à nouveau écornée, dans un contexte particulièrement difficile. C'est désolant.

Si l'idée de cette mesure était, comme vous l'avez justifié, de garder des profils compétents pour des postes clefs et d'attirer des gens de l'extérieur dans l'administration publique, c'est un échec cuisant. De plus, cette justification n'a aucun sens, puisqu'il est peu crédible d'espérer attirer de nouvelles personnes à l'aide de dispositions qui ne concernent que des fonctionnaires statutaires, en poste depuis longtemps.

Même si certains agents et départements ont adapté leurs méthodes de travail et leur fonctionnement aux normes du monde du travail d'aujourd'hui, nous sommes encore loin, en règle générale, de l'administration fortement rationalisée, efficace, transparente, neutre et apolitique pour laquelle je me bats. Et ce, dans une situation budgétaire difficile, à Bruxelles. Nous sommes également loin d'une administration capable d'attirer des talents et de maintenir un contrat de confiance avec les citoyens.

La presse a évoqué deux fonctionnaires qui profitent de la disposition Win for Life. D'autres sont-ils dans le cas ou l'ont-ils été ?

Quel est le contenu et la pertinence des deux postes que vous avez créés, tant du point de vue du contenu que des compétences qui justifient qu'ils aient été attribués aux deux fonctionnaires en question ?

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Ik kijk met verbazing naar de naïviteit van de regering, die meende snel twee postjes op maat te kunnen creëren om twee hoge ambtenaren hun wedde te blijven garanderen. Gelukkig doen de pers, het parlement en de publieke opinie hun werk! Maar voor het vertrouwen in de politiek is dit natuurlijk geen fraaie vertoning.

U wilde met uw aanpak competente profielen van buitenaf aantrekken voor sleutelposten, zo zei u. Maar ondertussen schrijft u de profielen zo uit dat enkel statutaire ambtenaren met een jarenlange staat van dienst in aanmerking komen.

Sommige departementen hebben zich al iet of wat aangepast aan de moderne tijd, maar over algemeen is de administratie nog lang niet gerationaliseerd, doeltreffend, transparant, neutraal en apolitiek. Op die manier is het moeilijk om een vertrouwensrelatie met de burgers op te bouwen en talentvolle medewerkers aan te trekken.

De pers noemde expliciet twee gevallen van mandatarissen die van deze "Win for Life" kunnen profiteren. Verkeren er nog anderen in dit geval? Wat is de inhoud van de twee functies die u voor hen in het leven hebt geroepen? Beschikken de twee over de juiste troeven?

Share
15:55 § 147 → Video
Share

Vous annoncez aujourd'hui une réforme qui vise à supprimer ces dispositions de maintien de la rémunération à vie. Quand allez-vous la mettre en œuvre ?

Pourquoi avoir appliqué cette disposition il y a à peine quelques semaines et venir nous dire, aujourd'hui, qu'elle n'a plus de sens et qu'il faut la modifier ? Qu'est-ce qui vous a fait changer d'avis ? Quelle est la logique, la cohérence de votre action dans ce dossier ?

De manière générale, profitez-vous de la situation que nous vivons aujourd'hui pour remettre fondamentalement en cause le régime du statut du fonctionnaire et du contractuel en Région bruxelloise ? Mon groupe plaide pour une réforme en profondeur qui assurerait une plus grande flexibilité à l'administration publique et qui accroîtrait l'efficience, de manière à rapprocher le fonctionnement de l'administration de celui du monde du travail au sens large, même si certaines fonctions d'autorité doivent rester particulièrement protégées.

Nous pensons que dans la société dans laquelle nous vivons actuellement, cette protection du fonctionnaire n'a plus vraiment de sens et doit être revue. Votre homologue flamand - qui est du même parti que vous - a d'ailleurs déjà bien avancé sur cette question. Pourriez-vous dresser l'état des lieux des dossiers sur lesquels vous avez travaillé en vue d'avancer dans la même direction au niveau bruxellois ?

Vandaag kondigt u aan het systeem van het levenslange behoud van wedde te zullen hervormen. Wanneer zal dat gebeuren? Is het niet vreemd dat u nu iets afzweert wat u amper enkele weken geleden zelf nog toepaste? Wat heeft u van mening doen veranderen?

Zult u van dit concrete dossier gebruikmaken om het systeem van statutaire en contractuele ambtenaren in het Brussels Gewest grondig te moderniseren? Wij pleiten voor een grotere flexibiliteit en meer efficiëntie bij het openbaar ambt, zodat de administratie eindelijk moderniseert, al geef ik toe dat bepaalde gezagsfuncties beschermd moeten blijven. In Vlaanderen staat men al een stuk verder bij die hervorming. Zult u ook in die richting gaan?

Share
15:57 § 149 → Video
Share

De heer Sven Gatz, minister.- Ik zal allereerst herhalen wat ik enkele dagen geleden in de pers heb aangekondigd, namelijk dat ik het systeem wil hervormen en terugschroeven.

M. Sven Gatz, ministre.- Je répète ce que j'ai dit dans la presse, à savoir que je veux réformer ce système.

Share
15:57 § 151 → Video
Share

(poursuivant en français)

Pour situer le contexte, la Région de Bruxelles-Capitale a instauré depuis 1999, pour les fonctionnaires dirigeants de ses administrations, un système de mandats qui vise à rendre plus transparentes les procédures de sélection et de promotion des agents. Ce système doit également permettre d’améliorer la communication des ministres avec leurs administrations, d’évaluer l’action publique et d’accroître l’attractivité des emplois publics. Avant ce système de mandats, les fonctionnaires dirigeants étaient nommés dans leur grade et leur niveau jusqu’à ce qu’ils atteignent l’âge légal de la pension de 65 ans. Ce n'était certainement pas un meilleur système.

En 2014, le gouvernement a décidé d’une réforme globale et profonde des règles applicables au personnel statutaire des services du gouvernement et des organismes, reprises dans ce que l’on appelle communément le « statut ». Il ne s’agissait pas uniquement d'une révision des dispositions applicables aux fonctionnaires dirigeants de la Région, mais d’une refonte globale des règles en vue de moderniser la fonction publique et d’en renforcer l’efficacité. La rédaction de l’ancien article 509 (nouvel article 479 du statut de 2018) n’a pas soulevé, à l'époque, d’observations particulières ou d’objections de la part du Conseil d’État.

Aujourd’hui, le régime qui s’applique aux mandataires contractuels et statutaires est fort différent, non seulement en ce qui concerne la fin du mandat, mais également en matière de pension. J’ai donc chargé mes services de faire une proposition en la matière afin de mieux aligner les deux régimes. La demande leur a été faite en octobre et a été évoquée à nouveau au gouvernement en décembre, lorsque nous avons discuté d'un règlement de mobilité entre les différents niveaux de pouvoir pour les fonctionnaires. Si vous pensez que l'on peut réaliser une réforme globale d'un système en quelques semaines, vous vous trompez.

Rappelons par ailleurs que le régime de mandats n’est pas d’application dans toutes les instances publiques et même régionales. Il est donc important de prévoir des conditions suffisamment attractives pour attirer les meilleurs profils pour les services publics de notre Région.

(verder in het Frans)

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voerde in 1999 een mandaatstelsel voor leidend ambtenaren in om de selectie- en promotieprocedures transparanter te maken, de communicatie tussen ministers en hun administratie te verbeteren, het beleid te evalueren en werken bij de overheid aantrekkelijker te maken. Voor die datum werden leidend ambtenaren in hun graad en niveau benoemd tot de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar.

In 2014 besliste de regering het personeelsstatuut voor vastbenoemde ambtenaren te hervormen. Destijds had de Raad van State geen bemerkingen bij de redactie van artikel 509, dat in het statuut van 2018 artikel 479 is geworden.

Vandaag genieten contractuele en statutaire mandatarissen verschillende eindemandaat- en pensioenregelingen. Ik heb mijn diensten daarom in oktober 2022 opgedragen beide stelsels beter op elkaar af te stemmen. In december kwam dat opnieuw ter sprake in de regering, toen het over een nieuwe mobiliteitsregeling ging. Als u denkt dat we het hele stelsel een-twee-drie kunnen hervormen, dan hebt u het bij het verkeerde eind.

Het mandaatstelsel is overigens niet in alle overheidsinstellingen van toepassing. Het is dus belangrijk om voldoende aantrekkelijke voorwaarden te bieden om de beste profielen aan te kunnen trekken.

Share
16:00 § 153 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Het huidige mandaatstelsel dat in het statuut wordt geregeld, voorziet in een aanstelling in de mandaatbetrekking voor een duur van vijf jaar, met de mogelijkheid dat het mandaat bij een gunstige evaluatie wordt verlengd voor een nieuwe periode van vijf jaar.

Wat het loon betreft, bepaalt de rang van de mandaathouders de loonschaal, overeenkomstig artikel 341 van het statuut. De mandaathouders ontvangen overigens een jaarlijkse mandaatpremie.

Voor de personeelsleden van rang A7 en A6 gaat het om 4.000 euro, voor de personeelsleden van rang A4+ en A5 is dat 3.000 euro en de personeelsleden van rang A4 ontvangen 2.000 euro.

Als de mandaathouder een gunstige evaluatie krijgt, wordt de mandaatpremie verdubbeld voor de periode waarop de evaluatie betrekking heeft.

De mandaathouders die lid zijn van de directieraad, kunnen ook een dienstvoertuig aanvragen, maar binnenkort ontvangen ze een mobiliteitskrediet, zodat ze niet langer systematisch een beroep op een dienstvoertuig hoeven te doen.

Tot slot ontvangen ze een gsm-abonnement en kunnen ze abonnementen nemen op dag- en weekbladen.

(poursuivant en néerlandais)

Le système actuel prévoit un mandat de cinq ans, renouvelable une fois après une évaluation favorable.

L'échelle de traitement dépend du grade et est complémentée d'une prime de mandat annuelle qui peut être doublée après une évaluation positive pour la période concernée par l'évaluation.

Les mandataires membres de la direction ont droit à une voiture de fonction, mais le crédit mobilité dont ils bénéficieront bientôt en réduira l’usage. Ils reçoivent par ailleurs un abonnement GSM et aux journaux et hebdomadaires de leur choix.

Share
16:01 § 155 → Video
Share

(poursuivant en français)

Le régime actuel des mandats comprend divers aspects qui méritent d’être analysés. Il n'y a donc pas un seul point problématique.

Ainsi, nous constatons qu’il y a des conditions très différentes entre :

- les mandataires qui étaient déjà nommés dans la fonction publique avant de devenir mandataires. Ces mandataires sont nommés et bénéficient du régime de fin de mandat, tel que décrit aux articles 478 et 479 du statut et d’une pension de statutaire ;

- les mandataires qui entament un mandat en tant que membres du personnel contractuel. Ces mandataires ne bénéficient pas d’une pension de statutaire. En fin de mandat, ils bénéficient d’une indemnité de rupture conformément au droit du travail. Cette indemnité s’élève au moins à six mois de traitement.

Au sein des autres entités fédérées, le régime est différent car les mandataires sont des fonctionnaires nommés temporaires, ce qui offre une plus grande garantie de dépolitisation de la fonction publique.

J’ai donc chargé mes services - le service public régional de Bruxelles et talent.brussels - d’analyser le système de manière approfondie et de proposer des pistes pour mieux aligner les régimes, maintenir la fonction de mandat attractive et continuer à bénéficier de l’expertise des mandataires au terme de leur mandat, tout en rendant le système acceptable budgétairement.

Cette démarche implique un circuit législatif dont la durée est variable. En effet, elle nécessitera plusieurs passages sur la table du gouvernement, une négociation avec le comité de secteur XV, l'avis du Conseil d’État et la publication au Moniteur belge, comme pour toute modification des règles applicables au personnel de la fonction publique.

(verder in het Frans)

In het huidige mandaatstelsel gelden sterk verschillende voorwaarden voor de twee groepen mandatarissen. Wie al in het openbaar werkte voor hij zijn mandaat opnam, wordt benoemd en geniet het eindemandaatstelsel dat in artikels 478 en 479 wordt omschreven en krijgt ook het pensioen van een vastbenoemd personeelslid. Wie daarentegen zijn mandaat aanvatte als contractuele werknemer, geniet niet het pensioen van een vastbenoemd personeelslid. Op het einde van het mandaat krijgt de betrokkene een verbrekingsvergoeding ter waarde van zes maanden salaris.

Bij de andere deelstaten gaat het er anders aan toe, omdat mandatarissen er tijdelijk benoemde ambtenaren zijn, wat een grotere garantie op depolitisering van het openbaar ambt biedt.

Ik heb de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel en talent.brussels opgedragen het stelsel grondig te analyseren en voorstellen te doen om de regelingen beter op elkaar af te stemmen en tegelijkertijd het stelsel budgettair aanvaardbaar te maken.

Daar komen meerdere lezingen, onderhandelingen met het comité van sector XV, het advies van de Raad van State en de publicatie in het Belgisch Staatsblad aan te pas.

Share
16:04 § 157 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Dat brengt mij bij de situatie van de twee voormalige leidend ambtenaren van wie het tweede mandaat is afgelopen.

De regering besliste op de ministerraad van 13 oktober 2022 om het personeelsplan van Brussel Synergie aan te passen en de betrekking in de eerste trap van de hiërarchie, A5 directeur-generaal, die tijdens de vorige regeerperiode werd gecreëerd, te schrappen. De regering bevestigde voorts de integratie van de directies Human Resources en Facilities in het bestuur Brussel Synergie.

De beslissing was gebaseerd op het schrappen van de betrekking van directeur-generaal binnen Brussel Synergie, wat een besparing opleverde. Tegelijkertijd drong het bestuur aan op een versterking van het middenkader. Ter herinnering: het gaat om het tweede grootste bestuur binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, na Brussel Mobiliteit.

De regering vroeg de secretarissen-generaal om een nieuw organogram aan de directieraad voor te leggen, dat rekening houdt met die elementen. De directieraad keurde het voorstel goed op de vergadering van 12 december 2022.

Met het nieuwe organogram worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

- de directies Human Resources en Facilities integreren binnen Brussel Synergie;

- beide entiteiten integreren zonder het werk uit te wissen dat al is verwezenlijkt;

- een onderscheid maken tussen de vaste permanente opdrachten en grootschalige bevoegdheidsoverschrijdende projecten;

- betrouwbaar en flexibel zijn;

- een organogram voorstellen op basis van objectieve criteria, zoals de grootte van de dienst, het beheerde budget of de noodzaak om het middenkader te versterken.

(poursuivant en néerlandais)

Dans l'adaptation du plan du personnel de Bruxelles Synergie décidé en octobre dernier, l'échelon supérieur, à savoir celui de directeur général créé sous la précédente législature, a été supprimé afin de réduire les coûts et de permettre de renforcer le nombre de cadres moyens.

Le nouvel organigramme de Bruxelles Synergie approuvé en décembre dernier vise plusieurs objectifs, dont l'intégration des directions Ressources humaines et Facilities, la différenciation entre les missions permanentes et les projets transversaux à grande échelle, la flexibilité et la fiabilité, et la présentation d'un organigramme basé sur des critères objectifs, dont la taille du service, le budget géré et les besoins en cadres moyens.

Share
16:06 § 159 → Video
Share

(poursuivant en français)

Conformément à la procédure du statut, le projet de nouvel organigramme sera soumis à la concertation avec les organisations syndicales, au sein du comité de concertation de base, le 19 janvier 2023. La direction et le pilotage de deux cellules qui élaborent et pilotent des projets transversaux de grande envergure ne sont actuellement pas assurés. Il s'agit de :

- la cellule de support aux plans gouvernementaux, qui reprend notamment la coordination du programme « Brussels Helps Ukraine » ;

- la cellule de support aux projets externes, qui reprend notamment la coordination de projets avec les autres Régions et Communautés.

L’administration a proposé d’affecter respectivement deux anciens fonctionnaires dirigeants au pilotage de ces cellules. La logique poursuivie est similaire à celle récemment approuvée par le conseil des ministres fédéral, sur proposition de la ministre chargée des Entreprises publiques, des Télécommunications et de la Poste. En effet, le 16 décembre 2022, le conseil des ministres fédéral a approuvé un projet d’arrêté royal qui se concentre sur la mise en place d’un accompagnement approprié du titulaire d'une fonction à mandat qui termine son second mandat au sein des services publics fédéraux.

(verder in het Frans)

Volgens de procedure wordt het nieuwe ontwerp van organogram op 19 januari 2023 aan de vakbonden voorgelegd.

De cel Ondersteuning Regeringsplannen en de cel Ondersteuning Externe Projecten hebben momenteel geen directeur, en daarom heeft de administratie voorgesteld twee voormalige leidend ambtenaren aan te stellen. Daarmee volgen we dezelfde logica als de federale ministerraad onlangs in een vergelijkbare zaak.

Share
16:07 § 161 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Artikel 3 van het ontwerp van koninklijk besluit maakt het mogelijk een project toe te wijzen aan een ambtenaar die voorheen een managementfunctie bekleedde. Het project moet het algemeen belang ten goede komen in erkende situaties of thema’s.

De uitoefening van een managementfunctie van het niveau van directeur-generaal bij een bestuur biedt de mogelijkheid om aanwezige competenties verder te ontwikkelen. De selectiecommissie beoordeelt de competenties om de mandaathouder voor de betrekking te selecteren. Dat is geen gemakkelijke opdracht.

Onze topambtenaren worden geselecteerd en geëvalueerd op basis van hun competenties inzake leiderschap, management, zin voor initiatief, invloed, beheer en ontwikkeling van de teams en medewerkers. De selectie- en evaluatieprocedures zijn geobjectiveerd, onder meer door een beroep te doen op onafhankelijke vakgenoten (bijvoorbeeld managers uit de openbare en privésector) en een extern assessmentbureau (voor de selectie van mandaathouders).

Daarom getuigt het volgens de regering van goed bestuur om gebruik te maken van de competenties van voormalige ambtenaren die een topmanagementfunctie hebben bekleed. Zij kunnen worden ingezet voor grootschalige bevoegdheidsoverschrijdende projecten of programma's, zoals Brussels Helps Ukraine of de voorbereiding van een eventuele staatshervorming.

Het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning houdt een lijst met projecten bij. Die projecten hebben betrekking op thema’s en situaties die bijzondere aandacht vereisen en die erkend zijn door de ministers, door de voorzitters van de federale overheidsdiensten die in een college samenkomen, wat nu ook in Brussel gebeurt, of die worden voorgesteld door een leidend ambtenaar.

Dat is de logica die werd gevolgd met de ontwikkeling van deze twee cellen die ondersteuning bieden voor grootschalige projecten bij Brussel Synergie. Zoals al werd toegelicht, worden beide cellen door een voormalig topambtenaar aangestuurd.

(poursuivant en néerlandais)

L'article 3 de ce texte permet d'attribuer un projet à un fonctionnaire ayant précédemment occupé un poste de direction, selon des critères de compétences définis par une commission de sélection. L’objectivité des procédures de sélection et d'évaluation des hauts fonctionnaires est assurée par l'intervention de pairs indépendants et d'un bureau d'évaluation externe.

Le SPF Stratégie et appui dispose d'une liste de projets liés à différents thèmes ou situations spécifiques et ayant été reconnus par les ministres ou un collège de présidents de services publics fédéraux, ou proposés par un haut fonctionnaire.

Le recours à d'anciens hauts fonctionnaires pour diriger ce type de projets témoigne, selon le gouvernement, d'une bonne gestion des compétences. C'est le cas de la création des deux cellules visant à soutenir des projets d'ampleur à Bruxelles Synergie, à la tête desquelles deux anciens hauts fonctionnaires ont été nommés.

Share
16:09 § 163 → Video
Share

(poursuivant en français)

Enfin, je partage l’avis qu’il conviendrait en effet de stabiliser cette procédure en Région de Bruxelles-Capitale, à l’instar de ce qu’a fait récemment le conseil des ministres fédéral. Ce sera certainement une inspiration pour se doter d'une base légale plus forte et cela fait partie de la réflexion en cours. C’est justement la raison pour laquelle j’ai chargé « in tempore non suspecto » - aussi bien en octobre qu'en décembre - mes services de mener une réflexion globale sur les fins de mandats des hauts fonctionnaires.

S’agissant de l’impact salarial que représentent les deux anciens fonctionnaires dirigeants au terme de leur mandat, il s’élève de manière globale à un montant annuel brut de 60.000 euros. Ainsi, le coût qui a été évoqué dans certains articles de presse est le coût total des salaires de ces personnes. En l'occurrence, le montant que je vous livre est la différence entre leur ancien niveau salarial, avant qu'ils ne soient mandataires, et leur niveau actuel, qu'ils auraient donc perçu s'ils n'avaient pas été mandataires.

En conclusion, il y a eu un certain emballement médiatique autour de cette question des fins de mandat, que je peux comprendre. Les questions que vous me posez sont pertinentes. Toutefois, je me permettrai de formuler quelques remarques. Du point de vue déontologique, je déplore que les noms des fonctionnaires soient sortis dans la presse. C'est bien d'avoir de la transparence, mais aucun de vous ne voudrait être dans leur position. Je n'accepte pas la façon dont certains ont été traités dans la presse.

(verder in het Frans)

Tot slot ben ik het ermee eens dat we de procedure, naar het voorbeeld van de federale ministerraad, moeten herbekijken. Net daarom heb ik mijn diensten in tempore non suspecto opgedragen om het mandaateinde van hoge ambtenaren opnieuw te bekijken.

Globaal bedraagt de loonimpact van de twee voormalige leidend ambtenaren na hun mandaat jaarlijks 60.000 euro. De bedragen die in bepaalde mediaberichten aan bod kwamen, staan voor de totale salariskosten. Die 60.000 euro is het verschil tussen hun voormalige salaris, voordat ze mandataris werden, en hun huidige salaris, dat ze zouden krijgen als ze geen mandataris waren geworden.

Kortom, er is een zeker mediaopbod over de kwestie geweest. U stelt zeker pertinente vragen stelt, maar vanuit deontologisch oogpunt betreur ik dat de namen van de ambtenaren zijn bekendgemaakt. Transparantie is goed, maar niemand zou nu in hun schoenen willen staan.

Share
16:11 § 165 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Dat komt neer op een openbaar proces.

(poursuivant en néerlandais)

Cela revient à leur faire un procès public.

Share
16:11 § 167 → Video
Share

(poursuivant en français)

Ça ne va pas. Pour qui que ce soit. Je trouve cela très dommage. Ce n'est pas à vous que je fais le reproche, mais mettez-vous un moment à la place de ces personnes. Ce statut est de notre responsabilité. Et vous nous posez donc les bonnes questions.

Certains journalistes ont fait un peu à la légère le lien avec les affaires au Parlement européen et au Parlement wallon. Je n'accepte pas cela dans une démocratie. Je le dis en haussant le ton, parce que tout le monde a sa responsabilité. Je l'ai, et vous me posez les bonnes questions sur ma responsabilité, mais je n'accepte pas que certains fassent ces liens-là dans une démocratie. J'ai mes responsabilités, vous avez les vôtres et vous les prenez, mais la presse doit prendre les siennes également. En tant que libéral, je suis vraiment partisan d'une grande liberté de la presse, mais cette grande liberté va de pair avec une grande responsabilité. Je n'apprécie donc pas cela, comme vous pouvez le constater et, en effet, je hausse le ton !

Il y a un problème, nous en discutons. Mais comparer un métier qui reste noble, auprès d'une autorité publique, à un jeu de loterie comme le Win for Life est un peu dommage. D'autant que ce n'est pas un Win for Life, c'est un « lose-lose » pour tout le monde aujourd'hui. Certainement pour les fonctionnaires que je viens d'évoquer, pour l'administration en général, pour la politique : pour nous tous. Ayons ce débat et trouvons les bonnes solutions. Je pense qu'il faut les saisir.

Certains ont dit que nous n'aurions pas fait les démarches si l'affaire n'était pas sortie dans la presse. Si : nous en avions convenu en octobre et en décembre. Pourquoi cela n'avance-t-il pas ? Parce que nous visons une réforme globale. Cela prend du temps. Je réaliserai d'ailleurs à court terme une petite réforme. J'espère que vous ne m'en voudrez pas en la qualifiant de réformette, mais c'est pour mettre fin à ce régime.

Une comparaison a été faite avec le système flamand, qui ressemble très fortement au nôtre. La seule différence est peut-être que plusieurs agents flamands sont contractuels. La fin de leur mandat se présente donc autrement. Il reste cependant toujours beaucoup d'agents non contractuels au sein de l'administration flamande et je vous invite à faire des comparaisons entre des situations qui sont similaires. Ce n'est pas une inspiration pour nous.

Dans le système fédéral, on revient à l'ancien barème et l'ancien rang, avec une prime et une rémunération temporaire qui dépend des évaluations.

Nous allons choisir le système le plus simple, c'est-à-dire le système wallon et de la Fédération Wallonie-Bruxelles, où l'on retourne à son grade et à son barème initiaux. C'est ce qui est sur la table et ce sera la décision de principe que prendra le gouvernement ce jeudi. Je vous l'ai dit, je devrai cependant passer par toutes les étapes indispensables dans un État de droit démocratique, mais sur le principe, la façon dont l'avenir se passera sera claire pour ceux qui sont en fin de mandat.

(verder in het Frans)

Zoiets kan niet door de beugel.

Sommige journalisten hebben enigszins overhaast een verband gelegd met affaires in het Europees en het Waals Parlement, maar dat kan ik niet aanvaarden in een democratie. U en ik hebben onze verantwoordelijkheden, maar de media hebben die ook. Als liberaal ben ik een groot voorstander van persvrijheid, maar die gaat gepaard met een grote verantwoordelijkheid.

Er is een probleem en dat bespreken we, maar een nobel ambt bij een overheidsinstelling vergelijken met een geluksspel als Win for Life is ongepast, vooral omdat iedereen erbij verliest.

Er wordt hier en daar beweerd dat we niet hadden ingegrepen als de media er niet over hadden bericht, maar dat klopt niet, want we hebben het er in oktober en december al over gehad. Het gaat niet sneller omdat een grote hervorming nu eenmaal tijd vergt.

Er is een vergelijking gemaakt met het Vlaamse stelsel, dat erg op het Brusselse lijkt. Het enige verschil is dat in Vlaanderen meer ambtenaren in contractueel dienstverband werken.

Bij de federale overheid keer je terug naar je oude barema en je oude rang, met een premie en een tijdelijke vergoeding die afhangt van evaluaties.

Wij kiezen voor het eenvoudigste stelsel, zoals in Wallonië en bij de Federatie Wallonië-Brussel, waar je terugkeert naar je oorspronkelijke graad en barema. Die principebeslissing neemt de Brusselse regering donderdag.

Share
16:14 § 169 → Video
Share

Tel était mon objectif et je vais m'attacher à l'atteindre. Un premier tour de table informel au premier conseil des ministres de cette année m'incite à penser que le gouvernement adoptera une position commune sur la question.

Het is de bedoeling dat ambtenaren van wie het mandaat afloopt, weten waar ze aan toe zijn.

Share
16:15 § 171 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Ik heb al eerder gezegd dat ik het systeem zou hervormen en de regeling zou terugschroeven, en dat zal ik ook doen.

Ik stel voor dat ik de vragen over het aantal mandaten waarvoor het bestaande systeem geldt, schriftelijk beantwoord, weliswaar zonder de namen van de betrokkenen toe te voegen.

(poursuivant en néerlandais)

Je compte bien réformer ce système, comme je l'ai déjà annoncé.

Je propose de donner par écrit les réponses sur le nombre de mandats concernés par le système existant, sans les noms des intéressés.

Share
16:15 § 173 → Video
Share

(poursuivant en français)

Le principal objet de la discussion sera la date d'entrée en vigueur du nouveau système, compte tenu - comme vous me le rappelez de temps à autre - des droits acquis de certains.

(verder in het Frans)

De discussie zal vooral gaan over de datum waarop het nieuwe stelsel ingaat. We zullen natuurlijk rekening houden met verworven rechten.

Share
16:16 § 175 → Video
Share

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- In de media werd met de term 'Win for Life' naar dit dossier verwezen. U bent het daar misschien niet mee eens, maar er valt wel wat voor te zeggen. Stelt u zich iemand voor die op zijn dertigste een topfunctie bekleedt en erin slaagt om het er met twee gunstige evaluaties tien jaar uit te zingen. Die persoon heeft zijn schaapjes op het droge, zolang hij tot aan zijn pensioen geen zware fout begaat. Ik zeg niet dat zulke gevallen bestaan, maar de situatie zou zich kunnen voordoen, wat erop wijst dat het systeem mank loopt. Dat erkent u trouwens ook.

Ik heb u niet horen zeggen dat er wel degelijk sprake is van verregaande politieke inmenging. Een onafhankelijke commissie evalueert een ambtenaar en de regering kan de evaluatie vervolgens bevestigen of verwerpen, wat in een van beide gevallen blijkbaar is gebeurd. Dat komt neer op ongeoorloofde inmenging in het ambtenarenapparaat. Ik hoop dat u dat voortaan onmogelijk maakt.

Er heerst een sfeer die niet door de oppositie of de media, maar door de partijen aan de macht is gecreëerd. Die sfeer heeft er de voorbije decennia toe geleid dat er nergens in België meer kabinetsmedewerkers per minister zijn dan in Brussel. De Brusselse minister-president heeft bijvoorbeeld tweemaal zoveel kabinetsmedewerkers als de minister-president van Vlaanderen.

Brussel is ingewikkeld en alles is hier natuurlijk tweetalig, maar u begrijpt toch ook dat u dit soort toestanden niet aan de burger uitgelegd krijgt. Er is een sfeer ontstaan waarin topfuncties in het ambtenarenapparaat grotendeels worden ingevuld door voormalige kabinetsmedewerkers. Ook dat is een vorm van politieke inmenging.

Zo'n sfeer is niet gunstig en u moet daar wat aan doen. Er moet meer transparantie komen en het parlement moet meer toezicht kunnen uitoefenen op de mechanismen die tot rekrutering, bevordering en benoeming leiden. Zeggenschap vanuit het parlement zou evengoed neerkomen op politieke inmenging, maar toezicht kunnen uitoefenen is niet te veel gevraagd.

U zegt dat u het dossier niet in enkele weken kunt afhandelen. Dat begrijp ik, maar u mag het niet tot sint-juttemis uitstellen of over de verkiezingen heen tillen, want dan zijn we ver van huis. Een planning zou dus welkom zijn.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Imaginez une personne qui occupe un poste de haut niveau à trente ans et parvient à conserver ce poste pendant dix ans avec deux évaluations favorables. Cette personne est tranquille jusqu'à sa retraite. Comment expliquer cela aux citoyens ?

Une commission indépendante évalue un fonctionnaire, après quoi le gouvernement peut confirmer ou rejeter l'évaluation, ce qui revient à une ingérence non autorisée dans la fonction publique. Par ailleurs, il s'est créé un climat dans lequel les postes de haut niveau dans la fonction publique sont en grande partie occupés par d'anciens collaborateurs de cabinets. Un tel climat n'est pas favorable et vous devez y remédier.

Il devrait y avoir davantage de transparence et le Parlement devrait avoir plus de contrôle sur les mécanismes qui mènent au recrutement, à la promotion et à la nomination.

Vous dites que vous ne pouvez pas traiter le dossier en quelques semaines. Je le comprends, mais la procrastination n'est pas une bonne solution non plus.

Share
16:20 § 177 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Je sais que vous ne pouvez cautionner l'ensemble de ce système et je félicite les collaborateurs qui ont formulé la réponse. Cela dit, vous dites que deux postes devaient d'une manière ou l'autre être pourvus. Reste à savoir si les deux hauts fonctionnaires qui les ont obtenus jouissaient des qualifications nécessaires. Des débats animent pour l'instant d'autres grands organismes bruxellois pour savoir qui devrait en prendre la direction. Ici, tout a semblé très simple, ce qui soulève des interrogations sur le plan de la transparence. Vous y êtes attentif et c'est une bonne chose.

Par ailleurs, vous annoncez une réforme d'envergure, qui prendra inévitablement beaucoup de temps. Vous prévoyez également une « petite » réforme. Vous permettra-t-elle d'annuler à très bref délai ce qui est sorti dans la presse il y a deux semaines ? Cet élément reste un peu flou à nos yeux.

Pour vous exhorter à prendre rapidement une décision en la matière et rétablir la confiance avec les Bruxellois, j'ai déposé un ordre du jour motivé.

De heer David Leisterh (MR).- U kunt niet voor het hele stelsel borg staan en ik feliciteer de medewerkers die het antwoord hebben opgesteld.

U zegt dat beide vacatures hoe dan ook moesten worden ingevuld, maar hadden de betrokken hoge ambtenaren daar wel de juiste kwalificaties voor? Momenteel wordt er gediscussieerd over wie de leiding over andere grote Brusselse instellingen krijgt, terwijl dit in een vloek en een zucht is geregeld. Erg transparant is dat niet.

U kondigt een grootschalige, tijdrovende hervorming aan, naast een kleine ingreep. Het is niet duidelijk of u daarmee de toestand die onlangs aan het licht kwam, kunt rechttrekken.

Share
16:22 § 181 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Ik begrijp dat u een kleine hervorming wilt doorvoeren om de loonkwestie te regelen. U kondigt echter ook een grotere hervorming aan en dat is nieuw. Het is niet helemaal duidelijk wat die hervorming zal inhouden. Ik dacht dat u nog steeds van plan was om, zoals ook in het regeerakkoord staat, voorrang te geven aan statutaire aanwervingen. Dat statuut is uiteraard minder flexibel, belemmert de mobiliteit en houdt een modernisering van het openbaar ambt tegen.

De kleine hervorming slaat dus alleen op het loon. Daarnaast zal iemand met een statutaire functie echter ook nog steeds een opdracht moeten krijgen. Het gaat weliswaar om mensen met managementervaring en met de nodige kwaliteiten, maar zolang u vasthoudt aan de statutaire benoemingen, blijft het probleem bestaan. Wat bent u dus van plan met uw hervorming?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).-Vous annoncez deux réformes : une petite, sur la question du salaire, et une grande, aux contours plus flous, mais qui continuerait à accorder la priorité aux nominations statutaires, comme le prévoit l'accord de majorité. Or, un agent statutaire doit se voir attribuer une mission. Que comptez-vous faire ?

Share
16:25 § 185 → Video
Share

Mme Françoise De Smedt (PTB).- Monsieur le Ministre, je vous ai entendu vous énerver. Mon groupe aurait aimé que vous vous énerviez avant tout sur ce privilège mis en place et que vous vous mettiez à la place des travailleurs de notre pays, qui l'ont vécu comme une véritable gifle. Je le répète : ils sont très en colère !

Ne détournons pas le débat : il s'agit bien ici de discuter d'un privilège qui doit être abrogé le plus rapidement possible. La réformette dont vous parlez consistera-t-elle à supprimer, immédiatement, les deux articles qui le maintiennent en place ?

Vous avez aussi parlé d'une garantie de dépolitisation. Manifestement, nous n'y sommes pas du tout. Nous sommes au contraire face à un entre-soi qui s'octroie des privilèges. Je tiens d'ailleurs à relever l’hypocrisie que j'entends dans cette salle où, aujourd'hui, plusieurs partis crient au loup, alors que tous se sont retrouvés dans des gouvernements qui ont adopté ces arrêtés. Cessons donc l'hypocrisie et abrogeons ces articles immédiatement.

J'en appelle tout particulièrement au parti Ecolo qui prône la transparence et la bonne gouvernance, mais qui, une fois dans les gouvernements, ne garantit pas la suppression de ces privilèges.

Monsieur le Ministre, j'attends donc des précisions de votre part pour savoir si la réformette en question mettra effectivement fin, sur-le-champ, à ces régimes d'exception ?

Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- U lijkt boos, maar u was beter boos geworden toen het privilege, dat een klap in het gezicht is van de werkmensen, werd ingevoerd. Het moet zo snel mogelijk worden afgeschaft.

U had het voorts over depolitisering. We zijn er duidelijk nog niet. Ik wil ook wijzen op de hypocrisie in deze zaal. Verschillende partijen schreeuwen nu moord en brand, terwijl ze in de regeringen zaten die die regeling hebben aangenomen.

Ik richt me met name tot Ecolo. Die partij pleit voor transparantie en goed bestuur, maar eenmaal in de regering garandeert ze de afschaffing van die privileges niet langer.

Mijnheer de minister, ik zou dus graag van u vernemen of de hervorming inderdaad een onmiddellijk einde maakt aan de uitzonderingsregeling.

Share
16:27 § 187 → Video
Share

M. John Pitseys (Ecolo).- Sans doute faut-il retenir de nos discussions qu'il n'y a pas, dans le cas qui nous occupe, de complot ou de décision opaque. Il y a une règle publique, que le fond de l'air, mais aussi les transformations successives des régimes de mandat ont rendue injustifiable. Cela dit, je crois que peu de membres de la commission la connaissaient avant que la presse ne s'en empare. Je comprends vos remarques de principe, mais la presse a sans doute, dans l'ensemble, joué son rôle, notamment un rôle de contre-pouvoir.

Votre réponse de fond rassure en partie. Les cas dont nous discutons sont, semble-t-il, les deux premiers qui se présentent. Une proposition de réforme sera mise sur la table ce jeudi. Je crois savoir dans quel sens elle ira, mais pouvez-vous nous dire, pour rassurer les membres de la commission, si la règle dont nous discutons aujourd'hui sera supprimée ?

Enfin, il reste un point de discussion. Nous sommes ici pour faire de la politique, ce qui nous demande d'examiner le bien-fondé de nos règles collectives. Je me suis toujours abstenu d'aborder les cas particuliers évoqués dans la presse et, sur ce point, je comprends votre sensibilité, mais il serait bon de nous en dire plus sur les traits généraux de la grande réforme que vous abordez. J'ai cru entendre qu'elle concernait pour l'essentiel des règles de sortie des mandats. Songez-vous à d'autres points de réflexion ?

De heer John Pitseys (Ecolo).- Er is geen sprake van een samenzwering of ondoorzichtige beslissing. Het gaat om een openbare regeling, die door de tijdsgeest en de opeenvolgende transformaties van de mandaatregimes niet meer te rechtvaardigen is. Ik denk niet dat veel commissieleden op de hoogte waren van de regeling. De pers heeft dus haar rol van tegenmacht gespeeld.

Uw inhoudelijke antwoord is deels geruststellend, aangezien het blijkbaar de eerste twee gevallen zijn die zich voordoen. Donderdag wordt een hervormingsvoorstel op tafel gelegd. Kunt u de grote lijnen van die hervorming toelichten en ons geruststellen dat de omstreden regel zal worden afgeschaft?

Share
16:29 § 189 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Monsieur le ministre, vous avez raison : il faut aussi se souvenir d'où nous venons. En 1999, les nominations, des personnes certes les plus capables, se faisaient en effet à vie. Par ailleurs, cette réforme ne s'est pas faite sans les fonctionnaires et les syndicats. D'aucuns ont tendance à oublier que le compromis trouvé à l'époque avait été élaboré avec l'ensemble des syndicats. Il visait à permettre aux directeurs d'abandonner le privilège d'être nommés à vie sans perdre le bénéfice de leur examen et sans que la procédure les humilie alors qu'ils avaient pu être excellents - dans certaines fonctions du moins. Il y a aussi eu de nombreuses réticences à la mise en place de cette réforme. Nous étions dans un autre monde.

Dans les communes, un système de mandats de deux fois huit ans est d'application pour les secrétaires communaux et le receveur. Si la personne convient, il est possible de la nommer à vie à l'issue de ces deux mandats. Donc, il existe d'autres systèmes. Vous avez aussi parlé de la Flandre et de la Région wallonne. La réintégration peut s'envisager avec une indemnité, mais elle peut aussi se faire avec un grade supérieur et sans indemnité. Il faut un système juste et équilibré, qui permette de remercier ceux qui ont œuvré aux fonctions les plus hautes dans l'administration, qui ne sont pas toujours faciles.

Je note par ailleurs un affaiblissement du pouvoir législatif face à l'exécutif ou à l'administration. En tant que parlementaires, nous nous rendons compte que nous ne maîtrisons pas tout, que nous ne sommes pas au courant de tout et que pour nous investir dans ces matières, nous ne disposons peut-être pas toujours de tous les outils. Nous exerçons certes le contrôle parlementaire, mais j'avoue humblement qu'en dix ans, je n'avais jamais remarqué cet arrêté. J'ai appris quelque chose. Notre rôle est aussi, lorsque nous sommes confrontés à de telles situations, d'apporter la solution la plus adéquate. C'est ce que j'ai entendu dans le chef du ministre et je l'en remercie.

Les politiques passent et les fonctionnaires restent. Peut-être devons-nous nous demander de quelle fonction politique et de quelle administration nous voulons. À force de taper sur le politique, nous risquons de rendre les réformes structurelles impossibles, y compris celles de l'administration.

J'entends que certains veulent encore diminuer le salaire des parlementaires, mais est-il encore juste d'être payés moins qu'un fonctionnaire ? Je laisse cette question à la sagacité des uns et des autres.

Enfin, j'entends un mea culpa, et je crois que c'est la chose la plus importante. Je ne peux pas accepter que M. De Beukelaer estime qu'il n'y a pas de responsabilité collective. J'ai endossé cette responsabilité à mon niveau parce qu'en 1999, mon groupe était aux côtés du MR et en 2018, nous n'avons pas pris le temps de changer les choses. Nous sommes coresponsables de la situation. Quant à Mme Fremault, elle était au gouvernement en 2014.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- We mogen inderdaad niet vergeten dat het toen een andere wereld was. In 1999 waren benoemingen nog voor het leven. Bovendien werd het toen bereikte compromis met de ambtenaren en de vakbonden uitgewerkt. Het doel was directeurs in staat te stellen het privilege van een benoeming voor het leven op te geven zonder het voordeel van hun examen te verliezen.

In de gemeenten geldt een systeem van twee ambtstermijnen van acht jaar voor de gemeentesecretarissen en de gemeenteontvanger. Als de persoon geschikt is, kan hij na die twee termijnen voor het leven worden benoemd. Er zijn dus nog soortgelijke systemen. U had het ook over Vlaanderen en het Waals Gewest. We hebben een eerlijk en evenwichtig systeem nodig om degenen die de hoogste administratieve functies hebben uitgeoefend, te bedanken. Dat kan via een vergoeding, maar ook via een hogere rang zonder vergoeding.

Parlementsleden zijn niet altijd overal van op de hoogte. Zo had ik nog nooit over die regeling gehoord. Het is evenwel ook onze taak om na te denken over oplossingen. Ik dank de minister dat hij ons bij die reflectie wil betrekken.

Politici komen en gaan, maar ambtenaren blijven. Misschien moeten we ons afvragen welke administratie we willen. Door voortdurend af te geven op politici dreigen we structurele hervormingen onmogelijk te maken, ook in de administratie.

Sommigen willen nog steeds de salarissen van de parlementsleden verlagen, maar is het eerlijk om minder betaald te worden dan een ambtenaar?

Dit is wel degelijk een collectieve verantwoordelijkheid. Ik erken dat DéFI medeverantwoordelijk is voor de situatie, aangezien we in 2018 niet de tijd hebben genomen om zaken te veranderen.

Share
16:33 § 195 → Video
Share

« O tempora, o mores », comme dirait Cicéron dans les Catilinaires : une situation qui nous semble aujourd'hui évidente ne l'était pas par le passé, et ce n'est pas parce qu'un système existe depuis toujours qu'il ne peut être réformé. C'est la leçon que nous devons retenir de cet épisode. Il faut saluer la proactivité avec laquelle le gouvernement tente de rectifier le tir. L'évaluation sera une étape importante et, pour les nouveaux postes, la mise en concurrence me semble indispensable.

Dat een systeem altijd heeft bestaan, betekent niet dat het niet kan worden hervormd. De proactieve houding van de regering om de situatie recht te zetten is prijzenswaardig. De evaluatie zal een belangrijke stap zijn en voor nieuwe functies denk ik dat concurrentie essentieel is.

Share
16:33 § 197 → Video
Share

Mme Nadia El Yousfi (PS).- Je partage l'avis de M. De Bock sur notre responsabilité collective. En tant que parlementaire, j'ignorais moi aussi cette situation, mais maintenant que nous en sommes informés, le gouvernement peut agir, ce qu'il fait.

Je comprends par ailleurs la colère du ministre vis-à-vis de certains médias et d'autres intervenants. Le populisme semble être devenu le nouveau « politiquement correct ». À notre époque, il faut faire le buzz et sortir le bon mot !

Je le regrette, car c'est ce qui tue la liberté de la presse à laquelle nous tenons tant. En outre, je comprends la colère des citoyens, qui est également la nôtre, d'ailleurs, par rapport à la crise qu'ils traversent. Il est donc important d'apporter rapidement les corrections nécessaires, ce à quoi vous vous attelez.

Le calendrier de votre grande réforme sera forcément très long, mais dans quel délai les deux articles constituant la réforme plus légère seront-ils corrigés ?

Mevrouw Nadia El Yousfi (PS).- Ik deel de mening van de heer De Bock over onze collectieve verantwoordelijkheid. Ik was evenmin op de hoogte van de situatie, maar nu we het weten, kan de regering optreden en dat doet ze ook.

Ik begrijp dat de minister boos is op sommige media en sprekers. Populisme lijkt het nieuwe 'politiek correct' te zijn geworden, waarbij een buzz creëren het belangrijkste is. Dat helpt de persvrijheid om zeep. Bovendien begrijp ik de woede van de burgers.

De grote hervorming zal tijd vragen, maar hoe snel kunnen de twee artikelen worden gecorrigeerd?

Share
16:35 § 199 → Video
Share

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Dois-je conclure de votre réponse que, selon le principe des droits acquis, il n'y avait pas moyen d'empêcher que ces deux fonctionnaires bénéficient d'un système estimé dépassé ? Avez-vous eu recours à une consultation juridique sur la question ? Êtes-vous certain qu'il n'y avait pas moyen de procéder autrement ?

Les autres mandataires dans leur second mandat aujourd'hui vont-ils dépendre du nouveau système ou continuer à bénéficier de l'ancien ?

Toute personne dans cette situation pourrait-elle renoncer d'initiative au privilège induit par cette disposition, c'est-à-dire demander de retrouver son poste antérieur pour se conformer à une règle qui semble plus raisonnable ? À l'instar des députés qui opèrent une réflexion sur la rémunération des fonctions spéciales, les fonctionnaires pourraient-ils prendre cette initiative à titre individuel ?

Êtes-vous certain que ce statut ne réserve pas d'autres surprises ? Avez-vous examiné ce statut en détail et soutenez-vous tous ses tenants et aboutissants ? Pouvons-nous exclure tout risque qu'à terme, vous reveniez sur certaines dispositions ?

Enfin, je me demande ce qu'il en est de la gestion des ressources humaines, et notamment de celle des plans de carrière. Comment se fait-il que l'on envisage la prochaine affectation des fonctionnaires concernés que quelques mois au préalable ?

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Moet ik uit uw antwoord afleiden dat het volgens het beginsel van verworven rechten onvermijdelijk is dat die twee ambtenaren blijven profiteren van een systeem dat iedereen achterhaald vindt? Hebt u daarover juridisch advies ingewonnen?

Zullen ambtenaren die vandaag in hun tweede termijn zitten, onder het nieuwe systeem vallen of van het oude systeem blijven profiteren? Kan iemand vrijwillig afstand doen van het privilege en vragen om terug te keren naar zijn vorige functie?

Bent u zeker dat het statuut niet nog meer verrassingen in petto heeft? Hebt u het in detail bestudeerd? Staat u achter al de bepalingen?

Hoe komt het dat de volgende functie van de betrokken ambtenaren pas enkele maanden voor het einde van het mandaat werd gepland?

Share
16:38 § 201 → Video
Share

De heer Sven Gatz, minister.- De ruimere hervorming die iets later zal plaatsvinden, zal zaken betreffen zoals de vraag of ambtenaren op de beste manier worden geëvalueerd, of zij recht hebben om in beroep te gaan tegen een minder goede evaluatie enzovoort. Mijnheer Lootens-Stael, u vindt dat ze daar niet echt recht op hebben en dat zo'n beroep zeker niet bij de regering mag worden ingesteld. In dat geval zal er een onafhankelijke commissie moeten worden opgericht. Dat is allemaal bespreekbaar, maar het probleem is dat de leden van die onafhankelijke commissie ook politieke figuren zouden worden. We moeten dus goed nadenken over wat de beste oplossing is en welke garanties we kunnen bieden.

Mevrouw Van Achter, de federale maatregelen die ik daarnet vermeldde, zijn zeker zaken waarop we ons kunnen inspireren om de wettelijke stabiliteit na het einde van een mandaat te verbeteren. Er zullen interessante zaken in die bredere hervorming staan, maar het is niet de bedoeling om het volledige statuut op zijn kop te zetten.

De heer De Beukelaer vroeg of we niet beter moeten anticiperen op het einde van het tweede mandaat. Dat zijn allemaal zaken die aan bod kunnen komen in de hervorming. We zullen de principes aan het parlement voorleggen zodra die klaar zijn. Dat zal niet onmiddellijk gebeuren, maar hopelijk wel in de komende maanden.

M. Sven Gatz, ministre.- La réforme plus large portera notamment sur la qualité de l'évaluation des fonctionnaires ou sur leur droit à former un recours contre une évaluation défavorable. À cet égard, Monsieur Lootens-Stael, nous devons réfléchir soigneusement à la meilleure solution et aux garanties que nous pouvons offrir.

Madame Van Achter, la réforme plus large que j'ai évoquée comportera des aspects intéressants, mais elle n'a pas pour objet une modification radicale du statut.

Monsieur De Beukelaer, vous me demandez si nous ne devrions pas mieux anticiper la fin du second mandat. Cette question pourra être abordée dans la réforme.

Share
16:40 § 203 → Video
Share

(poursuivant en français)

Il est clair que nous prendrons une décision de principe sur le terme qu'il convient de fixer, à l'issue de ces deux périodes de mandat. Nous nous inspirerons pour ce faire du système wallon, dans lequel les fonctionnaires retournent à leur rang et barème initiaux après deux périodes de mandat.

Certains d'entre vous, dont MM.  Leisterh et De Beukelaer, ont évoqué à juste titre l'obligation de tenir compte de certains droits acquis. Il revient au gouvernement de déterminer à quel moment les droits acquis sont attribués : au début ou à la fin du deuxième mandat.

Nous sommes en possession de deux avis sur ce point, celui de notre service juridique et celui d'un cabinet d'avocats. Après les avoir examinés et avoir tranché sur cette question, nous vous informerons de l'étendue de ces droits acquis et du moment où il conviendra d'introduire le nouveau système pour les prochains fonctionnaires.

Je veux être le plus clair possible, tout en tenant compte des règles qui régissent notre démocratie.

À ce sujet, M. De Beukelaer, je ne retiendrai pas votre suggestion selon laquelle des fonctionnaires pourraient renoncer d'initiative au privilège induit par cette disposition, car elle me semble peu opportune. Je me suis trouvé dans la même situation et ai renoncé à mon indemnité parlementaire, mais j'ai agi en tant que mandataire politique, de ma propre initiative. Certains ne me l'ont d'ailleurs toujours pas pardonné.

Cette suggestion ne peut cependant être faite à des fonctionnaires, qui sont dans une relation hiérarchique. Cette piste, que vous suggérez de bonne foi, mettrait une trop lourde responsabilité sur leurs épaules.

Pour ce qui concerne le troisième et dernier élément, je rejoins certains propos de la commission et, à l'instar d'autres responsables politiques, je fais mon mea-culpa. En passant rapidement à l'action, ce qui sera fait ce jeudi, nous assurons le meilleur suivi possible.

Pour le reste, Mme De Smedt, je ne comprends pas très bien votre position. Vous semblez dire que les fonctionnaires ne doivent pas être trop payés, mais pas trop peu non plus. Vous vous opposez également à certains éléments du mandat statutaire, parce que vous ne tenez pas compte de certains droits acquis. Or, il n'est pas possible de tenir compte de certains droits tout en en négligeant d'autres.

(verder in het Frans)

Wij zullen ons inspireren op het Waalse systeem, waarin ambtenaren na twee ambtstermijnen terugkeren naar hun oorspronkelijke rang en schaal.

Sommigen wezen terecht op de verplichting om rekening te houden met verworven rechten. Het is aan de regering om te bepalen wanneer die worden toegekend: aan het begin of aan het einde van het tweede mandaat.

We hebben daarover twee adviezen ontvangen, een van onze juridische dienst en een van een advocatenkantoor. Zodra we die hebben onderzocht en een besluit hebben genomen, zullen we u informeren over de omvang van de verworven rechten en over het tijdstip waarop het nieuwe systeem voor de volgende ambtenaren moet worden ingevoerd.

Mijnheer De Beukelaer, u vraagt of ambtenaren op eigen initiatief van het voorrecht zouden kunnen afzien. Dat lijkt me niet opportuun. Het zou te veel verantwoordelijkheid op hun schouders leggen, aangezien ze in een hiërarchisch verband staan.

Net als andere politici beken ik schuld aan de situatie, maar we zullen het probleem zo snel mogelijk rechtzetten.

Mevrouw De Smedt, u bent tegen bepaalde elementen van het statutaire mandaat, zoals de verworven rechten. U kunt evenwel niet met sommige rechten rekening houden en andere negeren.

Share
16:43 § 205 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Het statuut is één en ondeelbaar, dat hoef ik u toch niet uit te leggen.

(poursuivant en néerlandais)

Comme vous le savez, le statut est unique.

Share
16:44 § 207 → Video
Share

Mme Françoise De Smedt (PTB).- Je voulais m'assurer que les informations envoyées par écrit par le ministre, concernant notamment le nombre de personnes, seront bien transmises à la commission.

M. le président.- J'y veillerai.

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- La notion de droits acquis, qui empêche de revenir sur la situation, concerne-t-elle bien les deux fonctionnaires dont nous avons parlé ? N'y avait-il pas d'autre solution ?

M. Sven Gatz, ministre.- Vous pouvez réexaminer ces dossiers, mais cela me semblait très difficile.

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Il est également possible de renoncer soi-même. Par exemple, lorsqu'une entreprise a des soucis avec un employé, elle essaye de négocier un accord dans lequel les deux parties se retrouvent.

Dans le cas qui nous occupe, la solution ne permet pas à l'organisation de s'y retrouver. Je plaide pour un rapprochement des statuts avec ceux des entreprises et une plus grande flexibilité. Il devrait être possible de gérer les choses autrement. Essayer de trouver un accord avec un fonctionnaire, même statutaire, ce n'est pas risible.

(Remarques de M. le président)

Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- Ik wil er zeker van zijn dat de informatie die de minister schriftelijk heeft verstrekt, aan de commissie wordt doorgegeven.

De voorzitter.- Ik zal daarvoor zorgen.

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Is het beginsel van verworven rechten op beide ambtenaren van toepassing? Is er echt geen andere oplossing?

De heer Sven Gatz, minister.- Dat lijkt mij heel moeilijk.

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Ze zouden zelf het voordeel kunnen opgeven.

Wanneer een bedrijf problemen met een werknemer heeft, probeert het te onderhandelen en tot een overeenkomst te komen waarin alle partijen zich kunnen vinden. In dit geval helpt de oplossing de organisatie niet. Ik ben voorstander van meer flexibiliteit en van statuten die dichter bij die van bedrijven liggen.

(Opmerkingen van de heer Madrane, voorzitter)

Share
16:45 § 217 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Ik begrijp dat het moeilijk is om ambtenaren te vragen afstand te doen van hun loon, maar ik hoop toch dat ze op zijn minst zinvolle taken zullen uitoefenen, in functies waarin ze nuttig zijn.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- J'espère que les fonctionnaires exerceront au moins des missions utiles.

Share
16:46 § 219 → Video
Share

M. John Pitseys (Ecolo).- Je n'ai pas bien compris la portée que vous vouliez donner à votre réforme d'ensemble.

(Remarques de M. Madrane, président)

De heer John Pitseys (Ecolo).- Ik begrijp de reikwijdte van uw grote hervorming niet.

(Opmerkingen van de heer Madrane, voorzitter)

Share
16:47 § 223 → Video
Share

M. Sven Gatz, ministre.- Je le répète, la réforme - que je ne qualifierais pas de « petite » - qu'adoptera le gouvernement ce jeudi vise à mettre fin au système du statut pécuniaire des anciens mandataires qui ont effectué deux mandats de cinq ans.

Elle portera également sur l'évaluation et le recours possible après une évaluation perçue comme trop négative par le fonctionnaire. Certains d'entre vous estiment qu'il est anormal que le gouvernement en soit chargé et qu'un autre collège administratif ou un jury devrait en avoir la responsabilité.

J'ai en outre évoqué certains éléments de la réglementation fédérale pour mieux stabiliser légalement le suivi des deux mandats, si suite il y a. D'autres éléments pourraient être ajoutés après analyse de mes services.

Odres du jour (Dépôt)

M. le président.- En conclusion des interpellations, M. Dominiek Lootens-Stael, M. David Leisterh et Mme Cieltje Van Achter annoncent le dépôt d'un ordre du jour motivé conformément à l'article 119.2 du règlement.

Quatre ordres du jour ont été déposés :

- Un ordre du jour motivé a été déposé par Mme Cieltje Van Achter, MM. Mathias Vanden Borre et Gilles Verstraeten (voir annexe).

- Un ordre du jour motivé a été déposé par M. Dominiek Lootens-Stael (voir annexe).

- Un ordre du jour motivé a été déposé par M. David Leisterh (voir annexe).

- Un ordre du jour pur et simple est proposé par M. Guy Vanhengel.

De heer Sven Gatz, minister.- De hervorming die de regering donderdag zal goedkeuren, en die ik niet klein zou willen noemen, moet een einde maken aan de bezoldigingsregeling voor voormalige mandatarissen die twee termijnen van vijf jaar hebben gediend.

Ook de evaluatie en de beroepsmogelijkheden na een evaluatie die door de ambtenaar als te negatief wordt ervaren, komen aan bod.

Daar kunnen, na analyse door mijn diensten, nog andere elementen aan worden toegevoegd.

Moties (Indiening)

De voorzitter.- Naar aanleiding van de interpellaties kondigen de heer Dominiek Lootens-Stael, de heer David Leisterh en mevrouw Cieltje Van Achter de indiening van een gemotiveerde motie aan, overeenkomstig artikel 119.2 van het reglement.

Vier moties werden ingediend:

- Een gemotiveerde motie werd ingediend door mevrouw Cieltje Van Achter, de heren Mathias Vanden Borre en Gilles Verstraeten (zie bijlage)

- Een gemotiveerde motie werd ingediend door de heer Dominiek Lootens-Stael (zie bijlage).

- Een gemotiveerde motie werd ingediend de heer David Leisterh (zie bijlage).

- Een eenvoudige motie wordt door de heer Guy Vanhengel voorgesteld.

Share
16:49 § 227 → Video
Share

Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende de strijd tegen corruptie.

Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant la lutte contre la corruption.

Share
16:49 § 229 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Begin december publiceerde de Nationale Bank van België een vergelijkend onderzoek waarin de competitiviteit en aantrekkelijkheid van Brussel vergeleken wordt met 35 andere grootstedelijke gebieden in de Europese Unie. Uit die studie blijkt onder meer dat Brussel ondermaats presteert op het vlak van de kwaliteit van de dienstverlening, en inzake corruptie en de onpartijdigheid van overheidsdiensten. Zeker op het vlak van de onpartijdigheid en kwaliteit van de dienstverlening doet onze hoofdstad het dramatisch slecht.

Die vaststelling sluit aan bij de conclusies van de rapporten inzake 'Quality of Government' van de Europese Commissie, waarvan de recentste versie dit voorjaar werd gepubliceerd. Daaruit blijkt dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelselmatig de slechtst scorende regio is in heel Noordwest-Europa. Met andere woorden, op het vlak van corruptie, onpartijdigheid en kwaliteit van de dienstverlening doet geen enkele regio het hier slechter dan Brussel.

Wie zou verwachten dat het bestrijden van corruptie en onpartijdigheid dan ook een beleidsprioriteit zou zijn, komt bedrogen uit. Tussen 2013 en vandaag ging het volgens de Europese Commissie enkel maar bergaf.

Hoe verklaart u dat het Brussels Gewest volgens de laatste rapporten van de Europese Commissie telkens slechter scoort op het vlak van corruptie, partijdigheid en kwaliteit van de dienstverlening? Welke initiatieven hebt u deze regeerperiode genomen om daar verandering in te brengen? Welke maatregelen worden momenteel nog voorbereid?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- En matière de corruption ainsi que de qualité et d'impartialité des services publics, aucune Région ne fait pire que Bruxelles. C'est ce qui ressort aussi bien d'une étude comparative de 35 zones métropolitaines de l'Union européenne publiée début décembre par la Banque nationale de Belgique que des rapports de la Commission européenne sur la qualité de l'administration. Et selon la Commission, la situation se dégrade depuis 2013.

Comment expliquez-vous les mauvais résultats de la Région bruxelloise ? Quelles mesures prenez-vous pour y remédier ?

Share
16:51 § 231 → Video
Share

De heer Sven Gatz, minister.- U verwijst naar de studie met de titel ‘Is Brussels a performing, competitive and attractive European metropolitan region?’ van de Nationale Bank van België (NBB).

Zoals u zelf zegt, wordt in de studie het concept 'metropolitan region' gehanteerd, en dat valt niet samen met de institutionele definitie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, want bijna heel Waals- en Vlaams-Brabant en zelfs een deel van Henegouwen vallen onder die regio. De studie heeft dus een veel grotere reikwijdte.

De verslagen vormen samen de Europese index voor de kwaliteit van de overheid (EQI – European Quality of Government Index). De EQI is het resultaat van een vierjaarlijkse enquête die wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeksinstelling die is verbonden aan de universiteit van het Zweedse Göteborg. In de hele Europese Unie hebben circa 129.000 respondenten deelgenomen aan de enquête. In België waren er 5.713 respondenten, waarvan ongeveer vijfhonderd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat geeft een representatief beeld.

De enquêtevragen zijn gebaseerd op het concept kwaliteit van overheidsinstellingen. Het is een ruim, multidimensionaal concept, dat verder wordt onderverdeeld in drie categorieën: corruptie onder overheidsinstanties, onpartijdigheid van overheidsfunctionarissen en kwaliteit van overheidsdiensten. De gegevens worden vervolgens geaggregeerd en gestandaardiseerd per regio en per lidstaat verder bekeken.

Als het gaat om de kwaliteit van de overheid, lijkt het evenveel uit te maken in welke regio als in welk land je woont. De resultaten van het EQI vertonen algemene continuïteit, waarbij veel hoog of laag presterende regio's in alle edities van de index vergelijkbare scores behalen.

Niet alleen in België worden er regionale verschillen vastgesteld. Ook in andere EU-landen - Italië, Spanje, Ierland, Polen, Frankrijk en Slovenië in het bijzonder - worden er aanzienlijke regionale verschillen geconstateerd. Interessant is dat de EQI-score van het Waals Gewest sinds 2010 gestaag vooruitgaat. Dat van het Vlaams Gewest gaat er sinds 2013 gestaag op achteruit.

Het Brussels Gewest scoort inderdaad lager op de 'quality and accountability of government services, absence of corruption and impartiality of government services index'. Zonder verduidelijking van die score is het echter moeilijk om in te gaan op de cijfers. We weten dus momenteel niet veel meer.

Brussel heeft van lang voor de controle duidelijke regels, die werden ingesteld met de organieke ordonnantie van 2006 waar we het al over hebben gehad. De ordonnantie is misschien niet perfect, maar de checks-and-balances werken naar behoren. Er zijn controlemechanismes, waaronder interne controles met een aantal deelcomponenten, de beheerscontrole, de administratieve controle, de begrotingscontrole en de interne audit.

M. Sven Gatz, ministre.- L'étude publiée par la Banque nationale de Belgique traite des régions métropolitaines, ce qui correspond à une zone beaucoup plus large que notre Région au sens institutionnel.

Cette étude, comme les rapports de la Commission européenne, reprend les indices composites de la gouvernance européenne établis sur la base s'une enquête réalisée tous les quatre ans par l'université de Göteborg. La qualité des institutions publiques y est estimée selon trois axes : la corruption des acteurs publics, l'impartialité du personnel des services publics et la qualité de ceux-ci.

Les résultats de cet indice sont en général relativement stables dans le temps. Il est toutefois à noter que le score de la Région wallonne s'améliore depuis 2010 alors que celui de la Région flamande diminue depuis 2013.

Le score de la Région bruxelloise est en effet plus faible que celui des autres Régions pour la qualité et la responsabilité des services publics, l'absence de corruption et l'impartialité des agents des services publics, mais ce score n'étant pas explicité, nous ne pouvons pas en dire plus.

En Région bruxelloise, des mécanismes de contrôle clairs ont été instaurés par l'ordonnance organique de 2006. Cette ordonnance n'est peut-être pas parfaite, mais les mécanismes fonctionnent convenablement.

Share
16:55 § 233 → Video
Share

Door de jaren zijn die instrumenten nog verder uitgewerkt of uitgebreid, wat wijst op een duidelijke steun vanuit de regering om de controlemechanismen te garanderen. Zo is er de operationalisering van de beheerscontrole met het besluit van 24 oktober 2014 en is er sinds 2021 binnen de GOB een activering van de vakgebonden interne controle door middel van een werkgroep en een praktische handleiding.

Bovendien verwijs ik graag naar de beslissing van de Brusselse regering in september 2022 om de reikwijdte van de interne audit uit te breiden en de middelen van de GOB te versterken, zodat ook die component van het controlesysteem verder kan worden ingevoerd. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft een belangrijk initiatief genomen met de aanstelling van de Brusselse ombudsvrouw.

We hebben de voorbije jaren dus met vereende krachten bijkomende initiatieven genomen. Het is de regering ook niet helemaal duidelijk wat precies de draagwijdte en diepgang van het onderzoek is, noch hoe de bevoegdheden van het gewest zich verhouden tot die van andere instanties binnen de bredere metropolitane gemeenschap. Ik hoop wel dat ik voldoende duidelijk gemaakt heb welke maatregelen tegen het volgende rapport een positieve invloed zouden moeten hebben.

Avec le temps, ces mécanismes ont été développés et étendus. En témoignent, notamment, l'arrêté du 24 octobre 2014 relatif au contrôle de gestion et l'activation du contrôle interne par branche au sein du service public régional de Bruxelles (SPRB) depuis 2021. En outre, en décembre 2022, gouvernement bruxellois a décidé d'élargir la portée de l'audit interne et de renforcer les ressources du SPRB. Il y a aussi eu la nomination de la médiatrice bruxelloise.

Nous avons donc pris des mesures dont j'espère qu'elles auront un impact positif sur les résultats du prochain rapport. Quoi qu'il en soit, la portée et la profondeur exactes de l'étude ne sont pas claires, pas plus que les liens qu'elle établit entre les compétences de la Région et les autres instances de la communauté métropolitaine élargie.

Share
16:57 § 235 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Zou het niet nuttig kunnen zijn om contact op te nemen met de Europese Commissie en de Nationale Bank van België om gedetailleerdere informatie te krijgen? Ook ondernemingen en investeerders lezen immers zulke rapporten. Een gebrek aan vertrouwen in de kwaliteit van de dienstverlening stelt het Brussels Gewest in een slecht daglicht.

Er zijn al stappen gezet, maar die vind ik weinig overtuigend. Het blijft wachten op een klokkenluidersstatuut. Het is heel belangrijk dat ambtenaren die problemen willen aankaarten, dat correct kunnen doen. De uitbreiding van de interne audit is nog zo'n project. Er is echt nog werk aan de winkel.

Ik verzoek u om er ernstig mee aan de slag te gaan, want we kunnen ons geen positie onderaan in het klassement veroorloven. Met een doortastende aanpak is vooruitgang mogelijk.

- Het incident is gesloten.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Ne faudrait-il pas contacter la Commission et la Banque nationale pour obtenir des précisions ? Une mauvaise image de la Région peut influencer les investisseurs.

Les mesures évoquées me semblent peu convaincantes. Nous attendons toujours que les lanceurs d'alerte aient un statut. C'est important pour que les fonctionnaires puissent soulever des problèmes.

Je vous demande de vous y mettre sérieusement, car nous ne pouvons pas nous permettre d'être au bas de l'échelle.

- L'incident est clos.

Share
16:59 § 239 → Video
Share

Mondelinge vraag van mevrouw Cieltje Van Achter

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de kabinetten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Question orale de Mme Cieltje Van Achter

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les cabinets du gouvernement bruxellois.

Share
16:59 § 241 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Begin november 2022 was er zowel in de Franstalige als de Nederlandstalige pers heel wat aandacht voor de omvang van de ministeriële kabinetten in het land. Daarbij vallen vooral de verschillen tussen de gemeenschappen en gewesten op. De Waalse regering telt 501 kabinetsmedewerkers, de Franse gemeenschapsregering 276 en de Brusselse regering ongeveer 400. Dat staat in schril contrast met de Vlaamse regering, die slechts 219 medewerkers telt.

Het kan dus anders. Niet alleen in omvang, maar ook op het vlak van transparantie kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zeker iets leren van Vlaanderen. Zo wordt de verloning van kabinetspersoneel in Vlaanderen stelselmatig aangerekend op de kabinetsbegroting, ook wanneer het om personeelsleden gaat die uit de Vlaamse administratie gedetacheerd worden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat niet het geval, wat een vertekend beeld geeft van de werkelijke kostprijs van de kabinetten.

Hoe verklaart u het grote verschil in aantal kabinetsleden tussen de Brusselse en de Vlaamse regering? Waarom zijn er zoveel meer kabinetsleden nodig, wetende dat het Brussels Gewest minder inwoners en minder bevoegdheden heeft dan Vlaanderen?

Welke stappen hebt u al gezet om te besparen op de kabinetten? Staat er deze regeerperiode nog een rationalisering op de agenda om de kosten van de kabinetten in te perken?

Hoe wilt u transparanter rapporteren over de reële kosten van de kabinetten?

Wanneer kunnen we de nodige besluiten verwachten om de voorgaande punten te realiseren?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- En novembre dernier, la presse s’est fait l’écho des différences d’ampleur des cabinets ministériels entre les entités fédérées  : le gouvernement bruxellois, par exemple, compte environ 400 collaborateurs de cabinet, contre 219 pour le gouvernement flamand.

Outre la taille des cabinets, la Région pourrait aussi s’inspirer de la Flandre en matière de transparence  : la rémunération des collaborateurs de cabinet est automatiquement imputée au budget de celui-ci, même s'il s'agit de personnel détaché de l'administration flamande.

Comment expliquez-vous ces différences ? Pourquoi faut-il autant de collaborateurs de cabinet, sachant que la Région a moins d'habitants et de compétences que la Flandre ? Une rationalisation est-elle prévue pour réduire les coûts de cabinet ?

Comment allez-vous rendre compte de manière plus transparente des coûts réels des cabinets ?

Share
17:01 § 243 → Video
Share

De heer Sven Gatz, minister.- Ik geef u het antwoord van de minister-president, die er allereerst op wijst dat hij meerdere kabinetten heeft, aangezien hij bevoegdheden uitoefent in drie uitvoerende instanties, namelijk de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

De samenstelling daarvan wordt geregeld in drie besluiten. Voor het beheer van de bevoegdheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het om het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 maart 2022 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de gewestelijke staatssecretarissen. Dat besluit voorziet in 2 kabinetschefs, van wie er 1 tot adjunct-kabinetschef, adviseur of attaché mag worden 'gedegradeerd', 3 adjunct-kabinetschefs, 29 adviseurs of attachés, 47 uitvoerende medewerkers, 8 uitvoerende medewerkers onder contract bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, en 5 adviseurs of attachés onder contract bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Voor het beheer van de bevoegdheden in de Franse Gemeenschapscommisse gaat het om het besluit van het College van 11 september 2014 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de leden van het College, dat voorziet in 1 adjunct-kabinetschef, 3 adviseurs of attachés en 4 uitvoerende medewerkers.

Voor het beheer van de bevoegdheden in de GGC ten slotte moeten we kijken naar het besluit van het Verenigd College van de GGC van 11 september 2014 met dezelfde doelstelling, gewijzigd door het besluit van 23 december 2021. Dat besluit voorziet in 1 adjunct-kabinetschef en 4 adviseurs, attachés of uitvoerende personeelsleden.

In totaal mag het kader van de drie kabinetten van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dus 106 werknemers omvatten.

Tegenwoordig telt het team van de minister-president 82 medewerkers. Dat is 77% van het personeelsbestand waarop hij aanspraak kan maken. Hij vindt het vanzelfsprekend om vrijwel een kwart van de vacatures niet in te vullen.

Om het vermeende verschil tussen het team van de Vlaamse minister-president en dat van de Brusselse minister-president waarop u wijst te duiden, wijs ik erop dat zijn Vlaamse collega geen melding maakt van het uitvoerende personeel. Dat zijn onder meer secretaresses, chauffeurs, medewerkers van de briefwisseling, schoonmaakpersoneel, bodes en onthaalmedewerkers. In een andere structuur zou dat uitvoerende personeel worden uitbesteed. Het is dus niet vergelijkbaar met het organogram van de Brusselse minister-president, dat in alle transparantie op zijn website en op de portaalsite van het gewest staat, en waar u de volledige samenstelling van zijn en andere kabinetten vindt.

M. Sven Gatz, ministre.- Voici la réponse du ministre-président, qui rappelle tout d'abord qu'il a plusieurs cabinets, puisqu'il exerce des compétences dans les exécutifs de trois entités : Région bruxelloise, Cocof et Cocom.

Leur composition est fixée par arrêtés.

Au total, le cadre des trois cabinets du ministre-président peut comprendre 106 collaborateurs.

Toutefois, son équipe ne compte actuellement que 82 collaborateurs, soit 77 % du personnel auquel il aurait droit. Il considère comme allant de soi que près d'un quart des postes vacants ne soient pas pourvus.

En outre, il est à noter que son homologue flamand ne fait aucune mention du personnel opérationnel. Il s'agit notamment des secrétaires, des chauffeurs, du personnel de nettoyage et des huissiers. Dans une autre structure, ce personnel serait externalisé. Ce n'est donc pas comparable avec l'organigramme du ministre-président bruxellois, qui est publié en toute transparence sur son site web et sur le portail de la Région.

Share
17:04 § 245 → Video
Share

De minister-president zei eerder al dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat een debat wordt gevoerd over de samenstelling van de ministeriële kabinetten en dat daarbij een beperking van het aantal medewerkers wordt overwogen. Hij vindt wel dat de instellingen in hun geheel eerst een kleine facelift nodig hebben, zoals hij onlangs ook in de media nog verklaarde.

Le ministre-président n'a aucune objection à ce qu'un débat ait lieu sur la composition des cabinets ministériels et à ce qu'une réduction des effectifs soit envisagée à cette occasion. Il estime toutefois que les institutions dans leur ensemble doivent d'abord faire peau neuve.

Share
17:05 § 247 → Video
Share

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Om te beginnen hebben de Vlaamse kabinetten ook chauffeurs en koks en dergelijke, en die worden wel degelijk meegerekend.

Ik merk wel enige bereidheid om de kwestie nader te bekijken. Dat is ook nodig. Het is wel een beetje schrijnend dat de minister-president daarvoor wacht op een algemene facelift. Wat moet die dan inhouden? Ik hoop dat de minister-president zijn schouders zet onder een performante administratie en een modern personeelsbeleid, zoals we daarnet bespraken. Als de minister-president vindt dat de administratie het niet aankan, moet hij het probleem bij de bron aanpakken en de administratie hervormen.

Dit zijn twee belangrijke kwesties en ze kunnen ook samen aangepakt worden. Ik zal dan ook een resolutie indienen met het voorstel het aantal kabinetsmedewerkers vanaf de volgende regeerperiode te verminderen. Dat moet zeker mogelijk zijn.

- Het incident is gesloten.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Les cabinets flamands ont aussi des chauffeurs, des cuisiniers, etc., et ils sont bien comptabilisés.

Je note une certaine volonté d'examiner la question de plus près, mais regrette l'attentisme du ministre-président. S’il pense que l'administration n'est pas à la hauteur, il doit la réformer.

Je déposerai une résolution visant à réduire le nombre de collaborateurs de cabinet à partir de la prochaine législature.

- L'incident est clos.

Share