Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de tenuitvoerlegging van het besluit om de continuïteit van de werking van de Brusselse OCMW’s veilig te stellen in het kader van de COVID 19-crisis.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 112)

 
Datum ontvangst: 03/04/2020 Datum publicatie: 02/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 28/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op donderdag 26 maart zou het Verenigd College in eerste lezing een ontwerpbesluit hebben aangenomen tot tenuitvoerlegging, voor wat de werking van de OCMW’s betreft, van de bijzondere machten die haar werden verleend door de ordonnantie van de Verenigde Vergadering van de GGC van 19 maart 2020. Dit besluit moest in werking treden met terugwerkende kracht vanaf de dag na 19 maart 2020. Deze tekst zou vervolgens voor advies worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State zou het advies helaas slechts begin april worden bekendgemaakt en slechts voor ongeveer 10 dagen kunnen worden toegepast, gezien de looptijd van 40 dagen, met inbegrip van de terugwerkende kracht. Een besluit van het Waals Gewest over hetzelfde onderwerp werd al op 23 maart goedgekeurd en op 26 maart in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Het Brussels besluit zou verschillende maatregelen bevatten om de regels voor de werking van de OCMW-organen in deze dringende omstandigheden aan te passen. De OCMW's zijn nu verplicht om juridische oplossingen te vinden in plaats van zich te richten op de dringende dossiers van de rechthebbenden die op een oplossing wachten.

Graag een antwoord op volgende vragen:

1. Waarom is de tekst nog altijd niet van kracht in Brussel en hoe verklaart u deze lange termijn?

2. Hoe gaan de OCMW’s dit besluit kunnen toepassen op het tijdstip van de bekendmaking ervan, terwijl de looptijd 40 dagen zou bedragen, met inbegrip van de terugwerkende kracht?

3. Waarom werd niet voorzien in de toekenning van bijzondere volmachten aan de voorzitters van de Brusselse OCMW's en hun bureaus, zoals voorzien voor de gemeenten, om te voorkomen dat ze hun volledige teams moeten bijeenroepen voor dringende beslissingen over gezondheidskwesties en de bescherming van de meest kwetsbare personen, of het nu gaat om rusthuizen of om andere instanties die afhankelijk zijn van de OCMW's?
 
 
Antwoord    Het bijzonderemachtenbesluit tot vrijwaring van de werking van de OCMW’s is aangenomen op 6 april 2020, na een goedkeuring in eerste lezing op 26 maart 2020.

Deze tekst biedt een antwoord op de meeste verzoeken die geformuleerd zijn door de Vereniging van OCMW-Secretarissen tijdens een raadpleging door Brussel Plaatselijke Besturen, op 19 maart, over hun behoeften aan aanpassingen van de regelgeving. Deze voorafgaande raadpleging verklaart zeker het verschil in timing met het besluit dat in het Waalse Gewest is genomen.

Op 9 april 2020 heeft de Federatie van OCMW's een brief met verzoeken om aanpassing van het besluit verstuurd naar de minister van Gezondheid en Welzijn en naar de minister-president. Er is overeengekomen om gevolg te geven aan deze gegronde verzoeken. Het was de bedoeling om zo goed mogelijk in te spelen op de uitzonderlijke beperkingen die de COVID-19-gezondheidscrisis doet wegen op de continuïteit van de openbare dienst die door de OCMW's wordt geleverd.

Het besluit is daarom gewijzigd en zijn goedkeuring is op 30 april 2020 voorgelegd aan de regering.

Het besluit heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2020 voor een duur van 60 dagen, en niet 40 dagen zoals oorspronkelijk voorgesteld. Dankzij de regelmatige contacten tussen Brussel Plaatselijke Besturen en de Federatie van OCMW's en de Vereniging van OCMW-Secretarissen kon snel worden gecommuniceerd over de aanpassingen waarin het besluit voorziet, alsook over het retroactieve karakter, waardoor de OCMW's hun praktijken konden aanpassen zonder op de officiële publicatie van het besluit te moeten wachten.

Om te kunnen tegemoetkomen aan de behoeften van de maatschappelijk werkers en om de continuïteit van de toekenning van steun te garanderen, hebben we er tot slot voor gezorgd dat het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst virtueel kan vergaderen, met garanties voor het beroepsgeheim en de geheime stemming. De verplichting om de beslissingsorganen van de OCMW's fysiek bijeen te roepen is dus opgeheven.