Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beschikbaarheid van voorraden seizoensgriepvaccins in de context van COVID-19

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 230)

 
Datum ontvangst: 05/10/2020 Datum publicatie: 11/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de huidige context, die gekenmerkt wordt door een relatieve heropflakkering van COVID-19, moeten de nodige maatregelen worden genomen om overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen.

Vooral de seizoensgriep zou kunnen leiden tot een instroom van patiënten in de ziekenhuizen, die de beschikbare bedden voor COVID-gevallen zouden bezetten. Tevens zou die kunnen leiden tot vertragingen in de diagnose en tot complicaties bij de meest kwetsbare personen.

We weten bovendien dat sommige griepverschijnselen vergelijkbaar zijn met die van COVID-19: koorts, hoest, vermoeidheid, spierpijn. Die situatie zou ervoor kunnen zorgen dat sommige mensen vrezen voor een besmetting met het coronavirus. De diagnose kan dus gemakkelijker gesteld worden als een besmette persoon deze klinische kenmerken vertoont, maar gevaccineerd is tegen de griep: zorgverleners kunnen dan gemakkelijker een mogelijk geval van COVID identificeren en een aangepaste behandeling voorstellen.

Naast het ontlasten van de gezondheidszorginstellingen, kan vaccinatie ook het aantal tests verminderen die worden uitgevoerd om te bepalen of een persoon het coronavirus heeft wanneer deze in werkelijkheid met de griep is besmet. Er zou dus een positief effect kunnen worden gevoeld in de laboratoria, die duizenden stalen per dag moeten analyseren.

Om het risico te beperken dat de twee epidemieën zich tegelijkertijd voordoen, had ik dus graag wat informatie willen krijgen over de voorraad beschikbare seizoensgriepvaccins en uw vaccinatiestrategie in dit verband.

1) Wat is de totale voorraad seizoensgriepvaccins die momenteel beschikbaar is in het Brussels Gewest?

2) Zijn er extra bestellingen gepland? Kunt u uw antwoord opsplitsen tussen enerzijds de vaccins die door de federale overheid aan het Brussels Gewest zijn toegewezen volgens een verdeelsleutel tussen de Gewesten en anderzijds de eventuele bestellingen die rechtstreeks door Iriscare zijn geplaatst?

3) Welke vaccinatiestrategie is gepland in de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen? Welke doelgroepen zijn geïdentificeerd om bij voorrang gevaccineerd te worden? Welke prioriteitsvolgorde werd vastgesteld tussen bewoners en zorgverleners?

4) Werden een vaccinatiestrategie en een identificatie van doelgroepen ontwikkeld voor andere instellingen in de welzijns- en gezondheidssector? Zo ja, volgens welke criteria en in welke prioriteitsvolgorde?

5) Werd ten slotte een algemene vaccinatiestrategie voor de hele bevolking ontwikkeld? Zo ja, werden er doelgroepen geïdentificeerd? Volgens welke criteria en in welke prioriteitsvolgorde?
 
 
Antwoord    1/

Tegen 2020 zullen de farmaceutische bedrijven ongeveer 3 miljoen vaccins tegen de seizoensgriep 2020-2021 in België op de markt hebben gebracht. Dit is 10% meer dan vorig jaar. De totale voorraad aan vaccins wordt opgevolgd door de federale overheid en meer bepaald door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Op 21/01 is het Agentschap een onderzoek gestart om te bepalen in hoeverre de bevoorrading voldoende zal zijn. Er zal een wekelijks verslag worden opgesteld over de stand van de beschikbare voorraden van griepvaccins (zie bericht:
https://www.fagg.be/nl/news/griepvaccins_het_fagg_doet_een_bevraging_bij_alle_apotheken).

De griepvaccinatie in het kader van COVID-19 was het voorwerp van overleg binnen de door het FAGG gecoördineerde "Taskforce Influenza" tussen het federale niveau, de deelstaten en de sleutelactoren. Een vertegenwoordiger van de DVC nam hieraan deel en Iriscare werd uitgenodigd. Er werd voor het hele land, zonder specifieke verdeling per gewest (zie de verdeling van de vaccins hieronder) een raming gemaakt van het aantal te vaccineren personen. Er is besloten dat dit jaar de voorkeur wordt gegeven aan een aanpak in twee fasen om ervoor te zorgen dat de doelpopulatie (categorieën A en B) ten opzichte van de algemene bevolking prioritair wordt gevaccineerd, en dit in coördinatie met de arbeidsgeneeskunde en de behandelende artsen. Tijdens de vergadering van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid op 26/08/2020 is het volgende besluit goedgekeurd: “Voor de seizoensgriep 2020-2021 zijn de ministers van Volksgezondheid (federaal en deelstaten) voorstander van een gefaseerde aanpak van de vaccinatie”.

De eerste fase, waarbij de vaccins alleen worden afgeleverd aan de door de HGR gedefinieerde doelgroepen, loopt van 15 september tot 15 november 2020.

Voor de verdeling werd overeengekomen:
­ dat de distributie gefaseerd moet gebeuren, volgens de vraag van de apothekers (de gefaseerde aflevering volgend) om eerst de vaccins voor de beoogde doelgroepen te bestellen en te leveren en vanaf 15 november 2020 die voor de andere patiënten.
­ dat de leveringen aan de apotheker of de groothandelaar-verdeler geleidelijk en gefaseerd moeten gebeuren, terwijl aan de vraag moet worden voldaan, om een optimale verdeling van de vaccins over het geheel van de apotheken te garanderen.
­ dat de vaccins uitsluitend aan de gemachtigde actoren verstrekt mogen worden. Dit zijn de groothandelaren, groothandelaar-verdelers en de apothekers.

Wat betreft de aflevering, werd beslist:
­ dat de aflevering gefaseerd moet gebeuren zodat eerst de vaccins voor de beoogde doelgroepen worden afgeleverd. Vanaf 15 november 2020 kan de aflevering worden uitgebreid tot patiënten buiten de doelgroep, afhankelijk van de beschikbare voorraden.
­ dat de apothekers (van voor het publiek opgestelde apotheken en ziekenhuisapotheken) de enigen zijn die gemachtigd zijn om vaccins af te leveren, ofwel op basis van een voorschrift voor een patiënt, ofwel op basis van een schriftelijk verzoek voor een groep patiënten.
­ dat voor de eerste fase het schriftelijk verzoek of het voorschrift moet aangeven dat de vaccins bestemd zijn voor de beoogde doelgroepen. Voor het voorschrift volstaat de vermelding "derdebetalersregeling van toepassing".
­ het aangeraden is om in de eerste fase pas vanaf 1 oktober de vaccins af te leveren, aangezien vanaf dan de kost voor de patiënt lager zal zijn, ten gevolge van een wijziging van de vergoedingscategorie en de bijkomende vergoedbaarheid van personen uit categorie A, groep 3 (personen die onder hetzelfde dak wonen als de risicopersonen uit groep 1 en kinderen jonger dan 6 maanden).
­ dat de bestellingen van vaccins geleidelijk en gefaseerd over de hele vaccinatieperiode moeten gebeuren, om een optimale verdeling van de vaccins over het geheel van de apotheken te garanderen.

Gedurende deze eerste fase worden regelmatig vergaderingen tussen de administraties georganiseerd om een optimale verdeling van de vaccinvoorraden te waarborgen en om te bepalen:
­ Hoeveel vaccins werden geleverd.
­ Hoeveel vaccins nog nodig zijn om de behoeften van de eerste fase te dekken.
­ Of dringende acties of aanvullende mededelingen nodig zijn.


Gezien het succes van de vaccinatiecampagne van de doelgroepen 1A, heeft de IMC Gezondheid van 28 oktober beslist om de vaccinatie van de prioritaire groep 1B niet toe te staan, zie infra; evenals de algemene bevolking. Alle beschikbare griepvaccins in België zijn voorbehouden voor de prioritaire groep 1A. De toestand wordt eind november opnieuw geëvalueerd.
https://www.fagg.be/nl/vragen_en_antwoorden_over_het_griepvaccin_2020_2021


2/

Ja, er zijn al bijna twee miljoen griepvaccins geproduceerd en vrijgegeven door de vergunningshouders voor het griepseizoen 2020-2021. Dat wil zeggen dat de geproduceerde vaccins naar de groothandelaars-verdelers werden gebracht of al rechtstreeks naar de apotheken werden verdeeld. Een substantieel deel van de leveringen naar de apotheken zal eind oktober en begin november gebeuren. Een miljoen doses zijn nog voorzien en zullen op dat moment worden verspreid onder apotheken in het hele land. Artsen die vaccinatiemomenten hebben gepland, houden daar best rekening mee. De DVC en Iriscare, die deel uitmaken van de bovengenoemde Taskforce, hebben de mogelijkheid onderzocht om rechtstreeks vaccins te bestellen. Dit is ogenschijnlijk niet mogelijk volgens de huidige wetgeving (Wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers en de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen). De administratie beschikt bovendien niet over de nodige infrastructuur om de vaccins te vervoeren en te bewaren met inachtneming van de koudeketen.


3/

Ja, de Hoge Gezondheidsraad heeft een strategie uitgestippeld die voor de ganse bevolking geldt. De Raad heeft de volgende risicogroepen geïdentificeerd:
­ Categorie A
o Groep 1: personen met een risico op complicaties :
· alle zwangere vrouwen, ongeacht de fase van de zwangerschap
· alle patiënten vanaf de leeftijd van 6 maanden die lijden aan een onderliggende chronische aandoening, ook indien gestabiliseerd, van de longen (inclusief ernstige astma), het hart (uitgezonderd hypertensie), de lever, de nieren, aan metabole aandoeningen (inclusief diabetes), BMI > 35, aan neuromusculaire aandoeningen of aan immuniteitsstoornissen (natuurlijk of geïnduceerd)
· alle personen vanaf 65 jaar
· personen die in een instelling verblijven
· kinderen vanaf 6 maanden tot 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie ondergaan
o Groep 2: personen werkzaam in de gezondheidssector
o Groep 3: personen die onder hetzelfde dak wonen als :
· de risicopersonen uit groep 1
· kinderen jonger dan 6 maanden
­ Categorie B
o personen tussen 50 en 65 jaar

Er werd desalniettemin materiaal uitgewerkt zodat de sector gesensibiliseerd wordt om vaccinatie tegen de seizoensgriep van bovenvermelde doelgroepen te promoten.


4/

Zie hierboven
De Werkgroep Vaccinatie van de HGR heeft zijn advies opgesteld op basis van een overzicht van de relevante wetenschappelijke literatuur, zowel uit wetenschappelijke tijdschriften als uit rapporten van nationale en internationale organisaties (ECDC; WHO) die in deze materie bevoegd zijn (peer-reviewed), alsook op basis van het oordeel van de experten.