Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gevolgen van de coronacrisis voor de sekswerkers.

Indiener(s)
Delphine Chabbert
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 351)

 
Datum ontvangst: 17/12/2020 Datum publicatie: 20/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 19/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het kader van de preventieve maatregelen in verband met de COVID-crisis worden beperkingen opgelegd aan de zogenaamde "contactsector". België telt tussen de 25.000 en 30.000 sekswerkers. 25.000 à 30.000 personen van wie de "contact"-activiteit volgens de huidige beperkingen verboden is.

Ik wil duidelijk stellen dat het geenszins mijn bedoeling is een ideologisch debat aan te gaan of de realiteit van seksuele uitbuiting te verdoezelen. Het spreekt vanzelf dat mijn fractie en ik gedwongen prostitutie beschouwen als een grove schending van de mensenrechten, die we koste wat het kost moeten bestrijden. Toch wil ik het hebben over de situatie van die tienduizenden kwetsbare personen, meestal vrouwen, die in een onzichtbare vorm van bestaansonzekerheid leven.

De verenigingen in het veld zoals Espace P en Utsopi (Unie van Sekswerkers Georganiseerd voor Onafhankelijkheid) betreuren het dat prostituees in de huidige context zo gemarginaliseerd worden. Omdat zij niet aangegeven werken, hebben sommige personen die zich prostitueren immers geen toegang tot een vervangingsinkomen, tot het overbruggingsrecht, tot technische werkloosheid of tot het OCMW.

Wij moeten beseffen dat deze personen niet meer in staat zijn zich te voeden, te huisvesten of te verzorgen. Wat doen zij dan? Sommigen van hen zetten hun activiteiten clandestien voort. Clandestien betekent gevaarlijk, met risico's voor hun gezondheid en veiligheid. Omdat zij geen andere keus hebben.

Hoewel ik uiteraard alle maatregelen steun die erop gericht zijn de verspreiding van het virus af te remmen, verdedig ik ook de menselijke waardigheid. En een deel van de bevolking, minder zichtbaar dan de anderen, heeft niet de middelen om een waardig leven te leiden. Dat is onaanvaardbaar.

Mijn vragen zijn als volgt:

- Hebt u contacten met de veldwerkers om de omvang van de bestaansonzekerheid waarmee personen die zich prostitueren te maken krijgen, te evalueren?
- Zijn er gegevens beschikbaar om na te gaan in hoeverre deze personen als gevolg van de crisis in extreme armoede zijn vervallen?
- Bestaan er materiële en financiële steunmaatregelen voor sekswerkers?
- Op 7 mei 2020 erkende u in de commissie dat sekswerkers kwetsbare groepen zijn en dat de crisis hun moeilijkheden alleen maar verergert. U deelde ons toen mee dat u de mogelijkheid van financiële steun aan de sector aan het onderzoeken was. Wat is de stand van zaken?
 
 
Antwoord    Wij hebben veel contact gehad met vzw’s zoals Utsopi, Alias, Espace P, Isala en Sawa tijdens de COVID-crisis en de eerste lockdown.
Op 22 februari hebben wij bovendien vergaderd met Utsopi om de stand van zaken op te maken.

Wat uw vragen over de cijfergegevens betreft, verrichten de Fédération des Services Sociaux, Espace P en Alias momenteel een studie over dit onderwerp. Met de analyse van de gegevens zal in februari/maart worden gestart, wat betekent dat er op dit moment nog geen exacte of algemene cijfers beschikbaar zijn.

UTSOPI, die ook deelneemt aan dat onderzoek, meldt echter dat het aantal aanvragen voor financiële bijstand tijdens de tweede golf aanzienlijk is gestegen ten opzichte van de eerste.
Het statuut van deze personen, of liever het gebrek aan een statuut, maakt het moeilijk om correcte, volledige en nauwkeurige informatie te verkrijgen. Zo heeft slechts een heel klein aantal van hen het statuut van zelfstandige, de anderen werken zonder dat ze daarvan aangifte doen.

Wanneer zij als werknemer worden geregistreerd, worden ze in de meeste gevallen slechts voor een beperkt aantal uren aangegeven als “bediende”.

Met de GGC steunen wij die verenigingen via subsidies:
- Utsopi: In 2020 40.000 euro.
- Isala: In 2020 20.000 euro.
- Alias: Deze vzw heeft in 2020 twee subsidies ontvangen.
o Enerzijds een subsidie van 60.000 euro met betrekking tot de toegang tot zorg, preventie en risicobeperking bij mannelijke en transseksuele prostituees en sekswerkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
o Anderzijds een subsidie van 175.000 euro voor de straathoekwerkdienst. Het straathoekwerk dat door de vzw Alias wordt aangeboden, beoogt de regelmatige aanwezigheid van een team op de plaatsen waar prostitutie plaatsvindt, zodat de doelgroep een relatie met de maatschappelijk werkers kan ontwikkelen, onderhouden en verdiepen; de dienst en zijn opdrachten kan identificeren; informatie kan inwinnen over sociale en gezondheidsdiensten; hulpvragen kan formuleren en kan nadenken over oplossingen voor hun situatie.


Naar aanleiding van de gezondheidscrisis hebben we ook een uitzonderlijk bedrag vrijgemaakt:
- 2020 eerste reeks maatregelen van 26/03 (COVID-fonds): 250.000 euro voor de sector (versterking van de teams 80 % en werkingskosten / aanpassingen van de arbeidsvoorwaarden 20 %)
- 2020 via het relanceplan: 250.000 euro voor voedselhulp, waarvan 90.000 euro exclusief bestemd is voor sekswerk(st)ers in de vorm van voedingscheques EN hygiënekits.


Deze hulp was waardevol en uniek in zijn soort. Het is namelijk de eerste keer dat we voedingscheques financieren.
3 verenigingen hebben dat systeem ontwikkeld met de voedselhulpconcentratie van Fédération des Services Sociaux en ons kabinet.

Wij zijn uiteraard bereid onze inspanningen voort te zetten en na te denken over de manier waarop de moeilijkheden waarmee sekswerk(st)ers te kampen hebben, kunnen worden verlicht.