Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken van het gebruik van de Nixon-procedure

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 370)

 
Datum ontvangst: 03/02/2021 Datum publicatie: 12/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 11/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Als iemand een gevaar vormt voor zichzelf of zijn of haar omgeving, dan kan de politie een Nixon-procedure inzetten voor een gedwongen psychiatrische opname. Die procedure kan enkel worden aangevat indien de persoon in kwestie geestesziek is en nadat de politie contact opgenomen heeft met de magistraat van wacht.

- Hoeveel Nixon-procedures zijn er in 2019 en 2020 ingezet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, per politiezone en per gemeente?
- Welke conclusies trekt u uit die cijfers?
- Is er een mogelijk verband tussen dit cijfer en de gezondheidscrisis?
- Hebt u in dit verband contacten met de actoren op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg? Zijn zij nog steeds verdeeld over de procedure, zoals u in 2019 vermeldde?
 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag.
In antwoord hierop wil ik er eerst op wijzen dat het de federale regering is die het wetgevend kader en de middelen voor deze zaken verschaft. Zoals wij al hebben vermeld, met name in antwoord op de vraag van parlementslid mevrouw Debaets over dit onderwerp, is justitie (onder leiding van de procureur des Konings en de vrederechter) belast met de procedures en het individuele beslissingsproces. De FOD Volksgezondheid die hiervoor verantwoordelijk is, heeft ons geen cijfers kunnen geven voor 2018 en 2019 met de behandeling van psychiatrische situaties in de spoedgevallendiensten en dit is hun verantwoordelijkheid.

Bovendien bestaat er bij het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Gebied Brussel-Hoofdstad een specifieke werkgroep ‘Gedwongen opnames’, waarin politie, justitie en psychiatrische instellingen vertegenwoordigd zijn. Zij komen regelmatig bijeen om problemen met betrekking tot deze kwestie te bespreken. De universitaire ziekenhuizen van Brussel maken ook deel uit van die werkgroep. Die werkgroep zorgt zo goed mogelijk voor een monitoring van de situatie en biedt ruimte voor intervisie.

In dat kader is men in 2020 (meer bepaald vanaf de 12e week), na de start van de COVID-pandemie, begonnen met de monitoring van de Nixon-procedures.
Volgens de bijgevoegde grafieken zijn er ongeveer 1.097 verzoeken om psychiatrisch onderzoek ingediend door het parket. In 2021 steeg dat aantal naar 459 tegen eind maart.
Die cijfers zijn niet beschikbaar per politiezone, noch per gemeente (ook het parket is momenteel niet bereid ze ons te geven).

Tijdens de strenge lockdownperiode in 2020 merkten we een daling van het aantal gevraagde onderzoeken (minder mensen op straat, minder alcoholgebruik op straat, enz.).
Omgekeerd zien we dat de cijfers tijdens de afbouw van de lockdown terugkeren naar ‘normaal’. Opgemerkt moet worden dat de absolute cijfers met betrekking tot gedwongen opnames na een positief onderzoek een relatieve stabiliteit vertonen.


Wat het verband met de pandemie betreft, is het duidelijk dat de gezondheidsmaatregelen (lockdown, verlies van werk, onzekerheid over de toekomst, gebrek aan contact, gebrek aan bezoeken en ontmoetingen, enz.) leiden tot ernstige decompensaties, die leiden tot arrestaties door de politie, psychiatrische onderzoeken en gedwongen opnames wanneer aan de criteria van de wet van 1990 is voldaan. In werkelijkheid zegt de stabiliteit van de cijfers niets over de toenemende complexiteit van de situaties van gedwongen opnames, noch over de verblijfsduur enz. die zij met zich meebrengen. Actoren op het terrein melden dat de situaties nog ingewikkelder worden in tijden van gezondheidscrisis, maar niet talrijker.

Uit het veld, en uit de werkgroep van het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Gebied Brussel-Hoofdstad, hebben wij geleerd dat in tijden van tegenspoed de betrokken actoren op het terrein bijzonder solidair zijn en dat in het kader van het overleg tussen die actoren vrijwel voortdurend constructieve besprekingen worden gevoerd.