Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het percentage eenoudergezinnen dat bij het OCMW is ingeschreven

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 406)

 
Datum ontvangst: 06/04/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    - Wat is het percentage eenoudergezinnen dat bij het OCMW is ingeschreven?
- Hoe is de situatie de laatste jaren geëvolueerd?
- Hoeveel gezinnen hebben zich ingeschreven in 2020 en 2021 ingevolge de gezondheidscrisis?
- Wat is het genderevenwicht in deze gezinnen (verdeling in aantal en procentuele verdeling)?
- Hoe is de verdeling over de 19 gemeenten van het Brussels Gewest?
- Werden er speciale regelingen getroffen?
- Quid met de dossieropvolging?
 
 
Antwoord    23% van de leefloners in het Brussels Gewest zijn alleenstaande ouders met kinderen, d.w.z. eenoudergezinnen.
Eenoudergezinnen zijn dus duidelijk oververtegenwoordigd onder de leefloners (tweemaal zoveel als in de algemene bevolking).

Dit percentage is de laatste jaren stabiel gebleven. Anderzijds neemt, in absolute cijfers, het aantal eenoudergezinnen dat een leefloon ontvangt toe, evenals de andere gezinscategorieën. We zijn van 8257 eenoudergezinnen die een leefloon ontvangen voor 2020, naar 9235 in januari 2021 gegaan.


Tussen januari 2020 en januari 2021 zijn er 289 eenoudergezinnen bijgekomen die een leefloon ontvangen, dat is een stijging met +3%. Dat komt overeen met 9235 eenoudergezinnen die in januari 2021 een leefloon ontvingen. Maar de cijfers voor 2021 zijn nog aan verandering onderhevig en waarschijnlijk onderschat.

De aantallen nieuwe leefloners die alleenstaande ouder zijn, worden voor elke maand van 2020 in de onderstaande tabel weergegeven. Dat is dus het aantal nieuwe leefloners (= die in de drie maanden daarvoor geen leefloon ontvingen) die in 2020 alleenstaande ouder waren.

90% van de leefloners die alleenstaande ouder zijn, zijn vrouwen (een percentage dat al enkele jaren stabiel is).

Het grootste aantal eenoudergezinnen wordt aangetroffen in OCMW’s waar het aantal leefloners groot is: Schaarbeek, Anderlecht, Molenbeek, Brussel.

Sommige OCMW’s hebben zich gericht op een hele reeks aanvullende steunmaatregelen, zoals voedselhulp, hulp voor het dichten van de digitale kloof (computers, wifiverbinding, enz.), huurhulp en andere hulp die in de eerste plaats bestemd is voor eenoudergezinnen. Door de verschillende subsidies zijn die OCMW’s echter snel teruggekeerd naar een algemeen beleid voor heel hun publiek, met inbegrip van eenoudergezinnen, maar geen specifiek beleid meer.