Schriftelijke vraag betreffende de zwervende gezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Indiener(s)
- Emin Özkara
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 465)
Datum ontvangst: 18/06/2021 | Datum publicatie: 10/09/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 10/09/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
13/07/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Ik zou willen terugkomen op het probleem van de zwervende gezinnen die van het ene naar het andere noodopvangcentrum worden doorgeschoven. Soms worden zij zelfs in de steek gelaten door instellingen of structuren waartoe zij zich wenden en die niet meer in staat zijn hen te helpen, als zij dat al kunnen.
Mijn eerste vragen zijn de volgende:
Ik zou u de volgende aanvullende vragen willen stellen voor de overheids, semioverheids- en verenigingsinstellingen die onder uw bevoegdheid of toezicht vallen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord | Voorlopig beschikt de vzw Bruss’help niet over informatie over de specifieke doelgroep van gezinnen. De door de sector vastgestelde oorzaken van een rondzwervend bestaan zijn echter meervoudig en deels vergelijkbaar met de oorzaken van dakloosheid voor andere doelgroepen (alleenstaande mannen of vrouwen). Enkele van die oorzaken: gebrek aan verblijfsrecht is de belangrijkste reden, andere belangrijke oorzaken zijn geestelijke gezondheidsproblemen of verslavingen, uitzetting uit ongezonde woningen of uithuiszetting om andere redenen (bv. schulden). Wat het aantal betrokken gezinnen tot op heden betreft, verwijs ik u naar de cijfers van de telling die in november 2020 door Bruss’help is uitgevoerd en waarvan het verslag onlangs aan het parlement is voorgelegd. In dat verslag wordt onder meer een daling vastgesteld van het aantal vrouwen dat in de openbare ruimte wordt geregistreerd (51 in 2020 tegenover 84 in 2018) en een daling van het aantal kinderen op straat (12, er waren er 20 in 2018 en 24 in 2016). Dit geeft duidelijk het effect weer van de maatregelen die tijdens deze crisis genomen werden, waarbij de nadruk lag op de doelgroep van vrouwen en gezinnen. Wat het dienstenaanbod voor gezinnen in alle opvangvoorzieningen in het Brussels Gewest betreft, moet worden opgemerkt dat de cijfers met de nodige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd, aangezien sommige opvangplaatsen uitsluitend voor gezinnen zijn bestemd, maar veel voorzieningen een gemengde doelgroep hebben: alleenstaanden en personen met kinderen of gezinnen. De situatie op 1/6/2021 was als volgt: Binnen de noodopvangcentra en hotels: In totaal zijn er 634 plaatsen beschikbaar, vooral voor gezinnen.
Binnen de opvangtehuizen (die erkend zijn door de FGC en de GGC en de VG): In totaal zijn er 573 plaatsen beschikbaar, vooral voor gezinnen, in 16 opvangtehuizen. Een van die opvangtehuizen voor 45 alleenstaande vrouwen met kinderen is op 1 juli 2021 geopend. Bovendien zijn alle thuisbegeleidingsdiensten en voorzieningen van Housing First in het bijzonder op gezinnen gericht. De totale begeleidingscapaciteit van deze diensten bedraagt momenteel 800. Ten slotte zijn twee voorzieningen die tot dusver in het kader van het herstelplan zijn geactiveerd, gericht op gezinnen: - Menslievendheidsstraat (vzw Aprèstoe): 9 appartementen voor 9-11 vrouwen met 18-25 kinderen, voor de periode juni 2021 tot december 2022. - Van Bever/Portali (vzw Open Deur en Talita): 4 gezinnen (vrouwen met kinderen), voor de periode augustus 2020 tot augustus 2022. Wat de erkenning betreft, zijn alle noodopvangcentra en opvangtehuizen erkend. Er zijn geen centra waarvan de erkenning momenteel in behandeling is of wordt onderzocht. |