Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de automatische toekenning van de kinderbijslag

Indiener(s)
Delphine Chabbert
aan
Sven Gatz en Bernard Clerfayt, leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen (Vragen nr 57)

 
Datum ontvangst: 06/02/2022 Datum publicatie: 14/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 14/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag    Na de zesde staatshervorming en de overdracht van de bevoegdheid inzake kinderbijslag van de federale naar de gefedereerde entiteiten, heeft het Brussels Gewest op 1 januari 2020 het beheer en de uitbetaling van de kinderbijslag voor meer dan 310.000 kinderen die op zijn grondgebied gedomicilieerd zijn, volledig overgenomen.

In dit verband heeft het Brussels Gewest beslist een hele reeks bepalingen inzake kinderbijslag te wijzigen.

De ordonnantie tot regeling van de toekenning van gezinsbijslagen van 25 april 2019 voorziet in het toepassingsgebied van de kinderbijslagen. Artikel 4 van hoofdstuk 2 bepaalt de criteria voor het recht op gezinsbijslagen. Het bepaalt onder meer dat een persoon Belg moet zijn of een buitenlander die in het bezit is van een verblijfsvergunning en moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 25 of 26.

Artikel 9 bepaalt dat de in artikel 7, onder b), bedoelde basisgezinsbijslag wordt verhoogd met een sociale toeslag wanneer het jaarlijkse inkomen van het huishouden lager is dan 31.000 euro en wanneer het inkomen van het huishouden tussen 31.000 euro en minder dan 45.000 euro bedraagt. In het artikel worden de verschillende bedragen vastgesteld die naar gelang van het aantal kinderen worden toegekend.

Tijdens mijn laatste vraag over de kinderbijslag herinnerde u ons eraan dat deze sociale toeslag in principe automatisch wordt toegekend en dat dankzij de gegevensstromen duizenden kinderen zijn geïdentificeerd die deze toelagen voorheen niet ontvingen.

Het recht op deze toeslagen wordt twee jaar later beoordeeld op basis van het "Avertissement Extrait de Rôle", aan de hand waarvan kan worden nagegaan of het bruto-inkomen overeenstemt met de drempel die is vastgesteld bij de beschikking van 25 april 2019. De aard van deze subsidie wordt derhalve definitief in 2022.

U hebt verklaard dat het de bedoeling is de huidige procedure voor sociale toeslagen zoveel mogelijk te automatiseren om de uitbetalingsorganen in staat te stellen dit recht toe te kennen aan de kinderen van gezinnen die aan de criteria van de beschikking voldoen, maar vooral ook om te voorkomen dat rechten niet worden opgenomen.

Meneer de minister, hier zijn mijn vragen:

  • Hoeveel kinderen en gezinnen hebben dankzij dit automatische systeem kunnen profiteren van sociale toeslagen?

  • Hebt u de details voor elk kinderbijslagfonds?

  • Welk deel van het budget vertegenwoordigt dit voor de kinderbijslagbegroting van het Brussels Gewest?

  • Is er ten slotte geen manier om dit verder te automatiseren via een gegevensstroom tussen de sociale zekerheid door de DmfA, de multifunctionele aangifte aan de RSZ (DmfA) rechtstreeks naar het betalingsfonds te sturen? Dit zou het dubbele voordeel hebben dat onverschuldigde betalingen worden versneld en beperkt. Bent u hiermee bezig of met een andere optie?

 

 
 
Antwoord   

1)

Om te garanderen dat de meest kwetsbare gezinnen de sociale uitkering zo veel mogelijk ontvangen wanneer ze die nodig hebben, onderzoekt elke kinderbijslaginstelling of ze de toeslag automatisch kan toekennen, bij gebrek aan een aanvraag van de sociaal verzekerde.

Deze automatische toekenning wordt namelijk voorgeschreven door de regeling voor welomschreven gezinssamenstellingen en inkomenssituaties. Een van de criteria is het ontvangen van een vervangingsinkomen gedurende ten minste 6 maanden van het lopende jaar. Als aan deze voorwaarde is voldaan, kan de toeslag met terugwerkende kracht worden toegekend tot het begin van het jaar (rekening houdend met de gezinssamenstelling).

Net als de toekenning op basis van een aanvraag, vindt de automatische toekenning altijd plaats op voorlopige basis en wordt ze later gecontroleerd op basis van de fiscale gegevens van het betreffende jaar.

Sinds de invoering van dit mechanisme werd er een beslissing voor automatische toekenning genomen voor 9.082 gezinnen, ofwel voor in totaal 13.355 begunstigde kinderen.

2)

Met betrekking tot de details per kinderbijslaginstelling:

Aantal gezinnen:

 

 

 

3)

Het bedrag dat in 2020 werd besteed aan de automatische toekenningsprocedure is € 2.174.899 en in 2021 is dit € 1.634.351. Sinds de invoering ervan bedraagt het totale bedrag van de sociale toeslag geregulariseerd op basis van de automatische toekenningsprocedure sinds augustus 2020 dus € 3.809.250. De verdeling van dit bedrag volgens de kinderbijslaginstellingen is als volgt:

 

BrusselsFamily

KidsLife

Parentia

Famiris

5,19%

12,24%

25,05%

51,20%

Opgemerkt moet worden dat dit de bedragen zijn die werden geïdentificeerd bij de automatische toekenning en de regularisatie van de sociale toeslag (inclusief eventueel de COVID-premie van september 2020) voor de betrokken periode, soms met terugwerkende kracht vanaf het begin van het onderzochte jaar ten gunste van de familie.

Bovendien wordt, als de voorwaarden vervuld blijven, de uitbetaling van de sociale toeslag ten gunste van het gezin verdergezet.

Voor het jaar 2020 vertegenwoordigt het aandeel van het bedrag dat wordt toegewezen aan de automatische toekenning van de sociale toeslag 0,25% van het budget voor gezinsbijslag. En voor het jaar 2021 is dat 0,19% (op basis van 11 maanden).

4)

Opgemerkt moet worden dat kinderbijslaginstellingen al toegang hebben tot een deel van de gegevens die beschikbaar zijn via de DmfA-stroom. Zij verwerken deze gegevens in het kader van het onderzoek van verschillende wettelijke criteria bepaald door de wetgeving.

De mogelijkheid om de inkomensgegevens opgenomen in de DmfA-stroom beschikbaar te stellen in het kader van de automatische toekenning van sociale toeslagen werd meermaals onderzocht, maar tot nader order niet aangehouden.

Het criterium voor het toekennen van sociale uitkeringen is het bruto belastbaar inkomen op jaarbasis. DmfA-gegevens, die op kwartaalbasis worden verstrekt, hebben slechts een beperkte voorspellende kracht voor het jaarinkomen, aangezien ze geen rekening houden met mogelijke toekomstige veranderingen in de arbeidsstatus of het werkvolume, en evenmin informatie bevatten over het inkomen dat niet het gevolg is van bezoldigde activiteit (werk als zelfstandige, vervangingsinkomen).

Aangezien de toekenning van sociale toeslagen altijd voorlopig blijft tot validatie op basis van fiscale gegevens, is het absoluut noodzakelijk dat de automatische toekenning enkel plaatsvindt voor gezinnen waarvoor er geen redelijke twijfel over bestaat dat het jaarinkomen onder de inkomensgrenzen zal liggen. Anders kan de toeslag ten onrechte worden toegekend en moet deze na verificatie van de belastinggegevens worden teruggevorderd.

Gezien de relatief beperkte omvang van de inkomensgegevens uit de DmfA-stroom, is het beschikbaar stellen aan kinderbijslaginstellingen niet proportioneel en ook niet te verantwoorden.

De effectiviteit van de huidige mechanismen voor de toekenning van sociale toeslagen zal worden beoordeeld na verwerking van de belastinggegevens voor het jaar 2020, die eind dit jaar zullen plaatsvinden. Afhankelijk van de resultaten van deze analyse worden voorstellen gedaan om de methodiek zo nodig te herzien of te verfijnen.