Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 2)

 
Datum ontvangst: 03/09/2019 Datum publicatie: 15/10/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: SO19 Datum antwoord: 09/10/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/09/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2018 heeft ons Gewest twee nieuwe partnerschappen gesloten in het kader van onze ontwikkelingssamenwerking. Het gaat om overeenkomsten met, enerzijds, de gemeente Chennai in India en, anderzijds, het district Paramaribo in Suriname. Die komen bovenop de reeds bestaande partnerschappen met de Democratische Republiek Congo en Marokko.

Graag wil ik weten of uw bestuur over een volledige evaluatie beschikt van ons optreden met de verschillende lokale actoren alsook met de NGO’s? Wat is het resultaat van die evaluatie voor elk van de partnerschappen?

Kunt u mij tevens meedelen hoeveel verplaatsingen werden gemaakt naar de partnergebieden in 2019, zowel voor de twee nieuwe partnerschappen als voor de stadsprovincie Kinshasa (Democratische Republiek Congo) en Rabat-Salé-Kenitra (Marokko)? Kunt u het doel van elke verplaatsing nader toelichten, de daarmee verbonden kosten, evenals de samenstelling van elke delegatie?
 
 
Antwoord    1) Wat de evaluatie van de acties met de partners betreft, moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de interne evaluatie (door de administratie) en de externe evaluatie (door externe dienstverleners).

Het uitvoeringsbesluit “Beginselen ” van 24 januari 2019 tot uitvoering van artikel 6,§2 van de Ordonnantie van 27 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking, voorziet in het instellen van een resultaatgericht beheer voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking. Dit werd in 2018 ingevoerd en zal in 2019 worden uitgebreid naar alle acties die in het kader van dit beleid worden ondernomen.

Een interne evaluatie is echter ontoereikend. Daarom wordt in de al vermelde kaderordonnantie en in het uitvoeringsbesluit “evaluatie’ van 31 mei 2018 in een externe evaluatie voorzien, die om de vijf jaar zal plaatsvinden vanaf de datum waarop de ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking in werking is getreden. Deze evaluatie, uitgevoerd door een via een overheidsopdracht gekozen externe dienstverlener, zal voor het eerst in 2022 plaatsvinden en dient minstens de in het uitvoeringsbesluit vermelde criteria te onderzoeken(relevantie van de acties, doeltreffendheid,doelmatigheid, duurzaamheid,..).

De interne evaluatie van Brussels International omvat drie pijlers: de opvolging van de ondertekende overeenkomsten, het toezicht op de projecten van het middenveld die door Brussels International worden gesubsidieerd en het jaarverslag van de Brusselse ontwikkelingssamenwerking.
·
Eerste pijler: de opvolging van de overeenkomsten die met onze vier partnerregio's werden ondertekend. De kaderordonnantie “ontwikkelingssamenwerking” van 27 juli 2018 voorziet dat de overeenkomsten die na haar inwerkingtreding werden ondertekend minstens vijf jaar moeten duren en halverwege het traject door beide partijen moeten worden geëvalueerd.

De (in april 2018) ondertekende overeenkomst met Chennai zal dus midden 2020 worden geëvalueerd en de (in juli 2018) ondertekende overeenkomst met Paramaribo eind 2020.

De overeenkomsten met Kinshasa en Rabat-Salé-Kénitra werden nog vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie ondertekend. Met deze twee partners zijn nieuwe overeenkomsten gepland. Ze zullen dus de door de ordonnantie opgelegde regels volgen.

Hier volgt een algemeen beeld van elk van onze vier partnerships:
· Rabat-Salé-Kénitra: ondanks sommige moeilijkheden, voornamelijk wegens een gebrek aan geschikt personeel aan Marokkaanse zijde. Toch betreft het een overeenkomst die mooie resultaten heeft opgeleverd: oprichting van een gewestelijk observatorium van territoriale dynamieken in Rabat, jaarlijkse uitwisselingen tussen jongeren…;
· Kinshasa: De politieke instabiliteit die in de Democratische Republiek Congo en Kinshasa heeft geheerst, had een invloed op de uitvoering van deze overeenkomst met de plaatselijke overheden. Het Brussels Gewest heeft de laatste maanden hoofdzakelijk steun verleend aan het plaatselijke middenveld (zie volgende punt voor de evaluatie van de acties van de ngo's). We kunnen de toekomst echter met vertrouwen tegemoet zien nu de bilaterale relaties tussen België en de Democratische Republiek Congo recentelijk nieuw leven werden ingeblazen. Om die reden hebben minister-president Vervoort en ikzelf een inspirerende ontmoeting gehad met de Congolese president, dhr. Tshisekedi, bij zijn komst naar Brussel midden september. Ondanks die moeilijkheden, betreft het een samenwerking waarmee de plaatselijke situatie kon worden verbeterd: mobiele opleidingslokalen, contacten tussen culturele en economische actoren tussen onze Regio’s;
o Paramaribo en Chennai: de overeenkomsten zijn nog te recent om er conclusies kunnen uit te trekken. Maar enkele concrete projecten werden of zullen snel opgestart worden (op stedenbouwkundig vlak voor Paramaribo en op het vlak van stedelijke veerkracht voor Chennai).

·
Tweede pijler: de opvolging van de door Brussels International gesubsidieerde projecten voor het plaatselijke middenveld. In dit stadium is een algemene beoordeling nog prematuur aangezien slechts een twintigtal projecten volledig werden afgerond. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat dit beleid pas in 2014 werd opgestart en dat de projecten die we financieren wel tot twee jaar kunnen duren.

Er kunnen echter alvast twee lessen worden getrokken uit de houding van de ngo's en de relaties tussen deze actoren en Brussels International. In de eerste plaats durven de 'grote', zeer professionele ngo's meestal geen werkelijke innovatieve/risicovollere acties voor te stellen, uit vrees dat ze niet meer zouden worden gefinancierd of een slechte evaluatie zouden krijgen. In de tweede plaats durven de kleinere vzw's hun capaciteiten veelal eens overschatten, om de nodige steun van de geldschieters binnen te halen. Deze twee elementen zullen centraal moeten staan bij de reflectie van Brussels International in het kader van toekomstige partnerships met deze actoren.

·
Derde pijler: jaarverslag over de Brusselse ontwikkelingssamenwerking. De voornaamste resultaten van de hierboven vermelde evaluaties en de gegevens met betrekking tot de gevoerde acties worden op transparante wijze gepubliceerd in het jaarverslag over de Brusselse ontwikkelingssamenwerking. Dit verslag wordt uiterlijk op 31 mei van elk jaar aan het Parlement voorgelegd en één maand later aan het grote publiek, de media en de partners.
2) Wat betreft de verplaatsingen op het budget 'ontwikkelingssamenwerking' naar de partnerregio's in 2019, hebben er tot dusver drie verplaatsingen plaatsgevonden.

· Eén opdracht vond plaats in Paramaribo van 29 juni tot 4 juli.

Opzet: als de nieuwste ontwikkelingssamenwerkingspartner van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was er een nood aan concretisering van de samenwerking. In dit kader is er een opdracht opgezet, onder leiding van secretaris-generaal van de GOB. De resultaten die hieruit kwamen, waren onder meer de ondertekening van een Memorandum of Understanding tussen urban.brussels, de GOB en het District Paramaribo. De secretaris-generaal heeft deelgenomen aan en gesproken tijdens verscheidene bijeenkomsten en vergaderingen die een indicatie gaven van de noden van de lokale partner alsook welke samenwerkingsmogelijkheden er ontwikkeld konden worden.
o Deelnemers
o De secretaris-generaal van de GOB
o 1 personeelslid van Brussels International
o 2 personeelsleden van urban.brussels

o Kosten (ten laste van Brussels International): € 8.940.
· Twee verplaatsingen hebben naar Rabat plaatsgevonden.

Een eerste opdracht vond plaats van 4 tot 8 februari met de volgende doelstellingen: toerisme, werkgelegenheid, opvolging van de bouw van het ecocentrum en
people-to-people-uitwisselingen onder jongeren.
o Doelstellingen en resultaten:
o Toerisme: ondertekening van een specifieke toeristische regeling en culturele promotie;
o Werkgelegenheid: ondertekening van een Memorandum of Understanding tussen beide regio's via hun respectieve tewerkstellingsdiensten, namelijk: ANAPEC en Actiris; 
o Opvolging van het ecocentrum: vergadering over de stand van zaken;
o Interculturele uitwisselingen tussen jongeren uit Brusselse scholen (COOVI, Instituut Frans Fischer en de Victor Hortaschool) en het Lycée Mouley Youssef in Rabat.
o Deelnemers: (aanwezigheid ter plaatse naargelang de aangekaarte thema's):
o Onder leiding van de minister-president:
§ 2 medewerkers van het kabinet van de minister-president
§ 1 personeelslid van visit.brussels
§ 1 personeelslid van Brussels International
§ 1 personeelslid van hub.brussels
§ 1 personeelslid van Bruxelles-Formation
§ 2 personeelsleden van Actiris

o Op het moment van de missie onder leiding van de minister-president waren ook twaalf jongeren en drie professoren in Rabat aanwezig in het kader van een jaarlijkse interculturele uitwisseling. Deze trip werd in goede banen geleid door een personeelslid van Brussels International.

o Kosten (ten laste van het budget 'ontwikkelingssamenwerking' 2019 van Brussels International): € 1.500.

Van 13 tot 17 mei vond er een nieuwe opdracht in Rabat plaats.
· Doelstellingen en resultaten:
o opdracht van perspective.brussels en het CIBG met het oog op de oprichting van een gewestelijk observatorium van territoriale dynamieken;
o bepaling van de verwachte producten van het observatorium;
o denkoefening over de werking van het observatorium;
o identificatie van informatiesystemen en beschikbare gegevenssets.
· Deelnemers
o 1 personeelslid van perspective.brussels
o 2 personeelsleden van het CIBG
· Kosten (ten laste van het budget 'ontwikkelingssamenwerking' 2019 van Brussels International): € 780.