Schriftelijke vraag betreffende het stedelijk distributiecentrum (SDC)
- Indiener(s)
- Véronique Lefrancq
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 39)
| Datum ontvangst: 24/10/2019 | Datum publicatie: 04/12/2019 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 04/12/2019 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 25/10/2019 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Om het gebruik van schone of kleinere voertuigen te bevorderen, heeft het Gewest een stedelijk distributiecentrum (SDC) opgericht. Veel vervoerders vertrouwen goederen toe aan dit centrum, met het oog op de organisatie van gezamenlijke leveringen. - Wat is uw evaluatie van dit centrum? - Welk tonnage is in 2018 en in 2019 vervoerd via dit centrum? - Hoe evolueerde het aantal bedrijven dat gebruik maakt van het SDC in 2018 en in 2019? - Wat was het aandeel van de per fiets en bestelwagen geleverd goederen in 2018 en in 2019? |
| Antwoord | Welke balans maakt u op van dit centrum ? Er bestaat momenteel als dunsdanig geen SDC - of Stedelijk Distributiecentrum - in Brussel, hoewel dit concept daar al jaren "leeft" en de Brusselse havenbedrijven, onder meer in het TIR-centrum, al een stedelijke distributie waarborgen. Het Gewest is echter al jaren van plan om een Stedelijk Distributiecentrum op te richten, zoals aangegeven in het Strategisch Plan voor het Goederenvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (goedgekeurd in 2013) of meer recentelijk in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (2018). Het Goederenplan voorzag in de oprichting van een "gewestelijk" SDC op Schaarbeek-Vorming, die het grootste deel van de stromen zou moeten opvange, dankzij zijn optimale ligging (quadrimodale site en dus de mogelijkheid om de waterwegen en het spoor te gebruiken voor een milieuvriendelijkere en mobiliteitsvriendelijkere bevoorrading, grote beschikbare ruimte en zeer weinig overlast door de geïsoleerde ligging ten opzichte van de bewoonde wijken), en die aangevuld zou worden met kleinere SDC's, met een meer lokale bestemming: het TIR-centrum voor het Pentagon en soortgelijke structuren, zij het van kleinere omvang in het zuiden (Anderlecht) en oosten van Brussel. In plaats van een netwerk van SDC's, verwijst het ontwerp van het "Good Move"-plan naar de oprichting van gewestelijke logistieke centra (gevestigd in het TIR-centrum en op Schaarbeek-Vorming) om "de logistiek van goederen en diensten die verband houden met de stedelijke activiteiten in Brussel efficiënter en milieuvriendelijker te organiseren en de verkeersstromen naar het Gewest te verminderen" (Actieblad C.12). Het project betreft nog steeds de organisatie van een "duurzame" stedelijke distributie vanuit een ideaal gelegen infrastructuur (quadrimodale site voor Schaarbeek-Vorming en nabij het stadscentrum voor het TIR-centrum). Het wezenlijke verschil tussen deze twee versies van hetzelfde project ligt in de aard van de aanpak: het SDC veronderstelt een hoofdzakelijk openbaar initiatief, niet alleen wat betreft de terbeschikkingstelling van ruimten, maar ook wat betreft het beheer van de aangeboden diensten, vaak in combinatie met bindende voorschriften voor de transporteurs, terwijl Good Move de voorkeur geeft aan een privé-beheer van de logistieke ruimten om beter tegemoet te komen aan de vraag van de actoren van het transport en de eindgebruikers en dat gebaseerd is op een vrijwillige aanpak van de gebruikers van de ruimten. In dit kader werden verschillende proefprojecten gelanceerd. Voor meer informatie nodig ik u uit om contact op te nemen met mijn collega Elke Van den Brandt en haar administratie. - Hoeveel ton wordt er elk jaar vervoerd via deze centra? Zonder voorwerp - Wat is de evolutie van het aantal bedrijven dat de SDC gebruikt? Zonder voorwerp - Wat is het aandeel van de goederen die per fiets en bestelwagen worden geleverd? Zonder voorwerp |