Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende De resultaten van de audit van de elektrische installaties in het Brussels Gewest

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 105)

 
Datum ontvangst: 02/12/2019 Datum publicatie: 27/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2018, werd er een audit gehouden van 760 elektrische installaties die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In dat verband, stelde ik graag de volgende vragen:

-Welke resultaten heeft die audit van 2018 opgeleverd? Hoeveel elektrische installaties waren defect?
-Wat is de planning voor 2020 om die defecte installaties te herstellen en ze te doen voldoen aan de normen?
 
 
Antwoord    Preambule en herinnering aan de geldende wetgeving:
Op 21 december 2012 werd het nieuwe koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit besluit bevat regels met betrekking tot:
· de risicoanalyse en de te nemen preventiemaatregelen,
· de werkzaamheden aan elektrische installaties,
· de bekwaamheid en opleiding van en instructies voor de werknemers, om de risico’s te vermijden tijdens de uitvoering van de opdrachten waarmee deze werknemers belast zijn,
· het technisch dossier dat de elektrische installatie beschrijft en dat door de werkgever moet samengesteld en bewaard worden.
Aangezien deze bepalingen gelijk zijn aan de bepalingen die waren opgenomen in de vorige reglementering (KB van 2 juni 2008 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen), werd het KB van 2 juni 2008 opgeheven.
Er zijn echter enkele verschillen met het vorige KB:
a)
Toepassingsgebied: het KB van 4 december 2012 is van toepassing op alle elektrische installaties op arbeidsplaatsen, terwijl het vorige KB van 2 juni 2008 enkel van toepassing was op de oude elektrische installaties.

b)
De uitvoering van de elektrische installaties: het nieuwe KB bepaalt dat de uitvoering van elke elektrische installatie op de arbeidsplaats ten minste aan de bepalingen van het AREI (minimale voorschriften) moet voldoen. Voor de oude elektrische installaties is het toegestaan af te wijken van de minimale voorschriften bij de uitvoering van de installatie.

c)
Controle van de elektrische installaties: voor de controle van de elektrische installaties wordt een onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe elektrische installaties. Elke elektrische installatie, zowel oude als nieuwe, wordt onderworpen aan een gelijkvormigheidsonderzoek en een periodieke controle die plaatsvindt met dezelfde frequentie als deze bepaald in het AREI. De oude elektrische installaties moesten ten laatste op 1 januari 2014 worden onderworpen aan een eerste controle. Deze controle heeft betrekking op de overeenstemming van de oude elektrische installaties met de bepalingen van Bijlage I.

d)
Slotbepalingen: er werd in een aantal overgangsbepalingen voorzien. Elke oude elektrische installatie moest uiterlijk op 31 december 2014 voldoen aan de bepalingen van de afdeling II (risicoanalyse en preventiemaatregelen) en uiterlijk op 31 december 2016 aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9 (technische conformiteit). Wat de bepalingen van de artikelen 8 en 9 betreft, was het de werkgever toegestaan bovengenoemde datum met maximaal twee jaar te overschrijden mits een gedetailleerd uitvoeringsplan dat met advies van de preventieadviseur en het Comité werd opgesteld. In de periode waarin de elektrische installaties nog niet voldeden aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9 van dit besluit, dienden zij wel te blijven beantwoorden aan de bepalingen van het ARAB.

Huidige situatie

De audit van de door Brussel Mobiliteit beheerde elektrische installaties was inderdaad gepland voor 2018 om zo snel mogelijk in overeenstemming te zijn met de wetgeving.
Het werd echter al snel duidelijk dat er vóór de audit een uitgebreidere inventaris van de elektrische installaties moest worden opgesteld.
Intussen heeft Brussel Mobiliteit de nodige maatregelen genomen met de aannemers die belast zijn met het onderhoud van de elektrische installaties om de conformiteit van de bestaande installaties en de veiligheid van de installaties die enig risico kunnen inhouden zoveel mogelijk te garanderen.
De nieuwe installaties worden nu systematisch onderworpen aan een conformiteitscontrole door een erkende instantie.
Voor de andere elektrische installaties zal Brussel Mobiliteit een bestek uitschrijven voor een volledige audit en het opstellen van een planning om de installaties die mogelijk niet conform zijn in orde te brengen.
Aangezien er op 28 oktober 2019 een nieuw AREI (Algemeen Reglement op de elektrische installaties) in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werd en dit het huidige AREI op 1 juni 2020 zal vervangen en opheffen, wordt het uitschrijven van het bestek uitgesteld naar de tweede helft van 2020 om rekening te houden met de recentste geldende bepalingen.