Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanwezigheid van de oppositie in de RvB van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij

Indiener(s)
Vincent De Wolf
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 84)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 13/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 13/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
03/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Brusselse regering heeft al sedert de vorige zittingsperiode beloofd de raden van bestuur van de gewestelijke instellingen van openbaar nut open te stellen voor de oppositie.
Dat werd geëist door de MR-fractie, maar ook door de leden van de Ecolo-fractie toen zij aan onze kant zitting hadden op de oppositiebanken, en is absoluut noodzakelijk als het Gewest tot meer transparantie wil komen.
Terwijl de andere machtsniveaus dit democratisch evenwicht tussen de verschillende politieke krachten garanderen, is het Brussels Gewest de enige entiteit die vandaag de dag dit fundamentele beginsel van goed bestuur in de wind slaat.
Ondanks herhaalde verklaringen van sommige leden van de regering, vraagt onze fractie zich af, bijna 6 maanden na de installatie ervan en nadat sommige RvB nog steeds zonder leden van de oppositie werden vernieuwd, welke acties de regering heeft ondernomen om de democratische vertegenwoordiging van de oppositie eindelijk effectief te maken in de verschillende openbare structuren, zoals overal elders het geval is.
Meer bepaald voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij zij erop gewezen dat de Huisvestingscode al de principes van verplichte vertegenwoordiging van de oppositie in de openbare vastgoedmaatschappijen bevat.
Graag een antwoord op volgende vragen:
- Wordt de oppositie nu vertegenwoordigd in de raad van bestuur en/of eventueel de andere bestuursorganen van de BGHM? Zo ja, wordt zij vertegenwoordigd in de beheersorganen ervan?
- Zo niet, welke stappen hebt u gezet om deze situatie te verhelpen? Zijn aanpassingen van de wetgeving nodig? Zo ja, welke zijn dat dan?
- Kan u ons de huidige samenstelling van de raad van bestuur en elk van de statutaire organen ervan meedelen?
- Aan welke criteria of kwaliteiten moeten de bestuurders voldoen om deze functie te vervullen? Zijn de bestuurders ook onderworpen aan een handvest voor goed bestuur, zoals steeds vaker het geval is in de raden van bestuur van overheidsorganen?
- Op welke datum wordt de vernieuwing van de raad van bestuur en de andere bestuursorganen gepland? Welke plaats en welke rol ziet u daarbij voor de oppositie?
 
 
Antwoord    Op 1 februari 2020 was de oppositie vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van de BGHM door drie bestuurders, waarvan de Voorzitster. De Voorzitster van de Raad van bestuur is tevens lid van het Directiecomité van de BGHM. Daarmee is de oppositie dus ook in dit beheersorgaan vertegenwoordigd.

De regels voor de aanstelling van de leden van de raad van Bestuur van de BGHM zijn vastgelegd in artikel 36 van de Brusselse Huisvestingscode als volgt:

Artikel 36:

§ 1. De BGHM wordt bestuurd door een raad bestaande uit vijftien leden.
Zij worden door de algemene vergadering verkozen op voordracht van hun respectieve taalgroep. Tien leden worden voorgedragen door de taalgroep die het grootst in aantal is en de overige vijf door de andere taalgroep.

§ 2. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering dient te bevestigen tot welke taalgroep de leden behoren.

§ 3. De Regering draagt aan de raad een voorzitter en een ondervoorzitter-afgevaardigd bestuurder voor die uit de leden van de raad verkozen worden. Zij behoren tot verschillende taalgroepen. Dat is eveneens het geval voor de directeur-generaal en voor de adjunct-directeur-generaal. In elk geval, behoren de voorzitter en de directeur-generaal tot een verschillende taalrol.

De ordonnantie van 13 februari 2014 ertoe strekkende binnen de leden die door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd worden in de bestuursorganen van rechtspersonen, een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen te waarborgen is van toepassing op de BGHM.  De ordonnantie bepaalt: “Ten minste een derde van de leden die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of door een door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gecontroleerde rechtspersoon benoemd zijn in een bestuursorgaan, moet van een ander geslacht zijn dan dat van de overige leden die door hen benoemd zijn.”

De Raad van Bestuur van de BGHM was op 1 februari 2020 samengesteld als volgt: 14 bestuurders – met 1 vacant mandaat wegens het ontslag van een bestuurder – van wie 6 vrouwen en 8 mannen.

- Voorzitster: mevrouw Brigitte DE PAUW (N);
- Ondervoorzitter, Afgevaardigd bestuurder: de heer Fabrice CUMPS (F);
- Bestuurders:
· Mevrouw Anne-Rosine DELBART (F) ;
· Mevrouw Sophie GREGOIRE (F) ;
· De heer Pascal FRESON (F) ;
· Mevrouw Fatiha SAÏDI (F) ;
· De heer Sébastien LEPOIVRE (F) ;
· De heer Yannick PIQUET (F) ;
· Mevrouw Myriam GISTELINCK (N) ;
· Mevrouw Valérie LIBERT (N) ;
· De heer Bob DELAFAILLE (N) ;
· De heer Hicham MARSO (N) ;
· De heer Hervé DOYEN (F) ;
· De heer Michel LEMAIRE (F).

Het Directiecomité bestaat krachtens artikel 19,2.  Van de statuten van de BGHM uit de Voorzitter, de Ondervoorzitter, de Afgevaardigd Bestuurder, de Directeur-Generaal en de adjunct Directeur-Generaal.

Op 1 februari 2020 was het Directiecomité samengesteld als volgt:

- Voorzitster: Brigitte DE PAUW (N) ;
- Ondervoorzitter, afgevaardigd bestuurder: Fabrice CUMPS (F) ;
- Directeur-Generaal: Yves LEMMENS (F) ;
- Adjunct Directeur-Generaal: Dorien Robben (N) ;

Naast artikel 36 van de Brusselse Huisvestingscode dient ook er ook op gewezen te worden dat de Huisvestingscode in artikel 38 een aantal onverenigbaarheden bepaalt met het bestuurdersmandaat van de BGHM. Het betreft de volgende hoedanigheden:

“1° lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of Staatssecretaris toegevoegd aan een van haar leden;

2° bestuurder, manager of personeelslid van een onderneming voor openbare werken of van een bedrijf voor de promotie en de bouw van vastgoed, evenmin als personen die deze activiteiten in eigen naam uitoefenen;

3° revisor of sociaal afgevaardigde van een openbare vastgoedmaatschappij van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

4° lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;

5° bestuurder of personeelslid van een OVM;

6° personeelslid van de BGHM;

7° bestuurder of personeelslid van een door de BGHM gesubsidieerde vzw, die niet door het Gewest werd opgericht om uitsluitend alle of een gedeelte van de opdrachten van de BGHM uit te voeren.”

De Raad van bestuur wordt geregeld door de Brusselse Huisvestingscode en door de statuten van de BGHM.

De ordonnantie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen is eveneens van toepassing op de bestuurders van de BGHM.

Benevens de bepalingen met betrekking tot het behoorlijk bestuur waarin deze teksten voorzien, bestaat er momenteel geen document dat Handvest van het behoorlijk bestuur heet.

Bij de hernieuwing van de raad van bestuur zal alle dienstige informatie en documentatie voor de bestuurders voor de uitvoering van hun mandaat hen ter beschikking worden gesteld, met inbegrip van de inhoud van de presentaties die zijn gegeven tijdens de vormingen verstrekt aan de leden van de raden van bestuur van de OVM (waarbij ook de presentatie over de rol, de rechten en de plichten van bestuurders).
Daarnaast zal ook een ontwerp van huishoudelijk reglement van de Raad van Bestuur op de agenda van de Raad worden gebracht zodra deze hernieuwd is.

Hierbij moet worden opgemerkt dat de Regering bij besluit van 14 november 2019 een nieuwe regeringscommissaris van de Franse taalrol heeft aangesteld bij de BGHM in toepassing van artikel 39 van de Brusselse Huisvestingscode. De Regering heeft op 1 februari niet beslist over te gaan tot vervanging van de regeringscommissaris van de Nederlandse taalrol bij de BGHM.

De hernieuwing van de Raad van Bestuur (bestuurders) kan slechts doorgang vinden nadat de taalgroepen hun kandidaten hebben voorgesteld en de Regering beslist heeft zoals staat aangegeven in §2 en §3 van artikel 36 van de Brusselse Huisvestingscode.

Zodra de BGHM in kennis is gesteld van de regeringsbeslissing over de hernieuwing van de Raad van Bestuur van de BGHM (bevestiging van de talgroep waartoe zij behoren overeenkomstig artikel 36, §2 van de Brusselse Huisvestingscode) en haar regeringscommissaris van de Nederlandse taalrol roept de Raad van Bestuur een uitzonderlijke algemene vergadering samen met naleving van de samenroepingsformaliteiten en -termijnen bepaald door het wetboek van vennootschappen en de statuten van de BGHM. Ingevolge deze uitzonderlijke algemene vergadering komt de Raad van Bestuur vervolgens opnieuw samen om over te gaan tot de aanstelling van een Voorzitter en een Ondervoorzitter Afgevaardigd Bestuurder op voordracht van de Regering overeenkomstig artikel 36, §3 van de Brusselse Huisvestingscode.

Op grond van de geldende teksten dient de algemene vergadering van de BGHM als bestuurders de personen aan te stellen die zijn voorgedragen overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 36 van de Brusselse Huisvestingscode. De BGHM is dus niet bevoegd om mensen voor te stellen voor een bestuursmandaat.