Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de indiening van de kandidatuur van het Justitiepaleis te Brussel bij de UNESCO

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 80)

 
Datum ontvangst: 03/02/2020 Datum publicatie: 10/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het uitzonderlijke karakter van het Brusselse Justitiepaleis hoeft niet meer bewezen te worden.

Dat is ook de reden waarom de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2008 een dossier heeft ingediend bij de UNESCO (08/04/2008), in de vorm van een inscriptie op de voorlopige lijst met het oog op de toevoeging van het gebouw aan de UNESCO-werelderfgoedlijst. In het dossier wordt een nadere toelichting gegeven over de troeven van het Justitiepaleis, die niemand kan ontkennen.

Met zijn eclectische stijl is het een essentieel architecturaal embleem van ons Gewest. Het maakt gebruik van de meest geavanceerde industriële technieken ten tijde van het ontwerp ervan (1862) en architect Joseph Poelaert ontwierp het hele gebouw, van de buitenmassa's tot de details van het meubilair. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft het gebouw in 2001 op de monumentenlijst geplaatst.

Hoewel de Stad en het Gewest sinds 1998 voornemens waren om het Justitiepaleis van Brussel door de UNESCO te laten klasseren, werd uiteindelijk voorrang gegeven aan de Grote Markt van Brussel, die prioritair werd geacht. Na meer dan 20 jaar is het meer dan tijd om de situatie bij te sturen en recht te doen aan het Paleis.

Ik heb echter vernomen dat er geen evolutie is inzake dit dossier sinds 2008.

Kan u bevestigen dat deze kwestie nog steeds actueel is? Werd recent vooruitgang geboekt? Dewelke? Hebt u kennis genomen van dit dossier bij de verschillende actoren, waaronder de UNESCO-administratie? Zo ja, wat zijn hun opmerkingen? Welke oplossingen heeft uw administratie gevonden om vooruitgang te boeken inzake dit dossier?

https://whc.unesco.org/en/tentativelists/5357/
 
 
Antwoord    Nadat het goed op de indicatieve lijst werd opgenomen, heeft de administratie bevoegd voor erfgoed nog geen dossier voorbereid met het oog op de erkenning als werelderfgoed. Er zijn namelijk nog te veel punten hangende om aan de UNESCO-eisen te voldoen. Bijgevolg werd er nog geen dossier verstuurd naar UNESCO en is er geen reden tot dialoog met het Werelderfgoedcentrum en de ICOMOS.


Het kabinet van de minister-president werd in 2012 over deze kwestie ingelicht. De nota bevatte verschillende samengevatte punten, die hieronder zijn bijgewerkt naargelang de gegevens waarover we beschikken.

1. De omschrijving van het goed, zijn waarde en eigenschappen
- De kandidatuur van een goed voor de werelderfgoedlijst moet onderbouwd zijn met kwaliteitsvolle documentatie die ruimschoots wordt gedragen door een breed publiek om er de belangrijke waarde van bekend te maken.
- In navolging van de inventaris van de plannen en van bepaalde archieven hebben recente artikels nieuw licht geworpen op de kennis van het goed en de bouw ervan. Er bestaat tot vandaag evenwel geen enkel volledige studie of omschrijving van het Justitiepaleis en evenmin een onderbouwde inventaris (meubilair, decor, kunstwerken) of referentiewerk.
- De kennis en de studie van het Justitiepaleis moeten absoluut verdiept en gepubliceerd worden om een degelijke wetenschappelijke basis te hebben die kan bijdragen aan de indiening van een dossier bij UNESCO.
- Om die lacune op te vullen heeft urban.brussels (de Directie Monumenten en Landschappen) voorgesteld om zo snel mogelijk deskundigen of een academische instelling op te dragen om een historische, beschrijvende en vergelijkende studie van het goed uit te voeren. Die studie zou als basis voor een publicatie kunnen dienen.

Pas wanneer er sprake is van een relevant referentiemiddel kan worden overwogen om een dossier voor kandidaatstelling in te dienen bij UNESCO en pas dan kan de administratie een dergelijk dossier in goede banen leiden of opstarten en bij een extern bureau bestellen.

- Huidige situatie: Een redactieteam van CIVA/Hortamuseum/ULB-Metzger bereidt een typoscript van Horta met betrekking tot het Justitiepaleis (publicatie wordt aan het eind van dit jaar verwacht) en een tentoonstellingsproject over het Justitiepaleis voor. Dat project is gebaseerd op de archieven (waaronder de befaamde ‘verdwenen’ en recent ‘teruggevonden’ plannen) - doelstelling is een expo in 2023. Urban.brussels werd recent benaderd om het project te ondersteunen en om eraan mee te werken.

2. Restauratie van het goed en bewaring van de eigenschappen die het unieke en uitzonderlijke karakter van dit gebouw benadrukken
Om in de Werelderfgoedlijst te worden opgenomen moet het goed aan de criteria van authenticiteit en integriteit voldoen en naar behoren worden beschermd en beheerd.

- Het Justitiepaleis van Brussel wordt als monument beschermd door een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001. Na een regeringsbeslissing van 26 april 2007 staat het sinds 2008 op de indicatieve lijst voor werelderfgoed.

- Als aan de vereiste UNESCO-criteria van integriteit en authenticiteit kan worden voldaan, stelt de vraag zich over het beheer van het goed, dat moet stroken met zijn erfgoedwaarde, zijn gebruik en zijn ligging in het stadscentrum.

De Regie beschikt over een ontwerpplan voor het langetermijnbeheer met het oog op de restauratie van het gebouw. We beschikken evenwel niet over dat plan en evenmin over gegevens over het toegekende budget. Het goed is eigendom van de federale staat en wordt door de Regie der Gebouwen en de FOD Justitie beheerd. De omgeving van het Paleis hangt in grote mate van de stad Brussel af. De betrekkingen tussen de verschillende betrokken beleidsniveaus blijken bijzonder complex te zijn. Een kandidaatstelling zou inhouden dat er een project komt dat door alle betrokken wordt gedragen. In april 2019 werd de officiële stuurgroep ‘Steerco Poelaert’ opgericht. De minister van Justitie belast met de Regie der Gebouwen, Koen Geens, en vertegenwoordigers van de Poelaertstichting ondertekenden daartoe een protocolakkoord. De stuurgroep heeft als missie om de communicatie en informatie-uitwisseling te verbeteren tussen de verschillende instanties die betrokken zijn bij de restauratie en renovatie van het Brusselse Justitiepaleis.
Architecten Jos Vandenbreeden en Francis Metzger hebben een masterplan opgesteld. Onze administratie kent de inhoud van dat document niet en momenteel is de bouwmeester niet betrokken bij het beheer van het Justitiepaleis;

Sommige onderhoudswerken zijn lopende of worden gepland en gevolgd door urban:

- De bouwwerkzaamheden van vier nieuwe rechtszalen in een van de acht binnenkoeren van het Justitiepaleis zijn aan de gang. Het einde van die werken wordt in mei 2020 voorzien;
- De uitwerking van een plan voor de buitenverlichting van het Justitiepaleis wordt voor de komende jaren voorzien;
- 2018-2020: er wordt momenteel een technische studie van de gevel aan de kant van het Poelaertplein uitgevoerd;
- 2020-2022: restauratie van de gevel aan de kant van het Poelaertplein + wedersamenstelling van het oude hekken voor de gevel en dat overeenkomstig de oorspronkelijke situatie;
- 2022-2030:
o technische studie en restauratie van de gevels aan de kant van de de Wynantsstraat + 2 binnenkoeren + sokkel van de koepel
o technische studie en restauratie van de gevels aan de kant van de Wolstraat + 3 binnenkoeren;
o technische studie en restauratie van de gevels aan de kant van de Minimenstraat + 3 binnenkoeren;
- 2030: restauratie van alle gevels afgerond - wegnemen van alle stellingen.


- Om de opvolging in goede banen te leiden zou de Directie Cultureel Erfgoed moeten beschikken over een plaatsbeschrijving van het hele gebouw.

3. Beheer: Oprichting van ‘sturingscomité beheer’ met de belangrijkste spelers die bij het beheer van het goed betrokken zijn

- Gelet op de complexiteit van het gebouw zou een multidisciplinaire groep, gestuurd door urban.brussels, op poten moeten worden gezet. Die groep zou in het bijzonder de eigenaar, de FOD Justitie, vertegenwoordigers van de gebruikers, deskundigen van Erfgoed, de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en de Stad Brussel moeten samenbrengen om de prioritaire doelstellingen voor de restauratie en de andere uit te voeren acties vast te leggen met het oog op de kandidaatstelling voor UNESCO.
- De context van geschillen, die meerdere jaren heeft aangehouden, was niet gunstig voor een dergelijke samenstelling.
- Om een dergelijke stap te zetten is het akkoord van de verschillende partijen nodig en moet het goed toegankelijk zijn voor de studiegelastigde.

4. Bezetting en gebruik van het goed
Om de opname van het Justitiepaleis in de Werelderfgoedlijst te overwegen, moet een blijvende bezetting van het gebouw verzekerd worden. Die bezetting moet stroken met zijn erfgoedwaarde, oorspronkelijke functie en ligging in het centrum van Brussel. Nadat er een tijdlang twijfels rezen, lijkt de bestemming van het goed voor Justitie nu toch te worden bevestigd. De lopende beveiligingswerken lijken dat te bevestigen. Er blijven nog heel wat vragen over de toegankelijkheid, de beveiliging en de inrichting van de omgeving onbeantwoord.


5. Middelen en financiering
- In het kader van een beheerplan moeten budgettaire kwesties over het onderhoud, de restauratie en het beheer van het gebouw openbaar worden gemaakt. Onze administratie beschikt momenteel niet over voldoende gegevens om deze vraag te beantwoorden.

6. Opwaardering van het goed
- Om in de Werelderfgoedlijst te worden opgenomen, moeten verschillende acties worden genomen met het oog op een opwaardering. Die acties kunnen erg divers zijn. Ze betreffen kwesties inzake toegankelijkheid (bezoeken met gids, toerisme), de oprichting van een informatiecentrum voor bezoekers, populairwetenschappenlijke acties, in het bijzonder via publicaties, en een herinvulling van de omgeving.
- Op termijn zou een echt opwaarderingswerk moeten worden uitgevoerd. Dat zou moeten worden toevertrouwd aan externe operatoren, in nauwe samenwerking met het stuurcomité. Het vastleggen van die acties zou minstens deel van het beheerplan moeten uitmaken en indien mogelijk zouden de acties met het oog op een UNESCO-kandidatuur moeten worden opgestart.