Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderzoek van het Observatorium voor Preventie en Veiligheid over cijfergegevens inzake vrouwenmoorden

Indiener(s)
Ahmed Mouhssin
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 132)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 16/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 10/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onder feminicide worden alle seksistische misdrijven tegen vrouwen, waaronder moorden, verstaan.

In 2016 heeft het Brussels Parlement een resolutie aangenomen die vrouwenmoord veroordeelt. De regering werd bij de resolutie verzocht :

“- elke actie te steunen die ertoe strekt vrouwenmoord aan de kaak te stellen, die seksistische misdaden uit te roeien en in die zin stappen te ondernemen bij de federale, gewestelijke en gemeenschapsregeringen;”.

De resolutie is in overeenstemming met het Verdrag van Istanbul, dat in 2016 door België werd geratificeerd, en gericht is op het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

Het Verdrag van Istanbul, dat door België is geratificeerd, luidt als volgt :

“1. Ten behoeve van de uitvoering van dit Verdrag verplichten de partijen zich :

a. met regelmatige tussenpozen uitgesplitste relevante statistische gegevens te verzamelen over gevallen van alle vormen van geweld die vallen onder de reikwijdte van dit Verdrag;

[…]

2. De partijen streven ernaar met regelmatige tussenpozen onderzoeken onder hun bevolking uit te voeren teneinde de omvang van en ontwikkelingen binnen alle vormen van geweld die vallen onder de reikwijdte van dit Verdrag vast te stellen.”.

Sinds 2017 werden in België meer dan 100 vrouwenmoorden gepleegd. In vergelijking met de andere Europese landen is dit cijfer bijzonder hoog ten opzichte van de bevolking : in 2017 en 2018 was het percentage vrouwenmoorden ten opzichte van het aantal vrouwen in België bijna twee keer zo hoog als in Frankrijk.

De cijfers zijn echter niet officieel en het lijdt geen twijfel dat ze zeer waarschijnlijk worden onderschat, want de specialisten zijn het erover eens dat een aanzienlijk aantal vrouwenmoorden onder de radar blijft. De gegevens zijn immers enkel gebaseerd op de gegevens die door de pers werden verzameld. In het Brussels Gewest bestaan er nog steeds geen officiële cijfers.

Wij maken ons dan ook zorgen over het gebrek aan cijfers op dit gebied. De thans beschikbare cijfers zijn weliswaar niet officieel, maar blijven alarmerend en wijzen op het belang om vrouwenmoorden actief te bestrijden. We vinden echter dat we ons op nauwkeurige en officiële cijfers moeten kunnen baseren om een duidelijk beeld te krijgen van de omvang van het probleem en adequaat te kunnen optreden. Een op cijfers gebaseerd onderzoek zou ook efficiënte evaluaties van het gevoerde beleid mogelijk maken.

Deze vraag vindt ook gehoor bij bepaalde gemeenten en politiezones die hun aanpak van geweld tegen vrouwen willen verbeteren.

In die zin bepaalt het huidige regeerakkoord het volgende :

“Er zal een algemeen plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen worden opgesteld en op gecoördineerde wijze worden uitgevoerd tussen de verschillende departementen en in overleg met de andere federale deelgebieden (…). Het plan zal er onder meer toe strekken de fenomenen te meten door de gegevens betreffende het geweld tegen vrouwen systematisch te verzamelen bij de verschillende betrokken actoren (politie, gerecht, psychisch-medische professionals, welzijnswerkers enz.).”.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen :

- Worden er gegevens verzameld? Heeft het Observatorium voor preventie en veiligheid de opdracht gekregen om het aantal vrouwenmoorden op het Brussels grondgebied te tellen?
- Werkt u samen met de regeringen van de federale Staat en deelgebieden om een globalere visie te hebben op het aantal vrouwenmoorden in België?
 
 
Antwoord    Om gegevens over een verschijnsel te kunnen inzamelen, moeten we dat verschijnsel eerst omschrijven en afbakenen. Dat is zeker zo voor een neologisme zoals “femicide”. Dit begrip verwijst in de meest strikte (en etymologische) betekenis naar het doden van een vrouw. Dat is de betekenis die de WGO eraan geeft (“het opzettelijk doden van een vrouw”), hoewel er in de meeste definities nog een bijkomend aspect aan toegevoegd wordt: het doden van een vrouw omdat zij vrouw is. Met die betekenis werd het begrip in 2015 opgenomen in de Petit Robert: “het vermoorden van een vrouw of een meisje omwille van haar geslacht”. In België (maar ook in Frankrijk) komt deze term echter niet voor in het strafwetboek en dus is hij niet gedefinieerd door het Belgisch recht (in tegenstelling tot in meerdere Latijns-Amerikaanse landen en dichter bij ons in Spanje en Italië).

Onder het begrip “femicide” verstaan we hier moord of doodslag van een vrouw omwille van haar geslacht (en niet de bredere betekenis die eraan gegeven is in de resolutie van het Brussels Parlement van 10 juni 2016). Femicide wordt aldus gedefinieerd als een extreme vorm van gendergerelateerd geweld, dat een veel ruimer geheel van feiten omvat (fysiek, verbaal, psychologisch en economisch geweld, maar ook seksistische grappen en opmerkingen, misplaatste handelingen, …).

Het Gewest werkt inderdaad samen met de andere deelstaten bij de opmaak van het nieuwe NAP 2020-2024, die op dit moment bezig is en verloopt onder toezicht van het IGVM. Het Gewest draagt daaraan bij via de GOB/equal.brussels en BPV. Tegelijk werkt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn eigen plan voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen uit. Dat gebeurt onder leiding van equal.brussels en in samenwerking met tal van andere partners, waaronder BPV. In al die plannen zijn de inzameling van gegevens en het meten van gendergerelateerd geweld (met inbegrip van, maar niet beperkt tot de gevallen van femicide) van centraal belang.

Een van de opdrachten van het BOPV bestaat erin de kennis over de criminaliteit te verbeteren. Daarbij besteedt het ook aandacht aan gendergerelateerd geweld, aansluitend op de thema’s van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan en dan vooral de “aantasting van de menselijke integriteit”.

De “traditionele” gegevensbronnen, zoals de politiestatistieken, werpen vaak maar een beperkt licht op deze problemen: door de structuur van de algemene nationale gegevensbank (ANG) van de federale politie is het niet zo eenvoudig om de gegevens over het geslacht van de slachtoffers te exploiteren; bovendien blijven er veel gevallen onder de radar, omdat veel vrouwen na dergelijk geweld geen klacht indienen.

Binnen de categorie van de femicides maakt de WGO een onderscheid tussen vier soorten: de “intieme” femicide (die valt onder intrafamiliaal geweld), femicide uit eerwraak, femicide gekoppeld aan de bruidsschat en tot slot femicide waarbij er geen intieme band is tussen de dader en het slachtoffer. De cijfers hebben dus niet enkel betrekking op intrafamiliaal geweld.

Het Gewest spant zich actief in om gegevens over gendergerelateerd geweld te verzamelen:

- zo voert het BOPV gewestelijke veiligheidsenquêtes uit bij de inwoners van Brussel, maar ook bij de pendelaars en de toeristen om te peilen naar hun slachtofferervaringen op het grondgebied van het gewest. Daarbij wordt onder meer gefocust op partnergeweld, maar ook op seksuele intimidatie en intimidatie in de openbare ruimte.

- Het Gewest (GOB/Equal.brussels) heeft in de vorige legislatuur ook een prevalentiestudie over geweld tegen vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest besteld.

- Verder verzamelt het BOPV de bestaande gegevens (waaronder ook de cijfers over femicide verkregen op basis van een onderzoek van wat er verschenen is in de pers: 24 in 2019) en in de komende jaren is het van plan een publicatie uit te brengen die zich specifiek toespitst op gendergerelateerd geweld.

- Intrafamiliaal geweld, dat een belangrijke plaats inneemt binnen het continuüm van gendergerelateerd geweld, was overigens het centrale onderwerp van een workshop tijdens de zesde internationale conferentie over het observeren en analyseren van criminaliteit, die in november 2019 georganiseerd werd door BPV, het Centre international pour la prévention de la criminalité (CIPC – Canada), het Observatoire national de la délinquance et des réponses pénales (ONDRP - Frankrijk) en het Observatoire national de la délinquance dans les transports (ONDT) van het Franse ministerie van vervoer.

- Tot slot werkt het Brussels Gewest momenteel mee aan een (in 2021 geplande) Europese enquête over geweld op vrouwen “Gender based violence” (via meerdere besturen: perspective.brussels/BISA, BPV/BOPV, GOB/equal.brussels). Het zal ook een financiële bijdrage leveren om de representativiteit van de steekproef op gewestelijk niveau te waarborgen.

U mag er dus zeker van zijn dat de problematiek van geweld op vrouwen en het voeren van objectief onderzoek daarnaar op basis van allerlei studies en instrumenten om gegevens te verzamelen, een prioriteit zijn voor ons Gewest.