Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de eventuele invoering van statiegeld op plastic flessen

Indiener(s)
David Leisterh
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 156)

 
Datum ontvangst: 17/02/2020 Datum publicatie: 23/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs is in verschillende Europese landen, zoals Frankrijk, een debat op gang gekomen over het statiegeld op plastic flessen. De landen die statiegeld op plastic flessen hebben ingevoerd (Duitsland, Kroatië, Estland, Denemarken) hebben immers de Europese doelstellingen gehaald. Ter herinnering: de Europese Unie schrijft voor dat 77% van de plastic flessen wordt gerecycleerd vanaf 2025 en 90% in 2030. Plastic flessen moeten ook worden geproduceerd met 25% gerecycleerd materiaal tegen 2025 en 30% tegen 2030.

Statiegeld op plastic flessen heeft zijn voor- en nadelen. Het zou een manier zijn om de transitie naar minder gebruik van plastic te organiseren en tegelijkertijd de ontwikkeling van het hergebruik te financieren en te waarborgen. In Duitsland kunnen klanten hun 0,25 euro statiegeld terugkrijgen als ze de flessen terugbrengen naar de winkel, waar meer dan 98% van de plastic flessen wordt gerecycleerd.

Statiegeld kan echter een puur financieel verlies zijn voor de instanties die hebben geïnvesteerd in inzamelings- en recyclagesystemen. Bovendien ziet Fost Plus, een organisatie die bijdraagt tot de uitvoering van een duurzamer afvalbeleid, geen heil in statiegeld. Fost Plus is immers van mening dat de invoering van een parallel systeem met de blauwe zakken verwarring zou veroorzaken.

In het licht van het bovenstaande, wil ik u vragen naar de volgende aspecten:

- Ten eerste, zijn er studies uitgevoerd om de positieve en negatieve gevolgen van de invoering van statiegeld op plastic flessen in Brussel te achterhalen?
- Hebt u in het algemeen cijfers over de recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in Brussel en het gewicht van de verpakkingen per Brusselaar per jaar? Zo ja, wat zijn die cijfers?
- Wat is meer bepaald het inzamelings- en recyclagepercentage voor plastic flessen in Brussel?
- Ten slotte, is er overleg geweest met de instanties en organisaties om hun standpunt over statiegeld te kennen?
 
 
Antwoord    1) Zijn er studies uitgevoerd om de positieve en negatieve gevolgen van de invoering van statiegeld op plastic flessen in Brussel vast te stellen?

Er zijn al besprekingen gevoerd over de mogelijke invoering van een statiegeldsysteem voor plastic flessen in Brussel, maar er is nog geen studie uitgevoerd om de positieve en negatieve gevolgen van de invoering van een dergelijk systeem op gewestelijk niveau duidelijk in kaart te brengen.

Het is ook belangrijk erop te wijzen dat de invoering van een statiegeldsysteem in slechts één gewest - een klein gewest in het geval van Brussels - tot storingen in het systeem zou kunnen leiden. We zullen deze elementen tijdens de legislatuur bestuderen.


2) Heeft u cijfers over de recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in Brussel en het gewicht van de verpakkingen per Brusselaar, per jaar? Zo ja, dewelke?

Inzake recyclage, moeten de percentages met enige voorzichtigheid worden behandeld, aangezien de opgehaalde tonnages niet noodzakelijk overeenstemmen met de gerecycleerde tonnages. Zo heeft Net Brussel in 2019 15.643 ton PMD opgehaald via de huis-aan-huisophaling en in container. Desalniettemin, is de conformiteitsgraad – i.e. het percentage verpakkingsafval conform de sorteervereisten - gezakt tot 61,5%. Dit betekent dat nagenoeg 40% van het afval afkomstig van de blauwe zak, daar niet had moeten inzitten. Er dient te worden opgemerkt dat in 2016, de conformiteitsgraad 70,4% bedroeg.

Er zijn geen specifieke marketingcijfers voor Brussel. Het in de handel brengen wordt op Belgisch niveau gekwantificeerd. Er is geen verband tussen het verkooppunt van een verpakt product en de plaats van consumptie, i.e. de plaats waar het verpakkingsafval ontstaat.

In 2018 bedroeg het totale recyclagepercentage van Fost Plus voor al zijn leden (Fost Plus bestrijkt niet de volledige markt voor huishoudverpakkingen, maar ongeveer 90% ervan) 83,7%. Het recyclagepercentage bedraagt 95,1% voor drankkartons en 43,1% voor kunststofverpakkingen. In 2018 brachten de leden van Fost Plus 781.836 ton huishoudverpakkingen op de markt in België, i.e. 68,39 kg/inwoner. Voor rekening van de leden van Fost Plus, werd 57,25 kg/inwoner gerecycleerd.


3) Wat is meer specifiek het ophaal- en recyclagepercentage van plastic flessen in Brussel?

Wat de blauwe zak betreft, maken de plastic flessen 60 tot 65% van het gewicht uit, de metalen verpakkingen 18 tot 20% van het gewicht en de drankkartons 15% van het gewicht. Het recyclagepercentage is conform de vereiste van Fost+, i.e. grondstofbalen die 95% conform zijn.

Aangezien de verpakking echter op de Belgische markt wordt gebracht en niet op de Brusselse markt, is het ook hier niet mogelijk om een specifiek voor het Brussels Gewest geldend ophaalpercentage voor kunststofflessen te berekenen. Uit een simulatie op basis van gegevens uit 2017 blijkt dat in België een ophaal- en recyclagepercentage van 81,5% voor PET-flessen wordt behaald, wat van dezelfde orde van grootte is als de meest efficiënte statiegeldsystemen in Europa, zoals bijvoorbeeld het statiegeldsysteem in Noorwegen.


4) Is er overleg geweest met de betrokken collectiviteiten en organisaties om hun standpunt te kennen over het statiegeld?

In dit stadium, is er nog geen contact geweest tussen de verschillende gewesten en organisaties over het statiegeld voor plastic flessen.

We kunnen nog bevestigen of ontkennen of het nieuwe “blauwe zak”-systeem en het “statiegeldsysteem” al dan niet compatibel zijn.

Het zou interessant kunnen zijn om testprojecten te ontwikkelen voor een "retourpremie"-systeem dat niet bedoeld is om het nieuwe “blauwe zak”-systeem te vervangen of ermee te concurreren, maar om dit aan te vullen, vooral in het belang van de openbare netheid. Dit zal worden besproken in het co-constructieproces van de strategie voor stedelijke netheid die momenteel wordt ontwikkeld.