Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het akkoord over de bescherming van de investeringen tussen de Europese Unie en Vietnam.

Indiener(s)
Marie Lecocq
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 133)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Op 1 februari heeft het Europees Parlement het vrijhandelsakkoord goedgekeurd dat werd afgesloten tussen de Europese Unie en Vietnam. Dit akkoord was het eindpunt van lange onderhandelingen – waaraan overigens weinig ruchtbaarheid werd gegeven – die gevoerd werden tussen 2012 en 2016. De Europese goedkeuring volgde na verschillende maanden van woelige discussies, die uitmondden in de vraag om meer garanties vanwege de Vietnamese autoriteiten in verband met het naleven van de mensenrechten en ook om de Vietnamese civiele maatschappij te betrekken bij de uitvoering van het akkoord.
 
Het akkoord tussen de Europese Unie en Vietnam telt twee grote onderdelen. Het eerste is het eigenlijke vrijhandelsakkoord, het commerciële onderdeel dus. Dat is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Dit onderdeel zal naar alle waarschijnlijkheid op 12 maart ook goedgekeurd worden door de Raad voor Buitenlandse Zaken en Handel. Het tweede deel, het akkoord ter bescherming van investeringen, wordt algemeen als een gemengd akkoord beschouwd, wat impliceert dat het ook de procedure van de verschillende nationale ratificaties moet doorlopen. Dat wil dus zeggen dat ook het Brussels Parlement zich binnenkort over dit onderwerp zal moeten uitspreken.
 
In de Brusselse beleidsverklaring staat dat alle handels- en investeringsakkoorden die van België of de Europese Unie uitgaan, aan bijkomende sociale en milieuvoorwaarden zullen worden onderworpen, op de naleving waarvan ook effectief zal worden toegezien. De beleidsverklaring preciseert ook dat de Brusselse regering zal waken over de integrale toepassing van de clausules in verband met respect voor de mensenrechten en voor de basisprincipes van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), waaronder de syndicale rechten.
 
Dit zijn voor ons fundamentele voorwaarden. Sociale en milieuclausules zijn niet facultatief. Toch lijkt dat ze niet zijn vervuld in het akkoord tussen de EU en Vietnam.
 
Het akkoord bevat weliswaar een hoofdstuk gewijd aan duurzame ontwikkeling, waarin expliciet verwezen wordt naar de conventies van de IAO en naar de internationale milieuconventies, maar de facto zijn deze sociale en milieunormen uit het akkoord niet afdwingbaar. Dit hoofdstuk is immers uitgesloten van het sanctie- en geschillenmechanisme dat de naleving van de andere hoofdstukken – die met betrekking tot handel en investeringen – garandeert.
 
Tijdens de onderhandelingen hebben verschillende organisaties uit de civiele maatschappij, in Vietnam én internationaal, erop gewezen (ze doen dat trouwens nog steeds) dat Vietnam nog een hele weg af te leggen heeft naar respect voor minimale sociale en milieunormen. Vietnam heeft nog maar net de IAO-conventie betreffende het recht op organisatie en op collectieve onderhandelingen geratificeerd. Het land heeft ook zijn wil te kennen gegeven om de conventie inzake het gedwongen ontslag te ratificeren. Maar op andere terreinen schiet Vietnam nog steeds hopeloos te kort: het biedt geen garanties op het vlak van de bescherming van algemene vrijheden (vrije meningsuiting, vrijheid van pers, vrijheid van vakvereniging) en mensenrechten. Human Rights Watch heeft daarom het Europese Parlement aangemaand om de ratificatie van het verdrag uit te stellen. Daarbij verwees de mensenrechtenorganisatie naar de politie- en repressiepraktijken die in Vietnam schering en inslag zijn ten overstaan van verdedigers van de mensenrechten en het leefmilieu en van de werknemers en boeren die zich verenigen om hun rechten te vrijwaren.

Ik voeg hier nog aan toe dat het akkoord tussen de EU en Vietnam helemaal niet strookt met de Akkoorden van Parijs, noch met de recente Green Deal van de Europese Commissie.
 
Hiermee heb ik de situatie geschetst, tijd nu, mijnheer de minister om u enkele vragen te stellen:
 
· Bent u op de hoogte gebracht over de ratificatieprocedure van dit akkoord?
 
· Over welk mandaat beschikt u momenteel om een standpunt in te nemen over dit akkoord?
 
· Wat is de houding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten aanzien van een eventuele ratificatie van dit akkoord ?
 
 
Antwoord    1/ De onderhandelingen over het investeringsbeschermingsakkoord tussen de EU en Vietnam gingen in juni 2012 van start en werden op 2 december 2015 afgerond. Na het advies van het Europees Hof van Justitie (Opinie 2/15) omtrent de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten in verband met de sluiting van het vrijhandelsakkoord EU-Singapore in mei 2017, besloot de Europese Commissie afzonderlijke overeenkomsten voor te stellen:

· een vrijhandelsakkoord dat gebieden bevat die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen, en dus uitsluitend de goedkeuring van de Raad en de instemming van het Europees Parlement vereist voordat het in werking kan treden.

· een investeringsbeschermingsakkoord, dat – omdat het onder gedeelde bevoegdheden valt – ook de nodige nationale bekrachtigingsprocedures in alle lidstaten moet doorlopen voordat zij in werking kan treden.

Op 25 juni 2019 nam de Raad 2 besluiten aan betreffende de ondertekening, namens de Unie, van enerzijds de investeringsbeschermingsovereenkomst en anderzijds de vrijhandelsovereenkomst, tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds. Beide overeenkomsten werden op 30 juni 2019 te Hanoi ondertekend.

Op 12 februari 2020 werden beide akkoorden goedgekeurd door het Europese Parlement. De bedoeling van de Raad was om op 13 maart 2020 het vrijhandelsakkoord goed te keuren maar dat werd uitgesteld door het coronavirus. Het is momenteel niet duidelijk wanneer de Raad over het vrijhandelsakkoord zal stemmen. In elk geval treedt het akkoord, na de goedkeuring van de Raad, helemaal in werking nadat de ratificatie aan Vietnamese zijde is afgerond. Het investeringsbeschermingsakkoord van zijn kant moet worden geratificeerd door alle lidstaten, volgens de nationale instemmingsprocedures. Eens geratificeerd zal het akkoord de 21 bilaterale investeringsakkoorden vervangen die de lidstaten vandaag met Vietnam hebben (waaronder die gesloten in het kader van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie van 24 januari 1991 (cf. ordonnantie van 17 april 1997)). Pas nadat alle lidstaten het akkoord volgens het geldende nationale recht geratificeerd hebben, zal de Raad het akkoord goedkeuren. De investerings-beschermingsovereenkomst zal voorlopig dus niet worden toegepast.

Wat betreft de verdere instemmingsprocedure van het investeringsbeschermingsverdrag op het Belgische niveau, bepaalt artikel 9 van het Samenwerkingsakkoord betreffende ‘gemengde verdragen’ het volgende: ‘Van zodra de Minister van Buitenlandse Zaken, over het voor België bestemde origineel of eensluidend afschrift van een gemengd verdrag beschikt, maakt hij met het oog op de instemming door de diverse Raden, aan de betrokken gewest- en/of gemeenschapsoverheden de tekst hiervan over, alsook aan de Raad van State. »

In de praktijk stuurt de Dienst Verdragen van de FOD Buitenlandse Zaken een brief aan Brussels International met de ‘officiële/ondertekende’ tekst in bijlage. In de brief wordt het Gewest verzocht de instemmingsprocedure op te starten. Zodra Brussels International de federale memorie van toelichting heeft ontvangen, begint het met de voorbereiding van ons instemmingsdossier op het Brussels niveau (voorontwerp van ordonnantie).

Wachten op de federale memorie is echter geen formele vereiste, maar eerder een ‘gewoonte’. De Federale Overheid bereidt het dossier zeer grondig voor in twee talen; onze administratie gebruikt het federale dossier als basisdocument voor het Brusselse instemmingsdossier.

Momenteel bereidt de FOD Buitenlandse Zaken de instemmingsdocumenten voor. Wij hebben nog geen officiële tekst ontvangen. Pas van zodra deze tekst wordt bezorgd, kunnen we op het Brusselse niveau de instemmingsprocedure opstarten.


2/ De BHR heeft op 20 juni 2019 beraadslaagd over de investeringsbeschermingsovereenkomst met Vietnam. Ze heeft toen de Minister bevoegd voor Externe Betrekkingen, Guy Vanhengel, ermee belast een volmacht te verlenen aan de federale Minister van Buitenlandse Zaken of zijn vertegenwoordiger om het voorliggend verdrag in naam van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ondertekenen, middels de verklaring van België over de voorwaarden gekoppeld aan de volmacht voor de ondertekening van die overeenkomst, die opgenomen moet worden in het verslag van de Raad op het ogenblik dat die de beslissing goedkeurt om toestemming te verlenen voor de ondertekening ervan, en rekening houdend met de verklaringen van de Commissie en de Raad van de EU.

Deze unilaterale verklaring van België wijst er onder andere op dat het akkoord geen afbreuk doet aan het recht van de Partijen om regelgeving op te stellen om legitieme beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, zoals de bescherming van de volksgezondheid, de veiligheid, het milieu of de openbare zeden, de sociale of de consumentenbescherming of de bevordering en bescherming van de culturele diversiteit.

Met deze volmacht heeft de vorige regering haar goedkeuring gegeven voor het ondertekenen van de tekst, mits inachtneming van de Belgische verklaring. Dat maakt dat er vandaag maar twee opties zijn voor het verdere verloop van de instemmingsprocedure: het akkoord ratificeren in zijn huidige vorm of niet ratificeren.


3/ Wat het standpunt van het Brussels Gewest betreft, werd de goedkeuring om het akkoord te ondertekenen al door de vorige regering gegeven. De huidige Regering heeft nog geen positie ingenomen wat betreft het opstarten van de instemmingsprocedure.  Momenteel wachten we op de administratieve voorbereiding van het dossier en onderzoeken we of een overeenkomst overwogen kan worden.